Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36470 XII - Wijziging begroting Infrastructuur en Waterstaat 2023 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 24-11-2023 |
Publicatiedatum | 24-11-2023 |
Nummer | KST36470XII2 |
Kenmerk | 36470 XII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023
2024
36 470 XII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties 5
2.2 Overzicht Coronamaatregelen 7
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid 8
3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond 11
3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid 13
3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor 16
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens 21
3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid 23
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid 24
3.9 Artikel 21 Duurzaamheid 25
3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's 27
3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie 30
3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport 31
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering 33
3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen 34
4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement 35
4.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement 37
4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld 40
5.1 Agentschap Rjkswaterstaat 41
5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII);
-
2.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.
Tabel 1 Ondergrenzen |
conform RBV |
|
Omvang begrotingsartikel (stand Beleidsmatige mutaties ontwerpbegroting) in € miljoen (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 en < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatie vraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:
-
1.In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.
-
2.In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgavenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting 2023 (Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
-
3.In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2023 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoe-nennotamutaties zijn reeds in de aan uw Kamer voorgelegde Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstukken II 2022-2023, 36 200 XII, nr 2) toegelicht met uitzondering van de verplichtingen. De begrotingsmutaties van de najaarsnota en de verplichtingenmutaties van de miljoenennota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel.
-
4.In de paragraaf agentschappen (paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkel ijk vastgestelde begroting. Op aanwijzing van Minfin is in de prinsjes-dagsuppletoire begroting geen agentschapsparagraaf opgenomen. De Agentschapsparagraaf is opgesteld met de stand 1e suppletoire als uitgangspunt. Aangezien de mutaties prinsjesdag nog niet eerder zijn toegelicht in de agentschapsparagraaf dienen ook deze meegenomen te worden in de toelichting van de 2e suppletoire begroting.
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzigingen weer in de uitgaven en ontvangsten ten opzichte van de Miljoenennota 2023. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000) |
||||
Artikelnummer |
Uitgaven 2023 |
|||
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvWs en amendementen) 2023 |
12.407.473 |
|||
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||||
|
Divers |
45.109 |
||
|
26 |
|
||
|
Divers |
32.100 |
||
|
Divers |
|
||
|
17 |
|
||
|
16 |
3.217 |
||
|
Divers |
|
||
|
Divers |
11.588 |
||
Stand 2e suppletoire begroting 2023 |
12.431.986 |
Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting. Per saldo wordt € 45,1 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van IenW. Het gaat met name om:
-
-Voor het uitvoeren van de verkenning OV en Wonen Utrecht hebben Rijk en Regio tijdens in 2019 gezamenlijk € 380 miljoen gereserveerd. De bijdrage vanuit het Ministerie van BZK bedraagt € 69,3 miljoen.
-
-De investeringskosten van het project MOC KW van Defensie nemen toe als gevolg van prijsstijging van de bouwkosten, een hogere zeespiegelstijging en aanpassingen in het ontwerp. Het aandeel van het Ministerie van IenW hierin betreft € 8,3 miljoen.
-
-Voor de innovatieregeling Zero Emissie Pilots wordt er ingezet op zero emissie bouwmateriaal in de Rijksvastgoedbedrijf bouwprojecten Binnenhof en 't Harde. Hiervoor draagt het Ministerie van IenW
€ 4,8 miljoen af aan het Ministerie van BZK.
-
-In opdracht van het Ministerie van EZK gaat Rijkswaterstaat data verzamelen over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee. EZK boekt hier € 4,3 miljoen euro voor over naar IenW.
Per saldo is € 31,6 miljoen overgeboekt vanuit het mobiliteitsfonds en Deltafonds naar HXII, waarvan € 32,1 miljoen van het mobiliteitsfonds naar HXII is overgeboekt en € 0,5 miljoen van HXII naar het Deltafonds. Het gaat met name om:
-
-Vanuit het Mobiliteitsfonds is € 31,2 miljoen overgeboekt naar artikel 16 voor diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifiek e uitkering bij Najaarsnota 2023 uitbetaald.
-
-Een budgetoverheveling van het Mobiliteitsfonds art 11 Reservering pakket Zeeland naar HXII ten behoeve van de subsidie NS en naar aanleiding van een subsidie aanvraag voor de continuering van de uitbreiding dienstregeling Zeeland in 2023. lenW is Overeengekomen om deze treindienst te continueren in de dienstregelingsjaren 2022 t/m 2024 (€ 4,2 miljoen).
Het subsidiebudget voor luchtvaart in transitie neemt met € 28,4 miljoen af vanwege het doorschuiven van middelen van 2023 naar 2024. De vertraging van de uitbetaling van de subsidiemiddelen heeft te maken met de extra tjd die nodig is voor het opstellen van de subsidieregelingen en het beoordelen van de subsidieaanvragen.
De budgetbijstelling van € 3,2 miljoen voor de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) regelingen 2021 en 2022 naar aanleiding van de vaststellingen van de in het kader van deze regelingen verstrekte bijdragen.
Diverse kleine mee- en tegenvallers zorgen voor een positief saldo van € 7,1 miljoen. Hiervan betreft een positief saldo van € 1,7 miljoen de HGIS budgetten en bestaat uit het programma Partners voor Water 5 (€ 1,0 miljoen) en het HGIS subsidie budget (€ 0,7 miljoen).
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000) |
|
Artikelnummer |
Ontvangsten 2022 |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire |
65 471 |
begrotingen, NvWs en amendementen) 2023 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
|
|
|
|
Divers 12.752 |
Stand 2e suppletoire begroting 2023 |
73.431 |
Naar aanleiding van recente vaststellingen van de BVOV wordt er verwacht dat er minder ontvangsten zullen binnenkomen (€ -4,8 miljoen).
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
Tabel 4 Coronamaatregelen op de IenW-begroting (bedragen x € 1 mln.)
Art. Naam maatregel/regeling |
Bedrag verplichtingen 2023 |
Bedrag uitgaven 2023 |
Bedrag ontvangsten 2023 Vindplaats |
|
16 en 98 |
Beschikbaarheidsvergoeding OV |
46,3 |
108,4 |
Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755,35 925, nr. 14 , 20,7 35 925, nr. 71 |
17 |
Lening Winair |
0,0 |
0,0 |
Kamerstuk II, 35 705, nr. 1 , 31 936,3,0 nr. 896 |
22 |
Tegemoetkoming vuurwerkbranche |
2,1 |
2,3 |
Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14, 36 038, nr.0,0 1 , 35 924, nr. 14 |
97 en 98 |
COVID-testen reizigers |
1,0 |
4,8 |
Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925,0,0 nr 71 |
Totaal |
49,4 |
115,5 |
23,7 |
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van |
beleid Artikel 11 Integraal Waterbeleid (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
45.457 |
1.906 |
47.363 |
Uitgaven |
57.416 |
|
54.512 |
1 Algemeen Waterbeleid |
46.232 |
|
43.997 |
Opdrachten |
16.764 |
|
10.758 |
FLOW |
0 |
0 |
0 |
KAWI |
1.945 |
|
1.202 |
Klimaat Bestuur/NOVI |
306 |
0 |
306 |
CORA |
400 |
240 |
640 |
VN Water |
1.500 |
|
0 |
Overige opdrachten |
12.613 |
|
8.610 |
Subsidies |
11.420 |
3.546 |
14.966 |
Partners for Water 5 (HGIS) |
3.117 |
27 |
3.144 |
Blue Deal (HGIS) |
6.960 |
610 |
7.570 |
WI |
1.212 |
113 |
1.325 |
Overige subsidies |
131 |
2.796 |
2.927 |
Bijdragen aan agentschappen |
16.628 |
325 |
16.953 |
Waarvan bijdragen aan KNMI |
707 |
140 |
847 |
Bijdragen aan RWS |
15.346 |
60 |
15.406 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
575 |
125 |
700 |
Bijdragen aan mederoverheden |
100 |
|
0 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
1.320 |
0 |
1.320 |
2 Waterveiligheid |
2.315 |
|
2.072 |
Opdrachten |
2.315 |
|
2.072 |
RWS Waterveiligheid |
1.507 |
|
1.164 |
Overige opdrachten |
808 |
100 |
908 |
3 Grote oppervlaktewateren |
1.069 |
|
894 |
Opdrachten |
1.069 |
|
894 |
RWS Zuid-Westelijke Delta |
370 |
0 |
370 |
Overige opdrachten |
699 |
|
524 |
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
4 Waterkwaliteit |
7.800 |
|
7.549 |
Opdrachten |
5.612 |
|
4.881 |
Noordzee en Oceanen |
158 |
|
57 |
Waarvan RWS (BOA) |
3.517 |
|
3.316 |
Overige opdrachten |
1.937 |
|
1.508 |
Subsidies |
552 |
557 |
1.109 |
Bijdragen aan medeoverheden |
50 |
0 |
50 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
1.586 |
|
1.509 |
WKK contributies |
36 |
31 |
67 |
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
1.550 |
|
1.442 |
Ontvangsten |
30 |
0 |
30 |
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 1,9 miljoen verhoogd.
