Overwegingen bij COM(2020)834 - Voorstel voor een Raadsbesluit obv artikel 218, lid 9, VWEU inzake een besluit van het Gemengd Comité betreffende de bepaling van goederen waarvoor geen risico bestaat

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “Terugtrekkingsakkoord”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad 1 van 30 januari 2020 en is op 1 februari 2020 in werking getreden.

(2) Artikel 166 van het Terugtrekkingsakkoord verleent het Gemengd Comité de bevoegdheid besluiten te nemen inzake alle aangelegenheden ten aanzien waarvan daarin bij dit akkoord wordt voorzien. Het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Terugtrekkingsakkoord (hierna “het protocol” genoemd) maakt integrerend deel uit van dat akkoord.

(3) Artikel 5, lid 1, van het protocol voorziet in de toepassing van douanerechten die uit hoofde van het recht van de Unie van toepassing zijn op goederen die in Noord-Ierland worden binnengebracht en waarvan wordt aangenomen dat het risico bestaat dat zij later naar de Unie worden gebracht. Goederen waarvoor dit risico niet bestaat, zijn hetzij niet aan douanerechten onderworpen, hetzij onderworpen aan de douanerechten die toepasselijk zijn in het Verenigd Koninkrijk.

(4) Overeenkomstig artikel 5, lid 2, wordt er voor alle goederen die in Noord-Ierland worden binnengebracht van uitgegaan dat het risico bestaat dat zij vervolgens naar de Unie worden gebracht. Om te worden beschouwd als goederen waarvoor geen risico in die zin bestaat, mogen goederen die in Noord-Ierland worden binnengebracht daar niet aan commerciële bewerking worden onderworpen of moeten zij voldoen aan de in een besluit van het Gemengd Comité vastgestelde criteria.

(5) De criteria voor goederen die niet aan commerciële bewerking worden onderworpen, moeten tevens rekening houden met het feit dat Noord-Ierland overeenkomstig artikel 6 van het protocol deel uitmaakt van het douanegebied van het Verenigd Koninkrijk, en dat de partijen bij het protocol zich ertoe verbinden dat de uitvoering ervan zo min mogelijk gevolgen zal hebben voor het dagelijks leven van gemeenschappen in zowel Ierland als Noord-Ierland.

(6) Voor goederen die in Noord-Ierland worden binnengebracht, kan ervan worden uitgegaan dat geen risico bestaat dat zij vervolgens naar de Unie worden gebracht, wanneer het differentieel recht nul is, of wanneer anderszins is gewaarborgd dat er voor marktdeelnemers geen prikkel is om goederen uitsluitend vanwege het toepasselijke douanetarief naar Noord-Ierland te verzenden.

(7) Het is dus wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité.