Ontwerp implementatiebesluit assurance-onderzoek duurzaamheidsrapportering - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 23-12-2024 |
---|---|
Publicatiedatum | 23-12-2024 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
¦w llem^
WIJ V VILLEMMLEXANDER,
BIJ DE GRATIE GODS,
KONING DER NEDERLANDEN,
PRINS VAN ORAN J E-NASSAU,
ENZ. ENZ. ENZ.
Besluit van
tot wijziging van het Besluit toezicht accountantsorganisaties, het Besluit accountantsopleiding 2013 en enkele andere besluiten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Implementatiebesluit assurance-onderzoek duurzaamheidsrapportering)
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van [• datum], [• kenmerk], directie Financiële Markten;
Gelet op de artikelen 11, derde lid, 12c, tweede lid, 12e, derde lid, 18, derde lid, 19, vierde lid, 24d, 26, vijfde lid, 55, eerste lid, en 67, zevende lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de artikelen 46 en 54, derde lid, van de Wet op het accountantsberoep, artikel 6, derde lid, van de Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen, artikel 15, vierde lid, van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019, de artikelen 5:25c, 5:25d en 5:25w van de Wet op het financieel toezicht en artikel 1a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet nationale ombudsman;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van [•...], nr. [•...]); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van [• datum], [• kenmerk], directie Financiële Markten;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit toezicht accountantsorganisaties wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:
assurancedossier: geheel van gegevens en bescheiden die zijn vastgelegd tijdens het uitvoeren van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering en waarop de externe accountant zijn assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering baseert;
-
2.In de begripsbepaling van groepsaccountant wordt na "bevat" ingevoegd "of die de verantwoordelijkheid draagt voor het afgeven van een assuranceverklaring over de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een groep ondernemingen of instellingen ".
-
3.In de begripsbepaling van medewerkers wordt na "wettelijke controles" ingevoegd "of bij de uitvoering van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering".
B
Artikel 2, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In onderdeel n wordt na "artikel 11 van de wet," ingevoegd "voor het verrichten van wettelijke controles of assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering,".
-
2.In de onderdelen o, p en q wordt na "het inschrijvingsnummer" telkens ingevoegd "en of de inschrijving betrekking heeft op het verrichten van controles van de jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening van ondernemingen of het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering of geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van ondernemingen, of op beide".
-
3.Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
s.het aantal assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering dat de aanvrager gedurende een periode van twaalf maanden vanaf het tijdstip van de aanvraag voornemens is te verrichten bij organisaties van openbaar belang of andere ondernemingen of instellingen.
C
In artikel 2a, eerste lid, onderdeel e, wordt na "artikel 11 van de wet," ingevoegd "voor het verrichten van controles van de jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening van ondernemingen of het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering of geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van ondernemingen,".
D
Artikel 2b, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In onderdeel f, wordt na "artikel 11 van de wet" ingevoegd "voor het verrichten van wettelijke controles of assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In onderdelen k en l wordt na "het inschrijvingsnummer" telkens ingevoegd "en of de inschrijving betrekking heeft op het verrichten van wettelijke controles of het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering, of op beide".
E
Aan artikel 4 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
3.Indien bij een accountantsorganisatie externe accountants werkzaam zijn of aan de accountantsorganisatie verbonden zijn met een aantekening voor het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering, wordt dat vermeld in het register.
F
In het opschrift van hoofdstuk 5 wordt "en 22 van de wet" vervangen door "22 en 24d van de wet".
G
In artikel 8, eerste lid, wordt "artikel 24bis, eerste lid, onderdeel j, van de richtlijn" vervangen door "de in artikel 24 bis, eerste lid, onderdeel j, van de richtlijn gestelde eisen, welke eisen van overeenkomstige toepassing zijn indien de accountantsorganisatie assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht".
H
Artikel 8a, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de eerste volzin wordt "de artikelen 11, tweede lid, en 16," vervangen door "de artikelen 11, tweede lid, en 11a, tweede lid," en wordt "de artikelen 14 tot en met 24b van de wet gestelde regels" vervangen door "de artikelen 14 tot en met 24e van de wet gestelde regels, voor zover van toepassing".
-
2.De tweede volzin komt te luiden: Het stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet aan de in artikel 24 bis, eerste lid, onderdelen b, c, e tot en met h, en tweede lid, van de richtlijn opgenomen eisen met betrekking tot de interne organisatie van de accountantsorganisatie, welke eisen van overeenkomstige toepassing zijn indien de accountantsorganisatie assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht.
I
Artikel 10, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de aanhef, en onderdeel b wordt "controlecliënt" telkens vervangen door "cliënt".
-
2.In onderdeel d wordt na "de wettelijke controle" ingevoegd ", de in rekening gebrachte vergoedingen voor het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
J
Artikel 11, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In onderdeel a wordt na "overeenkomst" ingevoegd "betreffende de wettelijke controle" en wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt".
-
2.In onderdeel b wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt".
-
3.In onderdelen i en j wordt "verordening" telkens vervangen door "EU-verordening".
K
In hoofdstuk 5 wordt na paragraaf 3 een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 3a. Assurancedossier Artikel 11a
-
1.Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat externe accountants voor elk assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering een assurancedossier inrichten.
-
2.Een accountantsorganisatie heeft een standaard voor de inrichting van een assurancedossier.
-
3.In het assurancedossier worden ten minste de volgende gegevens en bescheiden schriftelijk of elektronisch vastgelegd:
-
a.de overeenkomst betreffende het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering tussen de accountantsorganisatie en de cliënt en de eventuele wijzigingen daarin;
-
b.de correspondentie met betrekking tot de cliënt, voor zover deze betrekking heeft op het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering;
-
c.een assuranceplan waarin de vermoedelijke reikwijdte en aanpak van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering worden vastgelegd;
-
d.een beschrijving van de aard en de omvang van de uitgevoerde assurancewerkzaamheden;
-
e.de begin- en einddatum van uitvoering van de in het assuranceplan onderscheiden fasen van assurancewerkzaamheden;
-
f.de voornaamste bevindingen van de uitgevoerde assurancewerkzaamheden;
-
g.de uit de bevindingen, bedoeld in onderdeel f, getrokken conclusies;
-
h.het oordeel van de externe accountant, zoals dat blijkt uit de door hem af te geven assuranceverklaring;
-
i.de gegevens die voor het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering worden vastgelegd ingevolge de artikelen 12, tweede lid, 13, tweede lid, 16, eerste en tweede lid, 17, tweede lid, en 37, tweede lid; en
-
j.de overige relevante gegevens en bescheiden die van belang zijn voor het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet en de Wet op het accountantsberoep gestelde regels voor het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering.
-
4.Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat de externe accountant de assuranceverklaring ondertekent nadat de assurancewerkzaamheden zijn verricht en vastgelegd.
-
5.Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat de externe accountant uiterlijk 60 dagen na de ondertekening van de assuranceverklaring de in het derde lid bedoelde gegevens en bescheiden in het assurancedossier heeft opgenomen en het assurancedossier heeft afgesloten.
-
6.Een accountantsorganisatie bewaart een assurancedossier gedurende ten minste zeven jaren nadat het is afgesloten.
-
7.Indien een accountantsorganisatie voor een cliënt zowel de wettelijke controle als het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht, kan het assurancedossier worden opgenomen in het controledossier.
L
Artikel 12, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de aanhef wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of een voor een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In onderdeel a wordt na "paragraaf 3.1.3" ingevoegd ", en paragraaf 3.1.3a" en wordt "verordening" vervangen door "EU-verordening".
-
3.In onderdeel d wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt".
M
Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, aanhef, wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In het eerste lid, onderdeel b, wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt" en wordt na "maatregelen" ingevoegd ", welke van overeenkomstige toepassing zijn indien de accountantsorganisatie assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht".
-
3.In het derde lid wordt na "artikel 393, tweede lid, laatste volzin," ingevoegd "en artikel 393a, eerste lid, tweede volzin," en wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering" en wordt na "voor de controle" ingevoegd "of het assurance-onderzoek".
N
In het opschrift van hoofdstuk 5, paragraaf 5, wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "en het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
O
Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt na "een wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering" en wordt na "die wettelijke controle" ingevoegd "of dat assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In het tweede lid wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "en van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
P
Artikel 15, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In onderdeel a, wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt" en wordt "verordening" telkens vervangen door "EU-verordening".
-
2.In onderdeel c wordt "artikel 27, eerste, onderdeel c" vervangen door "artikel 27, eerste lid, onderdeel c".
Q
Na artikel 15a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16
-
1.Een accountantsorganisatie die een assurance-onderzoek verricht van een geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een groep ondernemingen of instellingen, zorgt ervoor dat de groepsaccountant op basis van adequate informatie:
-
a.een assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering afgeeft die voldoet aan daarvoor in artikel 28 bis van de richtlijn opgenomen eisen;
-
b.de assurancewerkzaamheden evalueert in overeenstemming met daarvoor in artikel 27 bis, eerste lid, van de richtlijn opgenomen eisen;
-
c.in overeenstemming met artikel 27 bis, eerste lid, onderdeel c, van de richtlijn beschikt over de in dat onderdeel genoemde informatie en documenten of, indien hij hieraan niet kan voldoen, passende maatregelen als bedoeld in artikel 27 bis, tweede lid, van de richtlijn neemt en deze maatregelen meldt aan de Autoriteit Financiële Markten.
-
2.Met het oog op de verstrekking van gegevens of inlichtingen aan de Autoriteit Financiële Markten in het kader van een kwaliteitsbeoordeling of een onderzoek naar het assurance-onderzoek van een geconsolideerde duurzaamheidsrapportering, zorgt de accountantsorganisatie ervoor dat de groepsaccountant voldoet aan de daarvoor in artikel 27 bis, derde lid, van de richtlijn opgenomen eisen.
-
3.De accountantsorganisatie stelt passende procedures vast om te kunnen voldoen aan het eerste en tweede lid.
R
In artikel 17, eerste lid, wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
S
In Artikel 18, tweede lid, aanhef, wordt "verordening" vervangen door "EU-verordening". T
Na artikel 18 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 18a
-
1.Een accountantsorganisatie stelt toetsingscriteria op aan de hand waarvan zij vaststelt voor welke assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling plaatsvindt. De opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling vindt plaats voordat een assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering wordt afgegeven, om na te gaan of de externe accountant redelijkerwijs tot het oordeel en de conclusies kan zijn gekomen die zijn verwoord in het ontwerp van die assuranceverklaring.
