Nota naar aanleiding van het verslag - Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen en van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen, houdende aanpassingen in de hersteloperatie toeslagen van bepaalde termijnen, van de peildatum voor brede ondersteuning voor gedupeerden in het buitenland en van de nabestaandenregeling (Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen) - Hoofdinhoud

Deze nota naar aanleiding van het verslag i is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 36577 - Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen i.

Officiële titel	Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen en van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen, houdende aanpassingen in de hersteloperatie toeslagen van bepaalde termijnen, van de peildatum voor brede ondersteuning voor gedupeerden in het buitenland en van de nabestaandenregeling (Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen); Nota naar aanleiding van het verslag
Document­datum	29-11-2024
Publicatie­datum	29-11-2024
Nummer	KST1172386
Kenmerk	36577, nr. E
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2024-2025

Vergaderjaar

36 577

Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen en van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen, houdende aanpassingen in de hersteloperatie toeslagen van bepaalde termijnen, van de peildatum voor brede ondersteuning voor gedupeerden in het buitenland en van de nabestaandenregeling (Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen)

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 28 november 2024

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD en JA21.

De leden van de fractie van JA21 merken op dat de verlenging van de bezwaarperiode van zes naar zestien weken ten doel heeft om meer compensatie uit te keren als onderdeel van de hersteloperatie toeslagen. Deze leden vragen zich af of er zicht is op de budgettaire aspecten en hoeveel het verlengen van de bezwaartermijn kost. Deze leden vragen verder of de in de memorie van toelichting vermelde zestig gezinnen realistisch zijn als doelgroep die gebruik kan maken van de verlengde bezwaartermijn. Zij vragen of er een blanco cheque wordt uitgeschreven indien de financiële gevolgen niet met zekerheid vaststaan.

Het kabinet verduidelijkt graag dat de verlenging van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift niet ziet op het uitkeren van compensatie. De verlenging wijzigt ook geen herstelregeling(en). De in de memorie van toelichting vermelde zestig gezinnen, waar de leden van de fractie van JA21 naar verwijzen, worden genoemd in het kader van de aanpassing van de peildatum voor brede ondersteuning voor ouders in het buitenland.¹ Dit aantal staat los van de aanpassing van de termijn om in bezwaar te kunnen gaan. Er wordt op basis van het verlengen van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift niet gerekend op meer bezwaarschriften. Ook worden geen budgettaire consequenties verwacht.²

De Tweede Kamer heeft de motie Stultiens c.s.³ aangenomen. De Tweede Kamer vraagt daarin om coulance bij het handhaven van de voorgestelde termijn van zestien weken voor het indienen van een bezwaarschrift. De leden van de fracties van de VVD en JA21 vragen naar nut en noodzaak van deze wijziging, mede omdat deze afwijkt van het algemene bestuursrecht (waarin een termijn van zes weken geldt).

Het is op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen noodzakelijk dat een beschikking voor compensatie of een OG/S-tegemoetkoming op enig moment onherroepelijk wordt (door het stellen van een termijn). Het kabinet wil elke belanghebbende een realistische termijn geven om een bezwaarschrift in te dienen en tegelijkertijd de Dienst Toeslagen in staat stellen in te spelen op de instroom van bezwaren en aanvragen tot het toekennen van aanvullende compensatie voor werkelijke schade. Uit de uitvoeringspraktijk blijkt dat het overgrote deel van de belanghebbenden in staat is om binnen zestien weken een bezwaarschrift in te dienen. Dit is de reden dat voor deze termijn is gekozen. Deze termijn geldt op dit moment al op basis van het Beleid procesrecht herstel toeslagen dat op 10 juli jongstleden in werking is getreden.

Aan dit besluit kunnen belanghebbenden op dit moment het vertrouwen ontlenen dat een termijn van zestien weken voor het indienen van een bezwaarschrift geldt. Zoals vermeld in de memorie van toelichting is het uitgangspunt daarbij dat bezwaren die buiten deze termijn worden ingediend niet ontvankelijk worden verklaard, behoudens een verschoonbare termijnoverschrijding. De motie Stultiens c.s. sluit aan bij het uitgangspunt van het kabinet om zorgvuldig en ruimhartig te kijken naar de redenen waarom mensen te laat bezwaar indienen en daarbij rekening te houden met individuele omstandigheden en het doenvermogen van bezwaarmakers. De motie brengt in dit uitgangspunt als zodanig geen verandering. De termijn van zestien weken in plaats van zes weken beperkt het aantal gevallen waarin een termijnoverschrijding individueel op verschoonbaarheid moet worden beoordeeld. Het aantal mensen dat binnen de wettelijke termijn een bezwaarschrift indient zal als gevolg van de verlenging namelijk groter zijn, waardoor de individuele ruimhartige benadering in minder situaties noodzakelijk is.

De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst,

• T. 

  van Oostenbruggen

2

¹

   Kamerstukken II 2023/24, 36577, nr. 3, p. 20 en 22.

²

   Kamerstukken II 2023/24, 36577, nr. 3, paragraaf 7.

³

   Kamerstukken II 2024/25, 36577, nr. 13.