Brief van de minister van A&M ter aanbieding van de Tweede Kamerbrief over de implementatie van het Europese Asiel- en Migratiepact - EU-voorstellen: EU-migratiepact 2020 COM (2020) 609, 610, 611, 612, 613 en 614 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. K toegevoegd aan dossier 35612 - EU-voorstellen: EU-migratiepact 2020 COM (2020) 609, 610, 611, 612, 613 en 614.
Inhoudsopgave
Officiële titel | EU-voorstellen: EU-migratiepact 2020 COM (2020) 609, 610, 611, 612, 613 en 614; Brief van de minister van A&M ter aanbieding van de Tweede Kamerbrief over de implementatie van het Europese Asiel- en Migratiepact |
---|---|
Documentdatum | 13-12-2024 |
Publicatiedatum | 13-12-2024 |
Nummer | KST1175149 |
Kenmerk | 35612, nr. K |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
35 612 EU-voorstellen: EU-migratiepact 2020 COM (2020) 609 i, 610 i, 611 i,
612, 613 en 614
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 december 2024
Hierbij bied ik u een afschrift van de brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer over de implementatie van het EU Migratiepact, van 6 december 2024.
De Minister van Asiel en Migratie,
M.H.M. Faber - Van de Klashorst
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaat Den Haag, 6 december 2024
In deze brief informeer ik u over de invoering van het Europese asiel- en migratiepact in het Nederlandse asiel- en opvangstelsel. Het op 6 december jl. aan de Europese Commissie gestuurde nationale implementatieplan is als bijlage bij deze brief gevoegd. Hiermee geef ik uitvoering aan enkele moties1 van uw Kamer, passages uit het regeerprogramma, toezeggingen van mijn ambtsvoorganger en mijn eigen toezegging aan uw Kamer van 9 oktober jl.2
Het Europese asiel- en migratiepact
De asiel- en opvangsystemen van Nederland en vele andere EU-lidstaten staan al geruime tijd onder grote druk. Lidstaten aan de EU-buitengrenzen hebben te maken met substantiële aantallen aankomende migranten en asielzoekers. De bestemmingslanden, waaronder Nederland, zien zich op hun beurt geconfronteerd met ongecontroleerd doorgereisde migranten, de zogenoemde 'secundaire migratie'. Het lukt vaak niet om vast te stellen welke lidstaat verantwoordelijk is volgens de Dublinregels, omdat een deel van deze vreemdelingen niet geregistreerd wordt in het land waar zij de Europese Unie inreizen.
Een beter functionerend Europees asielsysteem is essentieel voor meer grip op migratie aan de EU-buitengrenzen en meer grip op secundaire migratie tussen de lidstaten. De urgentie tot een herziening van de huidige praktijk wordt binnen de Europese Unie breed gedeeld en heeft geleid tot een nieuw gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS), ook wel bekend als het Europees asiel- en migratiepact. Doelstelling van het Pact is het versterken van de Europese buitengrenzen door de invoering van een screening van vreemdelingen en een versnelde grensprocedure voor vreemdelingen die waarschijnlijk niet in aanmerking komen voor asielbescherming, die een veiligheidsrisico vormen of de bevoegde autoriteiten misleiden opdat zij sneller kunnen worden teruggestuurd zonder dat zij het grondgebied van de Europese Unie hoeven te betreden. Voor asielzoekers van wie de asielaanvraag in de asielgrensprocedure is afgewezen geldt onmiddellijk een terugkeergrensprocedure. Een tweede doelstelling van het pact is de invoering van effectievere asielprocedures met kortere behandeltermijnen en strengere regels voor volgende asielverzoeken en het tegengaan van misbruik. De nieuwe strengere regels gaan tezamen met enkele nieuwe waarborgen voor de asielzoeker, in het bijzonder het recht op gratis juridisch advies gedurende de gehele asielprocedure, en bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. In de derde plaats beoogt het pact meer solidariteit tussen de lidstaten. Het ingestelde solidariteitsmechanisme moet gaan regelen dat lidstaten waarvan is vastgesteld dat zij onder migratiedruk staan of hier risico op lopen worden bijgestaan door de andere lidstaten.
Het Europese asiel- en migratiepact bestaat uit één richtlijn en negen verordeningen. Deze worden van toepassing per 12 juni 2026.3 Over de nieuwe Europese asielwetgeving is vier jaar onderhandeld door 27 lidstaten en het Europees Parlement. Het resultaat van een langdurig en gecompliceerd onderhandelingsproces bevat onontkoombaar compromissen. Over het verloop van de onderhandelingen is uitvoerig verslag gedaan in eerdere Kamerbrieven. Deze onderhandelingen waren ook regelmatig onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer.
Het is van belang te benadrukken dat de nieuwe migratieregels van de EU alleen geloofwaardig kunnen zijn als alle EU-lidstaten deze goed uitvoeren. Een goede en tijdige implementatie door alle EU-landen is essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland.
Nationale invoering van het asiel- en migratiepact
In het, als bijlage gevoegde, nationale implementatieplan is voor zover nu mogelijk naast de juridische impact, ook de financiële impact en de impact op de uitvoerende diensten van de wetgeving van het Europese asiel- en migratiepact in kaart gebracht. Het plan is hoofdzakelijk een feitelijk overzicht van alle activiteiten, verantwoordelijkheden en data die relevant zijn voor een goede implementatie van het pact in het Nederlandse asiel- en opvangstelsel. De financiële bijlage bevat enkel de kosten die op dit moment al in kaart gebracht zijn. Eventuele kosten voor besluitvorming die in 2025 nog volgt, zijn hierin nog niet opgenomen. Met het in kaart brengen van de (financiële) gevolgen wordt duidelijk gemaakt wat de nationale inzet is en welke bijdrage gevraagd wordt vanuit de Europese fondsen. Met dit implementatieprogramma wordt niet vooruitgelopen op integrale besluitvorming binnen het kabinet.