-
2.Voor de uitvoering van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan artikel 8, tweede lid, derde lid, tweede en derde volzin, en vierde tot en met zevende lid, van de EU-verordening, met dien verstande dat de beoordeling ook mag worden uitgevoerd door een beoordelaar die:
-
a.accountant is ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is opgenomen als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel j, van de Wet op het accountantsberoep; en
-
b.voldoende bekwaam is en over voldoende relevante werkervaring beschikt om de desbetreffende wettelijke controle te beoordelen.
Artikel 19
Artikel 7 van de EU-verordening is van overeenkomstige toepassing op een accountantsorganisatie die assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht bij organisaties van openbaar belang.
U
Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt "artikelen 13 tot en met 24b van de wet en bij de verordening gestelde regels" vervangen door "artikelen 13 tot en met 24b, en voor zover van toepassing, artikelen 24c tot en met 24e van de wet en bij de EU-verordening gestelde regels".
-
2.In het derde lid wordt na "een wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
V
In artikel 24, eerste lid, onderdeel a, wordt "artikelen 13 tot en met 24b van de wet en de bij de verordening gestelde regels" vervangen door "artikelen 13 tot en met 24b en voor zover van toepassing, artikelen 24c tot en met 24e van de wet en de bij de EU-verordening gestelde regels".
W
In artikel 25 wordt na "wettelijke controles" ingevoegd "of assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering".
X
In artikel 26, eerste lid, wordt "artikel 27, eerste lid, van de wet" vervangen door "artikel 27, eerste lid, of artikel 27a, van de wet".
Y
In artikel 27 wordt na "wettelijke controle" telkens ingevoegd "of het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
Z
Artikel 29 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, aanhef, wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In het eerste lid, onderdeel a, wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt".
-
3.In het eerste lid, onderdeel b, wordt na "accountantsverklaring" ingevoegd "of assuranceverklaring".
-
4.In het tweede lid wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "en voor ieder assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering", en wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt".
AA
Artikel 30a wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, wordt "controlecliënt" telkens vervangen door "cliënt" en wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In het tweede lid wordt na "uitzondering" ingevoegd ", welke uitzondering van overeenkomstige toepassing is indien het een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering van de cliënt betreft,".
BB
Artikel 30b wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, aanhef, wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In het eerste lid, onderdelen a en b, wordt "controlecliënt" telkens vervangen door "cliënt".
-
3.In het eerste lid, onderdeel a, wordt na "richtlijn" ingevoegd ", welk artikellid van overeenkomstige toepassing is bij het verrichten van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering,".
-
4.In het tweede lid wordt na "uitzondering" toegevoegd ", welke uitzondering van overeenkomstige toepassing is indien het een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering betreft".
CC
In artikel 30c wordt "controlecliënt" telkens vervangen door "cliënt".
DD
Artikel 30d wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de aanhef wordt "en andere in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn genoemde personen" vervangen door "en andere personen genoemd in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn, welk artikellid van overeenkomstige toepassing is indien de accountantsorganisatie assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht,".
-
2.In onderdeel d wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt" en wordt na "de richtlijn" ingevoegd "welk onderdeel van overeenkomstige toepassing is indien de accountantsorganisaties assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht".
EE
In het opschrift van hoofdstuk 6a wordt "artikel 20, vijfde lid" vervangen door "artikel 20, achtste lid".
FF
Artikel 34f wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt na "wettelijke controles" ingevoegd "en, voor zover van toepassing, van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering,".
-
2.In het tweede lid wordt na "wettelijke controles" ingevoegd "en, voor zover van toepassing, van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering,".
GG
In artikel 36 wordt "de financiële verantwoording van de controlecliënt" vervangen door "de financiële verantwoording of de duurzaamheidsrapportering van de cliënt".
HH
In artikel 37, eerste lid, onderdelen a, aanhef, onder 1° en 2°, en c wordt "controlecliënt" telkens vervangen door "cliënt".
II
Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In onderdeel a wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt".
-
2.In onderdeel c wordt na "accountant" ingevoegd ", en of deze de wettelijke controle of het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht, of beide".
JJ
Artikel 38a wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, aanhef, en onderdeel a, onder 1°, onder 2° en onder 9° wordt na "wettelijke controle" telkens ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
2.In het eerste lid, onderdeel a, onder 3°, wordt na "bevat" ingevoegd ", of van een assuranceverklaring bij de duurzaamheidsrapportering die mede de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een groep ondernemingen of instellingen bevat,", wordt "controlecliënt" vervangen door "cliënt", en wordt na "opgenomen" ingevoegd "dan wel aan een onafhankelijke verlener van assurancediensten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 23, van de richtlijn, in een andere lidstaat die verantwoordelijkheid draagt voor assurance van duurzaamheidsrapportering als bedoeld in artikel 2, onderdeel 22, van de richtlijn bij de duurzaamheidsrapportering die mede de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering bevat waarin de gegevens van de cliënt van de externe accountant worden opgenomen".
-
3.In het eerste lid, onderdeel a, onder 5°, wordt "of buitenlands accountant" vervangen door ", een buitenlandse accountant of een onafhankelijke verlener van assurancediensten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 23, van de richtlijn," en wordt na "wettelijke controle" ingevoegd "of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering".
-
4.In het eerste lid, onderdeel a, onder 6°, wordt "of een buitenlandse accountant" vervangen door "een buitenlandse accountant of een onafhankelijke verlener van assurancediensten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 23, van de richtlijn", en wordt na "controleopdracht" ingevoegd "of een assurance-opdracht".
-
5.In het eerste lid, onderdeel a, onder 8°, wordt "verordening" vervangen door "EU-verordening" en wordt "artikel 18, tweede lid" vervangen door "artikelen 18, tweede lid, en 18a, tweede lid".
-
6.Onder vernummering van het tweede lid tot zesde lid, worden drie leden ingevoegd, luidende:
-
3.Een externe accountant kan vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij het verrichten van een wettelijke controle bij een cliënt verstrekken aan een andere externe accountant, een buitenlandse accountant of een onafhankelijke verlener van assurancediensten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 23, van de richtlijn, die voor dezelfde cliënt een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht.
-
4.Een externe accountant kan vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij het verrichten van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering bij een cliënt verstrekken aan een externe accountant die voor dezelfde cliënt een wettelijke controle verricht.
-
5.Een externe accountant die een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht bij een cliënt, verleent aan de externe accountant die de wettelijke controle bij dezelfde cliënt verricht waarbij een oordeel moet worden gegeven als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, onderdelen f en g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, desgevraagd alle relevante informatie benodigd om dat oordeel te kunnen geven.
ARTIKEL II
In artikel 67, eerste lid, onderdeel b, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, wordt na "11, eerste of vierde lid," ingevoegd "11a, eerste of vierde lid,", wordt na "15a, eerste of tweede lid," ingevoegd "16, eerste of tweede lid" en vervalt "20 eerste tot en met derde lid,".
ARTIKEL III
Het Besluit accountantsopleiding 2013 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 2 komt te luiden:
De opleiding, bedoeld in artikel 46 van de wet, heeft betrekking op de vakgebieden, bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, van de richtlijn. Indien de betrokkene voornemens is tevens assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering te verrichten, heeft de opleiding tevens betrekking op de vakgebieden, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de richtlijn.
B
Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Voor de tekst wordt de aanduiding "1." geplaatst.
-
2.In het eerste lid (nieuw) wordt "controles van financiële verantwoordingen" vervangen door "wettelijke controles".
-
3.Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
2.Indien de betrokkene voornemens is tevens assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering te verrichten, wordt in het examen tevens getoetst of de betrokkene voldoende kennis heeft van de vakgebieden, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdelen a en d van de richtlijn.
ARTIKEL IV
Het Besluit toezicht financiële verslaggeving wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt "Wet toezicht financiële verslaggeving" vervangen door "Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen".
In artikel 4, eerste en tweede lid, wordt na "standaarden voor de jaarrekening" telkens ingevoegd "of van de standaarden voor de duurzaamheidsrapportering".
C
In artikel 11 wordt "financiële verslaggeving" vervangen door "verslaggeving effectenuitgevende instellingen".
ARTIKEL V
Het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 10 wordt "Besluit uitvoeringsrichtlijn transparantie uitgevende instellingen Wft" vervangen door "Besluit transparantie uitgevende instellingen Wft".
B
Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de opsomming van artikelen uit de Wet toezicht accountantsorganisaties worden in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorieën ingevoegd:
5a |
3 |
24e, eerste en tweede lid |
3 |
-
2.In de opsomming van artikelen uit de Wet toezicht accountantsorganisaties wordt "19a" vervangen door "19a, eerste en tweede lid" en wordt "20, eerste, derde en vijfde lid" vervangen door "20, eerste, derde, zesde en achtste lid".
C
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15
Overtreding van een voorschrift gesteld in een hierna genoemd artikel van het Besluit toezicht accountantsorganisaties, is als volgt beboetbaar:
Artikel |
Boetecategorie |
3, eerste tot en met vierde lid |
2 |
3, vierde lid |
2 |
3, vijfde lid |
1 |
5 |
2 |
7 |
1 |
8, eerste lid |
3 |
8, tweede lid |
2 |
8, derde en vierde lid |
1 |
8a, eerste en tweede lid |
2 |
8a, derde en vierde lid |
1 |
9 |
1 |
9a, eerste en tweede lid |
2 |
10, eerste en tweede lid |
2 |
11, eerste lid |
2 |
11, tweede lid |
1 |
11, derde lid |
3 |
11, vierde lid |
2 |
11, vijfde lid |
2 |
11, zesde lid |
1 |
11a, eerste lid |
2 |
11a, tweede lid |
1 |
11a, derde lid |
3 |
11a, vierde lid |
2 |
11a, vijfde lid |
2 |
11a, zesde lid |
1 |
12, eerste lid |
3 |
12, tweede lid |
1 |
12, derde lid |
2 |
13, eerste en tweede lid |
2 |
14, eerste en tweede lid |
2 |
15 |
3 |
15a, eerste tot en met derde lid |
2 |
16, eerste tot en met derde lid |
2 |
17, eerste lid |
1 |
17, tweede lid |
2 |
18, eerste en tweede lid |
2 |
18a, eerste en tweede lid |
2 |
22 |
3 |
23, eerste lid |
3 |
23, tweede lid |
1 |
23, derde lid |
1 |
24, eerste lid, onderdeel a tot en met c |
2 |
24, tweede en derde lid |
1 |
25 |
1 |
26, eerste lid |
1 |
27 |
3 |
28 |
1 |
29, eerste lid |
3 |
29, tweede lid |
2 |
30a |
2 |
30b, eerste lid |
3 |
30c |
2 |
30d |
2 |
31 |
2 |
31a |
2 |
32, eerste lid |
2 |
32, tweede lid |
1 |
32, derde lid |
2 |
32, vierde lid |
2 |
33, eerste lid |
1 |
33, tweede lid |
1 |
34 |
1 |
34b |
2 |
34d |
2 |
ARTIKEL VI
Bijlage 1 van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 wordt gewijzigd als volgt:
A
In onderdeel B, onder 2, wordt in de kolom Maatstaven na "wettelijke controles" ingevoegd "en assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering" en wordt "controlecliënten" vervangen door "cliënten".
