Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36350 VIII - Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2023 (Voorjaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 11-05-2023 |
Publicatiedatum | 11-05-2023 |
Nummer | KST36350VIII2 |
Kenmerk | 36350 VIII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022
2023
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
2.de begrotingsstaat inzake het agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voorgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma
In deze Eerste Suppletoire Begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2023.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor Artikel 1 (primair onderwijs), Artikel 3 (voortgezet onderwijs) en Artikel 9 (arbeidsmarkt- en personeelsbeleid). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen tussen de Ministers en de Staatssecretaris is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte IV.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf 2.1). Ook bevat dit deel (paragraaf 2.2) een overzicht van alle Corona-gerelateerde uitgaven in 2023. Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen
gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 3). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht: |
||
Omvang begrotingsartikel |
Beleidsmatige mutaties |
Technische mutaties |
(stand ontwerpbegroting in € miljoen) |
(ondergrens in € miljoen) |
(ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantiever-plichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties ten opzichte van de vastgestelde stand begroting 2023 voor het jaar 2023 weergegeven.
Deze mutaties worden hieronder nader toegelicht.
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||
Artikelnr. |
Uitgaven 2023 |
Ontvangsten 2023 |
|
Vastgestelde begroting 2023 |
53.253.766 |
1.665.440 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
|||
1 Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling |
Diverse |
2.617.869 |
|
2 Ontvangen relevante extra prijsbijstelling |
Diverse |
139.831 |
|
3 Saldo mee- en tegenvallers |
Diverse |
174.658 |
1.161 |
4 Saldo in- en extensiveringen |
Diverse |
|
|
5 Uitgekeerde eindejaarsmarge |
Diverse |
418.509 |
|
6 Overlopende verplichtingen |
Diverse |
47.030 |
|
7 Restant eindejaarsmarge voor Rijksbrede dekkingopgave |
Diverse |
|
|
8 Additionele dekkingsopgave |
Diverse |
|
|
9 Coalitieakkoord middelen |
Diverse |
40.007 |
|
10 Kasschuiven |
Diverse |
|
2.392 |
11 Nationaal Groeifonds |
Diverse |
|
|
12 Covid-19 |
Diverse |
23.100 |
|
13 Oekraïne |
1,3 |
73.130 |
|
14 Maatregelen kabinetsreactie POK |
11 |
57.000 |
|
15 Niet-plafond relevante mutaties |
11 |
101.822 |
156.841 |
16 Desalderingen |
4, 14, 15 |
46.619 |
46.619 |
17 Overige mutaties |
Diverse |
26.515 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2023 |
Totaal |
56.501.427 |
1.868.865 |
Het kabinet besluit dit jaar alle loon- en prijsbijstelling (lpo) uit te keren over de departementale begrotingen, ter compensatie van stijgende lonen en prijzen. De lpo wordt via de reguliere systematiek verdeeld over de begroting, waarbij op enkele artikelen de lpo wordt ingezet als bijdrage aan de Rijksbrede dekkingsopgave. In tabel 2 is de verdeling van de lpo over de artikelen te zien met daarin ook per artikel welk deel niet wordt uitgekeerd. De relevante lpo-tranche 2023 die OCW ontvangt bedraagt in 2023 € 2.617,9 miljoen.
-
•Bij Najaarsnota 2022 is door het kabinet aan de Tweede Kamer gemeld dat er bij Voorjaarsnota 2023 een extra structurele prijsbijstelling over 2022 wordt uitgekeerd voor de (semi)collectieve sector. Deze eenmalige afwijking van de reguliere systematiek is gerechtvaardigd gegeven de uitzonderlijke stijging van de prijzen sinds het uitkeren van de reguliere prijsbijstelling voor 2022. In de Najaarsnota is een indicatie gegeven van de verwachtte hoogte van de extra prijsbijstelling per departement (voor de OCW-begroting betrof dit indicatief € 400 miljoen). Ook is gemeld dat de extra prijsbijstelling bij Voorjaarsnota 2023 definitief berekend wordt, op basis van het verschil in de inflatieontwikkeling tussen CEP 2022 en CEP 2023. Het uiteindelijke verschil tussen de inflatieramingen in het CEP blijkt minder hoog dan verwacht bij Najaarsnota. Daarmee komt de extra prijsbijstelling voor de OCW-begroting uit op circa € 140 miljoen in 2023 en € 175 miljoen structureel. Deze extra prijsbijstelling over 2022 wordt overgemaakt naar de begroting van OCW.
