Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 36435 L - Wijziging begroting Nationaal Groeifonds 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Document­datum 03-10-2023
Publicatie­datum 03-10-2023
Nummer KST36435L3
Kenmerk 36435 L, nr. 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-

2024

36 435 L

Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Nr. 3

VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 oktober 2023

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 september 2023 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij brief van 3 oktober 2023 zijn ze door de Minister van Economische Zaken en Klimaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Klink

De adjunct-griffier van de commissie,

Van Tilburg

kst-36435-L-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

Vragen en antwoorden 1

Wat is het effect van het wegtrekken van middelen uit het Nationaal Groeifonds op de vierde tranche?

Antwoord

Zoals aangegeven in de brief van het kabinet van 29 september 2023, is er binnen het NGF € 11,3 mld. aan niet juridisch-verplichte middelen beschikbaar. Hiervan zijn € 860 mln. voor 2024 en € 2,2 mld. voor de jaren daarna gereserveerde middelen waarover bestuurlijke verwachtingen zijn gewekt (zie het antwoord op vraag 4).

De resterende € 8,2 mld. is bedoeld voor de vierde en vijfde ronde die nog gehouden moeten worden.

Voor deze beide rondes is in beginsel € 4 miljard beschikbaar. Het wegtrekken van middelen uit het Nationaal Groeifonds gaat, er vanuit gaande dat er ruimte is binnen de (Europese) begrotingsregels om de reserveringen te behouden, ten koste van de beschikbare bedrag voor deze rondes. Daarmee zal er minder in kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie worden geïnvesteerd dan aanvankelijk beoogd, wat negatieve gevolgen heeft voor het te realiseren duurzame verdienver-mogen. Hoe een eventuele bezuiniging over de beide rondes zou worden verdeeld, zal te zijner tijd moeten worden bezien.

2

Wat is het effect van het verminderen van middelen uit het Nationaal Groeifonds op het toekomstige verdienvermogen van Nederland?

Antwoord

Het Nationaal Groeifonds heeft als doel om ons duurzaam verdienvermogen te versterken. Duurzaam verdienvermogen is gedefinieerd als het bruto binnenlands product (bbp) dat Nederland op de lange termijn op structurele basis kan genereren, met oog voor een economische, sociale en milieuvriendelijke duurzame toekomst voor de aarde en voor huidige en toekomstige generaties.

Deze economische groei moet zorgen voor toekomstige brede welvaart in de vorm van meer bestedingen en de ruimte bieden om te investeren in sociale vooruitgang, een goede kwaliteit van de leefomgeving en maatregelen die klimaatverandering tegengaan.

Vanuit het Nationaal Groeifonds worden grootschalige investeringen gedaan op het gebied van kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I). Investeringen in deze terreinen dragen bij aan structurele en duurzame economische groei. Het kabinet heeft als ambitie om de uitgaven voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie te laten stijgen naar 3% van het bbp. Dat is nu slechts 2,26%.

Om deze grootschalige investeringen (met minimale omvang van € 30 miljoen) mogelijk te maken, heeft het kabinet € 20 miljard beschikbaar gesteld voor een periode van 5 jaar (2021-2025). In beginsel is er per jaar € 4 miljard beschikbaar. Door de publiek-private opzet van het Nationaal Groeifonds wordt minstens dezelfde hoeveelheid aan private investeringen uitgelokt.

Tot nu toe is vanuit het fonds onder andere geïnvesteerd in grootschalige programma's op gebied van groene waterstof, de digitalisering van het onderwijs, de ontwikkeling van medicijnen tegen kanker, sleuteltechnologieën en de bestrijding van laaggeletterdheid.

Als er minder middelen voor het Nationaal Groeifonds beschikbaar komen, kan er minder worden geïnvesteerd in kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie. De verwachting is dat de doelstelling van het fonds dan in mindere mate wordt bereikt. Het verminderen van middelen gaat daarmee ten koste van potentiële groei op de langere termijn en de bijdrage aan de onderliggende maatschappelijke opgaven.

3

Op welke manier is het gereserveerde geld voor het Nationaal Groeifonds tot stand gekomen en wat is het effect van het onttrekken van middelen hieruit?

Antwoord

Zie de beantwoording van vraag 1 en 2.

4

Kunt u een totaaloverzicht geven van de besteding van het totale bedrag (20 miljard euro) van het Nationaal Groeifonds per jaar, en daarin een onderverdeling maken naar toegekende middelen, voorwaardelijke toekenningen, reserveringen en nog onverdeelde middelen?

Antwoord

In de tabel hieronder is zichtbaar wat de laatste stand van zaken is van het Nationaal Groeifonds vanaf de eerste ronde, waarin de gevraagde onderverdeling is aangegeven.

