Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36435 C - Wijziging begroting provinciefonds 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 20-09-2023 |
Publicatiedatum | 20-09-2023 |
Nummer | KST36435C2 |
Kenmerk | 36435 C, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen.
Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen is opgenomen.
kst-36435-C-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
B ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN
Artikel 1 Provinciefonds
Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 provinciefonds (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
3.061.616 |
46.439 |
3.108.055 |
Uitgaven |
3.061.537 |
46.503 |
3.108.040 |
Financiering provincies Bijdragen aan medeoverheden Algemene uitkering Decentralisatie-uitkeringen |
3.005.548 55.972 |
44.969 1.470 |
3.050.517 57.442 |
Kosten Financiële verhoudingswet Opdrachten Onderzoeken verdeelsystematiek |
17 |
64 |
81 |
Ontvangsten |
3.061.537 |
46.503 |
3.108.040 |
Toelichting
Algemeen
De voorliggende suppletoire begroting 2023 voor het provinciefonds bevat de voorgestelde wijzigingen in de begroting 2023 ten opzichte van de stand van de eerste suppletoire begroting 2023.
Algemene uitkering
De mutatie op de algemene uitkering heeft met name betrekking op het toedelen van het aandeel van provincies in de voorlopige ruimte onder het plafond van het BTW compensatiefonds (BCF) voor 2023 (€ 83,8 mln.) en op de bijstelling van de accrestranche 2023 voor provincies (€ - 43,7 mln.).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 435 C, nr. 2 3