-
•De extra prijsbijstelling wordt via de reguliere systematiek verdeeld over de begroting. Voor het primair en voortgezet onderwijs (po en vo) is het voornemen de prijsbijstelling in 2023 te gebruiken voor een subsidieregeling voor scholen die een extra grote stijging van energielasten ervaren. In 2024 wordt de extra prijsbijstelling gebruikt voor een generieke compensatie, tenzij een verlenging van de subsidieregeling noodzakelijk blijkt. In 2025 en 2026 wordt de extra prijsbijstelling voor het po en vo ingezet ter dekking van de Rijksbrede dekkingsopgave. Vanaf 2027 en verder wordt de extra prijsbijstelling volledig ingezet ter compensatie van de gestegen prijzen, waardoor het structurele budget volledig geïndexeerd is naar het huidige prijspeil.
-
•Een deel van de extra prijsbijstelling op Artikel 11 (Studiefinanciering), onderdeel reisvoorziening, wordt ingehouden ter dekking van de Rijksbrede dekkingsopgave. Deze extra prijsbijstelling op het budget voor de reisvoorziening kan vrijvallen, omdat de prijsstijging voor de reisvoorziening al gedekt kan worden binnen de beschikbare budgetten.
-
•Voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger onderwijs (ho), het onderzoek- en wetenschapsbeleid (owb), emancipatie, cultuur en media geldt dat de extra prijsbijstelling generiek wordt toegekend aan het artikel volgens de reguliere systematiek. Specifieke inzet wordt per artikel toegelicht.
Tabel 2 Uitgekeerde relevante loon- en prijsontwikkeling tranche 2023 (bedragen x € 1.000)
Art. |
Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
1 |
Primair onderwijs |
818.174 |
823.170 |
823.696 |
822.498 |
824.871 |
828.114 |
Reguliere LPO |
803.559 |
808.313 |
808.825 |
807.674 |
809.987 |
813.173 |
|
Extra prijs |
14.615 |
14.857 |
14.871 |
14.824 |
14.884 |
14.941 |
|
Waarvan additionele bijdrage dekkingsopgave |
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Voortgezet onderwijs |
604.370 |
626.089 |
624.596 |
621.865 |
617.883 |
613.453 |
Reguliere LPO |
590.282 |
609.988 |
608.490 |
605.791 |
601.921 |
597.598 |
|
Extra prijs |
14.088 |
16.101 |
16.106 |
16.074 |
15.962 |
15.855 |
|
Waarvan additionele bijdrage dekkingsopgave |
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
326.937 |
317.066 |
314.762 |
314.137 |
311.580 |
311.352 |
Reguliere LPO |
313.726 |
304.251 |
302.039 |
301.441 |
298.987 |
298.767 |
|
Extra prijs |
13.211 |
12.815 |
12.723 |
12.696 |
12.593 |
12.585 |
|
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
253.841 |
253.718 |
253.857 |
250.697 |
245.018 |
240.912 |
Reguliere LPO |
244.341 |
244.222 |
244.356 |
241.314 |
235.847 |
231.894 |
|
Extra prijs |
9.500 |
9.496 |
9.501 |
9.383 |
9.171 |
9.018 |
|
Waarvan additionele bijdrage dekkingsopgave |
0 |
|
|
|
|
0 |
|
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
402.612 |
407.417 |
411.236 |
416.340 |
417.327 |
419.538 |
Reguliere LPO |
382.534 |
387.089 |
390.709 |
395.548 |
396.482 |
398.578 |
|
Extra prijs |
20.078 |
20.328 |
20.527 |
20.792 |
20.845 |
20.960 |
|
Waarvan additionele bijdrage dekkingsopgave |
0 |
|
|
|
|
0 |
|
8 |
Internationaal beleid |
1.181 |
1.192 |
1.168 |
1.167 |
1.167 |
1.167 |
Reguliere LPO |
1.072 |
1.082 |
1.061 |
1.060 |
1.060 |
1.060 |