Een project waaraan voorwaardelijk middelen zijn toegekend, moet eerst aan nadere voorwaarden (die zijn voorgesteld door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds) voldoen om middelen beschikbaar te krijgen.

De reserveringen vallen formeel onder de onverdeelde middelen. Er zijn echter wel bestuurlijke verwachtingen gewekt over deze middelen. Deels zijn reserveringen bedoeld voor volgende fases van langlopende projecten waaraan al middelen zijn toegekend. Daarnaast hebben de reserveringen betrekking op investeringsvoorstellen die nog onvoldoende zijn uitgewerkt om een (voorwaardelijke) toekenning te krijgen en derhalve nog aangepast moeten worden. Voor deze voorstellen wordt door departementen, in samenwerking met consortia van publiek-private partijen, thans gewerkt aan verbeterde plannen. Alle voorstellen waarvoor geheel of gedeeltelijk middelen zijn gereserveerd zullen opnieuw door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds beoordeeld worden en ter besluitvorming worden voorgelegd aan het kabinet. Daarnaast zijn ook middelen gereserveerd voor een nog nader uit te werken investerings-fonds voor de CAS-landen en Caribisch Nederland.

In de tabel zijn ook de apparaatskosten en overige mutaties weergegeven. De apparaatskosten zijn vanuit het fonds overgeheveld naar de EZK-begroting. De overige mutaties hebben betrekking op de loon- en prijsbijstelling en eerdere verlagingen.

 
 

2021

2022

2023

2024

Totaal

Initieel budget

Ronde 1

Ronde 2

Ronde 3

 

20.000,0

Departementale route

       

11.608,6

Toegekend

752,3

3.356,5

356,1

 

4.464,9

Voorwaardelijk toegekend

44,0

2.416,8

1.574,5

 

4.035,3

Gereserveerd

335,8

870,0

1.902,6

 

3.108,4

Subsidieroute

Positief advise

   

168,1

 

168,1

Apparaatskosten

       

52,2

Overige mutaties

Loon- en prijsbijstelling 2022

 

697,1

   
  • - 
    1,6

Loon- en prijsbijstelling 2023

 

908,7

     

Verlaging Voorjaarsnota 2022 Verlaging APB 2023

 
  • - 
    660,0
  • - 
    381,0
   

Verlaging Voorjaarsnota 2023 Verlaging Miljoenennota 2024

Nog beschikbaar

   
  • - 
    451,4
  • - 
    115,0

8.169,5

5

Welk deel van de middelen van het Nationaal Groeifonds is eind 2023 naar verwachting toegekend en welk deel is daadwerkelijk aan de projectuitvoerders uitgekeerd?

Antwoord

Zoals aangegeven in reactie op vraag 4, is er voor een bedrag van € 4,5 miljard definitief toegekend.

De middelen hebben betrekking op grote, meerjarige programma's die gefaseerd door de departementen worden uitgevoerd. Eind 2022 was er bedrag van € 740 miljoen verplicht door de departementen en een bedrag van € 126 miljoen uitgegeven. Zie het overzicht per project in de tabel hieronder.

De realisatiecijfers over 2023 zijn nog niet beschikbaar. Deze zullen begin 2024 met uw Kamer worden gedeeld als onderdeel van het jaarverslag van het Nationaal Groeifonds. De verwachting is dat er dit jaar en komend jaar grote uitgaven vanuit het fonds worden gedaan ten behoeve van de uitvoering van de definitief toegekende projecten.

 

Artikel

Ronde

Project

Departeme

eserveerd

toegekend

Toegekend

waarvan verplicht door dep ar tem ent (en)

waarvan uitbetaald door departem ent (en)

1

1

Leeroverzicht & Skills

OCW|SZW

   

44,7

5.5

5.5

1

1

Nationaal Onderw ijs lab

EZK

63.0

 

79,6

36,0

5.5

1

2

Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden

OCW

 

42,6

7,6

0.2

0.2

1

2

Digitaal Onderw ijs Goed Geregeld

OCW

   

34,3

0.0

0.0

1

2

knpuls Open Leermateriaal

OCW

 

57,5

20,5

1.6

1.6

1

2

Nationale LLO Katalysator

OCW

 

225,0

167,0

0.9

0.9

1

2

Npuls

OCW

 

420,0

140,0

   

1

2

Ontw ikkelkracht

OCW

 

231,2

101,2

0.2

0.2

1

2

Opschaling publiek private samenw erking in het beroepsonderw ijs

EZK

 

57,4

152,6

0.0

0.0

1

3

Creative Industries Immersive Impact Coalition (GDC)

OCW

 

200,0

     

1

3

DUTCH

vws

 

84,0

48.0

   