Dit heeft met name betrekking op een subsidieverlening voor de actieprogramma's KRW en PFAS voor MKB Nederland en VNO-NCW. VNO-NCW en MKB Nederland gaan het bedrijfsleven ondersteunen met actieprogramma's op het gebied van de Kaderrichtlijn Water en PFAS, waarmee de kennis bij bedrijven wordt vergroot en concrete (bovenwettel ijke) maatregelen worden verkend en gestimuleerd. IenW draagt hier de komende jaren € 3,1 miljoen aan bij, waarvan € 2,0 miljoen voor het actieprogramma PFAS en € 1,1 miljoen voor het actieprogramma KRW.
Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget per saldo € 1,2 miljoen verlaagd is.
Artikel 11.1 Algemeen Waterbeleid
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget van per saldo - € 6,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-Herprioritering van € 2,9 miljoen van het opdrachtenbudget van Partners voor Water naar subsidies ter dekking van een subsidie aan Deltares binnen het programma Partners voor Water. Dit betreft een in 2022 aangegane verplichting die in 2023 is betaald.
-
-Een correctie van HGIS-budgetten naar het financieel instrument subsidies (- € 1,5 miljoen) voor de uitvoering door Deltares van de gemaakte afspraken in de VN Waterconferentie voor het International Panel on Deltas (IPDC).
-
-Een lagere kasprognose ( € 1,0 miljoen) op het door RVO uitgevoerde programma Partners voor Water 5. Tevens heeft RVO aangegeven dat programma-activiteiten vertragen naar 2024, omdat het maken van bestuurlijke internationale afspraken na de VN top meer tijd vergt dan verwacht.
Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het opdrachtenbudget met per saldo € 2,6 miljoen verlaagd is.
Subsidies
De verhoging van het subsidiebudget met per saldo € 3,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hierboven toegelichte HGIS herverdeling van opdrachten en subsidies (€2,7 miljoen).
Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het subsidiebudget met per saldo € 0,8 miljoen verhoogd is.
De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
De uitgavenverhoging met per saldo € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.
3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van |
beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
94.319 |
38.430 |
132.749 |
Uitgaven |
110.468 |
|
109.767 |
4 Ruimtegebruik bodem |
110.468 |
|
109.767 |
Opdrachten |
13.097 |
|
12.486 |
Bodem en STRONG |
8.207 |
|
7.612 |
RWS Leefomgeving |
2.376 |
140 |
2.516 |
Overige opdrachten |
2.514 |
|
2.358 |
Subsidie |
23.224 |
|
22.724 |
Bedrijvenregeling |
9.322 |
0 |
9.322 |
Subsidies Caribisch Nederland |
12.552 |
|
12.052 |
Overige subsidies |
1.350 |
0 |
1.350 |
Bijdragen aan agentschappen |
10.865 |
0 |
10.865 |
Waarvan bijdragen aan RWS |
5.489 |
0 |
5.489 |
Waarvan bijdragen aan RIVM |
5.376 |
0 |
5.376 |
Bijdragen aan medeoverheden |
63.194 |
410 |
63.604 |
Meerjarenprogramma Bodem |
63.194 |
410 |
63.604 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
88 |
0 |
88 |
Ontvangsten |
3.500 |
0 |
3.500 |
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 38,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door enkele versnellingen van verplichtingenruimte uit latere jaren.
-
-Per 1 januari 2024 gaat de Wet Bodembescherming op in de Omgevingswet. Daarmee vervalt per 1 januari de grondslag voor het Besluit financiële bepalingen bodemsanering, behoudens overgangsrecht. Bedrijven die zich voor 2008 hebben aangemeld voor de Bedrij-venregeling hebben nog tot 1 januari 2025 de mogelijkheid om aan te geven dat ze ook daadwerkelijk gebruik gaan maken van de regeling. Het saneringsplan moet dan voor 1 januari 2024 zijn ingediend. Om
de aangewezen coördinerende rechtspersonen, Stichting Bodembeheer Nederland en Bosatex, in staat te stellen om de nog resterende werkvoorraad af te handelen, wordt dit jaar aanvullende verplichtingenruimte verstrekt (€ 16,0 miljoen).
-
-Er is een verplichtingschuif van 2028 naar 2023 voor de sanering van het EMK-terrein (€ 10,0 miljoen). Deze sanering is onderdeel van de oude afspraken in het meerjarenprogramma bodemsanering (looptijd tot en met 2030), waarvoor het Ministerie van lenW, in tegenstelling tot reguliere bodemsaneringsprojecten, zelf opdrachtgever is. Op basis van de gewijzigde Uniforme administratieve voorwaarden (UAV) in 2023 zal dit jaar nog een vervolgopdracht van circa € 10,0 miljoen worden verstrekt.
-
-Binnen het meerjarenprogramma Bodemsanering wordt ingezet op versnelling van saneringsprojecten voor onder meer PFAS, Asbest, drugs gerelateerde verontreiniging en waterbodems. Hiervoor wordt binnen het meerjarenprogramma verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar 2023 geschoven (€ 9,0 miljoen).
-
-Een verplichtingenschuif naar 2023 vanuit 2024 en 2025 om een meerjarige opdracht aan het RIVM vast te kunnen leggen voor de gevraagde FTE-inzet (€ 3,2 miljoen).
-
-Een verplichtingenschuif ten behoeve van de vastlegging van de meerjarige opdracht aan het RIVM voor de externe projectkosten die RIVM zal maken voor de opdracht (€ 1,5 miljoen).
Verder hebben er enkele kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo - € 1,3 miljoen die het verplichtingenbudget verlagen.
De uitgavenverhoging met per saldo € 0,7 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van |
beleid artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
526.319 |
3.535 |
529.854 |
Uitgaven |
346.544 |
|
345.451 |
1 Netwerk |
25.118 |
|
24.146 |
Opdrachten |
14.101 |
|
13.629 |
Wegverkeersbeleid |
5.107 |
43 |
5.150 |
Unit Smart Mobility |
6.444 |
|
5.160 |
Overige opdrachten |
2.550 |
769 |
3.319 |
Bijdragen aan agentschappen |
8.879 |
|
8.003 |
Bijdragen aan agentschap RWS |
8.073 |
|
7.194 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
806 |
3 |
809 |
Bijdragen aan medeoverheden |
764 |
|
680 |
Regionale bijdrage MIRT |
764 |
|
680 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
1.374 |
460 |
1.834 |
2 Verkeersveiligheid |
24.974 |
207 |
25.181 |
Opdrachten |
6.591 |
|
5.801 |
Verkeersveiligheid |
5.208 |
|
4.845 |
Overige opdrachten |
1.383 |
|
956 |
Subsidies |
10.785 |
|
10.605 |
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) |
4.463 |
|
4.250 |
Veilig Verkeer Nederland (VVN) |
4.244 |
0 |
4.244 |
Overige subsidies |
2.078 |
33 |
2.111 |
Bijdragen aan agentschappen |
729 |
28 |
757 |
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
14 |
14 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
30 |
565 |
595 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
3.122 |
287 |
3.409 |
Bijdragen aan CBR |
2.287 |
|
1.656 |
Overige bijdragen |
835 |
918 |
1.753 |
(Schade)vergoedingen |
3.717 |
283 |
4.000 |
Stint |
3.717 |
283 |
4.000 |
3 Slimme en Duurzame Mobiliteit |
296.452 |
|
296.124 |
Opdrachten |
45.419 |
|
38.698 |
Reservering Klimaatakkoord |
1.672 |
|
0 |
Duurzame logistiek |
3.604 |
1.367 |
4.971 |
Innovatie en Intelligente Transportsystemen |
9.100 |
|
7.411 |
Programma duurzame mobiliteit |
5.736 |
|
2.230 |
Innovatie, strategie voor Mobiliteit (ISM) |
997 |
|
925 |
Verkeersemissies |
845 |
|
377 |
Programma fiets |
1.962 |
|
1.846 |
Duurzame energiedragers in mobiliteit |
1.238 |
|
1.111 |
NGF-project Dutch Metropolitan Innovations |
8.769 |
0 |
8.769 |
KF: Slimme laadinfra |
4.376 |
0 |
4.376 |
Overige opdrachten |
7.120 |
|
6.682 |
Vastgestelde |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
|||
Subsidies |
202.352 |
0 |
202.352 |
Bronmaatregelen stikstof |
57.598 |
0 |
57.598 |
Elektrisch vervoer |
127.686 |
0 |
127.686 |
Duurzame mobiliteit |
14.790 |
0 |
14.790 |
Overige subsidies |
2.278 |
0 |
2.278 |
Bijdragen aan agentschappen |
24.362 |
401 |
24.763 |
Bijdragen aan agentschap Nea |
5.359 |
0 |
5.359 |
Bijdragen aan agentschap RWS |
4.168 |
0 |
4.168 |
Bijdragen aan agentschap RVO |
14.368 |
399 |
14.767 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
467 |
2 |
469 |
Bijdragen aan medeoverheden |
24.216 |
5.452 |
29.668 |
Duurzame mobiliteit |
13.500 |
3.500 |
17.000 |
Mobiliteit en Gebieden |
2.062 |
1.952 |
4.014 |
KF: Slimme Laadinfra |
8.624 |
0 |
8.624 |
Overige bijdragen aan medeoverheden |
30 |
0 |
30 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
103 |
440 |
543 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
0 |
100 |
100 |
Ontvangsten |
5.782 |
|
5.125 |
De verplichtingenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
De uitgavenverlaging met per saldo € -0,9 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
De uitgavenverhoging met per saldo € 0,2 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
3 Slimme en Duurzame mobiliteit
De uitgavenverlaging met per saldo - € 0,8 miljoen wordt veroorzaakt door diverse mutaties. Onderstaand worden de mutaties toegelicht per instrument, waar de mutatie hoger is dan de voorgeschreven norm.
