Toelichting bij COM(2020)841 - Standpunt dat namens de EU in het Gemengd Comité van het terugtredingsakkoord van het VK uit de EU moet worden ingenomen mbt de samenstelling van het arbitragepanel - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2020)841 - Standpunt dat namens de EU in het Gemengd Comité van het terugtredingsakkoord van het VK uit de EU moet worden ingenomen mbt ... |
---|---|
bron | COM(2020)841 |
datum | 27-01-2021 |
De Commissie stelt voor dat de Raad het standpunt vaststelt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het Terugtrekkingsakkoord” genoemd) over een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van dat akkoord.
2. Achtergrond van het voorstel
2.1.Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
In het Terugtrekkingsakkoord zijn de voorwaarden bepaald voor de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en Euratom. Het Terugtrekkingsakkoord is op 1 februari 2020 in werking getreden.
2.2.Het Gemengd Comité
Het bij artikel 164, lid 1, van het Terugtrekkingsakkoord ingestelde Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk. Het wordt gezamenlijk voorgezeten door de Unie en het Verenigd Koninkrijk. Het reglement van orde van het Gemengd Comité is vastgesteld in bijlage VIII bij het Terugtrekkingsakkoord. Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen op verzoek van de Unie of het Verenigd Koninkrijk en stelt zijn vergaderrooster en -agenda vast in onderlinge overeenstemming.
De taken van het Gemengd Comité zijn vastgesteld in artikel 164 van het Terugtrekkingsakkoord en omvatten hoofdzakelijk:
·toezicht houden op de uitvoering en toepassing van het Terugtrekkingsakkoord, rechtstreeks of via de werkzaamheden van de gespecialiseerde comités die aan het Gemengd Comité rapporteren;
·besluiten nemen en aanbevelingen doen, met inbegrip van wijzigingen van het Terugtrekkingsakkoord vaststellen in de gevallen waarin dit akkoord daarin voorziet;
·problemen voorkomen en geschillen oplossen die zich kunnen voordoen in verband met de uitlegging en toepassing van het Terugtrekkingsakkoord.
2.3.De beoogde handeling van het Gemengd Comité
Overeenkomstig artikel 171, lid 1, van het Terugtrekkingsakkoord stelt het Gemengd Comité uiterlijk aan het eind van de overgangsperiode een lijst vast van 25 personen die bereid en in staat zijn om als lid van een arbitragepanel op te treden. Het Gemengd Comité ziet er ook op toe dat de lijst te allen tijde voldoet aan de specifieke vereisten van het Terugtrekkingsakkoord.
Het beoogde besluit heeft tot doel de lijst vast te stellen van personen die bereid en in staat zijn om in het kader van het Terugtrekkingsakkoord als leden van een arbitragepanel op te treden.
Het beoogde besluit zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het Terugtrekkingsakkoord voor de partijen bindend zijn. Overeenkomstig regel 9 van het reglement van orde vermelden besluiten van het Gemengd Comité de datum waarop zij van kracht worden.
3. Namens de Unie in te nemen standpunt
De overgangsperiode waarin het Terugtrekkingsakkoord voorziet, loopt af op 31 december 2020. De overgrote meerderheid van de bepalingen van het Terugtrekkingsakkoord, met inbegrip van die betreffende geschillenbeslechting in het kader van deel zes, titel III, treedt in werking op 1 januari 2021. Het is noodzakelijk dat er uiterlijk op 1 januari 2021 een lijst van arbiters voorhanden is in geval van een geschil over de uitlegging van het Terugtrekkingsakkoord, aangezien vanaf dat moment elke partij geschillen kan verwijzen naar bindende arbitrage.
De Unie en het Verenigd Koninkrijk hebben gezamenlijke overeenstemming bereikt over vijf personen die het voorzitterschap van het arbitragepanel kunnen bekleden. De Unie en het Verenigd Koninkrijk hebben elk 10 personen voorgedragen voor de functie van lid van het arbitragepanel.
Bijgevolg dient de Unie het standpunt in te nemen dat zij instemt met de vaststelling van een besluit van het Gemengd Comité op grond van artikel 171, lid 1, van het Terugtrekkingsakkoord tot vaststelling van een lijst van 25 personen die bereid en in staat zijn om uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord als arbiters op te treden overeenkomstig het ontwerpbesluit dat bij dit voorstel is gevoegd.
Daarnaast heeft de Unie een reservelijst van 17 personen geselecteerd waarmee de Unie indien nodig contact kan opnemen wanneer het Gemengd Comité de lijst van 25 personen overeenkomstig de laatste zin van artikel 171, lid 1, zal bijwerken.
4. Rechtsgrondslag
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Het door het Gemengd Comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het Terugtrekkingsakkoord bindend zijn voor de partijen.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling zijn het standpunt van de Unie vast te stellen met betrekking tot de lijst van personen die bereid en in staat zijn om als leden van uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord ingestelde arbitragepanels op te treden. Het akkoord is gesloten op grond van artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
De rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit dient bijgevolg artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie te zijn, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.
5. Bekendmaking van de beoogde handeling
Aangezien het besluit van het Gemengd Comité tot doel heeft een lijst op te stellen van personen die bereid en in staat zijn als leden van uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord ingestelde arbitragepanels op te treden, moet het besluit van het Gemengd Comité na de vaststelling ervan bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.