Artikelen bij SEC(2010)1199 - Nota van wijzigingen nr. 2 bij de begroting 2011, Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



1. Inleiding 5

2. Europol 5

3. Financiële toezichthouders 6

4. Europees financieel stabilisatiemechanisme 9

5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader 10

1. Inleiding

De nota van wijzigingen nr. 2 (NvW 2) bij de ontwerpbegroting 2011 (OB 2011) heeft betrekking op:

- een verhoging van de EU-bijdrage voor Europol met 552 000 EUR, alsook wijzigingen in de personeelsformatie van Europol, naar aanleiding van het verzoek voor vier extra personeelsformatieposten (alle AD-posten);

- een verhoging van de EU-bijdrage voor de drie financiële toezichthouders (EBA, EAVB en EAEM) met 1 224 000 EUR, alsook wijzigingen in de personeelsformaties van de toezichthouders, naar aanleiding van een verzoek voor zes extra personeelsformatieposten voor de EBA (waarvan 3 AD-posten en 3 AST-posten), zes extra personeelsformatieposten voor de EAVB (waarvan 5 AD-posten en 1 AST-post) en vijftien extra personeelsformatieposten voor de EAEM (waarvan 10 AD-posten en 5 AST-posten);

- de invoering van een nieuwe begrotingspost 01 04 01 03 voor de garantie die de Europese Unie biedt overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en daarmee overeenstemmend, een nieuw artikel 802 aan de ontvangstenzijde. Dit heeft geen gevolgen voor de begroting.

De netto financiële gevolgen van deze nota van wijzigingen bedragen 1 776 000 EUR, zowel in vastleggings- als in betalingskredieten.

2. Europol

De in deze nota van wijzigingen opgenomen wijzigingen zijn het gevolg van de nieuwe taken die na de goedkeuring van de ontwerpbegroting 2011 aan Europol zijn toevertrouwd.

Na de instemming van het Europese Parlement en de Raad met de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering (TFTP) is Europol met ingang van 1 augustus 2010 belast met de uitvoering van de TFTP-overeenkomst tussen de EU en de VS. Dit omvat de verificatie van TFTP-verzoeken op grond van de bovenvermelde overeenkomst.

Voor deze nieuwe taak die aan Europol is toevertrouwd, moeten in 2011 extra middelen worden vrijgemaakt om specifieke uitrusting en software aan te schaffen waarmee kan worden gezorgd voor een beveiligde gegevenstransmissie van de VS naar Europol en om een nieuwe eenheid op te richten met vier nieuwe posten op jaarbasis, bestaande uit een eenheidshoofd en twee topdeskundigen in terrorismebestrijding en verwerking van financiële inlichtingen en één juridisch deskundige.

De financiële gevolgen bedragen 552 000 EUR, waarvan 400 000 EUR voor personeelsuitgaven (titel 1) en 152 000 EUR voor beleidsuitgaven (titel 3).

De volledige personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

3. Financiële toezichthouders

De in deze nota van wijzigingen opgenomen wijzigingen zijn het gevolg van het voorstel van de Commissie om aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) nieuwe verantwoordelijkheden toe te vertrouwen voor het verlenen van vergunningen aan en het uitoefenen van toezicht op ratingbureaus, en van het besluit van de wetgever om de EAEM, de Europese Bankautoriteit (EBA) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) te belasten met extra taken, waarin de oorspronkelijke voorstellen van de Commissie niet hadden voorzien.

3.1. Voorstel tot wijziging van de verordening inzake ratingbureaus - EAEM

Op 2 juni 2010 heeft de Commissie voorgesteld om Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus3 te wijzigen, met de bedoeling om aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM), verantwoordelijkheden toe te vertrouwen op het vlak van het verlenen van vergunningen aan en het uitoefenen van toezicht op ratingbureaus (RB's), onder meer de bevoegdheid om onderzoeken in te stellen, controles ter plaatse te verrichten en toezichtbesluiten te nemen.

In artikel 19 van het voorstel wordt bepaald dat de EAEM-uitgaven welke nodig zijn voor de registratie van en het toezicht op ratingbureaus volledig worden gedekt door vergoedingen die de EAEM bij de ratingbureaus in rekening brengt. De gedetailleerde structuur en voorschriften van de vergoedingen worden overeenkomstig artikel 19 van het voorstel vastgesteld bij gedelegeerde handeling van de Commissie, die naar verwachting in de loop van 2011 zal worden vastgesteld en begin 2012 in werking zou moeten treden.

Aangezien het voorstel in juni van dit jaar door de Commissie is goedgekeurd, was het begrotingsverzoek niet opgenomen in de ontwerpbegroting 2011 die in mei 2010 is ingediend. Dit is de reden voor de voorgenomen herziening van de personeelsformatie en van de bijdrage uit de EU-begroting, zoals in de budgettaire bijlage omstandig wordt uiteengezet.