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met per saldo - € 7,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-Herschikking Reservering klimaatakkoord naar Duurzame logistiek (€ 1,7 miljoen): Bij het opstellen van de Ontwerpbegroting 2024 is een negatieve begrotingsstand in het jaar 2023 ontstaan. Door de budgetten uit de reservering voor het klimaatakkoord opnieuw toe te delen worden de begrotingsstanden gecorrigeerd.
-
-BTW Compensatiefonds afdracht VDI en IVRI (€ 1,2 miljoen): Dit betreft de BTW afdracht aan het BTW Compensatiefonds (BCF) voor de specifieke uitkering Veilig Doelmatig en Duurzaam (€ 0,3 miljoen) en Intelligente Verkeersregelinstallaties (€ 0,9 miljoen).
-
-SPUK Vergroenen Reisgedrag (€ 3,5 miljoen): Dit betreft een mutatie voor de SPUK Vergroenen Reisgedrag inzake regeling Veilig, Slim Duurzaam (VSD). Er zijn bij het BO MIRT 2022 afspraken gemaakt over de werkgeversaanpak. De grondslag is meegenomen in de «Tijdelijke stimuleringsregeling slim, veilig, doelmatig en duurzaam gebruik van mobiliteitsinfrastructuur 2023-2027» en zal onder deze noemer worden uitgekeerd.
-
-Het overige verschil wordt verklaard door diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 5,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-De hierboven toegelichte SPUK Vergroenen Reisgedrag (€ 3,5 miljoen).
-
-HXII Specifieke uitkeringen Intelligente Verkeersregelinstallaties (iVRI) (€ 2,0 miljoen): Voor de specifieke uitkering (iVRI) is er in totaal nog
€ 2,0 miljoen nodig voor het betalen van uitkeringen. Dit bedrag wordt overgeboekt van het Mobiliteitsfonds naar HXII waar de regeling wordt verantwoord.
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
|||
Verplichtingen |
273.669 |
|
254.888 |
Uitgaven |
260.497 |
30.218 |
290.715 |
1 OV en Spoor |
42.301 |
26.720 |
69.021 |
Opdrachten |
10.571 |
|
7.810 |
ACM |
1.783 |
|
0 |
OV & Stations |
2.376 |
|
2.333 |
Aanst. NS en ProRail |
4.229 |
|
3.257 |
Opdrachten SU |
324 |
|
141 |
Overige opdrachten |
1.859 |
220 |
2.079 |
Subsidies |
16.056 |
3.136 |
19.192 |
Maatregelen Spoorgoederenvervoer |
10.176 |
|
9.363 |
Consumentenorganisatie OV |
1.093 |
0 |
1.093 |
Subsidie NS SV |
2.000 |
0 |
2.000 |
Overige subsidies |
2.787 |
3.949 |
6.736 |
Bijdragen aan agentschappen |
1.124 |
4 |
1.128 |
Bijdragen aan RWS |
1.057 |
0 |
1.057 |
Bijdragen aan KNMI |
14 |
0 |
14 |
Bijdragen aan overige agentschappen |
53 |
4 |
57 |
Bijdragen aan medeoverheden |
14.448 |
26.341 |
40.789 |
Bijdrage medeoverheden OVS |
11.971 |
26.041 |
38.012 |
CLU Betuwe en HSL |
2.477 |
300 |
2.777 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
102 |
0 |
102 |
2 Maatregelenpakket OVS |
218.196 |
3.498 |
221.694 |
Subsidies |
218.196 |
3.498 |
221.694 |
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector |
104.848 |
3.217 |
108.065 |
Transitievangnet OV |
113.348 |
281 |
113.629 |
Ontvangsten |
25.522 |
|
24.103 |
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting in totaal per saldo met € 18,7 miljoen verlaagd. Dit bedrag wordt met name verklaard door:
-
-Een verplichtingenverlaging van € 58,5 miljoen voor de budgetbijstelling van de BVOV (Beschikbaarheidvergoeding OV) regelingen 2021 en 2022 naar aanleiding van de vaststellingen van de bijdragen die in het kader van deze regelingen zijn verstrekt.
-
-Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget met € 8,6 miljoen is toegenomen.
-
-Het resterende verschil wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 30,3 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden van € 26,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-Een overboeking van € 31,2 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifieke uitkering uitbetaald.
-
-Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het budget bijdragen aan medeoverheden met € 4,9 miljoen is afgenomen.
Subsidies
De verhoging van het subsidiebudget met € 3,5 miljoen wordt voornamel ijk veroorzaakt door:
-
-een budgetbijstelling van € 3,2 miljoen voor de beschikbaarheidsver-goeding OV (BVOV) regelingen 2021 en 2022. De vaststellingen van de verstrekte bijdragen zijn hoger dan van te voren is opgenomen in de prognose.
-
-Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het subsidiebudget met € 0,3 miljoen is toegenomen.
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van |
beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
254.234 |
|
242.178 |
Uitgaven |
119.451 |
|
101.026 |
1 Luchtvaart |
119.451 |
|
101.026 |
Opdrachten |
13.831 |
6.010 |
19.841 |
GIS-4 regeling |
0 |
1.234 |
1.234 |
Caribisch Nederland |
385 |
|
150 |
Klimaatbeleid |
953 |
51 |
1.004 |
Luchtruim Regio Luchthaven |
1.108 |
404 |
1.512 |
Luchtruimherziening |
1.295 |
|
934 |
Onbemande luchtvaart |
373 |
423 |
796 |
Onderzoek luchtvaart |
2.868 |
|
1.126 |
NGF-project Luchtvaart in transitie |
887 |
|
325 |
Overige opdrachten |
5.962 |
6.798 |
12.760 |
Subsidies |
96.926 |
|
68.542 |
Subsidies klimaatbeleid |
2.850 |
0 |
2.850 |
Subsidies tarieven Bonaire |
420 |
0 |
420 |
Subsidies omploegen graan |
1.700 |
0 |
1.700 |
NGF-project Luchtvaart in transitie |
89.940 |
|
61.596 |
Overige subsidies |
2.016 |
|
1.976 |
Bijdragen aan agentschappen |
1.443 |
5.337 |
6.780 |
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI |
14 |
0 |
14 |
Waarvan bijdragen aan agentschap RWS |
858 |
5.327 |
6.185 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
571 |
10 |
581 |
Bijdragen aan medeoverheden |
1.550 |
0 |
1.550 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
1.625 |
0 |
1.625 |
Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization |
1.455 |
0 |
1.455 |
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
170 |
0 |
170 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
2.365 |
323 |
2.688 |
Leningen |
1.711 |
|
0 |
4.522 3.087 7.609
Ontvangsten
Tabel 10 Uitsplitsing verplichtingen art. 17 (bedragen x € 1.000) |
|||
Verplichtingen |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Mutaties 2e suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) begroting (2) 254.234 |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
|
|
Waarvan garantieverplichtingen |
52.600 |
0 |
52.600 |
Waarvan overige verplichtingen |
201.634 |
|
189.578 |
Het verplichtingenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 12,1 miljoen verlaagd. De verlaging van het verplichtingenbudget is met name het gevolg van:
-
-Het verplichtingenbudget neemt met € 16,1 miljoen af vanwege het doorschuiven van verplichtingenbudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie van 2023 naar 2024. Deze mutatie wordt onder subsidies nader toegelicht.
-
-Daarnaast wordt het verplichtingenbudget met € 3,2 miljoen opgehoogd vanwege een bijdrage van Bonaire International Airport aan de vervanging van de Airfield Ground Lighting installatie. De vervangings-opdracht wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat.
Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het verplichtingenbudget met per saldo € 0,8 miljoen verhoogd is.
Het uitgavenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 18,4 miljoen verlaagd.
Opdrachten
Het opdrachtbudget voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart is met € 6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door:
-
-Het opdrachtenbudget wordt met € 8,1 miljoen opgehoogd vanuit diverse budgetten binnen lenW. Deze middelen worden ingezet voor:
-
•de betaling van de planschade aan de gemeente Lansingerland.
Dat is een vergoeding vanuit lenW aan de gemeente Lansingerland voor de door de gemeente betaalde planschade aan WTZI-vastgoed Parnassia groep B.V., n.a.v. een uitspraak van de RvS.
-
•de betaling van de nadeelcompensatie te Rijdt, een nadeel-compensatieregeling voor de overschrijding van de geluid grenswaarde Schiphol.