Art. |
Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Extra prijs |
109 |
110 |
107 |
107 |
107 |
107 |
|
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
12.773 |
13.299 |
13.218 |
13.333 |
14.046 |
13.961 |
Reguliere LPO |
12.773 |
13.299 |
13.218 |
13.333 |
14.046 |
13.961 |
|
Extra prijs |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Waarvan additionele bijdrage dekkingsopgave |
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Studiefinanciering |
70.993 |
175.089 |
327.124 |
220.011 |
239.727 |
267.190 |
Reguliere LPO |
65.117 |
138.427 |
289.656 |
181.758 |
201.601 |
228.379 |
|
Extra prijs |
5.876 |
36.661 |
37.468 |
38.253 |
38.125 |
38.811 |
|
Waarvan additionele bijdrage dekkingsopgave |
|
|
|
|
|
|
|
12 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten |
5.679 |
5.727 |
5.708 |
5.738 |
5.822 |
5.875 |
Reguliere LPO |
2.279 |
2.299 |
2.293 |
2.309 |
2.342 |
2.362 |
|
Extra prijs |
3.400 |
3.428 |
3.415 |
3.428 |
3.481 |
3.513 |
|
13 |
Lesgelden |
940 |
952 |
953 |
1.014 |
1.009 |
1.013 |
Reguliere LPO |
891 |
903 |
903 |
961 |
956 |
961 |
|
Extra prijs |
49 |
49 |
50 |
53 |
52 |
53 |
|
14 |
Cultuur |
77.942 |
79.321 |
81.887 |
79.367 |
79.234 |
79.069 |
Reguliere LPO |
72.334 |
73.579 |
76.036 |
73.676 |
73.559 |
73.413 |
|
Extra prijs |
5.608 |
5.742 |
5.851 |
5.691 |
5.675 |
5.656 |
|
15 |
Media |
76.732 |
77.382 |
78.263 |
78.493 |
78.885 |
79.253 |
Reguliere LPO |
31.074 |
31.403 |
31.614 |
31.588 |
31.730 |
31.860 |
|
Extra prijs |
45.658 |
45.979 |
46.649 |
46.905 |
47.155 |
47.393 |
|
16 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid |
95.450 |
95.080 |
94.977 |
94.781 |
94.796 |
94.805 |
Reguliere LPO |
89.019 |
88.708 |
88.616 |
88.428 |
88.443 |
88.451 |
|
Extra prijs |
6.431 |
6.372 |
6.361 |
6.353 |
6.353 |
6.354 |
|
25 |
Emancipatie |
1.327 |
1.302 |
1.352 |
1.288 |
1.288 |
1.154 |
Reguliere LPO |
1.271 |
1.247 |
1.294 |
1.232 |
1.232 |
1.109 |
|
Extra prijs |
56 |
55 |
58 |
55 |
55 |
45 |
|
91 |
Nog onverdeeld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
95 |
Apparaat Kerndepartement |
21.294 |
21.698 |
22.540 |
22.122 |
21.903 |
22.015 |
Reguliere LPO |
20.141 |
20.465 |
21.031 |
20.664 |
20.470 |
20.582 |
|
Extra prijs |
1.153 |
1.232 |
1.509 |
1.458 |
1.433 |
1.433 |
|
Totaal1 |
2.770.245 |
2.898.501 |
3.055.338 |
2.942.850 |
2.954.556 |
2.978.871 |
1
Het totaal bedrag in deze tabel wijkt af ten opzichte van het bedrag in tabel 1 als gevolg van een toegepaste kasschuif en per abuis niet loon en prijsgevoelig gecodeerde budgetten. Het verschil is uit de eindejaarsmarge gecompenseerd.
Er vindt per saldo een tegenvaller van € 174,7 miljoen plaats op de OCW-begroting in 2023. Deze tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door een tegenvaller op de referentieraming van € 172,5 miljoen, dit heeft te maken met een hogere instroom van Oekraïense ontheemden en overige nieuwkomers dan geraamd. Vanaf 2024 leidt de referentieraming tot meevallers vanwege minder geboorten waardoor er op termijn minder leerlingen in het po instromen dan vorig jaar geraamd en vanwege een afvlakking van de instroom in het ho. Per saldo leiden deze effecten structureel tot een meevaller van circa € 420,3 miljoen.
