Artikel I-30: De Rekenkamer

I-29
Artikel I-30
I-31
  • 1. 
    De Rekenkamer verricht de controle van de rekeningen.
  • 2. 
    De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer werd gevoerd.
  • 3. 
    In de Rekenkamer heeft een onderdaan van elke lidstaat zitting. De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit.

1.

Reglement

Deel III van de Grondwet, Titel VI (De werking van de Unie), Hoofdstuk 1 (Instellingen), Afeling I (Instellingen):

2.

Ontwikkeling artikel

1984
  • 1. 
    De Unie heeft de volgende organen:
    • De Rekenkamer,
    • het Economisch en Sociaal Comité,
    • de Europese Investeringsbank,
    • het Europees Monetair Fonds.

    Bij organieke wetten worden de bevoegdheden, de organisatie en de samenstelling van deze organen geregeld.

  • 2. 
    De leden van de Rekenkamer worden voor de helft door het Parlement en voor de helft door de Raad van de Unie benoemd.
  • 3. 
    Het Economisch en Sociaal Comité is een adviesorgaan van de Commissie, het Parlement, de Raad van de Unie en de Europesè Raad, en kan daaraan op eigen initiatief advies uitbrengen. Het Comité wordt geraadpleegd over elk voorstel dat van beslissende invloed is voor de uitstippeling en de tenuitvoerlegging van het economisch beleid en het maatschappijbeleid.

    Het Comité stelt zijn Reglement van orde vast. Bij de samenstelling van het Comité dient ervoor te worden gezorgd dat de verschillende sectoren van het economische en sociale leven naar behoren vertegenwoordigd zijn.

  • 4. 
    Het Europees Monetair Fonds bezit de autonomie die nodig is om de monetaire stabiliteit te waarborgen.
  • 5. 
    Op alle eerdergenoemde organen zijn de bepalingen van toepassing die op het moment van de inwerkingtreding van dit Verdrag gelden voor de overeenkomstige communautaire organen.

De Unie, kan bij organieke wet andere organen in het leven roepen die voor haar werking noodzakelijk zijn.

2003
  • 1. 
    De Rekenkamer verricht de controle van de rekeningen.
  • 2. 
    De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer werd gevoerd.
  • 3. 
    In de Rekenkamer heeft een onderdaan van elke lidstaat zitting. De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit.
2003
  • 1. 
    De Rekenkamer verricht de controle van de rekeningen.
  • 2. 
    De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer werd gevoerd.
  • 3. 
    In de Rekenkamer heeft een onderdaan van elke lidstaat zitting. De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit.

3.

Reglement

Deel III van de Grondwet, Titel VI (De werking van de Unie), Hoofdstuk 1 (Instellingen), Afeling I (Instellingen):

2003
  • 1. 
    De Rekenkamer is de instelling die de controle van de rekeningen verricht.
  • 2. 
    De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer is gevoerd.
  • 3. 
    In de Rekenkamer heeft één onderdaan van iedere lidstaat zitting. De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit.

4.

Noot PDC

Relevante bepalingen uit Deel III van de Grondwet:

2003
  • 1. 
    De Rekenkamer is een instelling. Zij verricht die de controle van de rekeningen van de Unie.
  • 2. 
    De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer is gevoerd.
  • 3. 
    In de Rekenkamer heeft één onderdaan van iedere lidstaat zitting. De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit, in het algemeen belang van de Unie.

Noot PDC, Verwante artikelen:

2004
  • 1. 
    De Rekenkamer is een instelling. Zij verricht de controle van de rekeningen van de Unie.
  • 2. 
    De Rekenkamer onderzoekt de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer is gevoerd.
  • 3. 
    In de Rekenkamer heeft één onderdaan van iedere lidstaat zitting. De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit, in het algemeen belang van de Unie.