Debat - Hoofdinhoud
Van alle plenaire vergaderingen van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer worden verslagen gepubliceerd. Deze worden ook wel de Handelingen genoemd. Voor vergaderingen van de Tweede Kamer geldt dat gemiddeld twee uur na afloop van de vergadering een ongecorrigeerde versie beschikbaar is. Bij de Eerste Kamer duurt het één of twee dagen voordat het ongecorrigeerde verslag openbaar toegankelijk is. Aan ongecorrigeerde versies kunnen geen rechten worden ontleend. De sprekers hebben immers nog de mogelijkheid om correcties voor te stellen.
De gecorrigeerde versie dient binnen één maand na de bewuste vergaderweek beschikbaar te zijn. De Handelingen verschijnen voor beide Kamers afzonderlijk, per vergadering.
De Handelingen zijn vernoemd naar de Kamer waar de plenaire vergadering heeft plaatsgevonden, het nummer van de vergadering en de datum. Bijvoorbeeld: 'Tweede Kamer, 71e vergadering, dinsdag 10 april 2018'.
Bovenaan in het document worden de tijdstippen van aanvang en sluiting van de vergadering en de status van het verslag weergegeven (ongecorrigeerd, gecorrigeerd of gerectificeerd).
Het gehele verslag is gestructureerd aan de hand van de agendapunten. Onder elk kopje is het bijbehorende transcript te lezen. Om aan te duiden wie de spreker is, wordt voor elk fragment 'De heer/Mevrouw <achternaam (partijnaam)>' opgeschreven. Uitzondering op deze regel is de voorzitter. Als hij of zij het woord neemt, wordt niet de naam, maar slechts de titel 'voorzitter' aangehaald.
De verslaggeving start altijd met het kopje 'Opening' waarin de achternaam van de voorzitter eenmalig gespecificeerd wordt. Vervolgens wordt onder dit kopje de hoeveelheid aanwezige Kamerleden inclusief hun achternamen vermeld. Voorbeelden van agendapunten die regelmatig in de Handelingen terugkomen zijn 'Mededelingen', 'Hamerstukken' en 'Stemmingen'. Het document eindigt altijd met de 'Sluiting' waarin het tijdstip waarop de vergadering is beëindigd nogmaals is terug te vinden.
Sommige vergaderingen van de Eerste en Tweede Kamer zijn in de vorm van een debat. Als een debat plaatsvindt, verloopt dit altijd volgens een vast patroon. De Eerste Kamer debatteert indien de commissie meent dat de openbare behandeling van een wetsvoorstel voldoende is voorbereid. In de Tweede Kamer zijn vier verschillende debatvormen:
-
a)Verslag van een algemeen overleg ('tweeminutendebat')
Dit is een kort debat waarbij iedere fractie twee minuten spreektijd krijgt. In dergelijke debatten worden onderwerpen afgerond waarover al eerder in commissie is gediscussieerd.
-
b)Debat op hoofdlijnen
In dergelijke debatten komen diverse onderwerpen, waaronder wetsvoorstellen, aan de orde voordat ze in commissie besproken worden. Naar aanleiding van dit debat kan beoordeeld worden of er voldoende steun is voor het voorstel.
-
c)Interpellatiedebat ('dertigledendebat')
De Kamer kan een minister ter verantwoording roepen. In een interpellatiedebat moet de desbetreffende minister uitleg over een belangrijke kwestie geven.
-
d)Vragenuur
Kamerleden hebben de mogelijkheid om in een dergelijk debat mondelinge vragen over actuele kwesties aan het kabinet te stellen.
Verslaggeving van debatten begint met de volgende zin: 'Aan de orde is het <type debat> (naar aanleiding van een algemeen overleg op <datum>) over <onderwerp>.'
Debatten kunnen in meerdere rondes plaatsvinden. De verslaggeving is in een dergelijk geval ook ingedeeld aan de hand van deze rondes. In de eerste termijn (te vinden onder het kopje 'Termijn inbreng') spreken de woordvoerders van de fracties in de Tweede Kamer of de betrokken Eerste Kamerleden namens hun fractie. De naamsweergave van de sprekers geschied op dezelfde wijze als bij de Handelingen.
In het verslag is het transcript van het tweede gedeelte van het debat terug te vinden onder het kopje 'Termijn antwoord'. Voor debatten in de Tweede Kamer geldt dat de minister of staatssecretaris hier de kans heeft om vragen te beantwoorden. In de Eerste Kamer wordt hier het woord gegeven aan bewindspersonen die het wetsvoorstel verdedigen of, als het om een initiatiefvoorstel gaat, de Tweede Kamerleden die het wetsvoorstel hebben ingediend.
Omdat meestal nog niet alle vragen afdoende beantwoord zijn in de eerste termijn, is het gebruikelijk dat er ook een tweede termijn plaatsvindt. In de verslaggeving heet de tweede termijn van de Kamerleden 'repliek'. 'Dupliek' is het antwoord hierop van de bewindspersonen of de indieners van het voorstel. Het is tot slot mogelijk dat een derde termijn plaatsvindt als dit noodzakelijk wordt geacht.
Bron: Eerste Kamer en Tweede Kamer