In het overgangsjaar 2011 moeten de middelen voor het toezicht op de RB's afkomstig zijn uit bijdragen van de lidstaten en uit de EU-begroting, volgens de verhouding die in de EAEM-verordening is bepaald (40% uit de EU-begroting en 60% van de lidstaten). Volgens het voorstel zullen er vanaf 2012 geen bijdragen meer nodig zijn om de kosten te dekken voor het toezicht op de RB's.

De gevolgen voor de middelen in 2011 worden vermeld in het financieel memorandum bij het wetgevingsvoorstel. Op het vlak van personele middelen wordt verzocht om zes extra personeelsformatieposten op jaarbasis. In totaal komen de financiële gevolgen neer op 2,5 miljoen EUR, waarvan 2,2 miljoen EUR voor personeels- en infrastructuuruitgaven (titels 1 en 2) en 0,3 miljoen EUR voor beleidsuitgaven (titel 3). Voor de financiering van het desbetreffende aandeel uit de EU-begroting (40%) bedraagt de aanvullende bijdrage waarvoor uit de EU-begroting 2011 middelen moeten worden vrijgemaakt, 1 miljoen EUR.

3.2. Extra taken die aan de EAEM, EBA en EAVB zijn toevertrouwd

Het Europees Parlement en de Raad hebben begin september 2010 een politiek akkoord bereikt over de oprichting van de drie toezichthouders. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de definitieve tekst van de verordening; het Europees Parlement heeft het pakket op 22 september 2010 aangenomen en verwacht wordt dat de Raad het pakket zal goedkeuren op de zitting van de Raad ECOFIN in oktober.

Het is derhalve dienstig dat de budgettaire gevolgen in 2011 van de nieuwe taken die door de wetgever aan de toezichthouders zijn toevertrouwd, correct worden ingeschat en in deze nota van wijzigingen worden opgenomen.

Tot de extra taken die aan de drie toezichthouders worden toevertrouwd, behoren onder meer volgende opdrachten:

- een leidende rol spelen bij het bevorderen van transparantie, eenvoud en billijkheid op de markt voor financiële producten of diensten (artikel 6);

- monitoring van de efficiënte, effectieve en consistente werking van de colleges van toezichthouders (artikel 12);

- monitoring en beoordeling van systeemrisico's, opstellen van criteria voor de vaststelling en meting van het systeemrisico (artikelen 12 bis tot 12 quater);

- zorgen voor een gespecialiseerde en permanente capaciteit om doeltreffend te reageren op het ontstaan van systeemrisico's (artikel 12 quater);

- bijdragen tot en actief deelnemen aan de ontwikkeling en coördinatie van doeltreffende en consistente herstel- en crisisafwikkelingsplannen, procedures voor noodsituaties en preventieve maatregelen teneinde, op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden, het effect op het systeem van met insolventie bedreigde instellingen zo beperkt mogelijk te houden (artikel 12 quater).

Het betreft de personeelsbehoeften in het licht van de aan de toezichthouders toevertrouwde aanvullende taken, gaan de diensten van de Commissie uit van het volgende: negen extra posten voor de EAEM, zes voor de EBA en zes de EAVB in 2011. Voor de berekening van de desbetreffende bezoldigingen is voor de helft van deze extra posten uitgegaan van een termijn van negen maanden en voor de andere helft van een termijn van zes maanden, om rekening te houden met de geraamde tijd die voor de aanwerving moet worden uitgetrokken. De volledige personeelsformaties voor de EAEM, de EBA en de EAVB zijn in de budgettaire bijlage opgenomen.

De diensten van de Commissie hebben een grondige analyse verricht van de financiële en personele behoeften van de agentschappen, waarbij alle activiteiten van de agentschappen zijn onderzocht. Op basis van deze analyse heeft de Commissie ook een meer nauwkeurige raming kunnen opstellen van sommige begrotingsposten in de begrotingen van de agentschappen. De uitgaven voor infrastructuur van de EAEM zijn met name opwaarts herzien gelet op de geplande verhoging van het aantal personeelsleden bij deze toezichthouder, terwijl bepaalde gemiddelde personeelskosten bij een eerste raming overschat leken te zijn en derhalve neerwaarts zijn bijgesteld.