1

3

Innovatieprogramma Onderw ijshuisvesting

OCW

208,5

275,2

     

1

3

Investeren in het Talent van de Toekomst

OCW

351,6

       

1

3

Meer Uren Werkt!

szw

45,0

30,0

     

1

3

Nationale Aanpak Rofessionalisering Leraren

OCW

 

86,5

73.1

   

2

1

AiNed

EZK

 

44,0

160,5

28,6

5,7

2

1

Health-Rl

EZK

   

69,0

22,0

10,0

2

1

QuantumDeltaNL

EZK

272,8

 

342,2

282,0

45,9

2

1

RegMed XB

EZK

   

56,3

56,3

24,9

2

2

Biotech Booster

OCW

 

196,4

49,6

1.1

1.1

2

2

Cellulaire agricultuur

LNV

   

60,0

0.0

0.0

2

2

Circular Plastics NL

EZK

 

96,0

124,0

0.0

0.0

2

2

GopXR

LNV

 

21.5

20,8

0.7

0.7

2

2

De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen

OCW

   

96,9

0.0

0.0

2

2

Digitale Infrastructuur en Logistiek

l&W

   

51,1

49,8

0.6

2

2

Dutch Metropolitan Innovations

l&W

   

85,0

   

2

2

Enstein Telescope

OCW

870,0

 

42,0

0.0

0.0

2

2

Groeiplan Watertechnologie

l&W

   

135,0

   

2

1 en 2

GroenvermogenNL

EZK

 

396,0

442,0

59

10,7

2

2

Luchtvaart in Transitie

l&W

 

119,5

263,9

0.6

0.0

2

2

Neuw e Warmte Nu!

EZK

   

200,0

0.0

0.0

2

2

NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland

l&W

 

40,0

70,0

   

2

2

NXTGEN HIGHTECH

EZK

   

450,0

0.0

0.0

2

2

On code-PACT

EZK

 

164,0

161,0

160,0

3.2

2

2

Pharma NL

VWS

   

79,0

0.0

0.0

2

2

Photondelta

EZK

 

204,6

266,6

0.0

0.0

2

2

Toekomstbestendige leefomgeving

BZK

 

40,0

60,0

   

2

2

Werklandschappen van de toekomst

BZK

   

26,2

0.0

0.0

2

2

Zero-emissie binnenvaart batteri)-elektrisch

l&W

   

50,2

35,1

9.5

2

3

6G Future Network Services

EZK

142,0

61,0

     

2

3

Biobased Circular

EZK

236,0

102,0

     

2

3

Circulaire gertegreerde hoogrendementszonnepanelen

EZK

 

277,0

135,0

   

2

3

CPBT

LNV

124,5

       

2

3

Deltaplan Valorisatie

OCW

417,0

       

2

3

Holomcrobioom

LNV

200,0

       

2

3

Maritiem Masterplan

l&W

 

110,0

100,0

   

2

3

Material Independence & Circular Batteries

EZK

178,0

118,0

     

2

3

POLARIS

DEF

 

101,7

     

2

3

Re-Ge-NL

LNV

 

129,0

     

3

2

Rail Gent - Terneuzen

l&W

 

105,0

     
   

Totaal

 

3.108,4

4.035,2

4.464,9

739,6

126,2

Zou u nader op de verschillen en overeenkomsten kunnen reflecteren tussen de prognose van het financiële eindbeleid van het Nationaal Groeifonds voor 2023 en tussen de oorspronkelijke planning die met de Kamer is gedeeld in de eerste begroting Nationaal Groeifonds voor 2021?

Antwoord

Bij de start van het Nationaal Groeifonds was € 20 miljard beschikbaar voor de periode 2021-2025 (in beginsel € 4 miljard per jaar, evenredig verdeeld over de pijlers). In de eerste drie investeringsrondes is over een bedrag van € 11,8 miljard positief geadviseerd. Dit is in lijn met de eerdere verwachtingen.

Wel heeft de adviescommissie geadviseerd af te wijken van de oorspronkelijke verdeling over de pijlers. Er zijn meer middelen toegekend aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie dan aanvankelijk begroot en minder aan kennisontwikkeling. Daarnaast is de pijler is infrastructuur is na de tweede ronde vervallen.

Daarnaast zijn sinds de start al middelen van het fonds afgeroomd (zie ook de reactie op vraag 4). Dit betreft onder andere de loon-en prijsbijstelling en middelen ten behoeve van het tolvrij maken van de Wester-scheldetunnel.

De Groeifondsprojecten hebben doorgaans een looptijd zo'n 5-10 jaar. De bedragen hiervoor worden gefaseerd ter beschikking gesteld. Zie ook het antwoord op 5.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 435 L, nr. 3 6


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.