Daarnaast doen er zich meevallers voor op de relevante studiefinancie-ringsraming van circa € 70 miljoen in 2023. Dit heeft diverse oorzaken, waarvan de neerwaartse bijstellingen van de studentenaantallen in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs de belangrijkste zijn. Structureel leidt de studiefinancieringsraming tot een meevaller van circa € 70 miljoen, waarvan ruim € 40 miljoen een meevaller op de uitgaven betreft en circa € 30 miljoen een meevaller op de ontvangsten.
Er vindt een tegenvaller plaats van € 69,4 miljoen op het budget voor de nieuwkomersregeling in het po en vo. Dit heeft te maken met een hogere instroom van nieuwkomers dan verwacht uit overige landen, naast de instroom van Oekraïense nieuwkomers. Structureel betreft deze tegenvaller bijna € 30 miljoen.
Tot slot levert OCW een bijdrage aan BZK in het kader van de kabinetsreactie op het rapport van bevindingen van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden 'Ketenen van het verleden'. Het kabinet heeft besloten om incidenteel € 200 miljoen en structureel € 8 miljoen beschikbaar te stellen. Dit budget wordt specifiek gedekt door alle departementen naar rato van begrotingsomvang, resulterend voor OCW in een bijdrage van ruim € 30 miljoen incidenteel en circa € 1,2 miljoen structureel.
Tabel 3 Leerlingen- en studentenontwikkeling en studiefinanciering (bedragen x € 1.000)
Art. |
Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
1 |
Primair onderwijs |
151.048 |
172.156 |
163.538 |
90.768 |
8.290 |
|
3 |
Voortgezet onderwijs |
21.571 |
85.233 |
92.572 |
91.974 |
79.708 |
64.429 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
|
|
|
|
|
20.627 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
0 |
|
|
|
|
|
7 |
Wetenschaps onderwijs |
0 |
|
|
|
|
|
11, 12 |
SF (relevant) |
|
|
|
|
|
|
Totaal |
102.489 |
|
|
|
|
|
Binnen de OCW-begroting worden een aantal extensiveringen aangedragen om een deel van de intensiveringen te kunnen dekken. Het gaat voor po en vo (Artikel 1 en 3) om een incidentele extensivering van CA-middelen van € 5,3 miljoen in 2023 en € 2,4 miljoen in 2024 voor residentieel onderwijs en een incidentele extensivering van € 18,2 miljoen op het budget voor infrastructuur en basisvaardigheden (daarnaast wordt een aanvullend bedrag op het budget voor infrastructuur en basisvaardigheden geëxtensi-veerd ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave, zie punt 8).
Structureel wordt € 16,1 miljoen geëxtensiveerd op de regeling VSV in het voortgezet onderwijs (€ 60 miljoen cumulatief binnen de meerjarenperiode) en € 2,4 miljoen op de garantiebekostiging. Deze extensiveringen vormen dekking voor intensiveringen in preventieve netwerken pro VSO van structureel € 2,0 miljoen vanaf 2024, een programmatische aanpak onderwijshuisvesting van structureel € 10,2 miljoen en het vo deel van een vergoeding voor een reisproduct voor leerlingen in pro en vavo voor € 5,3 miljoen in 2024 en 2025 en structureel € 6,3 miljoen vanaf 2026. Het mbo deel van deze intensivering bedraagt structureel € 6,5 miljoen en wordt gedekt uit een extensivering op de bekostiging van het mbo. Uit de eindejaarsmarge is € 4,6 miljoen ingezet voor een reisproduct voor alle drie de sectoren, zie ook punt 5.
Op Artikel 11 (Studiefinanciering) kan jaarlijks € 1,2 miljoen geïnvesteerd worden voor het versterken van de dienstverlening en rechtmatigheid van het Studiefinancieringsstelsel, omdat door nieuwe wetgeving minder ov-boetes worden opgelegd waardoor een besparing in de uitvoering bij DUO optreedt. Op het Artikel 95 (Apparaatskosten) wordt incidenteel circa € 2 miljoen geëxtensiveerd om intensiveringen op Artikel 25 (Emancipatie) te dekken waarmee uitvoering gegeven kan worden aan een aantal aangenomen moties van de Tweede Kamer.
Daarnaast vinden er in het kader van de lerarenstrategie een aantal herschikkingen van budgetten plaats op Artikel 9 (Arbeidsmarkt- en persoo-neelsbeleid) om een efficiëntere inzet van middelen mogelijk te maken via de onderwijsregio's, zie toelichting bij Artikel 9.