B
In onderdeel B, onder 10, wordt in de kolom Personen "Wtfv" telkens vervangen door "Wtvei", en wordt "financiële verslaggeving" vervangen door "verslaggeving".
C
Aan het slot van Bijlage 1 wordt in de verklaring van gebruikte afkortingen "Wtfv: Wet toezicht financiële verslaggeving" vervangen door "Wtvei: Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen".
ARTIKEL VII
In het opschrift van hoofdstuk II, artikel 2, tweede lid, artikel 8, eerste lid, aanhef, artikel 9, eerste lid, aanhef, artikel 10, aanhef, artikel 11, eerste lid, aanhef, artikel 12, eerste lid, en artikel 14 van het Besluit transparantie uitgevende instellingen Wft wordt "financiële verslaggeving" telkens vervangen door "verslaggeving".
ARTIKEL VIII
In artikel 1, onderdeel c, van het Besluit bestuursorganen Wno wordt "Wet toezicht financiële verslaggeving" vervangen door "Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen".
ARTIKEL IX
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL X
Dit besluit wordt aangehaald als: Implementatiebesluit assurance-onderzoek duurzaamheidsrapportering.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
De Minister van Financiën,
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
§ 1. Inleiding
Dit wijzigingsbesluit betreft de gedeeltelijke implementatie van richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen. Deze richtlijn staat ook bekend als de CSRD, de afkorting van de Engelse titel Corporate Sustainability Reporting Directive. De richtlijn wordt hierna aangeduid als richtlijn duurzaamheidsrapportering of richtlijn. De richtlijn moet uiterlijk op 6 juli 2024 zijn geïmplementeerd in de nationale wetgeving.
De wijzigingen die voor de implementatie van de richtlijn op wetsniveau nodig zijn, zijn opgenomen in de Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering (hierna ook aangeduid als implementatiewet). Het gaat onder andere om aanpassing van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) en de Wet op het accountantsberoep (Wab). Daarnaast is in het Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering de verplichting voor bepaalde ondernemingen om een duurzaamheidsrapportering op te stellen en de inrichtingsvoorschriften voor die rapportering geïmplementeerd.1 Het onderhavige besluit voorziet met name in de aanpassing van lagere regelgeving voor accountants en accountantsorganisaties indien zij assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering verrichten in het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) en het Besluit accountantsopleiding 2013. Ook enkele andere besluiten worden aangepast.
§ 2. De richtlijn duurzaamheidsrapportering
De richtlijn duurzaamheidsrapportering heeft tot doel om de kwaliteit en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsrapportering door ondernemingen te verbeteren. De richtlijn is opgesteld in het kader van het actieplan van de Europese Commissie voor de financiering van duurzame groei van 8 maart 2018.2 Voor het behalen van de doelstellingen van dat actieplan is openbaarmaking van informatie over duurzaamheidskwesties een noodzakelijke voorwaarde. De richtlijn verplicht bepaalde ondernemingen om in hun bestuursverslag een duurzaamheidsrapportering op te nemen. De rapportering gaat over ecologische (milieu-), sociale en mensenrechten, en governancefactoren, tezamen ook aangeduid als 'duurzaamheidskwesties'. Daaronder worden ook werkgelegenheidszaken en de bestrijding van corruptie en omkoping geschaard. Door de rapporteringsverplichting komt er jaarlijks gepaste, openbaar toegankelijke informatie beschikbaar over de risico's van duurzaamheidsaspecten voor ondernemingen en over de effecten van ondernemingen zelf op mens en milieu. De informatie is toegesneden op de informatiebehoeften van de gebruikers en is door de toepassing van verplichte gemeenschappelijke duurzaamheidsrapporteringsstandaarden vergelijkbaar, betrouwbaar en voor gebruikers gemakkelijk te vinden.3 De status van duurzaamheidsinformatie komt hiermee meer op één lijn te staan met die van de financiële informatie in de jaarrekening.
Beursvennootschappen (met uitzondering van micro-vennootschappen), alle andere grote vennootschappen, beursgenoteerde banken of verzekeringsmaatschappijen ongeacht hun rechtsvorm (met uitzondering van beursgenoteerde micro-banken en dito verzekeringsmaatschappijen) en grote niet-beursgenoteerde banken en verzekeringsmaatschappijen dienen een duurzaamheidsrapportering op te stellen.4
De duurzaamheidsrapportering dient door een externe accountant te worden onderzocht. Deze accountant geeft zijn oordeel weer in een assuranceverklaring op basis van een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid over de overeenstemming van de duurzaamheidsrapportering met de vereisten van de richtlijn. Op grond van de richtlijn dienen regels die gelden voor de wettelijke controle van de jaarrekening ook van toepassing te zijn bij het verrichten van assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering. Dit gebeurt door wijziging van richtlijn 2006/43/EG (hierna: Auditrichtlijn).5 Het gaat dan onder meer om regels over onafhankelijkheid, objectiviteit, vertrouwelijkheid en interne organisatie van een accountantsorganisatie. Indien externe accountants assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering willen verrichten, moeten zij beschikken over de benodigde kennis en in staat zijn de kennis in de praktijk toe te passen.
§ 3. Hoofdlijnen implementatiebesluit
Dit implementatiebesluit strekt met name ter wijziging van de regels voor externe accountants en accountantsorganisaties in het Bta indien zij ook assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering verrichten. De wijzigingen die in het Bta zijn doorgevoerd hebben betrekking op de registratie van accountantsorganisaties en auditkantoren in het register van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), waarbij ook de inschrijving voor het verrichten van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering moet worden vermeld. Daarnaast worden de vereisten aan het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de onafhankelijkheidsvereisten uitgebreid in het kader van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering.
Veel van de voorschriften in het Bta die zijn gesteld voor de wettelijke controle gaan ook gelden bij het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Dit kunnen algemene voorschriften voor de accountantsorganisatie zijn, die geen wijziging behoeven. Het gaat dan bijvoorbeeld om het voorschrift dat een accountantsorganisatie de benodigde tijd en middelen en het benodigde gekwalificeerde personeel aan de externe accountant beschikbaar moet stellen zodat deze zijn taak goed kan uitvoeren (artikel 15 Bta). Zolang niet is bepaald dat zij (alleen) gelden bij een wettelijke controle, zoals de artikelen 11 en 18 Bta, zijn zij ook van toepassing bij assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Daarnaast gaan voorschriften die voorheen waren toegeschreven naar de wettelijke controle en de controlecliënt ook gelden bij het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering van een cliënt. Dat betreft bijvoorbeeld het bijhouden van een cliëntenadministratie per controlecliënt (artikel 10 Bta) en de evaluatie die een accountantsorganisatie dient te verrichten voordat deze een opdracht tot het verrichten van een wettelijke controle accepteert (artikel 12 Bta).
Het implementatiebesluit wijzigt ook het Besluit accountantsopleiding 2013, dat de vakgebieden vaststelt waaraan de accountantsopleiding moet voldoen en regels geeft over het examen Nederlands recht voor een buitenlandse auditor die met een verklaring van vakbekwaamheid in Nederland als accountant wil werken. In het besluit worden ook de vakgebieden vastgelegd die overeenkomstig artikel 8 van de richtlijn duurzaamheidsrapportering deel moeten uitmaken van de opleiding teneinde assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering te verrichten.
Er vindt geen voorhang bij het Parlement van de wijzigingen van het Besluit toezicht accountantsorganisaties en het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 plaats omdat het richtlijnimplementatie betreft en het bovendien om technische wijzigingen gaat.6
§ 4. Lidstaatopties
De richtlijn kent een beperkt aantal opties voor de lidstaten. In deze toelichting wordt ingegaan op de opties die relevant zijn voor dit wijzigingsbesluit.
Uit de richtlijn duurzaamheidsrapportering volgt dat het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering van een onderneming wordt uitgevoerd door de externe accountant van de accountantsorganisatie die ook de wettelijke controle bij die onderneming verricht. In de implementatiewet is gebruik gemaakt van de optie waardoor het mogelijk wordt dat een andere externe accountant van dezelfde of van een andere accountantsorganisatie het assurance-onderzoek van de
duurzaamheidsrapportering verricht dan de externe accountant die de wettelijke controle van de jaarrekening uitvoert (artikel 34, derde lid, Jaarrekeningrichtlijn).7 De optie ziet ten eerste op het verlenen van de opdracht voor het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering aan een andere externe accountant dan de externe accountant die de jaarrekening controleert, waarbij de externe accountants beide bij dezelfde accountantsorganisatie werkzaam zijn. Daarnaast ziet de optie op het verlenen van de opdracht aan een andere accountantsorganisatie, dan de organisatie die de wettelijke controle van de jaarrekening verricht. Hiermee wordt beoogd om de werkdruk tussen verschillende externe accountants te verdelen en specialisme op te bouwen, wat de kwaliteit van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering ten goede kan komen.
Het gebruik van deze lidstaatoptie leidt tot extra regels over het verstrekken van vertrouwelijke informatie door de externe accountant aan een andere externe accountant in artikel 38a Bta.
Daarnaast biedt de richtlijn de optie om in plaats van een accountant een geaccrediteerde onafhankelijke verlener van assurancediensten aan te wijzen om de duurzaamheidsrapportering te onderzoeken (artikel 34, vierde lid, Jaarrekeningrichtlijn). Om de kwaliteit te borgen dienen deze dienstverleners aan vereisten te voldoen die gelijkwaardig zijn aan de vereisten die op basis van de Auditrichtlijn gelden voor accountants en accountantsorganisaties. Deze lidstaatoptie is nu niet overgenomen en wordt verder onderzocht, omdat het binnen de korte implementatietermijn niet realistisch is om een gelijkwaardig systeem voor deze dienstverleners te introduceren. Wel wordt in het Bta rekening gehouden met de mogelijkheid dat een andere lidstaat gebruik heeft gemaakt van deze lidstaatoptie en kunnen externe accountants vertrouwelijke gegevens delen met deze partijen in artikel 38a Bta.
Voor een verdere toelichting op deze lidstaatopties wordt verwezen naar paragraaf 3.1 van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet tot implementatie van de richtlijn duurzaamheidsrapportering.
