Beleidskompas subsidieregeling demonstratieprojecten watertechnologie

1.

Kerngegevens

Document­datum 22-10-2024
Publicatie­datum 23-10-2024
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Beleidskompasformulier voor

internetconsultatie

Titel: Tijdelijke subsidieregeling stimulering fullscale demonstratieprojecten watertechnologie^ Wie zijn belanghebbenden en waarom?

Toelichting

Hulpvragen

  • a) 
    Wie zijn direct of indirect belanghebbenden bij het betreffende vraagstuk?
  • • 
    Waterschappen en Samenwerking Afvalwaterketen Flevoland (SAF) zijn directe belanghebbende bij het programma 'Demonstraties' binnen het NGF voorstel Groeiplan Watertechnologie. Mede vanwege de demonstratie-initiatieven die door deze partijen uitgevoerd zullen worden.
  • • 
    De Nederlandse Watertechnologie sector in de vorm van eindgebruikers ('launching customers'), watertechnologiebedrijven en kennisinstellingen, zijn direct belanghebbende bij het programma 'Demonstraties' binnen het NGF voorstel Groeiplan Watertechnologie. Mede vanwege de private demonstratie-initiatieven die door deze partijen uitgevoerd zullen worden en het omzetten van de sterke kennispositie van de Nederlandse watertechnologiesector in bedrijvigheid en groei van export.
  • • 
    Rijksoverheid, waaronder IenW en EZK hebben belang bij het programma 'Demonstratie'. Mede vanwege de bijdrage aan het economisch versterken van de Nederlandse watertechnologiesector en de bijdrage aan het duurzame verdienvermogen van Nederland in haar totaliteit.
  • • 
    De Nederlandse samenleving - in brede zin - is ook indirect belanghebbende van het programma 'Demonstraties'. Mede vanwege de resultaten die voortvloeien uit de innovaties in de Nederlandse watertechnologiesector. Deze innovaties moeten leiden tot het garanderen van voldoende schoon water en een hogere leveringszekerheid voor huishoudens en industrie in de toekomst.
  • b) 
    Wie beschikken er over relevante kennis over en ervaring met het vraagstuk?
  • • 
    De interne IenW afdelingen
  • • 
    Waterschappen, provincies en gemeenten
  • • 
    Kennisinstellingen
  • • 
    De Nederlandse watertechnologiesector
  • c) 
    Op welke wijze zijn belanghebbenden tot nu toe in de verschillende fasen van het beleidstraject betrokken?

Het beleidstraject is gebaseerd op de Nationaal Groeifonds aanvraag Groeiplan Watertechnologie. Tijdens de ontwikkeling van het Groeiplan Watertechnologie zijn meerdere partijen betrokken geweest bij het ontwikkelen van het programma 'Demonstraties' dat een onderdeel vormt van het Groeiplan Watertechnologie. Betrokken partijen zijn de Rijksoverheid (IenW, EZK) en het consortium van het Groeiplan Watertechnologie dat bestaat uit medeoverheden en kennisinstellingen. Daarnaast heeft het consortium Groeiplan Watertechnologie de bedrijven uit de Nederlandse watertechnologiesector nauw betrokken bij het ontwikkelen van het programma. De betrokken partijen zijn gezamenlijk op beleidsniveau tot invulling van het programma gekomen dat uiteindelijk op directeuren en politiek niveau is goedgekeurd.

Daarnaast wordt via een internetconsultatie het brede publiek betrokken bij het beleidstraject. Tijdens de internetconsultatie hebben belanghebbenden en geïnteresseerden de mogelijkheid suggesties en op- of aanmerkingen ten aanzien van het plan kenbaar te maken.

  • 1. 
    Wat is het probleem?

Toelichting

Hulpvragen

  • a) 
    Wat is het probleem?
  • • 
    Waterschaarste creëert risico's voor voedselproductie, gezondheid, natuur en economie

Door klimaatverandering, vervuiling, verspilling, bevolkingsgroei en een sterke toename van gebruik en uitputting van eindige bronnen bestaat op vele plaatsen in de wereld al een acuut tekort aan voldoende schoon water. Bovendien zijn er grote uitdagingen, zoals voedselzekerheid, energietransitie, woningbouwbehoefte, biodiversiteit en circulariteit, waar de beschikbaarheid en kwaliteit van water een belangrijke rol speelt.

