Artikel G: Vaststelling, bekrachtiging en inwerkingtreding van het constitutioneel verdrag - Main contents
Contents
-
1.Het constitutioneel verdrag wordt door de hoge verdragsluitende partijen bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de regering van de Italiaanse Republiek.
-
2.Het constitutioneel verdrag treedt in werking op ....., mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende staat die als laatste deze handeling verricht.
-
3.Indien vier vijfden van de lidstaten het constitutioneel verdrag twee jaar na de ondertekening van het constitutioneel verdrag hebben bekrachtigd en een of meer lidstaten moeilijkheden bij de bekrachtiging hebben ondervonden, behandelt de Europese Raad de zaak.
Deze bepaling is inhoudelijk overgenomen uit artikel 52 van het VEU en artikel 313 van het VEG. In artikel 48 van het VEU betreffende de procedure voor de herziening van het verdrag is het volgende bepaald: "De wijzigingen treden in werking nadat zij door alle lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen zijn bekrachtigd", hetgeen inhoudt dat het constitutioneel verdrag pas in werking kan treden wanneer het bekrachtigd is door alle lidstaten die het ondertekend hebben. Indien ten minste een van de ondertekenende staten het constitutioneel verdrag niet zou bekrachtigen, zou dat derhalve niet in werking kunnen treden en zouden de huidige verdragen van kracht blijven.
In dat geval zouden de lidstaten en de instellingen van de Unie de politieke gevolgen hebben te beoordelen. Dit artikel bevat een bepaling (lid 3) die niet in de huidige verdragen voorkomt en betrekking heeft op het geval dat een of meer lidstaten hun interne bekrachtigingsprocedures na verloop van twee jaar om wat voor redenen dan ook niet voltooid zouden hebben. De Europese Raad zou de politieke gevolgen daarvan dan dienen te beoordelen.
In sommige van de aan de Conventie voorgelegde bijdragen is voorgesteld dat het constitutioneel verdrag in werking treedt, buiten de procedure van artikel 48 VEU om, voor de staten die het bekrachtigd hebben, wanneer een in het constitutioneel verdrag zelf te bepalen drempel bereikt is (zie artikel x+6 (tweede alinea) van de tekst van de PPE; artikel 6, leden 2 en 3, van de overeenkomst betreffende de inwerkingtreding van het Verdrag inzake de Grondwet van de Europese Unie in de door de Commissie ingediende ontwerp-grondwet; artikel 47 van het ontwerp-Spinelli):
Hoewel die mogelijkheid genoemd wordt in artikel 24 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht ("Een verdrag treedt in werking op de wijze en op de dag zoals voorzien in zijn bepalingen, of krachtens overeenstemming tussen de staten die hebben deelgenomen aan de onderhandelingen."), geeft die mogelijkheid uit rechtskundig oogpunt problemen met de oude verdragen indien een of meer van de ondertekenende staten het constitutioneel verdrag niet zouden bekrachtigen. Als dat laatstgenoemde het geval zou zijn, doet zich namelijk de vraag voor wat de status van de huidige verdragen is. Volgens het Verdrag van Wenen over het verdragenrecht (art. 54) kan een verdrag slechts worden ingetrokken overeenkomstig de bepalingen van dat verdrag of door overeenstemming tussen alle partijen. De huidige verdragen bevatten geen bepaling betreffende de intrekking daarvan en zij kunnen dus alleen worden ingetrokken door overeenstemming tussen alle lidstaten die daarbij partij zijn (momenteel de 15, na de inwerkingtreding van de toetredingsverdragen de 25). Bij gebreke van intrekking van de oude verdragen door onderlinge overeenstemming van alle lidstaten van de Unie, zouden die van kracht blijven.
Dit Verdrag is opengesteld voor bekrachtiging door alle Lid-Staten der Europese Gemeenschappen.
Wanneer dit Verdrag is bekrachtigd door een meerderheid van de Lid-Staten van de Gemeenschappen, waarvan de bevolking tweederde van de totale bevolking van de Gemeenschappen uitmaakt, komen de Regeringen van de Lid-Staten die geratificeerd hebben terstond bijeen om in onderlinge overeenstemming een besluit te nemen over de procedures en de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag, alsmede over de betrekkingen met de Lid-Staten die nog niet hebben geratificeerd.
Toelichting
In de toelichting bij dit ontwerp-Verdrag becommentarieerde Spinelli deze slotbepaling als volgt:
-
33.Het Verdrag omvat een bijzonder belangrijke slotbepaling, op grond waarvan alle lid-staten van de Gemeenschap worden verzocht deel van de Unie uit te maken, maar deze wordt van kracht tussen de lid-staten die hebben geratificeerd, wanneer de meerderheid van de lid-staten van de Gemeenschap, die ten minste twee derde van de burgers uitmaken, het Verdrag hebben geratificeerd.
Het Verdrag bepaalt dat in dit geval de datum van de inwerkingtreding ervan, d.w.z. wanneer de instellingen in functie treden, wordt vastgesteld door de regeringen van de lid-staten die hebben geratificeerd. Aldus wordt aan deze de mogelijkheid geboden om de Unie in werking te doen treden, zodat het besluit van de nog weifelende staten wordt vergemakkelijkt.
Het is duidelijk dat, mochten sommige staten niet tot de Unie toetreden, de Unie met deze staten onderhandelingen moet openen, om de uit deze situatie voortvloeiende problemen op te lossen.