-
-Het opdrachtenbudget wordt met € 1,6 miljoen verlaagd vanwege diverse herschikkingen binnen artikel 17.
Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het opdrachtenbudget met per saldo € 0,5 miljoen verlaagd is.
Subsidies
Het subsidiebudget voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart neemt met € 28,4 miljoen af vanwege het doorschuiven van subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie van 2023 naar 2024. De vertraging van de uitbetaling van de subsidiemiddelen heeft te maken met de extra tjd die nodig is voor het opstellen van de subsidieregelingen en het beoordelen van de subsidieaanvragen.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan het agentschap Rijkswaterstaat voor 2023 voor het artikelonderdeel Luchtvaart is met € 5,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende opdrachten die door RWS worden uitgevoerd:
-
-De vervanging Airfield Ground Lighting installatie van Bonaire International Airport (€ 3,4 miljoen). De ophoging van het budget bestaat uit de bijdrage vanuit Bonaire International Airport (€ 3,2 miljoen) en een bijdrage vanuit de directie Luchtvaart (€ 0,2 miljoen).
-
-De uitvoering van de nadeelcompensatie te Rijdt. Het budget wordt vanuit het opdrachtenbudget van directie Luchtvaart met € 1,9 miljoen opgehoogd voor de uitvoeringskosten van de nadeelcompensatiere-geling.
Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het totale uitgavenbudget met € 1,4 miljoen is afgenomen. Deze mutaties hebben effect op de budgetten voor bijdragen aan ZBO's en RWT's en leningen.
Het ontvangstenbudget voor 2023 wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,1 miljoen opgehoogd. Dit is met name vanwege de bijdrage van Bonaire International Airport aan de vervanging van de Airfield Ground Lighting installatie (€ 3,2 miljoen).
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 Scheepvaart en Havens (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl.
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen |
66.377 |
|
62.403 |
Uitgaven |
88.416 |
|
88.098 |
1 Scheepvaart en Havens |
88.416 |
|
88.098 |
Opdrachten |
30.060 |
|
28.394 |
Caribisch Nederland |
100 |
|
0 |
Topsector logistiek |
11.312 |
0 |
11.312 |
NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek |
12.949 |
0 |
12.949 |
Overige opdrachten |
5.699 |
|
4.133 |
Subsidies |
52.364 |
115 |
52.479 |
NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch |
15.600 |
0 |
15.600 |
Innovatieve Duurzame Binnenvaart |
22.324 |
0 |
22.324 |
Walstroom |
11.285 |
115 |
11.400 |
Topsector Logistiek |
3.000 |
0 |
3.000 |
Overige subsidies |
155 |
0 |
155 |
Bijdragen aan agentschappen |
4.112 |
|
4.052 |
Waarvan Bijdragen aan agentschap RWS |
2.810 |
0 |
2.810 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
1.302 |
|
1.242 |
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
1.644 |
1.120 |
2.764 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
236 |
173 |
409 |
Ontvangsten |
0 |
419 |
419 |
Suppletoire
Begrotingen, Mutaties 2e
NvW en amende- suppletoire menten) (1) begroting (2)
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door een verplichtingenschuif op het budget voor de bijdragen aan medeoverheden (€ 3,0 miljoen). In de Ontwerpbegroting 2024 is een kasschuif (- € 3,0 miljoen) van 2023 naar 2025 opgenomen waarmee middelen voor de aanleg van de nieuwe zeehaven op Saba naar 2025 worden geschoven. Met deze verplichtingenschuif wordt ook de verplichting voor deze opdracht naar achteren geschoven.
Tot slot hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het verplichtingenbudget met € 1,0 miljoen is verlaagd.
Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,3 miljoen verlaagd.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt met € 1,1 miljoen verhoogd in verband met een bijdrage aan het IOPC-fonds. Het IOPC-fonds is een internationaal schadefonds voor vergoeding van schade als gevolg van ongevallen met olietankers. Het fonds wordt gevuld door bedrijven die olie ontvangen maar als gevolg van achterstallige betalingen van Nederlandse bedrijven dient de staat de bijdrage aan dit fonds te compenseren om in de toekomst aanspraak te kunnen blijven maken op de middelen uit dit fonds.
Daarnaast hebben er diverse kleine mutaties plaatsgevonden waarmee het uitgavenbudget met € 1,4 miljoen is verlaagd.
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 Internationaal beleid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl.
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Verplichtingen |
12.668 |
|
12.039 |
Uitgaven |
11.972 |
|
11.343 |
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking |
11.972 |
|
11.343 |
Opdrachten |
3.984 |
|
3.425 |
Uitvoering Intereg |
282 |
|
281 |
Uitvoering HGIS |
793 |
|
583 |
Uitvoering niet-HGIS |
1.756 |
91 |
1.847 |
Overige opdrachten |
1.153 |
|
714 |
Subsidies |
1.692 |
|
992 |
Interreg |
1.622 |
|
922 |
Overige subsidies |
70 |
0 |
70 |
Bijdragen aan agentschappen |
2.885 |
0 |
2.885 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
142 |
0 |
142 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
644 |
0 |
644 |
Waarvan Bijdragen aan RVO |
2.099 |
0 |
2.099 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
3.011 |
630 |
3.641 |
Waarvan bijdragen HGIS |
2.811 |
180 |
2.991 |
Waarvan bijdragen niet-HGIS |
200 |
450 |
650 |
Bekostiging |
400 |
0 |
400 |
Bekostiging GCA |
400 |
0 |
400 |
Overige bekostiging |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
312 |
257 |
569 |
Suppletoire
Begrotingen, Mutaties 2e
NvW en amende- suppletoire menten) (1) begroting (2)
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,6 miljoen verlaagd. Dat wordt veroorzaakt door diverse kleine uitgavenmutaties. Gezien deze kleiner zijn dan de gehanteerde norm worden deze niet toegelicht (zie leeswijzer).
De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl.
Suppletoire Stand 2e
Begrotingen, Mutaties 2e suppletoire
NvW en amende- suppletoire begroting (3) = (1) menten) (1) begroting (2) + (2)
Verplichtingen |
66.718 |
4.941 |
71.659 |
Uitgaven |
61.584 |
|
61.499 |
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder |
61.584 |
|
61.499 |
Opdrachten |
12.212 |
|
11.645 |
Waarvan RIVM |
5.380 |
182 |
5.562 |
Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering |
6.569 |
|
5.810 |
Overige opdrachten |
263 |
10 |
273 |
Bijdragen aan agentschappen |
16.608 |
735 |
17.343 |
Waarvan bijdragen aan RWS |
2.816 |
0 |
2.816 |
Waarvan bijdragen aan RIVM |
13.562 |
725 |
14.287 |
Bjdragen aan overige agentschappen (RVO en KNMI) |
230 |
10 |
240 |
Bijdragen aan medeoverheden |
32.301 |
|
32.111 |
Programma NSL en SLA |
7.669 |
|
6.700 |
Uitvoering geluidsanering |
24.632 |
779 |
25.411 |
Bekostiging |
463 |
|
400 |
Ontvangsten |
1.000 |
946 |
1.946 |
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,9 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
-
-Een ophoging van € 3,0 miljoen van het verplichtingenbudget om de meerjarige opdracht (2024-2027) aan te gaan voor de uitvoering van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai onder de Omgevingswet.
-
-Een ophoging van € 2,1 miljoen van het verplichtingenbudget ten behoeve van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai onder de Wet Geluidhinder. Het subsidieplafond 2023 wordt opgehoogd met de middelen die waren gereserveerd voor de sanering onder de Omgevingswet (ingangsdatum vastgesteld op 1 januari 2024).
-
-Diverse kleinere mutatie opgeteld tot - € 0,2 miljoen.
De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel artikel 21 |
Duurzaamheid (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
63.776 |
152 |
63.928 |
Uitgaven |
58.661 |
309 |
58.970 |
5 Duurzame productieketens |
55.788 |
1.822 |
57.610 |
Opdrachten |
20.020 |
|
18.391 |
Uitvoering duurzame productieketens |
11.736 |
|
10.215 |
Waarvan RWS |
6.149 |
|
5.850 |
KF: Plastics norm |
525 |
0 |
525 |
Overige opdrachten |
1.610 |
191 |
1.801 |
Subsidies |
9.955 |
4.291 |
14.246 |
Subsidies duurzame productieketens |
9.955 |
4.291 |
14.246 |
Bijdragen aan agentschappen |
24.487 |
|
23.656 |
Waarvan bijdragen aan RWS |
11.662 |
|
11.644 |
Waarvan bijdragen aan RVO |
11.400 |
|
10.587 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
1.425 |
0 |
1.425 |
Bijdragen aan medeoverheden |
800 |
|
751 |
Waarvan bijdragen aan Caribisch Nederland |
800 |
|
751 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
50 |
40 |
90 |
Bijdragen aan ZBO's en RWT's |
476 |
0 |
476 |
6 Natuurlijk kapitaal |
2.873 |
|
1.360 |
Opdrachten |
2.233 |
|
547 |
Uitvoering Natuurljk kapitaal |
1.759 |
|
115 |
Overige opdrachten |
474 |
|
432 |
Bijdragen aan agentschappen |
640 |
173 |
813 |
Ontvangsten
0 59 59
Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl.