  • • 
    De Nederlandse watertechnologie-sector maakt zijn potentie niet waar

De watertekorten in de wereld vormen een enorme groei- en exportkans voor de Nederlandse watertechnologiesector. Uit gegevens van GWI Waterdata blijkt dat de wereldmarkt op het gebied van watertechnologie in de periode 2017-2021 jaarlijks met gemiddeld 6,3% is gegroeid, tegenover een omzetgroei van de Nederlandse sector van jaarlijks gemiddeld slechts 2 a 3%. Het verdienvermogen van de Nederlandse watertechnologiesector groeit minder snel dan de markt.

  • • 
    Andere sectoren zijn afhankelijk van de watertechnologiesector Tegelijkertijd loopt het verdienvermogen van de water gebruikende Nederlandse industrie- en landbouw sectoren risico door de steeds toenemende druk op het watersysteem.
  • • 
    Launching customers zijn moeilijk te vinden

Referentieprojecten zijn noodzakelijk voor overtuiging van de internationale markt, maar launching customers in de thuismarkt zijn moeilijk te vinden.

Wat zijn launching customers?

Een launching customer wil de (nieuwe) watertechnologie al afnemen voor het zich bewezen heeft en kan omschreven worden als een eerste afnemer of trendsetter of early adopter. Hij weet dat de (nieuwe) watertechnologie nog niet klaar is voor de grote markt. Een launching costumer zorgt ervoor dat een grotere groep potentiële klanten meer vertrouwen in de (nieuwe) watertechnologie krijgt, een groter publiek wordt bereikt en er daardoor sneller opgeschaald kan worden. Waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn voorbeelden van launching costumers.

Waarom zijn launching costumers moeilijk te vinden?

Veel bedrijven zouden zonder een goede eerste klant, die kan meehelpen aan de doorontwikkeling, simpelweg geen kans maken om met hun product of dienst de markt te betreden. Omdat de watertechnologie nog niet bewezen is, loopt de launching costumer een groot risico. Naast dat de launching costumer overtuigd moet zijn dat de nieuwe watertechnologie ook daadwerkelijk toegevoegde waarde op kan leveren (voor zichzelf als voor de klanten), moeten ze ook bereid zijn om een risico te lopen. De nieuwe watertechnologieën die binnen deze programmalijn worden ontwikkeld en gedemonstreerd zijn dure technieken waardoor het risico hoog is. Daarnaast zijn de financiële middelen in de watersector schaars. Het is immers geen 'rijke' sector. Het is dan ook mede om die redenen dat waterschappen en drinkwaterbedrijven zich conservatief opstellen als het gaat om nieuwe waterechnologieën. Subsidie verkleint het risico en verlaagt daarmee de drempel voor afnemers om als launching costumer te fungeren.

  • b) 
    Wat zijn de oorzaken van het probleem?

In de afgelopen jaren is innovatie door verschillende factoren uitgebleven:

  • • 
    Er waren voorheen onvoldoende financiële prikkels om te investeren in een betere waterzuivering vanwege lage waterprijzen en de mogelijkheid tot waterlozing i.p.v. zuivering.
  • • 
    Het betreden van de internationale markt is moeilijk gebleken vanwege moeite met het realiseren van een referentieproject in de thuismarkt en voorkeur voor leveranciers uit eigen land. Exportkansen voor de Nederlandse watertechnologie sector zijn klein, vanwege:

o Beperkte bereidheid risico's te dragen o Beperkte financieringsmogelijkheden

o Terughoudend met innovatieve aanbesteding om innovatief watertechbedrijf te positioneren

  • c) 
    Wat is de omvang van het probleem?

