Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 36435 V - Wijziging begroting Buitenlandse Zaken 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Document­datum 29-09-2023
Publicatie­datum 29-09-2023
Nummer KST36435V3
Kenmerk 36435 V, nr. 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-

2024

36 435 V

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Nr. 3

VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 4 oktober 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 september 2023 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 29 september 2023 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Rudmer Heerema

De adjunct-griffier van de commissie,

Dekker

kst-36435-V-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

Hoeveel fte en hoeveel geld is er extra bijgekomen in 2022 en 2023 en hoeveel is er begroot voor 2024? Indien u de realisatiecijfers over de afgelopen twee jaar niet paraat heeft, kunt u de begrote cijfers voor 2023 toesturen?

Antwoord:

 
 

Fte's

P-budget

Realisatie 2021

3.209

EUR 314,304 miljoen

Realisatie 2022

3.348

EUR 340,072 miljoen

Begroting 2023

3.440

EUR 363,728 miljoen

Begroting 2024

3.539

EUR 382,789 miljoen

2023 en 2024 zijn schattingen i.v.m. CAO Rijk 2022 -2024 loonkostenstijgingen. De cijfers zijn exclusief lokale medewerkers.

2

Hoeveel externe inhuur is er geweest in 2022 en 2023 en hoeveel is er begroot in 2024? Indien u de realisatiecijfers over de afgelopen twee jaar niet paraat heeft, kunt u de begrote cijfers voor 2023 toesturen?

Antwoord:

 

Uitgaven externe inhuur

Realisatie 2022

EUR 49,837 miljoen

Begroting 2023

EUR 51,3 miljoen

Begroting 2024

EUR 52 miljoen

2023 en 2024 zijn schattingen i.v.m. CAO Rijk 2022 -2024 loonkostenstijgingen. De cijfers zijn exclusief lokale medewerkers.

3

Wat betaalde Nederland jaarlijks tussen 2010 tot heden aan boetes aan de Europese Commissie? Kunt u, voor zover mogelijk, een overzicht sturen per jaar?

Antwoord:

Op basis van artikel 12 van de verordening betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen zijn lidstaten verplicht tot het betalen van vertragingsrente indien de lidstaat de afdracht niet op tijd voldoet. De term «boete» impliceert een straf voor (opzettelijk) fout handelen van een lidstaat, dat is hier niet van toepassing. Een te late betaling of naheffing kan ontstaan doordat de EU de vaststelling van de afdracht door een lidstaat betwist. Totdat deze discussie is beslecht rekent de EU vertragingsrente over het deel dat in haar ogen nog moet worden nabetaald.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de vertragingsrente die is betaald sinds 2012.1 Cijfers van 2010-2011 zijn niet

1 Cijfers 2012-2014 afkomstig uit Onderzoek Vertragingsrente Douane van de Auditdienst Rijk, dd. 27-02-2019. Cijfers 2015 e.v. afkomstig uit interne boekhouding Douane.

beschikbaar, vanwege de bewaartermijnen van onderliggende boekingen.

Tabel nabetaalde vertragingsrente x EUR miljoen

Jaar    Bedrag

 

2012

0,01

2013

6,6

2014

0,6

2015

3,2

2016

2,5

2017

2,9

2018

0,1

2019

7,6

2020

7,3

2021

5,5

2022

4,1

4

Wat betekent een stijging of daling van de afdrachten aan de Europese Unie (EU) voor het lopende Meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027?

Antwoord:

Een stijging of daling van de raming van de afdrachten aan de Europese Unie heeft op zich geen gevolgen voor (de omvang van) het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027. Het MFK betreft de uitgavenkant van de EU-begroting en de omvang van het MFK en de verdeling per begrotingscategorie is vastgelegd in de MFK-verordening. Het uitgangspunt voor de vaststelling van de raming van de Nederlandse afdrachten is de omvang van het jaarlijkse uitgavenplafond uit het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK) plus de speciale instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd en die bedoeld zijn om snel te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden.

De afspraken over de inkomstenkant van de EU-begroting zijn vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB). De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door eigen middelen in de vorm van afdrachten van lidstaten (op basis van bni, btw en een grondslag op basis van niet-gerecycled plasticafval) en de traditionele eigen middelen (invoerrechten). In het EMB zijn ook een aantal kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde perceptiekostenvergoeding - dit is de vergoeding voor de kosten aan de lidstaten voor het innen van de invoerrechten. Naast de financiering via de eigen middelen ontvangt de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, en boete-inkomsten.

Aangezien Nederland de EU-afdrachten raamt op het MFK-plafond plus de maximale inzet van de speciale instrumenten wijzigt de raming als er een wijziging plaats vindt van het MFK-plafond of de maximale hoogte van de speciale instrumenten en als er wijzigingen plaatsvinden aan de inkomstenkant. Dit laatste kan bijvoorbeeld te maken hebben met hoger dan verwachte invoerrechten of overige ontvangsten, zoals boetes. In het geval van de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 is de derde aanvullende Europese begroting voor 2023 verwerkt, waarin de Commissie de grondslagen van de Eigen Middelen heeft geactualiseerd. De wijzigingen in de raming van de afdrachten die hieruit volgen worden met name veroorzaakt door hoger dan verwachte invoerrechten, waardoor de bni-afdracht (de sluitpost van de

EU-begroting) daalt. De wijziging in de raming heeft dus verder geen invloed op het MFK.

5

Welke projecten zijn in 2023 gefinancierd uit het Mensenrechtenfonds?

Antwoord:

In verband met de veiligheid van de betrokken personen en organisaties die vanuit het mensenrechtenfonds gefinancierd worden, kan er alleen in algemene bewoordingen ingegaan worden op deze financiering. Dit zal gebeuren middels de Mensenrechtenrapportage 2023 die jaarlijks voor de zomer aan de Kamer verzonden wordt.

6

Hoe kan de stijging van de plastic-grondslag, onder ««afdrachten aan de EU»«, worden verklaard bij de stand Prinsjesdag (3)?

Antwoord:

De grondslagen van de eigen middelen worden ieder jaar vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). In dit comité dragen de lidstaten en de Commissie hun ramingen aan voor de grondslagen. De cijfers die Nederland aanlevert voor de raming van de plastic-grondslag zijn afkomstig van Rijkswaterstaat, dat cijfers bijhoudt over niet-gerecycled plastic verpakkingsafval (de grondslag van het «plastic eigen middel»). De methode die gebruikt wordt voor het ramen van de plastic-grondslag is sinds dit jaar gewijzigd (alle lidstaten gebruiken dezelfde methode). Dit is een van de redenen van de stijging van de grondslag. Daarnaast waren voor de raming van de plastic-grondslag dit jaar voor het eerst realisatiecijfers beschikbaar (over 2021) en zijn ook de economische groeicijfers die onderdeel zijn van de raming van invloed op de hoogte van de grondslag.

Indien er verschillen zijn tussen de ramingen van de lidstaten en die van de Commissie wordt in het ACOR-comité doorgaans gekozen voor een 50/50-compromis. In het geval van de plastic-afdracht is dit jaar echter op het verzoek van Nederland gekozen om de Nederlandse raming volledig over te nemen. De raming van de Commissie lag hoger dan de Nederlandse raming en ging uit van achterhaalde realisatiecijfers.

De plastic-afdracht wordt - net als voor de bni- en btw-af-drachten - op basis van realisatiecijfers achteraf bijgesteld, zodat lidstaten niet teveel of te weinig afdragen als de realisatie afwijkt van de raming.

7

Op artikel 1.2 is er een negatieve mutatie van 500.000 euro, voornamelijk bestaande uit ombuigingen op het Mensenrechtenfonds ODA, kunt u toelichten wat het effect is van de voorgestelde ombuigingen op de prioritaire thema's van het mensenrechtenbeleid, specifiek de bescherming van mensenrechtenverdedigers en civic space?

Antwoord:

De bezuinigingen op het gebied van mensenrechten worden gecompenseerd door middel van de inzet van een meevaller elders op de BZ-begroting. Hierdoor is er geen effect op de prioritaire thema's van het mensenrechtenbeleid. Uw Kamer wordt hier in de Tweede Suppletoire Begroting verder over geïnformeerd.

Welk effect heeft de negatieve mutatie van 500.000 euro in 2023 op de lopende projecten die worden gefinancierd uit het Mensenrechtenfonds?

Antwoord:

De bezuinigingen op het gebied van mensenrechten worden gecompenseerd door middel van de inzet van een meevaller elders op de BZ-begroting. Hierdoor is er geen effect op lopende projecten vanuit het Mensenrechtenfonds ODA. Uw Kamer wordt hier in de Tweede Suppletoire Begroting verder over geïnformeerd.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 435 V, nr. 3 5


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.