Aanvullend op de in het implementatieplan opgenomen informatie, wil ik uw Kamer nog het volgende meedelen.
Dat het pact vooral uit verordeningen bestaat in plaats van richtlijnen, leidt ertoe dat er maar beperkt ruimte is om nationaal zelf iets (afwijkends) te regelen. Daar waar de verordeningen nog wel ruimte laten voor nationale keuzes, of met het oog op nadere invulling van de regels, kiest het kabinet voor een stringente interpretatie van de Unie-regels. Zoals opgenomen in het regeerprogramma is het richtpunt van het kabinet dat Nederland structureel zal behoren tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels in de EU, en worden de asielprocedures verkort en versoberd tot het Europese minimum.
Met de invoering van het asiel- en migratiepact schrappen we onverplichte nationale procedurestappen in de asielprocedure. Zo wordt het nu verplichte aanmeldgehoor geschrapt. In de praktijk is gebleken dat de daarbij verkregen informatie vaak niet noodzakelijk is voor het nemen van het besluit op de asielaanvraag. Het afschaffen van deze verplichting betekent dat de IND meer flexibiliteit en maatwerk kan toepassen en meer zaken kan beslissen op grond van één gehoor. Ook de rust- en voorbereidingstermijn wordt afgeschaft, wat de doorlooptijd van een procedure verkort. Uiteraard zal ook in de nieuwe opzet rekening worden gehouden met medische en psychische problematiek bij asielzoekers. Als laatste vervalt het onderscheid tussen de algemene en verlengde asielprocedure. De Procedureverordening introduceert een verplichte versnelde- en niet versnelde procedure, inclusief nieuwe termijnen voor de behandeling. Het onverkort vasthouden aan de huidige inrichting van de algemene asielprocedure met verplichte procesdagen kan vanwege een gebrek aan flexibiliteit in de weg staan aan een voortvarende behandeling van aanvragen in de nieuwe opzet. Met de introductie van de versnelde- en niet versnelde procedure vervalt ook het huidige sporenbeleid van de IND. De intentie is om een aantal COA-locaties in te richten speciaal voor personen die in aanmerking komen voor de versnelde procedure, conform de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen.
Op een aantal onderwerpen volgt nog besluitvorming in de eerste helft van 2025, waaronder de inrichting van het monitoringsmechanisme ten aanzien van de screenings-en asielgrensprocedure, de inrichting van juridische counseling in de asielprocedure en de in het regeerprogramma opgenomen maatregel van het zoveel mogelijk beperken van rechtsbijstand in de asielprocedure. Hierover informeer ik uw Kamer op een later moment.
Tot slot
Om ervoor te zorgen dat Nederland op 12 juni 2026 volledig klaar is voor de uitvoering van de nieuwe EU-verordeningen en -richtlijn, zullen alle betrokken ketenpartners, stakeholders en het ministerie van Asiel en Migratie de komende periode veel stappen moeten zetten om de nieuwe EU-wetgeving daadwerkelijk tot uitvoering te brengen. De impact op de uitvoering is groot en de tijdslijnen erg kort. We staan voor een complexe klus, maar ik zal er alles aan doen om de genoemde voorstellen te realiseren. Ik sta hierbij in nauw contact met ook andere Europese lidstaten, om gezamenlijk de implementatie te laten slagen.
Parallel aan de operationele implementatie wordt ook gewerkt aan een wetsvoorstel ter invoering van de negen verordeningen en de richtlijn. Consultatie van dit wetsvoorstel is voorzien voor december 2024. Indiening van dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer na advisering door de Raad van State is voorzien in de eerste helft van 2025.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber - Van de Klashorst
5
Motie Ceder (CU) over het inzichtelijk maken op welke aspecten het Nederlandse asielbeleid aangepast dient te worden wanneer het Europese migratiepact van kracht wordt (nr. 19 637, 3193); Motie Eerdmans (Ja21) over uitspreken dat het Nederlandse asielbeleid wordt aangescherpt tot de minimale EU-vereisten.
De Staatsecretaris van JenV (of zijn opvolger) komt terug op de kosten van het implementatie van het migratiepact (29-01-2024 - Wetgevingsoverleg begrotingsonderdeel asiel en migratie);
De Staatssecretaris zegt toe de Kamer een brief te sturen na besluitvorming in het Europees Parlement met nadere informatie over het Migratiepact (Commissiedebat JBZ-Raad van 4 en 5 maart 2024, TZ202403-087); VKC verzoek van 5 maart 2024 (2024Z03504); De Staatssecretaris van JenV zegt de Kamer een brief toe over de nationale implementatie van het EU-Migratiepact (Commissiedebat JBZ-Raad van 13 en 14 juni 2024, TZ202406-071); Minister van Asiel en Migratie zegt toe de Kamer tijdig voor 12 december 2024 te informeren over de nationale implementatie van het EU Pact (Commissiedebat JBZ-Raad van 10 en 11 oktober 2024), Feitelijke vragen begroting Asiel en Migratie over sturen afschrift nationaal implementatieplan) (KST 36600-XX, nr. 5)
M.u.v. de Uniekaderverordening voor hervestiging en toelating op humanitaire gronden die reeds per 11 juni 2024 van toepassing is geworden. De Opvangrichtlijn dient voor 12 juni 2026 te zijn geïmplementeerd.