Door deze grondige analyse van de uitgaven van de agentschappen worden de extra kosten die voortvloeien uit de aanvullende opdrachten die de wetgevende autoriteit aan de agentschappen heeft toevertrouwd, grotendeels gecompenseerd. In totaal wordt een gecombineerde nettoverhoging van de middelen van de toezichthouders met 560 000 EUR noodzakelijk geacht om de oprichting van de nieuwe agentschappen te ondersteunen, waarbij rekening wordt gehouden met de door de wetgever opgedragen aanvullende taken. Dit bedrag kan worden opgesplitst in 300 000 EUR voor de EAEM, 140 000 EUR voor de EBA en 120 000 EUR voor de EAVB. Het bedrag van 560 000 EUR is het nettoresultaat van een algemene stijging met 1 677 000 EUR voor personeels- en infrastructuuruitgaven (titels 1 en 2) en een algemene daling met 1 117 000 EUR voor beleidsuitgaven (titel 3). Derhalve wordt voorgesteld om de EU-bijdrage in 2011 met 224 000 EUR te verhogen, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat 60% van de vereiste verhoging met bijdragen van de lidstaten wordt gefinancierd.

4. Europees financieel stabilisatiemechanisme

Op 9 mei 2010 besloot de Raad een omvangrijk pakket maatregelen te treffen tot vrijwaring van de financiële stabiliteit in Europa, met inbegrip van een Europees financieel stabilisatiemechanisme4 op grond van artikel 122, lid 2, VWEU. Dit artikel voorziet in financiële steun voor lidstaten in moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

Dit mechanisme zal functioneren zonder afbreuk te doen aan de bestaande faciliteit voor financiële steun op de middellange termijn voor de betalingsbalans van lidstaten die niet tot de eurozone behoren.

Om deze financiële steun te verlenen, zal de Commissie namens de Europese Unie geld lenen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen. Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie, indien de debiteuren in gebreke blijven, tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen de schuldendienst voor haar rekening nemen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen is van toepassing. Het kan in een later stadium nodig zijn de transactie in de begroting op te nemen.

Terugbetalingen na aanvankelijk betaalverzuim of eventuele ontvangsten die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met de garantie moeten eventueel ook als ontvangsten in de begroting worden opgenomen.

Voor de begrotingsstructuur van de garantie die de Europese Unie biedt, wordt daarom voorgesteld een nieuwe begrotingspost aan de uitgavenzijde in te voeren, alsook een daarmee overeenstemmend nieuw begrotingsartikel aan de ontvangstenzijde. Dit is reeds geschied voor de begroting 2010 door middel van gewijzigde begroting nr. 5/20105.

Zoals gebruikelijk is voor begrotingsposten die verband houden met leningen zonder een specifiek garantiefonds, wordt zowel de nieuwe post 01 04 01 03 als het nieuwe artikel 8 0 2 van een pro-memorie-aanduiding voorzien. Indien noodzakelijk zal de Commissie voorstellen de nodige kredieten beschikbaar te stellen via een overschrijving of een gewijzigde begroting.

5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader

Financieel kader
Rubriek/subrubriek
Financieel kader 2011Ontwerpbegroting 2011 + GB nr. 1/2011GB nr. 2/2011Ontwerpbegroting 2011 + GB nrs. 1-2/2011
VKBKVKBKVKBKVKBK
1. DUURZAME GROEI
1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid12 987 000 00013 436 852 27012 109 714 1701 224 0001 224 00013 438 076 27012 110 938 170
1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid50 987 000 00050 970 093 78442 540 796 74050 970 093 78442 540 796 740
Totaal63 974 000 00064 406 946 05454 650 510 9101 224 0001 224 00064 408 170 05454 651 734 910
Marge6

67 053 94665 829 946
2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN
Waarvan marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen47 617 000 00043 747 401 90043 656 761 35843 747 401 90043 656 761 358
Totaal60 338 000 00059 486 248 38958 135 685 29659 486 248 38958 135 685 296
Marge851 751 611851 751 611
3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID
3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid1 206 000 0001 135 252 740852 573 740552 000552 0001 135 804 740853 125 740
3b. Burgerschap683 000 000667 817 000638 979 000667 817 000638 979 000
Totaal1 889 000 0001 803 069 7401 491 552 740552 000552 0001 803 621 7401 492 104 740
Marge85 930 26085 378 260
4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER7

8 430 000 0008 613 529 3777 601 763 8678 613 529 3777 601 763 867
Marge70 330 62370 330 623
5. ADMINISTRATIE8

8 334 000 0008 289 835 6888 290 890 6888 289 835 6888 290 890 688
Marge126 164 312126 164 312
TOTAAL142 965 000 000134 280 000 000142 599 629 248130 170 403 5011 776 0001 776 000142 601 405 248130 172 179 501
Marge1 201 230 7524 394 596 4991 199 454 7524 392 820 499


1PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1

2SEC(2010) 1064.

3COM(2010) 289 definitief

4Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme.

5Vroeger ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2010, COM (2010) 383.

6Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500 miljoen EUR).

7De marge voor 2011 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (253,9 miljoen EUR).

8Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 82 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.

NL NL