De Grondwet is aangenomen en treedt in werking zodra de meerderheid van de lid-staten die meer dan vier vijfde van de bevolking vertegenwoordigt haar heeft geratificeerd. De lid-staten die de ratificatie-instrumenten niet binnen de gestelde termijn hebben kunnen neerleggen, kunnen kiezen of zij de Unie willen verlaten of zich bij de aldus veranderde Unie willen aansluiten.
Indien een lid-staat besluit uit de Unie te treden, zullen bijzondere overeenkomsten worden gesloten die tot doel hebben hem in zijn betrekkingen met de Unie een bevoorrechte status te verlenen.
-
1.Het constitutioneel verdrag wordt door de hoge verdragsluitende partijen bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de regering van de Italiaanse Republiek.
-
2.Het constitutioneel verdrag treedt in werking op ....., mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende staat die als laatste deze handeling verricht.
-
3.Indien vier vijfden van de lidstaten het constitutioneel verdrag twee jaar na de ondertekening van het constitutioneel verdrag hebben bekrachtigd en een of meer lidstaten moeilijkheden bij de bekrachtiging hebben ondervonden, behandelt de Europese Raad de zaak.
Deze bepaling is inhoudelijk overgenomen uit artikel 52 van het VEU en artikel 313 van het VEG. In artikel 48 van het VEU betreffende de procedure voor de herziening van het verdrag is het volgende bepaald: "De wijzigingen treden in werking nadat zij door alle lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen zijn bekrachtigd", hetgeen inhoudt dat het constitutioneel verdrag pas in werking kan treden wanneer het bekrachtigd is door alle lidstaten die het ondertekend hebben. Indien ten minste een van de ondertekenende staten het constitutioneel verdrag niet zou bekrachtigen, zou dat derhalve niet in werking kunnen treden en zouden de huidige verdragen van kracht blijven.
In dat geval zouden de lidstaten en de instellingen van de Unie de politieke gevolgen hebben te beoordelen. Dit artikel bevat een bepaling (lid 3) die niet in de huidige verdragen voorkomt en betrekking heeft op het geval dat een of meer lidstaten hun interne bekrachtigingsprocedures na verloop van twee jaar om wat voor redenen dan ook niet voltooid zouden hebben. De Europese Raad zou de politieke gevolgen daarvan dan dienen te beoordelen.
In sommige van de aan de Conventie voorgelegde bijdragen is voorgesteld dat het constitutioneel verdrag in werking treedt, buiten de procedure van artikel 48 VEU om, voor de staten die het bekrachtigd hebben, wanneer een in het constitutioneel verdrag zelf te bepalen drempel bereikt is (zie artikel x+6 (tweede alinea) van de tekst van de PPE; artikel 6, leden 2 en 3, van de overeenkomst betreffende de inwerkingtreding van het Verdrag inzake de Grondwet van de Europese Unie in de door de Commissie ingediende ontwerp-grondwet; artikel 47 van het ontwerp-Spinelli):
Hoewel die mogelijkheid genoemd wordt in artikel 24 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht ("Een verdrag treedt in werking op de wijze en op de dag zoals voorzien in zijn bepalingen, of krachtens overeenstemming tussen de staten die hebben deelgenomen aan de onderhandelingen."), geeft die mogelijkheid uit rechtskundig oogpunt problemen met de oude verdragen indien een of meer van de ondertekenende staten het constitutioneel verdrag niet zouden bekrachtigen. Als dat laatstgenoemde het geval zou zijn, doet zich namelijk de vraag voor wat de status van de huidige verdragen is. Volgens het Verdrag van Wenen over het verdragenrecht (art. 54) kan een verdrag slechts worden ingetrokken overeenkomstig de bepalingen van dat verdrag of door overeenstemming tussen alle partijen. De huidige verdragen bevatten geen bepaling betreffende de intrekking daarvan en zij kunnen dus alleen worden ingetrokken door overeenstemming tussen alle lidstaten die daarbij partij zijn (momenteel de 15, na de inwerkingtreding van de toetredingsverdragen de 25). Bij gebreke van intrekking van de oude verdragen door onderlinge overeenstemming van alle lidstaten van de Unie, zouden die van kracht blijven.
-
1.Het verdrag tot instelling van de Grondwet zal door de Hoge Verdragsluitende Partijen worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd bij de regering van de Italiaanse Republiek.
-
2.Het verdrag tot instelling van de Grondwet treedt in werking op ..., mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende staat die als laatste deze handeling verricht.
-
3.Indien vier vijfden van de lidstaten het verdrag tot instelling van de Grondwet twee jaar na de ondertekening ervan dat verdrag hebben bekrachtigd en een of meer lidstaten moeilijkheden bij de bekrachtiging hebben ondervonden, behandelt de Europese Raad de zaak.
-
1.Het verdrag tot vaststelling van de Grondwet zal door de Hoge Verdragsluitende Partijen worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd bij de regering van de Italiaanse Republiek.
-
2.Het verdrag tot vaststelling van de Grondwet treedt in werking op ..., mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende staat die als laatste deze handeling verricht.
-
1.Dit verdrag zal door de Hoge Verdragsluitende Partijen worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd bij de regering van de Italiaanse Republiek.
-
2.Dit verdrag treedt in werking op ..., mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende staat die als laatste deze handeling verricht.
-
1.Dit verdrag wordt door de Hoge Verdragsluitende Partijen bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de regering van de Italiaanse Republiek.
-
2.Dit verdrag treedt in werking op 1 november 2006, mits alle akten van bekrachtiging zijn nedergelegd, of bij gebreke daarvan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op het nederleggen van de akte van bekrachtiging door de ondertekenende staat die als laatste deze handeling verricht.