Suppletoire Stand 2e
Begrotingen, Mutaties 2e suppletoire
NvW en amende- |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|||
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|||
Verplichtingen |
63.776 |
152 |
63.928 |
||
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
1.750 |
1.750 |
||
waarvan overige verplichtingen |
63.776 |
- |
1.598 |
62.178 |
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
-
-Een verplichtingenoverheveling voor de vastlegging van de garantie-verplichting uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) textiel. Hiervoor wordt € 1,8 miljoen overgeheveld binnen artikel 21 van overige verplichtingen naar garanties.
-
-De resterende verhoging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte kasmutaties.
Subsidies
Het subsidiebudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:
-
-De RVO heeft de uitgavenraming bijgesteld voor de uitvoering van de regeling Kennis- en Innovatieagenda Circulaire Economie, Circulaire Ketenprojecten en de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie. Hiervoor wordt € 3,9 miljoen overgeboekt vanuit het opdrachtenbudget Duurzame productieketens (€ 3,6 miljoen) en het opdrachtenbudget Natuurlijk kapitaal (€ 0,3 miljoen) naar het subsidiebudget.
-
-Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.
De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende- |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
67.932 |
|
63.980 |
Uitgaven |
79.952 |
|
74.596 |
1 Veiligheid chemische stoffen |
27.429 |
|
23.393 |
Opdrachten |
9.259 |
|
5.301 |
Waarvan RWS |
1.841 |
0 |
1.841 |
Waarvan RIVM |
1.081 |
65 |
1.146 |
Uitvoering veiligheid |
1.525 |
|
1 |
Uitvoering stoffen en M&G |
2.628 |
|
639 |
Overige opdrachten |
2.184 |
|
1.674 |
Subsidies |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
16.612 |
725 |
17.337 |
Waarvan Bijdragen aan RWS |
3.396 |
0 |
3.396 |
Waarvan Bijdragen aan RIVM |
12.877 |
725 |
13.602 |
Overige bijdragen aan agentschappen |
339 |
0 |
339 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
250 |
490 |
740 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
1.308 |
|
15 |
Waarvan Bijdragen aan CTGB |
1.308 |
|
15 |
2 Veilige biotechnologie |
6.350 |
|
6.070 |
Opdrachten |
1.364 |
|
1.304 |
Uitvoering veiligheid GGO |
1.304 |
0 |
1.304 |
Overige opdrachten |
60 |
|
0 |
Bijdragen aan agentschappen |
4.986 |
|
4.766 |
Waarvan bijdragen aan COGEM |
1.700 |
0 |
1.700 |
Waarvan bijdragen aan RIVM |
3.286 |
|
3.066 |
3 Veiligheid bedrijven en transport |
46.173 |
|
45.133 |
Opdrachten |
15.582 |
|
11.206 |
EPK Bijdrage RWS |
1.831 |
0 |
1.831 |
Opdrachten asbest |
1.684 |
|
733 |
Programma omgevingsveilig |
5.526 |
|
4.058 |
VTH-stelsel |
3.339 |
|
1.981 |
Uitvoering Buisleidingen |
1.386 |
|
787 |
Uitvoering veiligheid VGS |
1.356 |
0 |
1.356 |
Overige opdrachten |
460 |
0 |
460 |
Subsidies |
10.378 |
2.952 |
13.330 |
Subsidies inrichtingen & transport |
7.603 |
0 |
7.603 |
Subsidies asbest |
0 |
0 |
0 |
Subsidies vuurwerk |
2.260 |
0 |
2.260 |
Overige subsidies |
515 |
2.952 |
3.467 |
Bijdragen aan agentschappen |
6.673 |
230 |
6.903 |
Waarvan bijdragen aan RWS |
4.184 |
0 |
4.184 |
Waarvan bijdragen aan RIVM |
2.083 |
230 |
2313 |
Waarvan bijdragen aan RVO |
406 |
0 |
406 |
Bijdragen aan medeoverheden |
9.619 |
154 |
9773 |
Waarvan bijdragen aan Caribisch Nederland |
125 |
1 |
126 |
Overige bijdragen aan medeoverheden |
9.494 |
153 |
9.647 |
inkomensoverdrachten |
3.921 |
0 |
3921 |
Inkomensoverdrachten mesothelioom |
3.921 |
0 |
3921 |
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
-
-Een verplichtingenoverheveling binnen artikel 22 van € 2,7 miljoen om de subsidie Safety Deal 2024 aan de RVO te kunnen verstrekken.
-
-Een verplichtingenoverheveling binnen artikel 22 van € 0,3 miljoen voor de opdracht aan RWS voor het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS). RWS is de beheerder van het programma LAVS. De verplichtingenoverheveling is nodig zodat RWS tijdig voorafgaand aan 2024 de opdracht voor beheer aan het LAVS kan verstrekken.
-
-Een verplichtingenoverheveling van - € 1,6 miljoen van artikel 22 naar artikel 98 voor ICT werkzaamheden voor het project vergunningsver-lening toezicht en handhavingstelsel.
-
-De overige verlaging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Het uitgavenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 5,4 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
1 Veiligheid chemische stoffen
Opdrachten
Het opdrachtenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,0 miljoen verlaagd. Dit is met name het gevolg van:
-
-Een overboeking van € 1,7 miljoen van artikel 22 naar artikel 21. Er is minder budget benodigd op artikel 22 voor de dataverkenning afzet biociden en monitoring impulsprogramma, visie ontwikkeling externe veiligheid en maatwerkafspraken. Dit wordt ingezet op artikel 21 voor de jaarafrekening RVO 2022.
-
-Een overboeking van € 1,0 miljoen van artikel 22 naar ANVS voor de kosten om het radionuclidenlaboratorium van RIVM weer compliant te maken aan de huidige wet- en regelgeving tot de verhuizing van RIVM naar een nieuw gebouw.
-
-Een herschikking van € 0,2 miljoen binnen artikel 22 voor de bijdrage aan het Ministerie van LNV voor het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB).
-
-Een herschikking van € 0,4 miljoen binnen artikel 22 voor een bijdrage aan de OECD voor het project Pepper. Het gaat hierbij om testmethodes van hormoonontregelende eigenschappen van stoffen.
-
-Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,7 miljoen.
De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3 Veiligheid bedrijven en transport
Opdrachten
Het opdrachtenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,4 miljoen verlaagd. Dit is met name het gevolg van:
-
-Een herschikking van € 2,6 miljoen op artikel 22 voor een subsidie aan Omgevingsdienst.NL (ODNL) voor de uitvoering van de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO).
-
-Een verlaging van het budget met € 1,0 miljoen op artikel 22. Er is minder budget nodig voor het interbestuurlijke programma VTH.
-
-Een herschikking binnen artikel 22 van € 0,4 miljoen voor de opdracht aan RIVM voor de ondersteuning en uitvoering van het beleid gericht op emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen.
-
-Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.
Subsidies
Het subsidiebudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:
-
-Een herschikking van € 2,9 miljoen op artikel 22 voor een subsidie aan Omgevingsdienst.NL (ODNL) voor de uitvoering van de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO).
-
-Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,1 miljoen.
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 23 Meteorologie, Seismolologie en Aardobservatie (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
|||
Verplichtingen |
76.098 |
517 |
76.615 |
Uitgaven |
75.027 |
517 |
75.544 |
1 Meteorologie en seismologie |
51.850 |
517 |
52.367 |
Bijdragen aan agentschappen |
47.760 |
517 |
48.277 |
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI |
47.760 |
517 |
48.277 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
4.090 |
0 |
4.090 |
Contributie ECMWF (HGIS) |
3.150 |
0 |
3.150 |
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
940 |
0 |
940 |
2 Aardobservatie |
23.177 |
0 |
23.177 |
Bijdragen aan agentschappen |
23.177 |
0 |
23.177 |
Waarvan bijdragen aan KNMI |
23.177 |
0 |
23.177 |
Ontvangsten
0 0 0
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:
-
-Twee overboekingen vanuit het Ministerie van EZK optellend tot
€ 0,4 miljoen voor Space Weather. Dit betreft een opdracht om een ruimteweer-alarmeringsservice op te zetten. Het KNMI brengt hiervoor effecten en gevaren van ruimteweer in kaart en monitort de situatie in de ruimte.
-
-Een overboeking vanuit het Ministerie van OCW van € 0,1 miljoen voor de uitvoering van de Subsidieregeling Matching Horizon Europe.
