Speech Keti Koti-viering Den Bosch, 1 juli 2024

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, GroenLinks i, gepubliceerd op maandag 1 juli 2024.

Door Raoul White, Tweede Kamerlid GroenLinks-PvdA

  • 1. 
    Inleiding

Geachte aanwezigen, goedenavond, gu neti,

Vandaag herdenken we het einde van de Trans-Atlantische slavenhandel en vieren we de vrijheid. We herdenken het einde van de Nederlandse rol bij het gevangennemen, verschepen en verhandelen van mensen voor winst. Winst die ook in de zakken belandde van handelaren en investeerders hier in Den Bosch.

We brengen de ontmenselijking, de onwaardigheid en het geweld van de slavernij in herinnering. En we vieren trots het breken van de ketens. Vandaag markeert ook het einde van het landelijke herdenkingsjaar 150 jaar Slavernijverleden. Een jaar dat in het teken stond van het werpen van nieuw licht op onze gedeelde geschiedenis. Een jaar dat ontzettend waardevol is geweest en een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan verbinding in een tijd dat de behoefte daaraan enorm is.

Tegelijkertijd betekent het einde van het landelijke herdenkingsjaar niet dat daarmee alles gezegd en gedaan is. We hebben heel bewust een komma gezet, geen punt.

  • 2. 
    Doorwerking

Beste aanwezigen,

Er wordt nog weleens gezegd dat het slavernijverleden ver achter ons ligt. Ja, de formele afschaffing in 1860 in toenmalig Nederlands-Indië en in Suriname in 1863 - voor velen pas daadwerkelijk in 1873 - ligt meer dan anderhalf eeuw achter ons.

Maar het is een verleden dat leeft. Een verleden dat in de herinneringen van velen, bewust of onbewust, doorwerkt. Mijn oma kon er nog over vertellen. De betovergrootmoeder van mijn moeder, Louise Winter, werd in 1870 geboren, drie jaar voordat de slavernij in Suriname in de praktijk ook echt was afgeschaft. Ze heeft de slavernijperiode op die leeftijd uiteraard niet heel bewust meegemaakt, maar ze kon er wel over vertellen. En zo ging het van generatie op generatie.

Ze vertelde bijvoorbeeld over de mentaliteit, de gevoelshouding, die ze erfde, die ze meekreeg van haar ouders. Dat gevoel, die mentaliteit heeft twee kanten. Enerzijds geeft het uitdrukking aan de gedachte: ‘Als het goed gaat kan het morgen voorbij zijn’, en dus kun je maar beter van dag tot dag leven. Anderzijds was het: ‘je moet roeien met de riemen die je hebt’, dat vraagt om een zekere standvastigheid. Doorgaan, ook als je eigenlijk niet meer kan, een gevoel dat ik ook bij mezelf herken.

De doorwerking van het verleden zit dus in de geërfde mentaliteit. Maar ook in de cultuur van alledag, in de muziek bijvoorbeeld. In Suriname wordt het liedje Faya Siton gezongen. De tekst luidt: ‘Faya Siton, no bron mi so, no bron mi so.’ ‘Vuursteen, brand me niet zo, brand me niet zo.’ En daarna: ‘Again masra Jantjie e kiri sma pikin.’ ‘Alweer vermoordt meneer Jan een mensenkind.’

Een lied - met een vrolijke melodie, gezongen door kinderen - dat de pijn vertelt van het geweld dat tot slaafgemaakten werd aangedaan als ze te weinig koffiebonen hadden geplukt. Niet voor niets een lied overigens, want tot slaafgemaakten konden meestal niet schrijven en dus ook hun ervaring niet op schrift doorgeven.

Ik vind het belangrijk om de doorwerking van het slavernijverleden hier te benadrukken. Er is een Surinaams gezegde dat regelmatig wordt aangehaald: ‘Als we de stenen uit ons verleden niet oprapen dan struikelen onze kinderen erover.’

Met andere woorden, als we niet oog in oog met ons verleden gaan staan, als we wat we erven niet ook verwerken dan krijgen onze kinderen met dezelfde trauma’s en moeilijkheden te maken. Met de afschaffing van de slavernij werden niet met een toverstokje de sporen van de geschiedenis uitgewist. Die sporen zijn er. En ze trekken dwars door de levens van erfgenamen. Voor hen is de geschiedenis dichtbij. Voor hen is de geschiedenis een spiegel voor pijn die ook vandaag wordt ervaren. De pijn van discriminatie en racisme - alledaags en institutioneel. De pijn van een gebrek aan trots en eigenwaarde. En ook: de pijn van het afgesneden zijn van de eigen geschiedenis.

Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop voor- en achternamen werden gegeven aan tot slaafgemaakten, ten koste van hun oorspronkelijke namen. Daar heerste cynische willekeur. Vaak was een naam een afgeleide van de naam van de voormalige slaveneigenaar. Of het was gebaseerd op welke dag van de week het toevallig was. Op maandag Kodjo voor jongens en Adjoeba voor meisjes, op dinsdag Abeni voor jongens en Kwami voor meisjes. Enzovoort, enzovoort. Van de oorspronkelijke naam van hun voorouders hadden ze geen weet meer.

Dat doet iets met je identiteit. Dat doet iets met de ontwikkeling van je ‘ik’. Dat doet iets met je zelfbeeld. En met het zelfbeeld van hen die na je komen.

  • 3. 
    Bewustwording

Beste aanwezigen, de excuses van vorig jaar juli waren een belangrijke stap op weg naar heling. Nu is het tijd om samen te herdenken, te verwerken en te herstellen. Want er zijn nog ketenen te breken. Ketenen die ook het heden kenmerken. Lange tijd werden tot slaafgemaakten gereduceerd tot een categorie zonder stem en gezicht. Tot een nummer in een verhaal dat door koloniale machthebbers werd geschreven. Lange tijd ging het niet over die ervaringen.

We laten die periode stap voor stap achter ons. We worden bekender met de geschiedenis. We worden bekender met namen als Joli Coeur en Tula, Mentor en Soeranpati. Mensen die in verzet kwamen tegen de koloniale overheersing. We leren. We zoeken de dialoog op. Er vindt bewustwording plaats. Het perspectief op het verleden verbreedt zich. Er wordt niet meer over gezwegen of gefluisterd. En dat is een goede zaak.

Er zijn nog steeds tegenkrachten, sommige collega’s bijvoorbeeld. Maar de geest van verandering is uit de fles. En het proces van collectieve bewustzijn dat we samen zijn ingegaan kan hooguit wat vertraagd worden.

  • 4. 
    Eigenwaarde

Beste aanwezigen,

Het slavernijverleden heeft veel mensen het zicht op hun eigen verleden ontnomen. En daarmee ook hun gevoel van verbondenheid met hun achtergrond. Wat mij enorm optimistisch stemt is dat daar verandering in komt. Ik merk het als ik jonge mensen van kleur spreek. Er groeit een generatie op die zich losmaakt van het negatieve zelfbeeld dat ook één van de erfenissen van het slavernijverleden is geweest.

Er ontstaat langzaam meer ruimte voor eigenwaarde. Er is meer aandacht voor zwarte schrijvers. Ik denk natuurlijk aan Anton de Kom, wiens werk gelukkig weer opnieuw wordt uitgegeven. Hij plaatste tegenover het koloniale perspectief, in nietsontziende, rauwe bewoordingen het perspectief van de mensen die de overheersing ondergingen. Of aan Astrid Roemer en over de grens, aan woordenkunstenaars als de Amerikaanse schrijver James Baldwin. Schrijvers die de ervaringen van zwarte mensen ongekend scherp wisten te formuleren, en zo ook voor onze tijd gezagvolle figuren zijn geworden om naar op te kijken.

Ik denk ook aan Nina Simone die de strijd voor gelijkwaardigheid niet alleen van Zwarte mensen maar ook van vrouwen tot onvergetelijke muziek heeft weten te vertalen. En Chadwick Boseman, helaas niet meer onder ons, die in zijn rol als ‘Black Panther’ in de gelijknamige film een enorme culturele en maatschappelijke impact had. Ook dat is onderdeel van het proces van heling dat we na de excuses vorig jaar moeten doorzetten.

Beste aanwezigen, vandaag herdenken we. Maar we vieren ook. We vieren waardigheid. We vieren trots. En we vieren de helden op wiens schouders we staan.

  • 5. 
    Ter besluit

Beste aanwezigen,

Ik ben blij dat hier in Den Bosch plannen zijn gemaakt om het slavernijverleden te herdenken met een monument. Elke stap is er één. En tastbare plekken waar we bij elkaar kunnen komen zijn ontzettend belangrijk.

Vanzelfsprekend kunnen wij daarin allemaal onze rol spelen. Vanzelfsprekend kunnen wij allemaal een rol spelen om het proces van heling, verzoening en herstel vorm te geven. In de gesprekken die we voeren en de kennis die we doorgeven. Voorop gezagsdragers. Mensen die vanuit een publieke functie het goede voorbeeld kunnen geven, of als lokale vertegenwoordiger of wethouder, zoals Rick Vermin vandaag heel mooi heeft laten zien.

Ook komend jaar kunnen wij die rol vervullen. In woord en daad. Oprecht en doorleefd. Om recht te doen aan de belofte die we vorig jaar hebben gedaan, om geen punt te zetten, maar een komma.

Op weg naar heling, op weg naar verzoening, op weg naar herstel.

Dank u wel, Grantangi.