Nota naar aanleiding van het tweede verslag - Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten die betrekking hebben op de BES-eilanden (Belastingplan BES-eilanden 2025) - Hoofdinhoud
Deze nota naar aanleiding van het tweede verslag i is onder nr. F toegevoegd aan wetsvoorstel 36604 - Belastingplan BES-eilanden 2025 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten die betrekking hebben op de BES-eilanden (Belastingplan BES-eilanden 2025); Nota naar aanleiding van het tweede verslag |
---|---|
Documentdatum | 06-12-2024 |
Publicatiedatum | 06-12-2024 |
Nummer | KST1173899 |
Kenmerk | 36604, nr. F |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
2024-2025
Vergaderjaar
36 604
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten die betrekking hebben op de BES-eilanden (Belastingplan BES-eilanden 2025)
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET TWEEDE VERSLAG
Ontvangen 6 december 2024
Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van BBB en ChristenUnie. De fracties van de PVV en JA21 sluiten zich aan bij de vragen van de BBB-fractie.
Hierna wordt bij de beantwoording van de vragen de volgorde van het verslag aangehouden.
De leden van de fractie van BBB vragen wanneer de motie Ceder c.s. in stemming wordt gebracht in de Tweede Kamer. Als de motie wordt aangenomen, willen zij ook weten of er voldoende tijd resteert om de novelle mee te nemen bij de plenaire behandeling van het Belastingplan BES-eilanden 2025 in de Eerste Kamer op 9 en 10 december aanstaande. Op dinsdag 3 december heeft de Tweede Kamer de motie Ceder c.s.1 aangenomen. In deze motie wordt het kabinet onder meer verzocht om met een novelle te komen om het in het amendement Grinwis c.s.2 geregelde uitstel van maatregelen van het Belastingplan BES eilanden 2025 volledig terug te draaien. Een novelle is een wetsvoorstel dat dient ter verbetering of aanvulling van een wetsvoorstel dat reeds bij uw Kamer aanhangig is en doorloopt daarom ook het proces van een regulier wetsvoorstel. Dat betekent dat de novelle eerst ter advisering aangeboden wordt aan de Raad van State, vervolgens zal worden ingediend bij de Tweede Kamer, en daarna - na instemming van de Tweede Kamer -betrokken kan worden bij de behandeling in uw Kamer. Het kabinet zet zich in om dit proces voortvarend te doorlopen om de novelle tijdig bij uw Kamer aanhangig te maken. Tegelijkertijd is de tijd beperkt. Vandaag - vrijdag 6 december - heeft het kabinet de novelle aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het kabinet streeft ernaar om de novelle, na ontvangst van het advies, uiterlijk vrijdag 13 december a.s. bij de Tweede Kamer aan te bieden. De novelle zal dus niet gereed zijn voor de plenaire behandeling van het Belastingplan 2025 op 9 en 10 december, maar het kabinet streeft ernaar deze wel bij uw Kamer aanhangig te maken voor de stemmingen op 17 december. Het kabinet heeft de Tweede Kamer gevraagd om de nodige flexibiliteit en inzet om dit tijdspad te halen.
Hoewel de novelle niet op 9 en 10 december reeds aanhangig is bij uw Kamer, vraagt het kabinet ook uw Kamer om de nodige flexibiliteit door de behandeling van het wetsvoorstel Belastingplan BES-eilanden niet uit te stellen tot het moment dat de novelle bij uw Kamer is ingediend. Het wetsvoorstel treedt immers in werking op 1 januari 2025 en bevat - met inbegrip van de novelle - belangrijke maatregelen, onder andere voor de minima op de BES-eilanden. In de nota naar aanleiding van het verslag van 29 november is ook uiteengezet waarom het treffen van maatregelen met terugwerkende kracht geen werkbare optie is.3 De novelle zal zich er enkel toe strekken het uitstel van de betreffende maatregelen terug te draaien waardoor de in het amendement genoemde maatregelen alsnog op 1 januari 2025 in werking treden. Om precies te zijn zullen de volgende maatregelen - door terugdraaien van het bij amendement geregelde uitstel - als gevolg van de novelle in werking treden per 1 januari 2025:
-
-de koppeling van de belastingvrije som in de inkomstenbelasting en de loonbelasting aan het wettelijk minimumloon;
-
-de verhoging van het tarief van de opbrengstbelasting van 5% naar 7,5% en de daarmee overeenstemmende verhoging van het belastingtarief voor aanmerkelijkbelangwinst, eveneens van 5% naar 7,5%;
-
-de verlaging van de instap van de tweede tariefschijf van de inkomstenbelasting naar USD 50.000 en invoering van diezelfde tariefschijf in de loonbelasting; en
-
-de verhoging van het tarief in de vastgoedbelasting van 10% naar 11% voor onroerende zaken waarin een hotelbedrijf wordt uitgeoefend.
De leden van de fractie van de Christenunie verzoeken het kabinet aan te geven wanneer de resultaten van de verkenning over een beter koopkrachtbeeld voor de BES-eilanden worden verwacht, en of het kabinet bereid is de resultaten ervan met de Eerste Kamer te delen. Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag is toegelicht,4 ontbreken momenteel loon- en prijsramingen om een goed koopkrachtbeeld te schetsen voor de BES-eilanden. Voor het maken van loon- en prijsramingen, zoals het Centraal Plan Bureau voor Nederland doet, is momenteel nog geen planning te geven. Dat is afhankelijk van de partij die dat voor de BES-eilanden zal uitvoeren. Wel is het in de tussentijd reeds mogelijk om inkomenseffecten nader te duiden: het effect van één maatregel in een bepaald jaar op het besteedbaar inkomen van huishoudens. Waar mogelijk zal het kabinet bij begrotingswijzigingen positieve dan wel negatieve effecten op de inkomens en de uitgaven van huishoudens kwantificeren in de ontwerpbegroting van 2026. Het kabinet zal in 2025 uiteraard beide Kamers informeren over de stand van zaken daaromtrent in de eerstvolgende voortgangsrapportage bestaanszekerheid voor de BES-eilanden.
De staatssecretaris van Financiën,
-
T.van Oostenbruggen
3
Kamerstukken II 2024/25, 36600-XV, nr. 79.
Kamerstukken II 2024/25, 36604, nr. 11.
Kamerstukken I 2024/25, 36604, nr. C, pagina 4.
Kamerstukken I 2024/25, 36604, nr. C.