De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van |
beleid artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
|||
Verplichtingen |
189.203 |
906 |
190.109 |
Uitgaven |
189.203 |
906 |
190.109 |
1 Personele uitgaven |
162.927 |
938 |
163.865 |
Waarvan eigen personeel |
132.368 |
6.273 |
138.641 |
Waarvan inhuur externen |
30.559 |
|
25.224 |
Waarvan overige personele uitgaven |
0 |
0 |
0 |
2 Materiële uitgaven |
26.276 |
|
26.244 |
Waarvan ICT |
2.817 |
1.484 |
4.301 |
Waarvan bijdragen SSO's |
7.326 |
|
6.942 |
Waarvan overige materiële uitgaven |
16.133 |
|
15.001 |
Ontvangsten |
14.948 |
0 |
14.948 |
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,9 miljoen verhoogd en wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Artikel 24.01 Personele uitgaven
Eigen Personeel
Het budget voor eigen personeel wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 6,3 miljoen verhoogd, met name als gevolg van:
-
-Een herschikkig van € 5,0 miljoen vanuit inhuur externen naar eigen personeel. Een deel van de inhuur op formatieplekken is eerder vervangen dan verwacht. Met deze herschikking wordt voorkomen dat er problemen ontstaan bij de verwerking van de salarissen.
-
-B ijdrage van € 0,8 miljoen voor de Banenafspraak.
-
-Een overboeking vanuit het Ministerie van BZK voor de kosten toezicht Energielabels 2023. De ILT houdt toezicht op de naleving van de regelgeving m.b.t. de energielabels. De huidige toezichtstaak wordt uitgebreid naar actief toezicht op de andere aspecten van het vigerende Besluit Energieprestatie Gebouwen (BEG).
-
-Diverse kleinere mutaties optellend tot € 0,4 miljoen.
Het budget voor inhuur externen wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met € 5,3 miljoen verlaagd, met name als gevolg van:
-
-De hierboven genoemde herschikking van € 5,0 miljoen tussen de instrumenten inhuur externen en eigen personeel.
-
-Een overboeking van € 0,4 miljoen naar het programma Vrachtwagenheffing op het mobiliteitsfonds voor de afrekening van de werkzaamheden ILT voor de implementatie van kilometerheffing bij Vrachtverkeer.
Artikel 24.02 Materiële uitgaven
De uitgavenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
De ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van |
beleid artikel 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
1.113.061 |
0 |
1.113.061 |
Uitgaven |
1.066.023 |
0 |
1.066.023 |
1 Brede doeluitkering |
1.066.023 |
0 |
1.066.023 |
Brede doeluitkering |
1.066.023 |
0 |
1.066.023 |
Bijdrage BDU |
1.066.023 |
0 |
1.066.023 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Er zijn geen mutaties doorgevoerd op dit artikel.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van |
beleid artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen (bedragen x € 1.000) |
||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. |
|||
Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, |
Mutaties 2e |
suppletoire |
|
NvW en amende |
suppletoire |
begroting (3) = (1) |
|
menten) (1) |
begroting (2) |
|
|
Verplichtingen |
9.345.914 |
16.293 |
9.362.207 |
Uitgaven |
9.346.064 |
16.471 |
9.362.535 |
1 Bijdragen aan het Mobiliteitsfonds |
7.808.084 |
26.803 |
7.834.887 |
2 Bijdragen aan het Deltafonds |
1.537.980 |
|
1.527.648 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting met in totaal per saldo € 10,8 miljoen verhoogd en hebben betrekking op de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
1 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023 wordt met € 21,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door overboekingen vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII en overboekingen vanuit andere ministeries.
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2023 wordt met € 10,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name door overboekingen naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII en overboekingen naar andere ministeries.
Tabel 21 Algemeen Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Vastgestelde Mutaties 2e
begroting (incl. suppletoire
Suppletoire begroting (2)
Begrotingen,
NvW en amendementen) (1)
Verplichtingen |
54.606 |
3.456 |
58.062 |
Uitgaven |
66.046 |
2.795 |
68.841 |
1 Algemeen departement |
61.610 |
2.795 |
64.405 |
Opdrachten |
41.415 |
2.673 |
44.088 |
van A naar Beter |
1.525 |
0 |
1.525 |
Ext. juridische adv. |
1.876 |
224 |
2.100 |
Onderzoeken PBL |
5.332 |
410 |
5.742 |
Onderzoeken ANVS |
4.187 |
|
3.637 |
DCC |
9.360 |
|
9.010 |
Regeringsvliegtuig |
14.723 |
2.891 |
17.614 |
Overige opdrachten |
4.412 |
48 |
4.460 |
Subsidies |
30 |
116 |
146 |
Bijdragen aan agentschappen |
15.465 |
1.536 |
17.001 |
Waarvan bijdragen aan agentschap RWS |
3.164 |
0 |
3.164 |
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI |
2.457 |
0 |
2.457 |
Dienstverlening RIVM |
9.844 |
1.536 |
11.380 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
0 |
170 |
170 |
Bijdragen aan medeoverheden |
4.700 |
|
3.000 |
HGIS ODA |
4.700 |
|
3.000 |
3 COVID-19 Testen reizen |
4.436 |
0 |
4.436 |
Opdrachten |
4.436 |
0 |
4.436 |
Opdrachten COVID-19 |
4.436 |
0 |
4.436 |
Ontvangsten |
1.501 |
2.016 |
3.517 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 3,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil betreft diverse kleine vertragingen op uitgaven waarvoor verplichtingen reeds in 2023 zijn aangegaan.
Opdrachten
De ophoging van het opdrachtenbudget met € 2,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het budget voor de hogere uitgaven voor het Regeringsvliegtuig door stijgende brandstofkosten en aanvullende onderhoudskosten en onvoorziene reparaties (€ 2,9 miljoen).
Bijdragen aan agentschappen
De ophoging van het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 1,5 miljoen betreft de dekking van de meerkosten om het huidige radio-nuclidenlaboratorium weer compliant te maken aan de huidige wet- en regelgeving tot de verhuizing van RIVM naar een nieuw gebouw. Daarnaast is het een bijstelling van nucleaire adviesdiensten ten behoeve van RIVM n.a.v. de eindafrekening 2021.
Bijdragen aan medeoverheden
De verlaging van het budget voor bijdragen aan medeoverheden met € 1,7 miljoen komt door een overboeking naar het opdrachtenbudget en het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties om de middelen voor de noodhulp aan Oekraïne op het juiste instrument te zetten. Voor het 2e hulpdossier wordt strooizout geregeld zodat Oekraïne de winter door kan komen.
Het ontvangstenbudget wordt opgehoogd met € 2,0 miljoen. Dit betreft:
-
-de ontvangsten van Boeing voor het Regeringsvliegtuig (€ 1,5 miljoen)
-
-de onvoorziene ontvangsten van de Europese Commissie voor onderzoeksopdrachten PBL (€ 0,3 miljoen).
-
-de onvoorziene retourontvangst van een eerder verstrekte subsidie (€ 0,3 miljoen).
Tabel 22 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000) |
|||
Vastgestelde |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
|||
Verplichtingen |
465.111 |
1.893 |
467.004 |
Uitgaven |
470.149 |
2.808 |
472.957 |
1 Personele uitgaven |
353.561 |
10.195 |
363.756 |
Waarvan eigen personeel |
293.905 |
8.016 |
301.921 |
Waarvan inhuur externen |
55.782 |
3.810 |
59.592 |
Waarvan overige personele uitgaven |
3.874 |
|
2.243 |
2 Materiële uitgaven |
116.588 |
|
109.201 |
Waarvan ICT |
33.130 |
|
32.847 |
Waarvan bijdrage SSO's |
63.339 |
|
62.744 |
Waarvan overige materiële uitgaven |
20.119 |
|
13.610 |
Ontvangsten |
8.104 |
3.252 |
11.356 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 1,9 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil wordt verklaard door een correctieboeking ten behoeve van de overboekingen naar het Mobiliteitsfonds.
Uitgaven
1 Personele uitgaven
Eigen personeel
De ophoging van het budget voor eigen personeel met € 8,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-hogere personele uitgaven voor de Luchtvaartdirectie (€ 3,1 miljoen). Op een aantal plaatsen eerder vacatures zijn vervuld dan verwacht en er bij de oprichting van een programmadirectie onduidelijkheid is ontstaan over de financiering van een aantal fte's die overkwamen van een andere directie en daardoor is een aantal formatieplaatsen dubbel bezet. Daarnaast was er aan het begin van het jaar budget nodig voor externe inhuur en dat nu is teruggeboekt naar het personele budget.
-
-Hogere personele uitgaven van de Maritiemdirectie (€ 1,7 miljoen). Bij begrotingsvoorbereiding is rekening gehouden met een ingroeipad. Werving van het benodigde personeel is sneller verlopen dan verwacht, waardoor een tekort is ontstaan.
-
-De Naheffing Werkkostenregeling WKR (€ 3,0 miljoen). lenW heeft een naheffing inkomstenbelasting ontvangen vanwege het overschrijden van de vrije ruimte van de Werkkostenregeling voor onbelaste vergoedingen aan werknemers.
-
-Ontvangen klimaatfondsbijdragen vanuit het Ministerie van EZK en een verrekening van de kosten Rekenmeesterfunctie die door PBL wordt uitgevoerd (totaal € 2,0 miljoen).
-
-Lagere uitgaven als gevolg van vertraagde invulling van vacatureruimte (- € 2,9 miljoen).
-
-Van eerder gedane overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor projecten ERTMS, Tijdelijke Tolheffing en Vrachtwagenheffing voor apparaatsuitgaven wordt, door geactualiseerde prognoses, een deel teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds (totaal - € 0,9 miljoen).