§ 5. Regeldruk
Aan de regeldruk voor accountantsorganisaties is reeds aandacht besteed in de memorie van toelichting bij het voorstel van wet tot implementatie van de richtlijn duurzaamheidsrapportering. Van belang is dat de additionele vereisten alleen gelden indien accountantsorganisaties ervoor kiezen de dienst van het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering aan te bieden. Ook zal het per accountantsorganisatie verschillen hoeveel medewerkers de organisatie in dienst heeft. Hierdoor zullen de regeldrukkosten verschillen per individuele accountantsorganisatie.
Voorschriften voor het verrichten van wettelijke controles dienen op basis van de richtlijn te worden uitgebreid voor het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. De richtlijn wordt zo lastenluw mogelijk geïmplementeerd door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande systematiek in het Bta van regels voor het verrichten van wettelijke controles.
Het implementatiebesluit zal leiden tot initiële lasten en structurele effecten voor accountantsorganisaties. Het gaat hierbij om de kosten die samenhangen met de aanpassing van de bedrijfsvoering. Daarbij geldt wel dat een groot deel van de geregelde onderwerpen in de praktijk al onderdeel vormen van de bestaande bedrijfsvoering van accountantsorganisaties op grond van bestaande wettelijke eisen of als gevolg van de door de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) vastgestelde beroepsreglementering. Waar nodig zal de NBA de beroepsreglementering aanpassen. Veel eisen uit de richtlijn zijn echter slechts gedeeltelijk aanvullend ten opzichte van de bestaande vereisten en zullen derhalve naar verwachting slechts leiden tot geringe aanvullende initiële kosten.
In dit implementatiebesluit is de aanpassing van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantsorganisatie uitgewerkt. Dat stelsel, gericht op de wettelijke controle, is op basis van (het gewijzigde) artikel 18 Wta ook van toepassing op het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering, indien een accountantsorganisatie dergelijke onderzoeken verricht. Naar verwachting zullen de meeste aanpassingen slechts tot beperkte additionele lasten leiden. Hierbij kan worden gedacht aan het aanpassen van het kwaliteitsbeleid zodat dit ook de kwaliteit van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering waarborgt (artikel 8 Bta).
In het besluit worden de kwaliteitswaarborgen wat betreft de okb (artikel 18a Bta), de compliance officer en het interne toezicht (artikelen 23 en 34f Bta) uitgebreid indien de accountantsorganisatie ook assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht. Hoewel deze vereisten tot extra structurele lasten kunnen leiden, is de verwachting dat deze beperkt zijn, omdat accountantsorganisaties deze waarborgen veelal - al dan niet op vrijwillige basis - hebben ingeregeld.
Verder zullen beperkte additionele lasten zijn gekoppeld aan het overleggen van gegevens aan de AFM ten behoeve van de registratie van externe accountants voor het uitvoeren van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering.
Aan de initiële en structurele effecten voor accountants(organisaties) wat betreft de opleidingsvereisten voor het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering is aandacht besteed in voornoemde memorie van toelichting.
§ 6. Uitvoeringskosten en toezichtkosten
In paragraaf 5 van de memorie van toelichting bij de implementatiewet is aandacht besteed aan de uitvoeringskosten voor de NBA, die verantwoordelijk is voor de beroepsreglementering van de accountants, alsmede voor de uitvoeringskosten voor de Commissie eindtermen accountantsopleiding (CEA), die verantwoordelijk is voor het opstellen van de eindtermen voor de theoretische- en de praktijkopleiding. Verder is in paragraaf 6 van de memorie van toelichting aandacht besteed aan de additionele kosten voor de AFM wat betreft het toezicht op accountantsorganisaties.
§ 7. Uitvoerings- en handhavingstoets
PM
§ 8. Openbare consultatie
PM
Artikelsgewijs
ARTIKEL I (Besluit toezicht accountantsorganisaties)
A (artikel 1)
Ter implementatie van de richtlijn duurzaamheidsrapportering is de definitie van het begrip assurancedossier toegevoegd aan artikel 1 Bta. Dat is omschreven als het geheel van gegevens en bescheiden die zijn vastgelegd tijdens het uitvoeren van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering en waarop de externe accountant zijn assuranceverklaring over duurzaamheidsrapportering baseert. Voor deze omschrijving is aangesloten bij het begrip controledossier in artikel 1 Bta, dat ziet op de uitvoering van de wettelijke controle. Regels omtrent de inhoud van het assurancedossier zijn opgenomen in artikel 11 Bta.
Daarnaast zijn twee bestaande definities aangepast. Aan de definitie van groepsaccountant is toegevoegd dat het ook kan gaan om een externe accountant die een verklaring afgeeft over de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een groep. Deze definitie is relevant voor het nieuwe artikel 16 Bta met voorschriften voor deze groepsaccountant.
Aan de definitie van medewerkers is toegevoegd dat deze personen binnen de accountantsorganisatie ook betrokken kunnen zijn bij assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering. Het gaat bijvoorbeeld om de leden van het team dat het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering van een cliënt verricht.
B, C, D en E (artikelen 2, 2a, 2b en 4)
Op grond van artikel 5a Wta kunnen alleen accountantsorganisaties met een vergunning voor het verrichten van wettelijke controles ook assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering verrichten. Voor het verrichten van dergelijke assurance-onderzoeken is geen aparte vergunning vereist. De accountantsorganisatie en de externe accountants die het assurance-onderzoek verrichten, moeten wel voldoen aan additionele wettelijke vereisten voor het uitvoeren van dit onderzoek. Op grond van artikel 11 Wta dienen accountantsorganisaties externe accountants voor het uitvoeren van assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering te laten inschrijven.
Artikel 2 Bta bevat de gegevens en bescheiden die een accountantsorganisatie aan de AFM moet overleggen bij een aanvraag van een vergunning om wettelijke controles te verrichten. Aan artikel 2 is toegevoegd dat de accountantsorganisatie over de in te schrijven externe accountants moet melden of deze worden ingeschreven voor het verrichten van wettelijke controles of voor assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Deze laatste groep externe accountants heeft dan overeenkomstig artikel 27a Wta een aantekening in het register van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) voor het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering, of is in een andere lidstaat toegelaten tot het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Indien een externe accountant, accountantsorganisatie of auditkantoor ook is ingeschreven in het register van andere toezichthoudende instanties, dient te worden vermeld of die inschrijving betrekking heeft op het verrichten van controles van de (geconsolideerde) jaarrekening of van assurance-onderzoeken van de (geconsolideerde) duurzaamheidsrapportering, of op beide diensten. Zie hiervoor de aanpassing van artikel 2, eerste lid, onderdelen o, p en q. Op grond van het nieuwe onderdeel s moet een aanvrager van een vergunning een inschatting geven van hoeveel assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering deze verwacht te gaan verrichten. Dit voorschrift dient om inzicht te krijgen of de accountantsorganisaties zich gaat richten op het verrichten van wettelijke controles, duurzaamheidsassurance, of beide. Zie hiervoor ook de soortgelijke regeling die met betrekking tot de wettelijke controle reeds is opgenomen in onderdeel r.
Artikel 2a Bta ziet op inschrijving in het AFM-register van auditorganisaties van derde landen die verklaringen omtrent de controle van de (geconsolideerde) jaarrekening in de zin van artikel 12b Wta geven. Deze auditorganisaties moeten doorgeven of de auditors van een derde land worden ingeschreven voor het verrichten van controles van de (geconsolideerde) jaarrekening of het verrichten van assurance-onderzoeken van de (geconsolideerde) duurzaamheidsrapportering.
Artikel 2b Bta betreft de inschrijving in het AFM-register van een auditkantoor uit een andere lidstaat. Ook dit auditkantoor moet opgeven of de inschrijving van de externe accountant betrekking heeft op het verrichten van wettelijke controles of assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering.
Op grond van het nieuwe derde lid van artikel 4 Bta kunnen raadplegers in het AFM-register zien of een accountantsorganisatie conform artikel 11 Wta externe accountants die assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering verrichten, heeft laten inschrijven en daarmee dus of de accountantsorganisatie deze dienst aanbiedt.
Hiermee wordt de wijziging van de artikelen 16 en 17 van de Auditrichtlijn (artikel 3, onderdelen 10 en 11, van de richtlijn) geïmplementeerd.
F (opschrift hoofdstuk 5)
Het opschrift van hoofdstuk 5 is aangepast omdat in het nieuwe artikel 19 in dit hoofdstuk ook regels worden gegeven op basis van artikel 24d Wta. Dat artikel bevat een grondslag om nadere regels te stellen ten aanzien van de kwaliteitsbeheersing en het stelsel van kwaliteitsbeheersing van accountantsorganisaties die assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verrichten bij organisaties van openbaar belang. Zie verder de toelichting op artikel 19 Bta.
G (artikel 8)
Op grond van artikel 8 Bta dient een accountantsorganisatie een kwaliteitsbeleid te hebben. Dit beleid dient ook te zien op het borgen van de kwaliteit van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering, indien de accountantsorganisatie dergelijke onderzoeken verricht (zie ook artikel 18 Wta). Dit beleid geeft de uitwerking weer van de manier waarop het bestuur van de accountantsorganisatie de kwaliteit van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering waarborgt.
Onderdeel van het beleid ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing is het beloningsbeleid van de accountantsorganisatie, bedoeld in artikel 18b van de Wta. Dat beleid dient te voldoen aan de eisen die zijn opgenomen in artikel 24 bis, eerste lid, onderdeel j, van de Auditrichtlijn. Dit onderdeel van de Auditrichtlijn is in artikel 25 ter van die richtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard voor het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering (artikel 3, onderdeel 14, van de richtlijn duurzaamheidsrapportering). Daarbij aansluitend is ook in artikel 8 Bta verduidelijkt dat de richtlijnvoorschriften van overeenkomstige toepassing zijn indien de accountantsorganisaties assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht.
H (artikel 8a)
De voorschriften in het Bta over het stelsel van kwaliteitsbeheersing gelden ook indien accountantsorganisaties assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering verrichten. Het stelsel van kwaliteitsbeheersing moet op grond van artikel 8a Bta procedures bevatten die de naleving van bepaalde wettelijke voorschriften waarborgen. Daaronder vallen voortaan ook voorschriften met betrekking tot het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering onder. Aan de opsomming van die voorschriften zijn de artikelen 24c, 24d en 24e Wta toegevoegd. Dat zijn aanvullende voorschriften die alleen gelden in het geval van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering bij oob's.
Omdat artikel 25 ter van de Auditrichtlijn bepaalt dat de vereisten voor het stelsel van kwaliteitsbeheersing in artikel 24 bis van de Auditrichtlijn waarnaar wordt verwezen in de tweede volzin van artikel 8a, eerste lid, van overeenkomstige toepassing zijn indien de accountantsorganisatie assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering verricht, is dat aangevuld in dit artikellid.
