Artikel III-291: Toepassing en procedures van de associatie - Main contents
De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, op basis van de resultaten die in het kader van de associatie van de landen en gebieden met de Unie zijn bereikt, met eenparigheid van stemmen bij Europese wet, kaderwet, verordening en bij Europees besluit de regels en de procedure voor de associatie van de landen en gebieden met de Unie vast. Deze wetten en kaderwetten worden vastgesteld na raadpleging van het Europees Parlement.
Artikel III-291 (artikel 187 EG-Verdrag i) bepaalt dat de regels en de procedure voor de associatie van de [Landen en Gebieden Overzee (LGO)] nader worden uitgewerkt, zoals dat onder het EG-Verdrag geregeld is in het LGO-besluit (2001/822/EG: Besluit van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Economische Gemeenschap, PbEG 2001, L 314, blz.1).
Nieuw in artikel III-291 is dat het initiatiefrecht van de Commissie wordt vermeld. Daarnaast krijgt het Europees Parlement adviesrecht.
Met betrekking tot de landen en gebieden overzee (LGO) vestigen we de aandacht op de volgende wijzigingen :
-
-Artikel III-290 bepaalt dat het vrij verkeer van werknemers tussen de Unie en de LGO's wordt georganiseerd op basis van handelingen van de Raad die eenparig besluit, en niet langer op basis van overeenkomsten.
-
-Artikel III-291, dat de juridische grondslag vormt voor de aanvaarding van de voorwaarden voor de associatie van de LGO's met de Unie, bepaalt nog steeds dat de Raad eenparig besluit, maar preciseert dat de Raad dit zal doen op voorstel van de Commissie.
De bepaling betreffende de ultraperifere gebieden is het voorwerp van een andere Titel van de Grondwet (artikel III-424 i).
Artikel IV-440 over het territoriaal toepassingsgebied van de Grondwet besteedt net als het oude artikel 299 VEG bijzondere aandacht aan de LGO's en de ultraperifere gebieden.
Het voert een vereenvoudigde procedure in om de status van de Deense, Franse of Nederlandse LGO's en ultraperifere gebieden te wijzigen. Deze wijziging van status kan worden aangenomen krachtens een besluit van de Raad die beslist bij eenparigheid, terwijl tot hiertoe een IGC nodig was.
De Raad neemt, op eigen initiatief/zonder voorstel van de Commissie, op basis van de resultaten die in het kader van de associatie van de landen en gebieden met de Unie zijn bereikt en van de neergelegde beginselen met eenparigheid van stemmen de maatregelen aan betreffende de wijze van toepassing en de procedure van de associatie van de landen en gebieden met de Unie.
De Raad van Ministers stelt op basis van de resultaten die in het kader van de associatie van de landen en gebieden met de Unie zijn bereikt, met eenparigheid van stemmen bij Europese verordening en bij Europees besluit de regels en de procedure voor de associatie van de landen en gebieden met de Unie vast.
De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, op basis van de resultaten die in het kader van de associatie van de landen en gebieden met de Unie zijn bereikt, met eenparigheid van stemmen bij Europese wet, kaderwet, verordening en bij Europees besluit de regels en de procedure voor de associatie van de landen en gebieden met de Unie vast. Deze wetten en kaderwetten worden vastgesteld na raadpleging van het Europees Parlement.
De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, op basis van de resultaten die in het kader van de associatie van de landen en gebieden met de Unie zijn bereikt, met eenparigheid van stemmen bij Europese wet, kaderwet, verordening en bij Europees besluit de regels en de procedure voor de associatie van de landen en gebieden met de Unie vast. Deze wetten en kaderwetten worden vastgesteld na raadpleging van het Europees Parlement.