-
-Herschikking vanuit materiele uitgaven voor personele inzet voor invoering CIO-stelsel en Programma Open Overheid (€ 2,0 miljoen).
Inhuur externen
De ophoging van het budget voor externe inhuur met € 3,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-Dit betreft het eerder ontvangen aandeel van RWS voor de werkzaamheden voor de Vernieuwing SAP dat, door vertraging, niet meer in 2023 worden betaald. Deze worden teruggegeven aan RWS via het Mobiliteitsfonds (- € 0,6 miljoen)
-
-Inzet op vacatureruimte. Doordat het wervingstraject van nieuwe medewerkers, voornamelijk voor Inkoop en Subsidies, op vacatures langer loopt dan voorzien wordt externe inhuur ingezet (€ 2,8 miljoen).
-
-Een deel van de werkzaamheden voor vernieuwing SAP worden door uitbesteding derden uitgevoerd i.p.v. externe inhuur - € 1,6 miljoen.
-
-Herschikking vanuit materieel. Voor de personele inzet voor de projecten Vernieuwing Content Manager, Cybersecurity, Open Overheid en vernieuwing CIO-stelsel is een herschikking noodzakelijk (€ 1,9 miljoen).
-
-Voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van Maatwerk-afspraken, Nucleair en het programma VTH (Vergunningverlening Toetsing en Handhaving) is meer externe inhuur noodzakelijk dan eerder was voorzien (€ 0,5 miljoen).
-
-Een actualisatie van de apparaatsuitgaven van Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing voor inhuur en detachering vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 0,8 miljoen).
Overige personele uitgaven
Het budget voor overige uitgaven wordt verlaagd met € 1,6 miljoen omdat de verzekeringsmaatschappijenminder kosten in rekening hebben gebracht dan zij eerder hadden voorzien voor aanspraken van oud-werknemers.
ICT
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Bijdrage aan SSO's
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Overige materiële uitgaven
Het budget voor overige uitgaven wordt met € 6,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door:
-
-de bijdragen aan diverse IenW-onderdelen voor het invullen van arbeidsplaatsen, om te voldoen aan de banenafspraak o.a. RWS (MF) en ILT (artikel 24) (-€ 2,2 miljoen).
-
-een herschikking naar personele uitgaven voor personele inzet voor invoering CIO-stelsel en Programma Open Overheid (- € 2,8 miljoen).
-
-een verlaging van het budget, omdat de commissie integriteit, zoals bepaald in CAO, nog niet is aangesteld (- € 0,4 miljoen).
-
-een verlaging van het budget door de niet uitgevoerde geplande uitbreiding van gebouwen en lagere kosten voor bedrijfsvoeringsbeheer (- € 1,0 miljoen).
De ophoging van het ontvangstenbudget met € 3,3 miljoen betreft met name de de ontvangsten in 2023 voor de oprichtingsvergunning Pallas i.h.k.v. De Kernenergiewet (€ 2,5 miljoen) en de ICBR-bijdrage uit de Kosten-verdeelnotitie 2023 voor Doorontwikkeling en Vernieuwing (€ 0,8 miljoen).
Tabel 23 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000) |
|||
Vastgestelde |
|||
begroting (incl. Suppletoire |
Stand 2e |
||
Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
25.809 |
|
0 |
Uitgaven |
0 |
0 |
0 |
Nominaal en onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting per saldo met - € 25,8 miljoen verlaagd. Met de prinsjesdag suppletoire begroting is de eindejaarsmarge toebedeeld aan de verschillende artikelen binnen HXII. Deze verplichtingenruimte is niet nodig om de verplichtingen aan te gaan en wordt daarom afgeboekt.
5.1 Agentschap Rijkswaterstaat
Tabel 24 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat tweede Suppletoire begroting 2023
(Bedragen x € 1.000) |
|||
NvW en amendementen) |
suppletoire begroting |
Totaal geraamd (3) =(1)+(2) |
|
Baten |
|||
|
3.419.264 |
111.335 |
3.530.599 |
waarvan omzet moederdepartement |
3.361.130 |
|
3.281.431 |
waarvan omzet overige departementen |
100.818 |
8.769 |
109.587 |
waarvan omzet derden |
219.108 |
9.261 |
228.369 |
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden |
|
173.004 |
|
Rentebaten |
40.218 |
12.451 |
52.669 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
1.500 |
0 |
1.500 |
Totaal baten |
3.460.982 |
123.785 |
3.584.767 |
Lasten
Apparaatskosten |
1.408.985 |
71.753 |
1.480.738 |
|
1.104.977 |
57.983 |
1.162.960 |
waarvan eigen personeel |
1.027.886 |
54.568 |
1.082.454 |
waarvan inhuur externen |
77.091 |
3.415 |
80.506 |
waarvan overige personele kosten |
0 |
0 |
0 |
|
304.008 |
13.770 |
317.778 |
waarvan apparaat ICT |
50.009 |
|
46.983 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
72.202 |
|
67.848 |
waarvan overige materiële kosten |
181.797 |
21.149 |
202.946 |
Externe Productkosten |
2.022.000 |
28.873 |
2.050.873 |
Rentelasten |
1.468 |
90 |
1.558 |
Afschrijvingskosten |
18.879 |
114 |
18.993 |
|
18.744 |
|
18.013 |
waarvan apparaat ICT |
4.554 |
0 |
4.554 |
waarvan overige materiële afschrjvingskosten |
14.190 |
|
13.459 |
|
135 |
845 |
980 |
Overige lasten |
8.000 |
960 |
8.960 |
waarvan dotaties voorzieningen |
8.000 |
960 |
8.960 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
3.459.332 |
101.791 |
3.561.123 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
1.650 |
21.995 |
23.645 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
130 |
0 |
130 |
Saldo van baten en lasten |
1.520 |
21.995 |
23.515 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij |
1.520 |
|
1.500 |
Te verdelen resultaat |
0 |
22.015 |
22.015 |
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De lagere omzet moederdepartement ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023
ad. € -79,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
-
-het gemelde in de Kamerbrief van 17 maart over het Basiskwaliteitsniveau, waarbij benodigd budget in lijn is gebracht met hetgeen voor de uitvoeringsorganisatie maakbaar wordt geacht. (€ -274,6 miljoen);
-
-uitkering van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 171,1 miljoen);
-
-programmamiddelen voor de planstudie Stikstof (€ 5,9 miljoen);
-
-apparaatsmiddelen voor capaciteit Beheer en Onderhoud (€ 5,6 miljoen);
-
-bijdrage van RWS aan Min. lenW ten behoeve van het programma Vernieuwing SAP (€ -6 miljoen);
-
-het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen, Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 8,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) (€ 7,0 miljoen)
Omzet nog uit te voeren werkzaamheden
RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken.
De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting toenemen met € 88.8 miljoen tot € 1.199,0 miljoen ultimo 2023 (ultimo 2022 € 1.110,2 miljoen). De verwachte toename van de NUTW is daarmee beperkter dan eerder gemeld in de eerste suppletoire begroting 2023 (€ 261,8 miljoen). In lijn met de afspraken rondom het basiskwaliteitsniveau van de netwerken in beheer van RWS (Kamerbrief 17 maart), is het benodigd budget voor de periode 2023-2030 in lijn gebracht met hetgeen voor de uitvoeringsorganisatie maakbaar wordt geacht. Daarbij is rekening gehouden met een NUTW inzet van € 100,0 miljoen per jaar in 2026 - 2030 (totaal € 500,0 miljoen).
De balanspost zorgt er voor dat de middelen die dit jaar niet kunnen worden ingezet, beschikbaar blijven voor beheer en onderhoud in 2024 en latere jaren voor het uitvoeren van de SLA afspraken.
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.
De hogere kosten eigen personeel ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 54,6 miljoen zijn met name het gevolg van gemaakte afspraken in de CAO Rijk 2022-2024. Hierin zijn afspraken gemaakt over verlofuren in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB) voor het personeel. Het opsparen van deze verlofuren zorgt voor toename van de personeelskosten (€ 40 miljoen). Daarnaast wordt deze toename met name veroorzaakt door toegenomen capaciteit van RWS als gevolg van Strategisch Capaciteit Management (SCM) (24 FTE), beleidsondersteuning en advisering (BOA) (11 FTE), Werving en selectie voor Min. IenW (11 FTE), Programma Vrachtwagenheffing (9,5 FTE), Wet Open Overheid (8,2 FTE) en Verkeersbegeleiding Kanaal Gent Terneuzen (7,5 FTE).
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO's die bedrijfsvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten.
De hogere materiële kosten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 13,8 miljoen zijn met name het gevolg van prijsstijgingen.
In de prognose van de Externe productkosten is rekening gehouden met de overdracht van zes zijobjecten van de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (HLD). Deze overdracht vindt, conform besluit van de Minister op 6 september, plaats in 2023 (€ 41,2 miljoen).
De verwachte rentelasten zijn ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met name toegenomen als gevolg de investering in een strategische zoutloods.
