Brief regering; Reactie op de gewijzigde motie Van Ginneken c.s. over verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor de rijbewijs C-plicht voor zero-emissie bedrijfsvoertuigen (ter vervanging van 31305-421) (31305-431) - Mobiliteitsbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 433 toegevoegd aan dossier 31209 - Schoon en zuinig en dossier 31305 - Mobiliteitsbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Mobiliteitsbeleid; Brief regering; Reactie op de gewijzigde motie van het lid Van Ginneken c.s. over verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor de rijbewijs C-plicht voor zero-emissie bedrijfsvoertuigen (t.v.v. 31305-421) (Kamerstuk 31305-431) |
---|---|
Documentdatum | 09-11-2023 |
Publicatiedatum | 09-11-2023 |
Nummer | KST31305433 |
Kenmerk | 31305; 31209, nr. 433 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2024
Vergaderjaar 2023-
31 305 31 209
Nr. 433
Mobiliteitsbeleid Schoon en zuinig
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 november 2023
Op 24 oktober jl. heeft de Kamer een gewijzigde motie1 van het lid Van Ginneken c.s. aangenomen over een verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor rijbewijs C-plicht voor het besturen van zero-emissie bedrijfsvoertuigen boven de 3.500 kg tot en met 4.250 kg tot een blijvend Europees juridisch kader is vastgesteld. Daarbij is ook verzocht om na een week met een reactie aan uw Kamer te komen.
De tijdelijke vrijstelling voor rijbewijs C-plicht voor zero-emissie bedrijfsvoertuigen boven de 3.500 kg tot en met 4.250 kg is reeds op 31 december 2022 verlopen. Sinds 1 januari 2023 is er sprake van een gedoogsituatie voor de handhaving op het rijden met deze voertuigen zonder rijbewijs C en tachograaf. Dit geldt alleen voor voertuigen die vóór 1 oktober 2023 op naam zijn gesteld en voldoen aan de voorwaarden zoals ik deze in de brief van 17 oktober 20232 in de bijlage heb opgenomen. Deze gedoogsituatie eindigt vooralsnog op 1 januari 2024.
De urgentie van deze kwestie is mij bekend. Ondernemers wachten op duidelijkheid. Daarom werkt het ministerie naarstig aan een oplossing voor deze ondernemers. Op dit moment is er vrijwel dagelijks contact met de sector. Een oplossing dient binnen de juridische mogelijkheden te passen en dient handhaafbaar en uitvoerbaar te zijn. Dat betekent dat het ministerie niet alleen overlegt met de sector, maar ook met toezichthoudende en handhavende partijen als de Inspectie Leefomgeving en Transport, de politie, het openbaar ministerie en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In het licht van de motie Van Ginneken c.s. gaat het ministerie hierover in gesprek met de Europese Commissie. Hoewel de overleggen in constructieve sfeer plaatsvinden, zijn er nog enkele vragen te beantwoorden.
1 Kamerstuk 31 305, nr. 431.
2 Kamerstuk 31 305, nr. 430.
kst-31305-433 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Zodra de oplossing is gevonden informeer ik, mede namens de Staatssecretaris, de Kamer zo snel mogelijk. Mijn streven is om dit deze maand nog te organiseren en duidelijkheid hierover te verschaffen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 31 305, nr. 433 2