Artikel III-203: Speciale vertegenwoordiger - Main contents
Contents
De Raad kan, op voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, een speciale vertegenwoordiger benoemen aan wie hij een mandaat voor specifieke beleidsvraagstukken verleent. De speciale vertegenwoordiger voert zijn mandaat uit onder het gezag van de minister.
De Raad benoemt, telkens wanneer hij het nodig acht, op voordracht van de minister van Buitenlandse Zaken een speciale vertegenwoordiger met een mandaat voor specifieke beleidsvraagstukken. De speciale vertegenwoordiger oefent zijn mandaat uit onder het gezag van de minister van Buitenlandse Zaken.
In dit artikel is de tekst van artikel 18, lid 5, VEU in gewijzigde vorm overgenomen. De wijzigingen hebben betrekking op de rol van de minister van Buitenlandse Zaken: a) de Raad benoemt de speciale vertegenwoordiger op voordracht van de minister van Buitenlandse Zaken, en b) de speciale vertegenwoordiger oefent zijn mandaat uit onder het gezag van de minister.
Met deze bepalingen wordt beoogd de inzet van speciale vertegenwoordigers coherenter en efficiƫnter te laten verlopen.
De Raad benoemt, telkens wanneer hij het nodig acht, op initiatief van de minister van Buitenlandse Zaken een speciale vertegenwoordiger aan wie hij een mandaat opdraagt voor specifieke beleidsvraagstukken. De speciale vertegenwoordiger oefent zijn mandaat uit onder het gezag van de minister van Buitenlandse Zaken.
Telkens wanneer hij het nodig acht, benoemt de Raad van Ministers, op initiatief van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, een speciale vertegenwoordiger aan wie hij een mandaat voor specifieke beleidsvraagstukken verleent. De speciale vertegenwoordiger voert zijn mandaat uit onder het gezag van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie.
De Raad kan, op voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, een speciale vertegenwoordiger benoemen aan wie hij een mandaat voor specifieke beleidsvraagstukken verleent. De speciale vertegenwoordiger voert zijn mandaat uit onder het gezag van de minister.
De Raad kan, op voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, een speciale vertegenwoordiger benoemen aan wie hij een mandaat voor specifieke beleidsvraagstukken verleent. De speciale vertegenwoordiger voert zijn mandaat uit onder het gezag van de minister.