Dotaties voorzieningen
De toename van de dotatie is met name het gevolg een dotatie aan de reeds gevormde reorganisatievoorziening als uitkomst van het onderhandelingsresultaat tussen Vakbonden en RWS over de compensatieregeling bij de reorganisatie bij de Rijksrederij. De omvang van de dotatie komt overeen met de schatting van de kosten die verbonden zijn aan de laatst voorgestelde compensatieregeling.
Tabel 25 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting |
Totaal geraamd (3) |
=(1)+(2) |
||
en amendementen) |
||||
|
1.500.697 |
0 |
1.500.697 |
|
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
3.722.774 |
|
3.673.555 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
|
|
|
|
290.191 |
|
140.256 |
|
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
|
0 |
|
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
8.500 |
0 |
8.500 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
43 |
|
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
46.368 |
|
44.130 |
|
|
19.515 |
|
17.320 |
|
31 december (=1+2+3+4) |
1.761.595 |
|
1.602.815 |
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De lagere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -49,2 miljoen worden met name veroorzaakt door de lagere ontvangsten van het moederdepartement. Voor meer toelichting wordt verwezen naar de post Omzet moederdepartement in het exploitatieoverzicht.
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -100,7 miljoen is met name het gevolg van doorberekening van prijsstijgingen op uitvoering van werkzaamheden en de overdracht van zes zijobjecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Voor meer toelichting wordt verwezen naar hetgeen is opgenomen onder de posten personele-, materiële- en externe productkosten.
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
De hogere investeringen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € 6,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de aankoop van een strategische zoutloods.
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.
Het totaal aan investeringen is hoger. Daartegenover staat een lager beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 ad. € -2,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de investeringen anders zijn verdeeld dan in 2022 was ingeschat. Op basis van de inschatting uit 2022 worden financieringsmogelijkheden uit de leenfaciliteit vastgezet. Gedurende 2023 is gebleken dat in enkele asset categorieën meer is geïnvesteerd en in andere minder dan verwacht. Dit verklaart waarom de investeringen hoger zijn, terwijl het beroep op de leenfaciliteit achterblijft.
5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Metereologisch Instituut
Tabel 26 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI tweede Suppleto € 1.000) |
ire begroting 2023 (Bedragen |
x |
|
|
suppletoire begroting + (2) |
||
Baten |
|||
|
107487 |
|
103.262 |
waarvan omzet moederdepartement |
75.127 |
|
70.402 |
waarvan omzet overige departementen |
3.596 |
|
3.396 |
waarvan omzet derden |
28.764 |
700 |
29.464 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
107.487 |
|
103.262 |
Lasten
Apparaatskosten |
84.033 |
|
82.911 |
|
54.298 |
190 |
54.488 |
waarvan eigen personeel |
47.763 |
|
46.463 |
waarvan inhuur externen |
6.435 |
1.550 |
7985 |
waarvan overige personele kosten |
100 |
|
40 |
|
29.735 |
|
28.424 |
waarvan apparaat ICT |
12.439 |
|
11.648 |
waarvan bijdrage aan SSOS |
5.552 |
311 |
5.863 |
waarvan overige materiële kosten |
11.744 |
|
10.913 |
Rentelasten |
0 |
95 |
95 |
Afschrjvingskosten |
2.041 |
|
1.811 |
|
1.915 |
|
1.700 |
waarvan apparaat ICT |
133 |
|
75 |
waarvan overige materiële afschrjvingskosten |
1.781 |
|
1.625 |
|
126 |
|
111 |
Overige lasten |
21.888 |
|
19.972 |
waarvan aardobservatie |
21.888 |
|
19.927 |
waarvan dotaties voorzieningen |
0 |
45 |
45 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
107.962 |
|
104.790 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
|
|
|
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
25 |
0 |
25 |
Baten
Omzet moederdepartement
De daling komt door achterblijven strategische projecten (€ -3,7 miljoen), lagere baten EUMETSAT (€ -1,9 miljoen), lagere baten voor het KNMI-Instrumenten fonds O&W (€ -1,0 miljoen), lagere baten RWS (€ -0,3 miljoen), overboeking van middelen voor Werving en selectie naar RWS (€ -0,3 miljoen) en enkele kleinere posten (€ -0,2 miljoen). Strategische projecten en het KNMI-Instrumenten fonds O&W blijven met name achter omdat het vullen van vacatures van deze specialistische rollen lastiger is dan verwacht in de huidige markt. Aan de andere kant zijn de baten gestegen door toevoegen van middelen voor loon- en prijsbijstelling (€ 2,7 miljoen).
Omzet overige departementen
Lagere omzet EZK ((€ 0,2) doordat er minder uren zijn gemaakt.
Omzet derden
De hogere baten komen met name door extra subsidieopbrengsten (€ 1,8 miljoen). Daartegenover staan lagere opbrengsten voor luchtvaart (€ -0,5 miljoen), licenties (€ -0,4 miljoen) en overige zaken (€ -0,2 miljoen).
Personele kosten
Ondanks de stijging van de loonkosten volgens de cao is er door een lagere bezetting dan begroot een daling van de loonkosten (€ -2,4 miljoen). De lagere bezetting wordt veroorzaakt door moeite met aantrekken en behouden van personeel. Met name door de stijging van de ontvangen uren IKB in de nieuwe cao is het aantal openstaande verlofuren sterk gestegen. Dit maakt een ophoging van de reservering openstaande verlofuren van € 1,1 miljoen noodzakelijk. De inhuurkosten stijgen (€ 1,6 miljoen) doordat werving vast personeel moeizaam loopt. Om toch voortgang te boeken wordt extra ingehuurd. Dit speelt zowel voor de uitbreiding personeel voor strategische projecten als voor reguliere activiteiten.
Materiele kosten
Er is vooral sprake van onderschrijdingen op de kosten door vertragingen. Met name bij de ingebruikname van de nieuwe supercomputer op IJsland (€ -0,5 miljoen door langere testperiode) en het Masterplan De Bilt (€ -0,5 miljoen doordat leeghalen van archieven langer duurt dan verwacht). De overige € -0,3 miljoen wordt veroorzaakt door overige projecten en activiteiten.
Afschrijvingskosten
Prognose lager door lange doorlooptijden inkoopproces en achterblijven beschikbare capaciteit voor investeringen voor vervanging meetapparatuur (zichtmeters € -0,2 miljoen en lidar (soort radar gebaseerd op laserlicht)
€ -0,1 miljoen)
Overige lasten
Onderschrijding komt door teruggave overschotten EUMETSAT (€ 1,5 miljoen) en lagere contributies EUMETSAT (€ 0,5 miljoen). De overschotten worden door KNMI gesaldeerd met de contributies waardoor de realisatie op de contributies lager uitvalt.
Het verlies wordt vooral veroorzaakt door een ophoging van de reservering openstaande verlofuren (€ 1,1 miljoen). Daarnaast worden er extra kosten gemaakt (€ 0,4 miljoen) voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderop-vangtoeslag, voor de Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en voor het programma Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening). Hier staan geen opbrengsten tegenover (maar wel een directe vermogensstorting).
Tabel 27 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000) |
||||
Suppletoire Begrotingen, NvW suppletoire begroting en amendementen) |
Totaal geraamd (3) |
=(1)+(2) |
||
|
8.496 |
8.496 |
||
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
2.644 |
|
1.811 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
|
||
|
|
|
|
|
Totaal investeringen (-/-) |
|
760 |
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
||||
|
|
760 |
|
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
||||
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
1.170 |
939 |
2.109 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
|
||
Beroep op leenfaciliteit (+) |
3.780 |
|
3.020 |
|
|
2.894 |
179 |
3.073 |
|
31 december (=1+2+3+4) |
6.533 |
106 |
6.639 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom daalt met € 0,8 miljoen. Oorzaken zijn een stijging van het begrote verlies van € 0,6 miljoen en een daling van de afschrijvingskosten met € 0,2 miljoen.
Investeringskasstroom
Een aantal investeringen loopt vertraging op door lange doorlooptijd inkoopproces (aanbesteding) en capaciteitsproblemen. Dit betreft de aanschaf van software voor luchtvaartinformatie systemen (€ 0,5 miljoen), het vervangen van het grondstation voor radio- en ozonsondes (€ 0,2 miljoen) en de aanschaf van handregenmeters voor vrijwillige neerslagmeters (€ 0,2 miljoen). Daarnaast zijn investeringen voor de aanschaf elektrische auto's (€ 0,2 miljoen) en de argo floats (€ 0,1 miljoen) geannuleerd. Aan de andere kant is een aanschaf gedaan van een UV-lidar voor het Ruisdael project welke was voorzien voor 2022 (€ -0,5 miljoen).
Financieringskasstroom
Omdat er alleen wordt geleend voor gerealiseerde uitgaven neemt het beroep op de leenfaciliteit net als de investeringen af met € 0,8 miljoen. Daarnaast is voor de ontvangen bijdragen voor oplossen van de tekortkomingen uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie
Kinderopvangtoeslag, Wet open overheid (regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet) en Werk aan Uitvoering (een overheidsbreed programma ter verbetering van de publieke dienstverlening) een storting moederdepartement toegevoegd van € 0,9 miljoen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 470 XII, nr. 2 48