Voorstel van wet - Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36431 - Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 21-09-2023 |
Publicatiedatum | 21-09-2023 |
Nummer | KST364312 |
Kenmerk | 36431, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
36 431
Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van. Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met de koopkrachtondersteuning het kindgebonden budget in 2024 te intensiveren;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET
De Wet op het kindgebonden budget wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het tweede lid wordt «€ 1.653» vervangen door «€ 2.436» en wordt «€ 1.532» vervangen door € 2.436».
-
2.In het vierde lid wordt «€ 267» vervangen door «€ 694».
-
3.In het vijfde lid wordt «€ 476» vervangen door «€ 924».
-
4.In het zesde lid wordt «€ 3.848» vervangen door «€ 3.480».
-
5.In het achtste lid wordt «€ 18.327» telkens vervangen door «€ 9.030».
kst-36431-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het vijfde lid komt te luiden:
-
5.Het eerste lid vindt met ingang van 1 januari 2024 eenmalig geen toepassing voor de bedragen, bedoeld in artikel 2, tweede, vierde tot en met zesde en achtste lid, en artikel 3, zesde lid.
-
2.Het zesde lid, onderdeel a vervalt, onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 431, nr. 2 2