Door klimaatverandering gaat de waterkwaliteit en het watergebruik in ons land steeds meer knellen. We staan voor een grote waterbeschikbaarheidsopgave die veel maatschappelijke uitdagingen en economische sectoren raakt. We worden in toenemende mate geconfronteerd met te veel water (onder andere verhoogd overstromingsrisico), te weinig water (verdroging, warmtestress) en te vies water (verzilting, eutrofiëring, medicijnresten, chemicaliën, microplastics, pathogenen, verlies van biodiversiteit). In de afgelopen vijf jaar was er vier jaar sprake van droogte (2018, 2019, 2020 en 2022) waarin de kwetsbaarheid van onze watervoorziening en de impact van droogte op de leefbaarheid en economie pijnlijk duidelijk werd. Bovendien vergroot de stijging van de zeespiegel onder invloed van klimaatverandering het risico op opwellend zoutwater en verzilting van het kustgebied.

Het RIVM signaleerde in 2020 dat er een grote opgave ligt om de toestand van de drinkwaterbronnen veilig te stellen voor de toekomst. Naast problemen met de beschikbare hoeveelheid water, doen zich bij meer dan de helft van de winningen problemen voor met de kwaliteit. In 135 van de 216 winningen komen (potentiële) probleemstoffen voor en door de droogte van de afgelopen jaren worden concentraties van verontreinigende stoffen hoger.

Een tekort aan schoon zoet water heeft, naast effecten op burgers en natuur, grote economische gevolgen. In periodes van waterschaarste hebben maatschappelijke sectoren (drinkwater en natuur) prioriteit voor waterlevering boven industrie en land- en tuinbouw. Dit beperkt niet alleen de productiemogelijkheden in deze sectoren, maar staat ook de toekomstige vestigingsmogelijkheden in de weg. Verder zal de export van Nederland krimpen als de kwantiteit of kwaliteit van water de productie van exporterende bedrijven beperkt.

Waterbeschikbaarheid en goede waterkwaliteit zijn dus, naast eerste levensbehoeftes, ook belangrijke economische randvoorwaarden. Zonder water geen bedrijfsvoering en groei en dus zullen ook industriële watergebruikers nu meer moeten gaan investeren in watertechnologie voor besparing en hergebruik.

  • d) 
    Wat is het huidige beleid en wat heeft de evaluatie opgeleverd?

Via het Topsectoren beleid van EZ wordt er specifiek beleid gevoerd op kennis en innovatie voor de watertechnologie sector in Nederland. Het Groeiplan Watertechnologie sluit goed aan op het topsectoren beleid van EZ. De TKI Watertechnologie is penvoerder van het Groeiplan Watertechnologie consortium.

  • e) 
    Wat gebeurt er als de overheid niets doet (Nuloptie)? Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

Zonder impuls van het Nationaal Groeifonds, de nuloptie, blijven de genoemde oorzaken bestaan:

  • • 
    Innovaties kunnen moeilijk worden vermarkt doordat waterschappen en drinkwaterbedrijven zich niet zullen opstellen als eerste afnemer voor innovatieve watertechnologie, maar zich primair richten op de publieke taak en wettelijke verplichtingen van waterzuivering en watervoorziening
  • • 
    Watertechnologiebedrijven leveren innovatieve oplossingen die kleinschalig zijn en moeizaam op de markt komen. Door gebrek aan kennis, demonstratiemogelijkheden en slagkracht blijft hun omzet- en exportpotentieel onderbenut.
  • • 
    Een sterke versnipperde sector, zonder dragend kennis- en innovatie-ecosysteem, verzwakt het comparatief voordeel van de Nederlandse watersector doordat innovaties niet gedeeld worden en innovatieve oplossingen achterblijven op de uitdagingen in de markt of niet coherent zijn.
  • • 
    Belangrijke water gebruikende exportsectoren worden belemmerd in productie en groei, waardoor de concurrentiepositie van deze sectoren verslechtert. Tekorten van schoon water gaan ook ten koste van vestiging van bedrijven die afhankelijk zijn van proceswater, maar uiteindelijk ook van natuur en erfgoed en van mogelijkheden voor woningbouw.
  • 2. 
    Wat is het beoogde doel?

Toelichting

Hulpvragen

  • a) 
    Wat zijn de beleidsdoelen?