Tot slot wordt er in 2023 € 15,0 miljoen (€ 60,0 miljoen tussen van 2023 tot en met 2026) ingezet voor de regeling praktijkleren om het effect van de stijging van het aantal bbl-studenten in het mbo en het aantal deeltijd- en duaal-studenten in het hbo ten opzichte van de vorige referentieraming tegemoet te komen. Zodoende kan de prijs per student gelijk worden gehouden. Tevens wordt er voor het SBB € 2,3 miljoen structureel ingezet om beter te kunnen voldoen aan de wettelijke taken. Deze ophogingen worden gedekt met inzet van een deel van de extra prijsbijstelling op het ov-contract die niet benodigd is (zie punt 2).
De eindejaarsmarge betreft het deel van de OCW-begroting dat in 2022 per saldo niet tot besteding is gekomen en bedraagt € 418,5 miljoen. Dit bedrag wordt in 2023 weer (grotendeels) toegevoegd aan de begroting. Circa € 80 miljoen is ingezet om tegenvallers in 2023 op te vangen en er wordt circa € 171 miljoen ingezet voor intensiveringen. Dit bedrag bestaat grotendeels uit het budget voor de schoolmaaltijden van € 100,0 miljoen. Daarnaast wordt de € 15,0 miljoen voor de restauratie van grote monumenten ook uit de eindejaarsmarge gefinancierd. Er wordt € 5,3 miljoen uit de eindejaarsmarge beschikbaar gesteld voor de subsidieregelingen voor het herdenkingsjaar van het slavernijverleden en € 4,6 miljoen voor reisproduct voor het pro, vavo en mbo. Tot slot wordt de eindejaarsmarge ingezet voor verschillende overlopende posten uit 2022. In tabel 4 is de besteding van de eindejaarsmarge verder uitgesplitst.
De eindejaarsmarge wordt voor verschillende doelen ingezet. Er wordt € 47,0 miljoen van de eindejaarsmarge ingezet voor overlopende verplichtingen. Dit zijn verplichtingen die in 2022 zijn aangegaan, niet tot besteding zijn gekomen, en in 2023 alsnog moeten worden voldaan. Deze overlopende verplichtingen zijn reeds bij Tweede Suppletoire begroting of bij brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» gemeld aan de Tweede Kamer. De hoogste overlopende verplichting betreft die op het budget van de nieuwkomersbekostiging ter hoogte van € 14,0 miljoen.
Ruim € 116 miljoen van de eindejaarsmarge wordt ingezet als onderdeel van de Rijksbrede dekkingsopgave. In tabel 4 is de besteding van de eindejaarsmarge verder uitgesplitst.
Tabel 4 Inzet eindejaarsmarge (bedragen x € 1.000) |
||
Art. |
Omschrijving |
2023 |
Diverse |
Overlopende verplichtingen |
50.618 |
Diverse |
Bijdrage dekkingsopgave |
116.586 |
Diverse |
Overige inzet |
171.714 |
Diverse |
Saldo mee- en tegenvallers |
79.591 |
Saldo eindejaarsmarge |
418.509 |
Om te voldoen aan de Rijksbrede dekkingsopgave wordt er op verschillende artikelen omgebogen. In tabel 5 is hiervan een overzicht weergegeven.
Een deel van de ontvangen lpo op Artikel 1 en 3 (Primair- en voortgezet onderwijs) wordt ingezet (circa € 500 miljoen over de meerjarenperiode en structureel € 59 miljoen). Ook wordt een deel van de incidentele prijsbijstelling ingehouden (cumulatief € 62 miljoen over de meerjarenperiode). Zie hiervoor de toelichting bij punt 2 'Ontvangen relevante extra prijsbijstelling'. Daarnaast worden er incidentele middelen ingehouden op de reeks infrastructuur en basisvaardigheden (cumulatief € 111 miljoen over de meerjarenperiode). Op de subsidie voor de versoepeling doorstroom van vmbo-leerlingen naar havo/mbo wordt in 2023 € 6,9 miljoen ingehouden en op de subsidie voor zij-instroom wordt in 2023 € 6,0 miljoen ingehouden.
