Vragen SGP, JA21 over de versterkte gebedsoproepen door moskeeën

Kamer Tweede Kamer
Kamerleden A.J. (André) Flach2
B.J. (Joost) Eerdmans1
partijen Staatkundig-Gereformeerde Partij3
Het Juiste Antwoord4
gevraagd aan Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties5
beantwoord door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties5
status beantwoording beantwoord
vraag datum 26 september 2024
antwoord datum 9 december 2024
antwoordduur in dagen 74
aantal dagen overtijd 53

1.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025    Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

753

Vragen van de leden Eerdmans (JA21) en Flach (SGP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over versterkte gebedsoproepen door moskeeën (ingezonden 26 september 2024).

Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 9 december 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 331.

Vraag 1 en 2

Kunt u aangeven wat de achtergrond is van het voornemen in het regeerprogramma om betere regels te formuleren voor versterkte gebedsoproepen?1 Welke problemen ziet u in de huidige wet en kunt u toelichten wanneer u van plan wijzigingen voor te stellen?

Hoe geeft u er zich rekenschap van dat de huidige wettelijke regeling, uit de jaren '80 van de vorige eeuw, ontstaan is in een geheel andere culturele en maatschappelijke context dan die van de huidige samenleving? In hoeverre biedt dat volgens u aanleiding en grond om tot een heroverweging te komen?

Antwoord 1 en 2

In het regeerprogramma is in de paragraaf over integratie en maatschappelijke samenhang opgenomen dat het kabinet betere regels wil voor versterkte oproepen tot gebed. De achtergrond van dit voornemen is dat versterkte gebedsoproepen bij sommige burgers tot gevoelens van ongemak of overlast kunnen leiden. Om beter vast te stellen waar bestaande wet- en regelgeving wringt en waar verbetering noodzakelijk is, laat de Staatssecretaris Participatie en Integratie een traject starten om de beleving, bekendheid en communicatie tussen gemeenten, geloofsgemeenschappen en omwonenden inzichtelijk te maken. Dit traject wordt op dit moment uitgewerkt en zal op korte termijn worden opgestart. Zijn streven is om op basis van de bevindingen volgend jaar tot betere regels te komen.

1 Kamerstuk 36 4716, nr. 96, Bijlage Regeerprogramma. Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, pagina 17.

ah-tk-20242025-753 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2024

Vraag 3, 4, 5 en 6

Kunt u aangeven hoeveel moskeeën in Nederland momenteel een versterkte gebedsoproep doen en in welke gemeenten dat gebeurt?

Kunt u aangeven met welke frequentie de versterkte gebedsoproepen door moskeeën veelal plaatsvinden? In hoeverre is de afgelopen jaren sprake van een verhoging van de frequentie?

Kunt u aangeven hoe het aantal versterkte gebedsoproepen door moskeeën in Nederland zich na het jaar 2000 heeft ontwikkeld?

Kunt u aangeven hoeveel meldingen van overlast er de afgelopen jaren zijn geregistreerd van overlastgevende gebedsoproepen door moskeeën? Vindt u dat de huidige wet voldoende ruimte biedt aan gemeenten om rekening te houden met lokale omstandigheden?

Antwoord 3, 4, 5 en 6

Nee, wij beschikken op dit moment nog niet over deze informatie. Het voornoemde traject is er mede op gericht om beter inzicht te krijgen in de aard en omvang van versterkte gebedsoproepen en de mate waarin dit als overlast gevend wordt ervaren. Deze gegevens over het aantal moskeeën dat gebruikmaakt van de versterkte gebedsoproep, hoe vaak dit gebeurt en of dit wordt gemeld, zouden bij de gemeenten waarin de betreffende moskeeën zijn gevestigd te vinden moeten zijn. Naar aanleiding van de resultaten van voornoemd traject zal worden bepaald hoe (beleids)maatregelen gericht op het verbeteren van de regels voor (versterkte) gebedsoproepen het beste vormgegeven kunnen worden.

