Kamer verdeeld over initiatiefnota constitutionele toetsing
DEN HAAG (PDC) - De Tweede Kamer lijkt het eens over het feit dat het toetsingsverbod van artikel 120 van de Grondwet (deels) moet worden opgeheven. De exacte uitwerking hiervan - met of zonder constitutioneel hof en de mogelijkheid om te toetsen aan sociale grondrechten - blijft een punt van discussie. Tijdens het debat werden daarom ook de zorgen geuit dat vasthouden aan het gehele initiatief kan zorgen voor verwerping van het belangrijkste aspect: opheffing van het toestingsverbod.
Dit alles werd besproken op 24 maart, toen de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid overleg voerde met Judith Uitermark1 (NSC2), minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), en Teun Struycken3 (NSC), staatssecretaris rechtsbescherming. Tijdens dit overleg werd de initiatiefnota van Pieter Omtzigt4 over voorstellen ter verbetering van constitutionele toetsing besproken.
De sociale grondrechten bleken een hoofdthema van het debat. Het kabinet wil deze rechten, in tegenstelling tot de klassieke grondrechten, niet toetsbaar maken. Verder werd de noodzaak van een constitutioneel hof bevraagd. Volgens meerdere sprekers is zo een hof niet noodzakelijk als het simpelweg het toetsingsverbod komt te vervallen.
Hierom diende Joost Sneller5 (D666) ook twee moties in. De eerste vraagt de mogelijkheid om aan de sociale grondrechten te toetsen open te houden. Deze mogelijkheid moet dan parallel worden onderzocht aan opheffing van het toetsingsverbod van klassieke grondrechten, zodat deze mogelijkheden niet in één voorstel terecht komen – en dus gezamenlijk kunnen worden weggestemd. De tweede motie verzoekt de regering om “het voorstel voor het aanpassen van artikel 120 van de Grondwet zo spoedig mogelijk naar de Kamer te zenden en hierbij niet te wachten op de uitwerking van het voorstel voor een constitutioneel hof”. De noodzaak van een constitutioneel hof is volgens Sneller namelijk niet zo groot als de noodzaak van de schrapping van het toetsingsverbod.
Pieter Omtzigt gaf aan dat zijn partij nog terughoudend is over de mogelijkheid om te toetsen aan sociale grondrechten. Deze zouden eerst verder moeten worden geconcretiseerd om ze toetsbaar te maken. Wel zei hij erg tevreden te zijn dat er, na herhaaldelijke aanbevelingen van verschillende staatscommissies, eindelijk serieus over constitutionele toetsing wordt gesproken. Volgens Omtzigt is een constitutioneel hof nodig omdat het meer gezag en deskundigheid heeft dan een kantonrechter.
Minister Uitermark gaf later aan om haast te willen maken. Het streven is om de internetconsultatie over de wet in juni of juli te starten. Staatssecretaris Struycken voegde nog toe dat een constitutioneel hof bij kan dragen aan een ‘grondwettelijke cultuur’ en het streven om ‘de Grondwet uit de ivoren toren te halen’.
Bron: Tweede Kamer
Verwant nieuws
Meer over ...
- 1.Judith Uitermark (1971) is sinds 2 juli 2024 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Schoof. Zij was van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 Tweede Kamerlid voor NSC. Mevrouw Uitermark was rechter strafrecht in de rechtbank Noord-Holland en landelijk coördinator mediation in strafzaken. Als Tweede Kamerlid hield zij zich bezig met de strafrechtketen (politie, OM, rechtspraak), zedenbeleid, justitieel jeugdbeleid, drugs en sport.
- 2.Nieuw Sociaal Contract werd op 19 augustus 2023 opgericht door Pieter Omtzigt. Omtzigt was oorspronkelijk Kamerlid voor het CDA, maar splitste zich in juni 2021 af van de partij en ging in september dat jaar verder als eenmansfractie.
- 3.Teun Struycken (1969) is sinds 2 juli 2024 staatssecretaris voor rechtsbescherming namens NSC (hij is partijloos) in het kabinet-Schoof. Hij was hoogleraar Europees goederenrecht (gespecialiseerd in het bank- en effectenrecht) in Utrecht. Tevens was hij advocaat in Amsterdam. Als staatssecretaris is hij onder meer belast met onder meer de rechtspraak, rechterlijke organisatie, bestuursrecht, rechtsbijstand, justitieel jeugdbeleid, jeugdbescherming, privaatrecht en kansspelen.
- 4.Pieter Omtzigt (1974) is vanaf 3 juni 2003 lid van de Tweede Kamer. In de periode 2003-2021 was hij lid van de CDA-fractie, die hij verliet om in 2023 deel te nemen met het door hem opgerichte Nieuw Sociaal Contract. De heer Omtzigt studeerde economie en statistiek in Exeter en Rome en promoveerde in 2003 in Florence op een proefschrift, getiteld 'Essays on cointegration'. Daarnaast was hij actief bij de jongerenorganisatie van het CNV. De heer Omtzigt was onder meer woordvoerder financiën, belastingen en pensioenen.
- 5.Joost Sneller (1982) is sinds 31 oktober 2017 lid van de Tweede Kamerfractie van D66. Hij was directeur van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. Eerder was hij onder meer gemeenteraadslid in Den Haag en politiek secretaris van de D66-fractie in de Tweede Kamer. De heer Sneller is sinds 2021 voorzitter van de vaste commissie voor de Rijksuitgaven en woordvoerder financiën, justitie en drugs, binnenlandse zaken, algemene zaken en koninklijk huis, en economische Zaken.
- 6.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.