Het Groeiplan Watertechnologie heeft twee hoofddoelen:

  • • 
    Ontwikkeling en (export)groei van de watertechnologiesector en van water gebruikende sectoren door versnelde innovatie en uitrol van watertechnologie via een effectief werkend onderzoek-, test- en demonstratieprogramma en -ecosysteem
  • • 
    Behouden van ruimte tot verdere ontwikkeling en groei van water gebruikende sectoren door versnelde toepassing van watertechnologie, waarmee blokkades voor economische groei door waterschaarste worden verminderd of voorkomen

Bovengenoemde doelstellingen sluiten aan op de doelstelling van IenW om een impuls te geven aan een kennis- en innovatie ecosysteem in de watertechnologiesector. Een efficiënt werkend kennis- en innovatie ecosysteem draagt bij aan het behalen van de beleidsdoelen van IenW rondom schoon en veilig drinkwater, medicijnresten, waterbesparing, chemische waterkwaliteit, woningbouw etc.

De doelen dragen primair bij aan de SDG 6 Verzeker toegang tot duurzaam beheer van water en sanitatie voor iedereen. In specifiek draagt het Groeiplan Watertechnologie bij aan:

  • • 
    6.1 Tegen 2030 komen tot een universele en gelijke toegang tot veilig en betaalbaar drinkwater voor iedereen
  • • 
    6.3 Tegen 2030 de waterkwaliteit verbeteren door verontreiniging te beperken, de lozing van gevaarlijke chemicaliën en materialen een halt toe te roepen en de uitstoot ervan tot een minimum te beperken waarbij ook het aandeel van onbehandeld afvalwater wordt gehalveerd en recyclage en veilige hergebruik worden verhoogd in Nederland en de landen waarin de innovaties worden geëxporteerd.
  • • 
    6.4 Tegen 2030 in aanzienlijke mate de efficiëntie van het watergebruik verhogen in alle sectoren en het duurzaam winnen en verschaffen van zoetwater garanderen om een antwoord te bieden op de waterschaarste en om het aantal mensen dat af te rekenen heeft met waterschaarste, aanzienlijk te verminderen
  • • 
    6.a Tegen 2030 de internationale samenwerking en de capaciteitsopbouwende ondersteuning uitbreiden voor de ontwikkelingslanden voor activiteiten die betrekking hebben op water en sanitaire voorzieningen en programma's, met inbegrip van technologieën voor waterwinning, ontzilting, waterefficiëntie, afvalwaterzuivering, recyclage en hergebruik.
  • • 
    6.b De deelname versterken en ondersteunen van plaatselijke gemeenschappen bij de verbetering van het waterbeheer en van de sanitaire voorzieningen.
  • 3. 
    Wat zijn opties om het doel te realiseren?

Toelichting

Hulpvragen

  • a) 
    Wat zijn kansrijke aangrijpingspunten om het doel te realiseren?

Waterkwaliteit en waterkwantiteit zijn twee belangrijke oorzaken van veel onderliggende problemen. De komende jaren zal er veel moeten gebeuren om de huidige watersystemen te onderhouden en verbeteren. Onderliggende problemen rondom schoon en veilig drinkwater, medicijnresten, waterbesparing, chemische waterkwaliteit, woningbouw etc. zullen moeten worden aangepakt en opgelost. Het Nationaal Groeifonds programma Groeiplan Watertechnologie zorgt door het ontwikkelen van een kennis en innovatie ecosysteem in de watertechnologie sector dat de onderliggende problemen veroorzaakt door slechte waterkwaliteit en lage waterkwantiteit kunnen worden aangepakt. Door kennisontwikkeling en daarmee nieuwe innovaties in de watertechnologiesector door middel van referentieprojecten te ondersteunen en te begeleiden naar de markt, kan Nederland met deze referentieprojecten enerzijds rekenen op een internationaal erkende watertechnologiesector. Anderzijds kunnen water gebruikende sectoren dankzij verbeterde watertechnologieën van de sector doorgaan met de bedrijfsvoering zonder (al te veel) economische schade te lijden. Doordat de watertechnologie bewezen is (dankzij het eerste referentieproject), lopen de watergebruikende sectoren weinig tot geen financieel risico wanneer ook zij deze nieuwe watertechnologie implementeren in hun normale bedrijfsvoering. Het grootste risico wordt namelijk opgevangen door de launching costumer. Om het financiële risico van de launching costumer af te vangen (en deze over de streep te trekken) is subsidie noodzakelijk. Het Groeiplan Watertechnologie sluit daarmee niet alleen aan op de doelen van het Nationaal Groeifonds, maar draagt ook bij aan de beleidsagenda's van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), onder andere het Missiegedreven Innovatiebeleid, het Deltaprogramma Zoetwater, het Deltaplan Waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Tijdens de uitvoering van het programma en deze regeling zal de methode van interventielogica in het achterhoofd worden gehouden. Per project zal bepaald worden of de voorgenomen technologische innovatie een oplossing biedt voor het probleem dat we middels dit groeiplan willen tackelen.