I (artikel 10)
In artikel 10 Bta zijn voorschriften opgenomen over de cliëntadministratie door een accountantsorganisatie. Deze voorschriften gaan ook gelden voor de administratie van elke cliënt waarbij een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering wordt verricht. Op grond van onderdeel d moeten in de administratie ook de in rekening gebrachte vergoedingen voor de wettelijke controle en overige verleende diensten worden vastgelegd. Hieraan is, ter implementatie van artikel 24 ter, vierde lid, van de Auditrichtlijn, toegevoegd dat het ook kan gaan om een vergoeding in het kader van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. Hierbij wordt opgemerkt dat de artikelen 24b en 24e Wta een accountantsorganisatie verbieden andere diensten te verrichten aan een oob, wanneer deze de wettelijke controle of het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering van deze oob verricht.
In het Bta is "controlecliënt" vervangen door "cliënt" welk begrip zowel betrekking kan hebben op een cliënt waarvoor een wettelijke controle van de verslaggeving wordt verricht, als een cliënt waarvoor een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering wordt verricht. Deze wijziging is ook doorgevoerd in de artikelen 11, 12, 13, 15a, 29, 30b, 30c, 30d, 36, 37 en 38 Bta.
J (artikel 11)
Artikel 11 Bta bevat voorschriften over het controledossier dat moet worden aangelegd voor elke wettelijke controle (vgl. artikel 24 ter, vijfde lid, Auditrichtlijn). In dit artikel is verduidelijkt dat het gaat om de overeenkomst tussen de accountantsorganisatie en de cliënt betreffende de wettelijke controle die in het dossier moet worden opgenomen, nu het nieuwe artikel 11a Bta voorschriften bevat over het dossier dat moet worden aangelegd voor een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering.
In het derde lid van artikel 11 Bta is ook een verwijzing naar de Auditverordening in lijn gebracht met de definitie van de Auditverordening in artikel 1 van de Wta. Deze aanpassing is ook doorgevoerd in de artikelen 12, 15a, 18, 23, 24 en 38a Bta.
K(paragraaf 3a)
Na paragraaf 3 van hoofdstuk 5 over het controledossier is een nieuwe paragraaf 3a over het assurancedossier ingevoegd. Hiermee wordt lid 5 bis van artikel 24 ter van de Auditrichtlijn geïmplementeerd (artikel 3, onderdeel 12, onder d, van de richtlijn) op basis waarvan voor elke assurance-opdracht van duurzaamheidsrapportering een assurancedossier dient te worden aangelegd.
De voorschriften in artikel 11a, eerste tot en met zesde lid, voor het assurancedossier sluiten aan bij de voorschriften voor het controledossier met betrekking tot de wettelijke controle in artikel 11 Bta. Zo is bepaald welke gegevens moeten worden vastgelegd, zoals de overeenkomst inzake het assurance-onderzoek tussen de accountantsorganisatie en de cliënt en de voornaamste bevindingen van de uitgevoerde assurancewerkzaamheden.
Het zevende lid is relevant voor accountantsorganisaties die bij één cliënt de wettelijke controle van de financiële verslaggeving en het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verrichten. In dat geval kan er voor worden gekozen om het assurancedossier op te nemen in het controledossier.
L (artikel 12)
Artikel 12 Bta is aangepast zodat het artikel niet alleen ziet op het aanvaarden en continueren van opdrachten voor wettelijke controles, maar ook op opdrachten voor assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Hiermee is artikel 25 ter van de Auditrichtlijn geïmplementeerd in zoverre dit artikel ziet op het van overeenkomstige toepassing zijn van artikel 22 ter van de Auditrichtlijn (artikel 3, onderdeel 14, van de richtlijn).
Net zoals voor de wettelijke controle, dient een accountantsorganisatie voorafgaand aan de aanvaarding of verlenging van de opdracht voor een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering te evalueren of een assurance-onderzoek door de accountantsorganisatie kan worden uitgevoerd. Het gaat om dezelfde vereisten als bij een wettelijke controle die kortgezegd zien op a) het door de accountantsorganisatie voldoen aan eisen die ingevolge de Wta worden gesteld, waaraan ook specifieke voorschriften met betrekking tot het verrichten van assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering zijn toegevoegd, b) de onafhankelijkheid van de accountantsorganisatie, c) het beschikken door de accountantsorganisatie over voldoende tijd, middelen en gekwalificeerd personeel en d) de integriteit van de cliënt.
De beoordeling dient te worden vastgelegd zodat deze documentatie beschikbaar is.
M (artikel 13)
Artikel 13 Bta bepaalt wanneer een accountantsorganisatie een opdracht moet beëindigen. De gronden die gelden voor het beëindigen van de opdracht voor een wettelijke controle, gelden ook ten aanzien van een assurance-opdracht van de duurzaamheidsrapportering. De accountantsorganisatie dient ook na aanvaarding of continuering van de assurance-opdracht alert te blijven op wijzigingen in omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. Op grond van het eerste lid, onderdeel a, dient een accountantsorganisatie de opdracht te beëindigen als informatie bekend wordt die ertoe zou hebben geleid dat de opdracht niet zou zijn aanvaard. Het tweede lid, onderdeel b, dient ter implementatie van artikel 22, zesde lid, van de Auditrichtlijn dat op grond van artikel 25 ter van de Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing is bij assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Een accountantsorganisatie dient haar onafhankelijkheid opnieuw te evalueren indien de cliënt tijdens de periode waarop het assurance-onderzoek betrekking heeft, wordt overgenomen, fuseert of het eigendom verwerft van een andere entiteit. Indien de onafhankelijkheid wordt aangetast en deze niet met maatregelen kan worden hersteld, dient de assurance-opdracht te worden beëindigd.
Op grond van het derde lid van artikel 13 Bta moet een accountantsorganisatie ervoor zorgen dat de externe accountant een beëindiging van een assurance-opdracht van de duurzaamheidsrapportering, of een intrekking van een assurance-opdracht door de cliënt, meldt bij de AFM. Een dergelijke verplichting geldt reeds direct voor de externe accountant op grond van artikel 2:393a, eerste lid, tweede volzin, BW waarmee artikel 2:393, tweede lid, laatste volzin, BW van overeenkomstige toepassing is verklaard. Artikel 13 Bta bevat ook een verplichting voor de accountantsorganisatie (die formeel besluit een assurance-opdracht te aanvaarden) om ervoor te zorgen dat de melding wordt gedaan. Indien de wettelijke controle en het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering door verschillende externe accountants van dezelfde accountantsorganisatie worden verricht, zal de melding conform bestaande praktijk door de accountantsorganisatie worden gedaan, en dan zien op de beëindiging van beide opdrachten. Net zoals bij de wettelijke controle bevat artikel 13 Bta geen verplichting voor de cliënt zelf om een melding te doen van de intrekking van de assurance-opdracht of de beëindiging ervan door de accountant. Die verplichting volgt wel uit het BW.
De melding kan relevant zijn voor de uitvoering van het AFM-toezicht. Om die reden dient de AFM ook op de hoogte te worden gesteld van de motivering voor het beëindigen van de assurance-opdracht, in zoverre de accountantsorganisatie of externe accountant hiermee bekend is.
N (opschrift hoofdstuk 5, paragraaf 5)
In paragraaf 5 van hoofdstuk 5 zijn voorschriften opgenomen over de uitvoering van de wettelijke controle. Omdat voorschriften in deze paragraaf ook gelden voor de uitvoering van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering, is het opschrift van paragraaf 5 hiermee in overeenstemming gebracht.
O (artikel 14)
Artikel 14 ziet op de selectie van de externe accountant die de opdracht tot het verrichten van een wettelijke controle gaat uitvoeren. Dit artikel gaat ook zien op de selectie van de externe accountant die de assurance-opdracht van de duurzaamheidsrapportering gaat uitvoeren. Ook voor de assurance-opdracht zijn daarbij de borging van de kwaliteit van het assurance-onderzoek, de onafhankelijkheid en bekwaamheid de belangrijkste selectiecriteria. Of een externe accountant bevoegd is om assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering te verrichten, volgt uit artikel 27a Wta.
Met deze wijziging van artikel 14 is de aanpassing van artikel 24 ter, eerste lid, van de Auditrichtlijn geïmplementeerd (artikel 3, onderdeel 12, van de richtlijn).
Q (artikel 16)
Het nieuwe artikel 16 Bta ziet op het assurance-onderzoek van de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een moedermaatschappij die betrekking heeft op de effecten van de ondernemingen in de groep op duurzaamheidskwesties (vgl. artikel 6 van het Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering over de inrichting van de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering). Artikel 16 bevat voorschriften voor de groepsaccountant die vergelijkbaar zijn met de voorschriften in artikel 15a Bta voor de groepsaccountant die de wettelijke controle van een geconsolideerde jaarrekening verricht. Omdat artikel 15a Bta in sterke mate is toegespitst op de wettelijke controle, is ervoor gekozen om een nieuw artikel 16 aan het Bta toe te voegen met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering. Hiermee wordt artikel 27 bis van de Auditrichtlijn geïmplementeerd (artikel 3, onderdeel 16, van de richtlijn).
Het eerste lid, onderdeel a, betreft de verantwoordelijkheid van de groepsaccountant om ervoor te zorgen dat de eisen die in artikel 28 bis van de Auditrichtlijn zijn opgenomen over de assuranceverklaring met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering worden nageleefd. Onderdeel b betreft de evaluatie van de assurancewerkzaamheden die door accountants of kantoren in derde landen zijn uitgevoerd. Artikel 27 bis, eerste lid, onderdelen b en c, van de richtlijn noemen de soorten evaluaties die moeten worden uitgevoerd. Onderdeel c betreft de situatie waarin de groepsaccountant niet over de noodzakelijke informatie kan beschikken om de in artikel 27 bis, eerste lid, onderdeel c, van de richtlijn genoemde evaluatie naar behoren uit te voeren. De groepsaccountant is in dat geval verplicht passende maatregelen te nemen en de AFM hiervan in kennis te stellen.
Artikel 16, tweede lid, is het equivalent van artikel 15a, tweede lid wat betreft de wettelijke controle, en ziet op het geval de groepsaccountant informatie moet verstrekken aan de AFM in het kader van een kwaliteitsbeoordeling of een onderzoek naar het verrichte assurance-onderzoek. Op grond van het derde lid moet de accountantsorganisatie passende procedures instellen zodat de groepsaccountant aan de verplichtingen opgenomen in het eerste en tweede lid kan voldoen.