Vraag 7

Bent u ook van mening dat het voor burgers een wezenlijk verschil bestaat tussen klokgelui en het verspreiden van geloofsbelijdenissen met geluidsversterking? Op welke manier wilt u hiermee rekening houden?

Antwoord 7

Het is niet aan ons om de individuele beleving van burgers over verschillende soorten geluid te beoordelen. Feitelijk is wel zo dat klokgelui en gesproken teksten verschillende soorten geluid zijn en ook verschillend ervaren kunnen worden. Juridisch gezien bestaat er ook een verschil, nu de versterkte gebedsoproep, anders dan klokgelui, niet rechtstreeks onder de bescherming van artikel 6 van de Grondwet valt. Dat betekent niet dat de versterkte gebedsoproep geen constitutionele bescherming geniet. Gebruikmaking van geluidsversterkende apparatuur voor het oproepen tot gebed wordt namelijk gezien als een zogeheten connexrecht, dat in de jurisprudentie is ontwikkeld. Een eventuele beperking van zo'n connex recht - en dus ook van de versterkte gebedsoproep - mag geen betrekking hebben op de inhoud hiervan of het recht illusoir maken, en moet noodzakelijk en proportioneel zijn. Bij de uitwerking van de in het regeerprogramma aangekondigde regulering zal hier rekening mee moeten worden gehouden.

Vraag 8

Vindt u het wenselijk dat wekelijks op vaste momenten een geloofsbelijdenis met geluidsversterking wordt verspreid over een buurt of stadsdeel?

Antwoord 8

De vrijheid van godsdienst en levensovertuiging is een belangrijk grondrecht dat wordt beschermd in artikel 6 van de Grondwet. Zoals gezegd is het recht om bij de belijdenis gebruik te maken van geluidsversterking hieraan verwant. Wij vinden het belangrijk dat men zich in Nederland vrij en beschermd voelt om van dit constitutionele recht gebruik te maken. Tegelijkertijd is het zo dat een versterkte gebedsoproep bij sommige burgers tot gevoelens van ongemak leidt. Het kabinet onderzoekt wat de beste manier is om aan deze gevoelens gehoor te geven. Op de uitkomst hiervan kunnen wij niet vooruit lopen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, Aanhangsel 2


  • 1. 
    Joost Eerdmans (1971) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van JA21. Hij is fractievoorzitter en politiek leider. De heer Eerdmans was secretaris van burgemeester Opstelten van Rotterdam en kwam in 2002 voor de LPF in de Tweede Kamer. Voor de verkiezingen van 2006 stapte hij over naar Eén NL. Toen die partij geen zetel haalde, kwam er vrij onverwacht een einde aan zijn Kamerlidmaatschap. In 2009-2014 was hij wethouder van Capelle aan den IJssel en in 2014-2018 wethouder in Rotterdam namens Leefbaar Rotterdam. In de aanloop naar de verkiezingen van 2021 werd hij adviseur van Thierry Baudet, maar in november 2020 kwam het tot een breuk met FVD.
     
  • 2. 
    André Flach (1976) is sinds 6 december 2023 lid van de Tweede Kamerfractie van de SGP. Voor zijn Kamerlidmaatschap was de heer Flach wethouder (SGP-CU) in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en campagneleider voor de SGP Tweede Kamerverkiezingen. Hij was eerder drogist. Als Kamerlid houdt zich onder meer bezig met landbouw, natuur, financiën, economische zaken, klimaat, sociale zaken, binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.
     
  • 3. 
    De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
     
  • 4. 
    JA21 is een conservatief-liberale en nationalistische partij. De naam staat voor ‘het Juiste Antwoord’ maar ook voor de voorletters van Joost Eerdmans en Annabel Nanninga. Zij richtten op 18 december 2020 de partij op, nadat zij eerder FVD hadden verlaten. Joost Eerdmans is de politiek leider.
     
  • 5. 
    Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
     
  • 6. 
    36471 - Kabinetsformatie 2023