  • b) 
    Wat zijn, gegeven de aangrijpingspunten, kansrijke beleidsopties?

Voor de pijler "Full scale demonstratieprojecten" is de kansrijke beleidsoptie om een open subsidieregeling te ontwikkelen en open te stellen, waarbij subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van fullscale demonstratieprojecten door consortia in de watertechnologiesector. De fullscale demonstratieprojecten die worden uitgevoerd met behulp van de open subsidieregeling moeten passen binnen het programma van het Groeiplan Watertechnologie en bij voorkeur relatie hebben met de uitgevoerde pilot en test projecten. In principe kunnen projecten van verschillende volwassenheidsniveaus kunnen hiervan gebruik maken, alle fasen van projectidee tot marktintroductie worden met het groeiplan ondersteund. Waarbij binnen deze regeling de focus ligt op fullscale demonstratieprojecten. Er wordt gekozen voor een open subsidieregeling, omdat het Groeiplan Watertechnologie zelf niet de investeringscapaciteit heeft om full scale demonstratieprojecten uit te voeren. Daarnaast biedt een open subsidieregeling de mogelijkheid voor een ieder om initiatieven aan te dragen. Daardoor worden er vooraf geen initiatieven buitengesloten.

Voor de pijler "Full scale demonstratieprojecten" is de beleidstheorie als volgt:

  • • 
    Input: Subsidiebudget + Kennis en expertise watertechnologiesector consortium
  • • 
    Activiteit: Aanvragen beoordelen
  • • 
    Output: Toekenningen
  • • 
    Intermediate outcome: De eerste full scale demonstratieprojecten zijn succesvol en leveren innovatie technologieën op in de watertechnologiesector
  • • 
    Outcome: Innovatieve technologieën worden direct zowel nationaal als internationaal vermarkt en toegepast in een scala van water gebruikende sectoren
  • • 
    Impact: De toepassing van innovatieve technologieën leidt tot zowel directe als indirecte economische groei door vermarkting en water gebruikende sectoren worden niet geremd in hun groei. Daarnaast wordt er een impuls gegeven aan het oplossen van problemen veroorzaakt door waterkwaliteit en waterkwantiteit.
  • 4. 
    Wat zijn de gevolgen van de opties?

Toelichting

Hulpvragen

  • a) 
    Wat zijn de verwachte gevolgen per beleidsoptie?

De verwachte gevolgen zijn: Er zijn +- 11 private full scale demonstratie projecten uitgevoerd dankzij de ondersteuning vanuit IenW met de NGF gelden. Hierdoor wordt er tot en met 2033 €17,7 mln. geïnvesteerd in private full scale demonstratieprojecten. Bovendien gelden de full scale demonstratieprojecten als referenties in de thuismarkt en kunnen innovaties internationaal worden vermarkt.

Dit heeft gevolgen van financiële aard, waaronder inkomenseffecten, budgettaire aspecten, regeldrukaspecten en nalevingskosten. Tevens zijn er niet-financiële gevolgen, waaronder de versterking van de Nederlandse kennispositie op het gebied van watertechnologie en verdere groei van de exportpositie, en in het verlengde voor het milieu. Denk hierbij aan het adresseren van maatschappelijke problemen als droogteproblematiek, de gevolgen van medicijnresten en andere zorgwekkende stoffen voor het milieu, de transitie naar een circulaire economie, de energietransitie, biodiversiteit en klimaatverandering als gevolg van CO2-uitstoot.