R (artikel 17)
De accountantsorganisatie moet de externe accountant de gelegenheid bieden om advies te vragen aan vakbekwame personen bij de uitvoering van zijn opdracht. Dit gold ten aanzien van de wettelijke controle en geldt nu ook voor de uitvoering van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. Deze vakbekwame mensen, zoals waarderingsdeskundigen, kunnen zich binnen of buiten de accountantsorganisatie bevinden.
Net zoals geldt ten aanzien van de adviesaanvraag in het kader van een wettelijke controle, dient de adviesaanvraag in het kader van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering en het verkregen advies te worden vastgelegd. Dit volgt uit artikel 24 ter, derde lid, laatste alinea, Auditrichtlijn.
T (artikelen 18a en 19)
Vanuit het oogpunt van de verantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie voor de kwaliteit van de uitvoering van een wettelijke controle vormt de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (okb) een belangrijke waarborg. Een okb is een van de instrumenten in het stelsel van kwaliteitsbeheersing. Een okb is altijd verplicht bij de wettelijke controle van een oob. Dit geldt rechtsreeks op basis van artikel 8 van de Auditverordening. Er is voor gekozen om dit instrument ook toe te kunnen passen voor andere wettelijke controles. In artikel 18 Bta is geregeld dat een accountantsorganisatie toetsingscriteria dient op te stellen aan de hand waarvan zij vaststelt voor welke andere wettelijke controles een kwaliteitsbeoordeling nodig is.
Het ligt voor de hand om deze kwaliteitswaarborg ook in te voeren met betrekking tot assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Dit is opgenomen in het nieuwe artikel 18a Bta. Een accountantsorganisaties dient criteria vast te stellen om te bepalen wanneer zij een okb in het kader van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering noodzakelijk acht, bijvoorbeeld wanneer de cliënt een oob is. Ook voor deze okb kan de accountantsorganisatie aansluiten bij artikel 8 van de Auditverordening, net zoals geldt met betrekking tot de wettelijke controle (zie artikel 18, tweede lid, Bta). Een kwaliteitsbeoordelaar voert een evaluatie uit naar de door de externe accountant toegepaste oordeelsvormingen en de conclusies die zijn getrokken bij het formuleren van de assuranceverklaring. De kwaliteitsbeoordelaar kan een externe accountant zijn, maar net zoals thans geldt met betrekking tot okb's bij wettelijke controles, kan de accountantsorganisatie er ook voor kiezen om de okb uit te laten voeren door een andere beoordelaar, bijvoorbeeld een accountant die werkzaam is voor een externe partij die zich in het uitvoeren van okb's heeft gespecialiseerd.
Ter implementatie van artikel 25 quinquies van de Auditrichtlijn (artikel 3, onderdeel 14, van de richtlijn) is een nieuw artikel 19 aan het Bta toegevoegd. Hierin wordt artikel 7 van de Auditverordening met voorschriften voor de uitvoering van een wettelijke controles bij een oob van overeenkomstige toepassing verklaard voor een accountantsorganisatie die een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht bij een oob. Op grond van artikel 7 van de Auditverordening dient de accountantsorganisatie bij een vermoeden van onregelmatigheden in de verslaggeving, waaronder fraude met betrekking tot de verslaggeving, de oob daarvan in kennis te stellen en deze te verzoeken om maatregelen te nemen. Wanneer de cliënt niet tot onderzoek overgaat, dient de accountantsorganisatie een melding te doen bij de AFM. Een soortgelijke bepaling voor de externe accountant is opgenomen in artikel 26 Wta.
U (artikel 23)
In artikel 23 Bta zijn de taken van de compliance officer geregeld.
Accountantsorganisatie die wettelijke controles bij oob's verrichten, moeten een persoon aanwijzen die binnen de accountantsorganisatie toeziet op de naleving van de voorschriften die gelden voor deze oob-accountantsorganisaties. Deze persoon is een belangrijk aanspreekpunt voor de dagelijksbeleidsbepalers. De functie van compliance officer is in het Nederlandse stelsel ingesteld om de kwaliteit van de wettelijke controle door externe accountants te borgen. Gelet hierop ligt het voor de hand dat wanneer een accountantsorganisatie reeds een compliance officer heeft ingesteld, deze ook gaat toezien op naleving van de voorschriften over assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Dat betreft ook de voorschriften in de artikelen 24c tot en met 24e over assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering bij oob's die met de Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering aan de Wta zijn toegevoegd.
V (artikel 24)
Artikel 24 Bta ziet, in overeenstemming met artikel 24 ter, derde lid, Auditrichtlijn, op het vastleggen van een overzicht op hoofdlijnen van schendingen door de accountantsorganisatie of externe accountant van bij en krachtens de Wta gestelde regels en de naar aanleiding daarvan door de accountantsorganisatie genomen maatregelen. Het zal daarbij gaan om een overzicht van de meest voorkomende of ernstige schendingen die bij de compliance officers of de dagelijksbeleidsbepalers bekend zijn geworden. Ook overtredingen van voorschriften over het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering in de Wta en het Bta vallen onder het voorschrift. Net zoals bij een wettelijke controle geldt een uitzondering voor kleine inbreuken met betrekking tot de assurance-opdracht die incidenteel worden begaan.
W (artikel 25)
Op grond van artikel 25 Bta dient een accountantsorganisatie een regeling te hebben waarmee klachten over de uitvoering van wettelijke controles zorgvuldig kunnen worden behandeld. De accountantsorganisatie dient ook klachten over de uitvoering van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering in behandeling te nemen. Dit sluit aan bij artikel 24 ter, zesde lid, Auditrichtlijn.
X (artikel 26)
In artikel 26 was reeds geregeld dat indien een tuchtprocedure tegen een externe accountant is aangespannen, de AFM daarvan een melding dient te krijgen. Indien het een wettelijke auditor betreft die in een andere lidstaat is toegelaten, en niet lid is van de NBA, dient de naam en het inschrijfnummer bij de buitenlandse beroepsorganisatie bij de AFM te worden gemeld. Omdat het ook een wettelijke auditor voor het verrichten van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering als bedoeld in artikel 27a Wta kan betreffen, is deze verwijzing aan artikel 26 Bta toegevoegd.
Y (artikel 27)
Artikel 25 ter Auditrichtlijn verklaart artikel 24 van die richtlijn over onafhankelijkheid en objectiviteit van overeenkomstige toepassing op het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. Dit betekent dat artikel 27 Bta, waarin een regeling is opgenomen om de onafhankelijkheid van de accountantsorganisatie te waarborgen, ook van toepassing wordt bij het verrichten van assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering. Kortgezegd mogen eigenaars van en beleidsbepalers bij een accountantsorganisatie geen zodanige bemoeienis hebben met de uitvoering van de assurance-opdracht, dat dit afbreuk kan doen aan de onafhankelijkheid en objectiviteit van de externe accountant die het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht.
Z (artikel 29)
De onafhankelijkheidsnorm in artikel 29 Bta is aangepast. De norm dat de door ondernemingen te betalen honoraria voor het verrichten van wettelijke controles niet mag worden beïnvloed of bepaald door het feit dat aan deze ondernemingen nevendiensten worden verleend, noch dat de honoraria resultaatsgebonden zijn, geldt ook bij het verrichten van een assurance-onderzoek van duurzaamheidsrapportering. De accountantsorganisatie en de cliënt dienen op voorhand de grondslag voor de berekening van de vergoeding voor de door de accountantsorganisatie te verlenen dienst overeen te komen.
Hiermee is het gewijzigde artikel 25 Auditrichtlijn geïmplementeerd (artikel 3, onderdeel 13, van de richtlijn).
AA en BB (artikelen 30a en 30b)
Artikel 30a Bta verbiedt het hebben van een bepaald financieel belang met betrekking tot de cliënt om te voorkomen dat een accountantsorganisaties en daarvoor werkzame personen een wettelijke controle niet onafhankelijk kunnen verrichten. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de accountantsorganisatie aandelen in de betreffende cliënt bezit. Dit artikel gaat ook gelden ook met betrekking tot het verrichten van een assurance-onderzoek van duurzaamheidsrapportering door de accountantsorganisatie.
In het tweede lid wordt verwezen naar de in artikel 22, tweede lid van de Auditrichtlijn opgenomen uitzondering voor het geval een accountantsorganisatie een recht van deelneming houdt in een instelling voor gediversifieerde belegging (zoals een beleggingsfonds) en een financieel belang in de controlecliënt onderdeel uitmaakt van die gediversifieerde belegging. Deze uitzondering is overeenkomstig artikel 25 ter van de Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing indien het een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering betreft.
Artikel 30b Bta geeft een regeling voor het geval een accountantsorganisatie en de onder haar verantwoordelijkheid werkzame personen niet direct de wettelijke controle uitvoeren, maar wel invloed kunnen uitoefenen op de uitkomst daarvan. Er gelden dan voorschriften inzake het bezit van financiële instrumenten met betrekking tot de cliënt om een belangenconflict te voorkomen. Ook mag een accountantsorganisatie geen zakelijke relatie hebben die een belangenconflict kan veroorzaken. Ook dit artikel wordt van toepassing met betrekking tot het verrichten van een assurance-onderzoek van duurzaamheidsrapportering.
In artikel 30b, eerste lid, onderdeel a, wordt verwezen naar financiële instrumenten in de zin van artikel 22, vierde lid, onderdeel b, van de Auditrichtlijn. Ook dit voorschrift wordt op grond van artikel 25 ter Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing bij een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. Ook de uitzondering in artikel 22, vierde lid, onderdeel b, van de Auditrichtlijn voor rechten van deelneming in instellingen voor gediversifieerde belegging, zoals opgenomen in het tweede lid van artikel 30b Bta, wordt van overeenkomstige toepassing bij assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering.
Deze wijzigingen strekken ter implementatie van artikel 25 ter juncto artikel 22 Auditrichtlijn (artikel 3, onderdeel 14, van de richtlijn).
CC (artikel 30c)
De regeling in artikel 22, vijfde lid, van de Auditrichtlijn die beoogt te voorkomen dat een accountantsorganisatie door het ontvangen van (geldelijke) geschenken zijn onafhankelijkheid verliest, gaat overeenkomstig artikel 25 ter van de Auditrichtlijn ook gelden wanneer het een cliënt betreft die een assurance-opdracht heeft verstrekt. Artikel 30c is hiertoe aangepast.
DD (artikel 30d)
Artikel 30d Bta betreft de implementatie van de onafhankelijkheidsregels die in artikel 22, tweede en vierde lid, onderdeel c, en vijfde lid, van de Auditrichtlijn zijn opgenomen. In artikel 30d wordt verwezen naar artikel 22, tweede en vierde lid, van de Auditrichtlijn. Het gaat om een verwijzing naar personen die betrokken zijn bij controlewerkzaamheden en een dienstverband bij de gecontroleerde entiteit. Omdat artikel 22 Auditrichtlijn op grond van artikel 25 ter van die richtlijn van overeenkomstige toepassing is bij assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering, is dat toegevoegd aan artikel 30d.
EE (opschrift hoofdstuk 6a)
De vermelding van de grondslag in het opschrift van hoofdstuk 6a is aangepast aan de vernummering van artikel 20 in de implementatiewet.
FF (artikel 34f)
Accountantsorganisaties die wettelijke controles bij oob's verrichten, moeten op grond van artikel 22a Wta beschikken over een stelsel van onafhankelijk intern toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de accountantsorganisatie. In dat kader moeten ze een orgaan belast met het interne toezicht instellen. In artikel 34f Bta zijn regels gegeven over hoe de leden van het orgaan belast met het interne toezicht hun taak uitoefenen. Zij moeten bij hun taakuitoefening ook nadrukkelijk het publieke belang om de kwaliteit van wettelijke controles te borgen in acht nemen.
Indien een accountantsorganisaties overeenkomstig artikel 22a Wta een orgaan belast met het interne toezicht heeft ingesteld, ligt het voor de hand dat de leden van dit orgaan bij hun taakuitoefening ook het publieke belang van het borgen van de kwaliteit van assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering in acht nemen, indien de accountantsorganisatie ook dergelijke assurance-onderzoeken verricht. Dit is verwerkt in het eerste lid van artikel 34f Bta en geldt op grond van het aangepaste tweede lid ook wanneer er sprake is van een netwerk en het orgaan belast met intern toezicht is ingericht op het hiërarchisch hoogste netwerkonderdeel.
GG, HH en II (artikelen 36, 37 en 38)
In artikel 36 Bta is uitgewerkt wat onder fraude van materieel belang als bedoeld in artikel 26 Wta wordt verstaan. Hiervoor werd verwezen naar beslissingen die in het maatschappelijk verkeer worden genomen op grond van de financiële verantwoording van de cliënt. Aan artikel 36 Bta is toegevoegd dat het ook kan gaan om beslissingen op grond van de duurzaamheidsrapportering van de cliënt. Bij de gegevens die op grond van artikel 38 Bta bij een fraudemelding aan de opsporingsambtenaar moeten worden gemeld, moet voortaan voor de externe accountant worden gemeld of deze de wettelijke controle of het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering verricht, of beide diensten voor de cliënt verricht. Uit de omschrijving van de aard van de vermoedelijke fraude van materieel belang zal blijken of deze is geconstateerd in het kader van een wettelijke controle of een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering.
De gronden die zijn opgenomen in artikel 37 Bta om een fraudemelding achterwege te laten, gelden ook wanneer het redelijk vermoeden van materiële fraude is ontstaan bij het verrichten van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering.
JJ (artikel 38a)
Met de Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering is de grondslag in het vijfde lid van artikel 26 Wta uitgebreid, zodat ook gegevens of inlichtingen verkregen in het kader van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering door een externe accountant met derden kunnen worden gedeeld.
De situaties in artikel 38a, eerste lid, onderdeel a, Bta waarin deze verstrekking kan plaatsvinden, gelden in beginsel ook in het kader van een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. Het gaat onder andere om het verstrekken van informatie aan betrokken deskundigen en aan personen binnen de accountantsorganisatie die betrokken zijn bij het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering. In de onderdelen 3, 5 en 6 wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat een andere lidstaat gebruik heeft gemaakt van de optie om de (geconsolideerde) duurzaamheidsrapportering te laten beoordelen door een onafhankelijke verlener van assurancediensten. In onderdeel 4 wordt verwezen naar het verstrekken van informatie aan een andere accountant die een assurance-opdracht uitvoert. Dit betreft een andere situatie dan het verstrekken van informatie wanneer die andere accountant een assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering uitvoert. Daarvoor is een nieuwe regeling opgenomen in het derde lid, zie hieronder.
Overigens blijft het uitgangspunt dat dit situaties betreft waarin de mogelijkheid bestaat de geheimhouding terzijde te stellen en er geen verplichting bestaat tot het verstrekken van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen. Op basis van andere wettelijke bepalingen kan er wel een verplichting tot informatieverstrekking gelden.
Ook de onderdelen b, c en d van het eerste lid van artikel 38a Bta zijn van toepassing op assurance-onderzoeken van de duurzaamheidsrapportering. Het betreft informatieverstrekking in het kader van de naleving van de beroepsreglementering (onderdeel b), in het kader van een gerechtelijke of klachtprocedure tegen de externe accountant of de accountantsorganisatie (onderdeel c) en op verzoek of met toestemming van de cliënt, bijvoorbeeld in het kader van een due diligence onderzoek of een arbitrage- of bindend adviesprocedure (onderdeel d).
Omdat gebruik wordt gemaakt van de lidstaatoptie waarmee een onderneming een andere externe accountant van dezelfde of van een andere accountantsorganisatie het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering kan laten verrichten dan de externe accountant die de wettelijke controle van de jaarrekening uitvoert, en ook in andere lidstaten gebruik kan zijn gemaakt van deze lidstaatoptie, zijn drie leden aan artikel 18a Bta toegevoegd voor deze situatie. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat beide accountants hun opdracht goed kunnen uitvoeren.
De nieuwe leden drie tot en met vijf sluiten aan bij de regeling over informatiedeling die met de Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering is opgenomen in artikel 20, vierde tot en met zesde lid, Wta voor de accountantsorganisatie. De leden drie en vier van artikel 38a Bta regelen dat beide externe accountants vertrouwelijke gegevens of inlichtingen met elkaar kunnen delen. Ook hier is er rekening mee gehouden dat een andere lidstaat gebruik kan hebben gemaakt van de lidstaatoptie betreffende een onafhankelijke verlener van assurancediensten. In het vijfde lid is een regeling opgenomen voor de externe accountant die een oordeel moet geven overeenkomstig artikel 2:393 lid 5, onderdelen f en g BW (verenigbaarheid van de jaarrekening met het bestuursverslag en oordeel of er, in het licht van de tijdens het onderzoek van de jaarrekening verkregen kennis en begrip omtrent de rechtspersoon en zijn omgeving, materiële onjuistheden in het bestuursverslag zijn gebleken). Deze externe accountant kan alle informatie die hij nodig heeft voor dat oordeel opvragen bij de externe account die de duurzaamheidsrapportering beoordeelt. Die andere externe accountant dient die informatie te verschaffen.
ARTIKEL II (artikel 67 Wet toezicht accountantsorganisaties)
In artikel 67, eerste lid, onderdeel b, Wta, zijn bepalingen uit het Bta opgenomen waarvoor geldt dat indien na overtreding daarvan een bestuurlijke boete is opgelegd, het besluit tot het opleggen van die bestuurlijke boete na bekendmaking openbaar wordt gemaakt. In overeenstemming met het zevende lid van artikel 67 Wta zijn met dit besluit bepalingen uit het Bta over het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering aan artikel 67 Wta toegevoegd. Het gaat om gelijksoortige bepalingen als de bepalingen uit het Bta met betrekking tot de wettelijke controle die in artikel 67, eerste lid, onderdeel b, Wta zijn opgenomen. Het betreft overtreding door een accountantsorganisatie van de verplichtingen om een assurancedossier in te richten en er zorg voor te dragen dat de externe accountant de assuranceverklaring ondertekent nadat de assurancewerkzaamheden zijn verricht en vastgelegd (artikel 11a), en de verplichtingen wat betreft (de inhoud van) de geconsolideerde assuranceverklaring en de evaluatie van de assurancewerkzaamheden (artikel 16 Bta).Verder kon de verwijzing naar artikel 20 Bta worden geschrapt omdat dit artikel per 1 januari 2017 is vervallen.
ARTIKEL III (Besluit accountantsopleiding 2013)
A (artikel 2)
In artikel 2 van het Besluit accountantsopleiding 2013 zijn op grond van artikel 46 van de Wab de vakgebieden van de accountantsopleiding opgenomen. De vakgebieden met betrekking tot de wettelijke controle blijven gelijk, maar daarvoor wordt nu specifiek
verwezen naar artikel 8, eerste en tweede lid, van de Auditrichtlijn. Voor de vakgebieden relevant voor het verrichten van assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering wordt verwezen naar het derde lid van artikel 8 van de Auditrichtlijn. Het betreft:
-
a)wettelijke voorschriften en standaarden ten aanzien van de opstelling van jaarlijkse en geconsolideerde duurzaamheidsrapportering;
-
b)duurzaamheidsanalyse;
-
c)passende zorgvuldigheidsprocedures met betrekking tot duurzaamheidskwesties; en
-
d)wettelijke voorschriften en assurancestandaarden voor de duurzaamheidsrapportering zoals voorgeschreven op basis van artikel 26 bis van de Auditrichtlijn.
Hiermee is de wijziging van artikel 8 van de Auditrichtlijn (artikel 3, onderdeel 5, van de richtlijn) geïmplementeerd.
B (artikel 3)
Op grond van artikel 54 Wab kan het bestuur van de NBA een verklaring van vakbekwaamheid afgeven aan auditors die in het buitenland een accountantsopleiding hebben afgerond en in Nederland als accountant willen werken. Deze auditors moeten daarvoor aan bepaalde vereisten voldoen, waaronder het afleggen van een examen Nederlands recht. Artikel 3 van het Besluit accountantsopleiding 2013 bepaalde reeds welke vakgebieden worden getoetst in het examen Nederlands recht. Omdat extra vereisten gaan gelden in het kader van het assurance-onderzoek van de duurzaamheidsrapportering, is artikel 3 in twee leden verdeeld. Het eerste lid ziet op de - inhoudelijk ongewijzigde - vakgebieden relevant voor het verrichten van wettelijke controles. In het tweede lid is opgenomen welke vakgebieden worden getoetst wanneer deze deskundigen assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering willen gaan verrichten. Hiervoor wordt verwezen naar artikel 8, derde lid, onderdelen a en d van de Auditrichtlijn. Het betreft a) de Nederlandse wettelijke voorschriften en standaarden ten aanzien van de opstelling van jaarlijkse en geconsolideerde duurzaamheidsrapportering en d) wettelijke voorschriften en assurancestandaarden voor de
duurzaamheidsrapportering zoals in Nederlandse regelgeving is voorgeschreven op basis van artikel 26 bis van de Auditrichtlijn.
ARTIKEL IV (Besluit toezicht financiële verslaggeving)
A en C (artikelen 1 en 11)
Omdat de naam van de Wet toezicht financiële verslaggeving met de Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering is aangepast naar Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen, worden verwijzingen naar die wet in het Besluit toezicht financiële verslaggeving aangepast. Voor een naamswijziging is gekozen omdat met de richtlijn de niet-financiële duurzaamheidsverslaggeving een prominente plek heeft gekregen in de verslaggeving van uitgevende instellingen.