  • b) 
    Welke verplichte toetsen zijn van toepassing en wat zijn daarvan de uitkomsten (voor zover bekend)?

Staatssteuntoets, risicoanalyses, M&O analyse. Alle analyses zijn succesvol afgerond.

  • 5. 
    Wat is de voorkeursoptie?

Toelichting

Hulpvragen

  • a) 
    Wat is het voorstel?

Voor pijler"Full scale demonstratieprojecten" is het voorstel om een subsidieregeling te ontwikkelen en open te stellen, waarbij subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van full scale demonstratieprojecten. Het totale budget dat hiervoor is gereserveerd onder

het Groeiplan Watertechnologie programma is 17,7 miljoen euro

  • b) 
    Hoe houdt het voorstel rekening met:
  • • 
    brede maatschappelijke impact?

In de voorbereiding (voorstelontwikkeling van het Groeiplan Watertechnologie) is nagedacht over de meest doeltreffende, doelmatige en best uitvoerbare invulling van alle programmaonderdelen, inclusief financiële stromen (begrotingssubsidie, maatwerk subsidie, SPUK, subsidieregeling, voucherregeling, etc.)

De keuze voor een subsidieregeling is mede tot stand gekomen wegens de brede maatschappelijke impact. Naast dat de regeling onderdeel is van een maatschappelijk impactvol NGF-programma, zorgt de regeling ervoor dat een breed Nederlands publiek bereikt kan worden.

Daarnaast wordt de regeling op regeldruk getoetst door de ATR.

  • c) 
    Wat zijn de risico's en onzekerheden van dit voorstel?
  • • 
    De regeling is niet voldoende toegespitst op de behoeften van de doelgroep.

Dit wordt ondervangen door te werken met een internetconsultatie en door het Groeiplan Watertechnologie-consortium, bestaande uit een breed spectrum van veldpartijen, nauw bij de ontwikkeling van beide regelingen te betrekken.

  • • 
    De regeling is onvoldoende verbonden met het bredere Groeiplan Watertechnologie NGF-programma.

Dit wordt ondervangen door de regeling zoveel mogelijk te baseren op de informatie en vraagstelling uit het Groeiplan Watertechnologie programmavoorstel en nauw samen te werken met het Groeiplan Watertechnologie consortium.

  • • 
    De regeling is te klein om de beoogde maatschappelijke impact te behalen.

Dit wordt ondervangen door de regeling als geïntegreerd onderdeel uit te voeren onder het Groeiplan Watertechnologie programma. De combinatie van regelingen binnen het Groeiplan Watertechnologie zorgt voor financiële ondersteuning en risicovermindering bij investeringen voor innovatie waardoor de ontwikkeling van nieuwe technologieën en de ontwikkeling hiervan naar de markt wordt ondersteund. Door middel hiervan kan de sector een voorbeeldfunctie vervullen en een daadwerkelijke impact realiseren.

De beoogde subsidieregeling zal onderdeel vormen van het NGF-programma Groeiplan Watertechnologie en worden bekostigd met NGF-middelen. Dit betekent dat over de regeling inhoudelijk en financieel moet worden gerapporteerd richting de NGF-

commissie. In het Groeiplan Watertechnologie programma zijn hiervoor KPI's vastgesteld.

Binnen IenW zullen de M&E-mechanismen worden ingezet die gebruikelijk zijn bij het verstrekken van subsidies. Tijdens de uitvoering van de regeling zal er monitoring overleggen plaatsvinden om te analyseren of de regeling de beoogde doelen kan bereiken. Dit zal op zowel management (mogelijk directeuren) niveau als op beleidsmedewerker niveau meermaals per jaar plaatsvinden. Daarnaast zal in de jaarlijkse voortgangsrapportage van het Groeiplan Watertechnologie integraal de voortgang worden gerapporteerd door de penvoerder van het consortium. Na afloop van de regeling zal een ex poste evaluatie plaatsvinden over de doeltreffendheid, doelmatigheid en impact van de regeling, ook als input voor de bredere rapportage voor de NGF-commissie.

^ Beleidskompas

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.