Ook de citeertitel van het besluit zelf is overeenkomstig aangepast door wijziging van artikel 11. Het besluit heeft nu de citeertitel Besluit verslaggeving effectenuitgevende instellingen heeft.
B (artikel 4)
Op grond van artikel 6, derde lid, van de Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen, kan de AFM (in afwijking van de geheimhoudingsbepalingen) informatie uitwisselen met instanties, die tot taak hebben om een eenvormige toepassing van de standaarden voor de jaarrekening en de standaarden voor de duurzaamheidsrapportering in internationaal verband te bevorderen en een gemeenschappelijke aanpak op het vlak van de handhaving daarvan te ontwikkelen.
In artikel 4 is opgenomen welke instanties dat zijn. Ook met betrekking tot de toepassing van de standaarden voor duurzaamheidsrapportering zijn dat ESMA op Europees niveau en IOSCO op wereldwijd niveau.
ARTIKEL V (Besluit bestuurlijke boetes financiële sector)
A
In artikel 10 is een omissie hersteld. Het Besluit uitvoeringsrichtlijn transparantie uitgevende instellingen Wft is aangepast naar de huidige citeertitel.
B
In artikel 14 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector zijn artikelen uit de Wet toezicht accountantsorganisaties opgenomen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd met de daarbij horende boetecategorieën. Aan deze opsomming worden twee artikelen toegevoegd, te weten artikel 5a Wta, dat ziet op het onbevoegd verrichten van een assurance-onderzoek van duurzaamheidsrapportering, en artikel 24e Wta over het verrichten van verboden diensten door een accountantsorganisatie die een assurance-onderzoek bij een oob verricht.
Daarnaast worden twee artikelen in deze opsomming gewijzigd. Dat betreft ten eerste artikel 19a Wta. De implementatiewet heeft aan artikel 19a Wta een lid toegevoegd, waardoor de verplichting voor een accountantsorganisatie om onverwijld gepaste maatregelen te treffen indien een accountantsverklaring niet aan de wettelijke voorschriften voldoet, ook geldt ten aanzien van de duurzaamheidsrapportering. Daarom zijn nu beide leden van artikel 19a Wta in de opsomming opgenomen. De tweede wijziging betreft artikel 20 Wta. Het voorschrift in artikel 20, zesde lid, Wta dat ziet op het desgevraagd verstrekken van vertrouwelijke informatie aan een andere accountantsorganisatie is aan de opsomming toegevoegd. Voor de hoogte van de boetecategorieën van de nieuw toegevoegde artikelen is aansluiting gezocht bij vergelijkbare bestaande bepalingen in de Wta.
C
In artikel 15 zijn artikelen uit het Bta opgenomen. Aan de tabel zijn de voorschriften over het assurancedossier in artikel 11a Bta toegevoegd. Voor de hoogte van de boetecategorieën is aansluiting gezocht bij de categorieën die gelden voor het controledossier (artikel 11 Bta). Daarnaast is artikel 16 Bta toegevoegd dat ziet op het assurance-onderzoek van de geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een moedermaatschappij. Voor de hoogte van de boetecategorie is aangesloten bij het vergelijkbare voorschrift in artikel 15a Bta met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening. Ook zijn enkele omissies en foute verwijzingen in artikel 15 hersteld die (deels) ook samenhangen met de wijzigingen van het Bta ter implementatie van de richtlijn.
De aanpassing van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector strekt ter implementatie van artikel 30 Auditrichtlijn (artikel 3, onderdeel 20, van de richtlijn).
ARTIKEL VI (Besluit bekostiging financieel toezicht 2019)
A (bijlage I, onderdeel B, onder 2)
De maatstaf voor de doorberekening aan de sector van de kosten van het toezicht van de AFM op accountantsorganisaties is aangepast. Naast omzet uit wettelijke controles zal er ook worden gekeken naar de omzet die wordt behaald uit assurance-onderzoeken van duurzaamheidsrapportering. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat met een algehele herijking per 1 januari 2025 van de procentuele verdeling van de lasten voor het doorlopende toezicht over de verschillende toezichtcategorieën, ook het aandeel voor accountantsorganisaties is aangepast.8 Voor accountantsorganisaties is het procentueel aandeel gestegen. Daarin zijn ook de nieuwe toezichtstaken voor de AFM op grond van de richtlijn duurzaamheidsrapportering verdisconteerd.
B en C (bijlage I, onderdeel B, onder 10, en Verklaring van gebruikte afkortingen)
De wijziging in de toezichtcategorie 'Effectenuitgevende instellingen: verslaggeving' is slechts tekstueel van aard. Zoals hierboven toegelicht, is de citeertitel van de Wet toezicht financiële verslaggeving met de Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering vervangen door Wet toezicht verslaggeving effectenuitgevende instellingen. Deze wordt in deze bijlage afgekort weergegeven als Wtvei.
ARTIKELEN VII (Besluit transparantie uitgevende instellingen Wft) en VIII (Besluit bestuursorganen WNo)
In het Besluit transparantie uitgevende instellingen Wft zijn verwijzingen naar financiële verslaggeving vervangen door 'verslaggeving'. In het Besluit bestuursorganen WNo is een verwijzing naar de Wet toezicht financiële verslaggeving vervangen door de nieuwe citeertitel van die wet. Het betreft slechts tekstuele wijzigingen.
ARTIKELEN IX en X (inwerkingtreding en citeertitel)
De artikelen IX en X regelen respectievelijk de inwerkingtreding en de citeertitel van het besluit. Het besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en kan zo nodig voor de verschillende onderdelen verschillend worden vastgesteld. Er kan worden afgeweken van de vaste verandermomenten omdat er sprake is van implementatie van een richtlijn. De citeertitel van het besluit is Implementatiebesluit assurance-onderzoek duurzaamheidsrapportering.
De Minister van Financiën,
36
Bijlage. Transponeringstabel
Bepaling EU-regeling |
Bepaling in implementatieregeling of bestaande regeling (Toelichting indien niet geïmplementeerd of naar zijn aard geen implementatie behoeft) |
Omschrijving beleidsruimte |
Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte |
Artikel 3, onderdeel 5 (wijziging artikel 8 Auditrichtlijn) |
Artikel 2 Besluit accountantsopleiding |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 8 (wijziging artikel 14 Auditrichtlijn) |
Artikel 3, tweede lid, Besluit accountantsopleiding |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 10, onder a (wijziging artikel 16, eerste lid, Auditrichtlijn) |
Artikel 2, eerste lid, onderdelen n en o, Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 10, onder b (wijziging artikel 16, tweede lid, Auditrichtlijn) |
Artikel 2a, eerste lid, onderdeel e, Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 11, onder a (wijziging artikel 17, eerste lid, punt e, Auditrichtlijn) |
Artikel 2, eerste lid, onderdeel n, Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 11, onder b (wijziging artikel 17, eerste lid, punt i, Auditrichtlijn) |
Artikel 2, eerste lid, onderdelen p en q, Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 12, onder a (wijziging artikel 24 ter, eerste lid, Auditrichtlijn) |
Artikel 14 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 12, onder b (Artikel 24 ter, lid 2 bis (nieuw) Auditrichtlijn) |
Artikel 15 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 12, onder c (wijziging artikel 24 ter, vierde lid, Auditrichtlijn) |
Artikel 10, eerste lid, onderdelen c en d, Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 12, onder d (artikel 24 ter, lid 5 bis (nieuw) Auditrichtlijn) |
Artikel 11a Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 12, onder e (wijziging artikel 24 ter, zesde lid, Auditrichtlijn) |
Artikel 25 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 13 (wijziging artikel 25 Auditrichtlijn) |
Artikel 29 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 ter (nieuw) Auditrichtlijn dat artikel 21 Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard) |
Artikelen 36, 37 en 38 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 ter (nieuw) Auditrichtlijn dat artikel 22 Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard) |
Artikelen 13, 18, 30a, 30b, 30c, 30d en 35 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 ter (nieuw) Auditrichtlijn dat artikel 22 ter Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard) |
Artikel 12 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 ter (nieuw) Auditrichtlijn dat artikel 23 Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard) |
Artikelen 38a en 38b Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 ter (nieuw Auditrichtlijn dat artikel 24 Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard) |
Artikel 27 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 ter (nieuw Auditrichtlijn dat artikel 24 bis Auditrichtlijn van overeenkomstige toepassing verklaard) |
Artikelen 8, 8a, 9a en 32, eerste lid, Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 14 (artikel 25 quinquies (nieuw) Auditrichtlijn) |
Artikel 19 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
Artikel 3, onderdeel 16 |
Artikel 16 Bta |
n.v.t. |
n.v.t. |
(artikel 27 bis (nieuw) Auditrichtlijn) |
40
Zie voor de voortgang van het wetsvoorstel implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering de wetgevingskalender: https://wetaevinaskalender.overheid.nl/Reaelina/WGK014704. Ten tijde van het schrijven van de consultatieversie van dit conceptbesluit is het Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering voor een voorhangprocedure aan het Parlement gezonden. Zie https://open.overheid.nl/documenten/dpc-e5ad527c0edf1baf7f1f71fe57f52e48205db061/pdf.
COM(2018) 97.
De Europese Commissie is in de richtlijn gemachtigd om in de vorm van gedelegeerde handelingen rapporteringsstandaarden vast te stellen, de European
Sustainability Reporting Standards (ESRS).
Grote rechtspersonen zijn rechtspersonen die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, voldoen aan twee van de drie volgende criteria: balanstotaal meer dan € 25 miljoen, netto-omzet meer dan € 50 miljoen en meer dan 250 werknemers.
Voor middelgrote rechtspersonen liggen de criteria op ten hoogste voornoemde bedragen en aantallen. Kleine rechtspersonen voldoen aan twee van de drie volgende criteria: balanstotaal niet meer dan € 7,5 miljoen, netto-omzet niet meer dan € 15 miljoen en minder dan 50 werknemers. Micro-rechtspersonen voldoen aan twee van de drie volgende criteria: balanstotaal maximaal €
450.000, netto-omzet maximaal € 900.000 en minder dan 10 werknemers.
Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEG 2006, L157).
Vergelijk artikel 4 Wet toezicht accountantsorganisaties en artikel 15, zesde lid, Wet bekostiging financieel toezicht 2019.
Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen
van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L182).
Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 in verband met Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten, de herziening van de procentuele kostenverdeling van de Autoriteit Financiële Markten en enkele andere aanpassingen https://wetgevingskalender.overheid.nl/Regeling/WGK026327
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.