Daarnaast wordt op Artikel 6, 7, 11 en 16 ook op een aantal plekken omgebogen. Ten eerste worden de resterende middelen in de jaren 2024 - 2027 van het stopzetten van de halvering collegegeld (cumulatief € 450 miljoen over de meerjarenperiode) ingezet. Dit betreft incidentele middelen die zijn vrijgekomen bij het nemen van deze maatregel, naast de structurele inzet voor de herinvoering van de studiebeurs. Daarnaast wordt de incidentele extra lpo op deze middelen ingezet. Ten tweede worden de al aflopende subsidies tweede lerarenopleiding (vanaf 2026) en open en online onderwijs (vanaf 2023) beëindigd. Ten derde worden de 10% studie-voorschotmiddelen met € 20,0 miljoen verlaagd vanaf 2029. Ten vierde worden de middelen voor NWO verlaagd met structureel € 3,0 miljoen, eveneens vanaf 2029. Als laatste wordt de extra prijsbijstelling 2022 op Artikel 11 (Studiefinanciering), onderdeel reisvoorziening, ingehouden. Deze extra prijsbijstelling op het budget voor de reisvoorziening kan vrijvallen, omdat de prijsstijging voor de reisvoorziening gedekt kan worden binnen de beschikbare budgetten.
Om te voldoen aan de Rijksbrede dekkingsopgave wordt Artikel 15 (Media) naar beneden bijgesteld. De Rijksmediabijdrage voor de landelijke publieke omroep wordt vanaf 2025 met circa € 24 miljoen verlaagd, structureel gaat het om een verlaging van € 13 miljoen vanaf 2029. Daaraan gekoppeld wordt de Nederlandse Publieke Omroep ruimte gegeven om meer reclameopbrengsten te genereren, waarmee zij deze verlaging kunnen opvangen. Hiervoor wordt de maatregel om de reclamezendtijd op de lineaire kanalen van de publieke omroepen te halveren (deels) teruggedraaid.
In totaal wordt met de bovenstaande maatregelen € 97,7 miljoen in 2023 oplopend tot € 368,7 miljoen in 2026 en € 154,5 miljoen structureel dekking bijgedragen voor de Rijksbrede dekkingsopgave. Daarnaast komt de per saldo meevaller op de OCW-begroting ten gunste van het generale beeld en vormt daarmee dekking voor de Rijksbrede dekkingsopgave.
Tabel 5 Additionele bijdrage dekkingsopgave (bedragen x € 1.000)
Art. Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Diverse Dekking uit LPO |
|
|
|
|
|
|
1 Infrastructuur en basisvaardigheden (Lezen) |
|
|
|
|
|
0 |
3 Doorstroom VMBO-HAVO/MBO |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6 Beëindigen subsidieregeling tweede lerarenopleiding |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
7 Beëindigen subsidieregeling open en |
|
|
|
|
|
|
online onderwijs
Art. |
Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
6, 7 |
Resterende middelen halvering collegegeld |
0 |
|
|
|
|
0 |
9 |
Zij-instroom |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
15 |
Rijksmediabijdrage Nederlandse Publieke Omroep |
0 |
0 |
|
|
|
|
Totaal |
|
|
|
|
|
|
Er worden overhevelingen gedaan in het kader van het Coalitieakkoord (CA) vanaf de Aanvullende Post (AP). In het CA is voor kansengelijkheid in het onderwijs structureel € 1 miljard beschikbaar gesteld. In 2022 is het merendeel van deze middelen overgeheveld naar de OCW-begroting. Middels deze laatste tranche worden ook de resterende middelen overgeheveld naar de OCW-begroting ter uitvoering van o.a. het programma School en Omgeving en het programma Jonge Kind.
Daarnaast is in het CA het doel opgenomen om de kwaliteit van het onderwijs en het beroepsonderwijs te versterken. Dit wordt onder andere vormgegeven met een subsidie voor de verdere invoering van de praktijkgerichte programma's in de gemengde leerweg en de theoretische leerweg van het vmbo (€ 10,5 miljoen tot en met 2027). De structurele middelen worden vanaf 2028 overgeheveld naar Artikel 91 (Nog onverdeeld) van de OCW-begroting.
Vanuit de CA-reeks vervolgopleidingen worden middelen overgeheveld voor het flankerend beleid voor het aanpassen van het bindend studieadvies (ruim € 10 miljoen) en voor Koninkrijksbeurzen (€ 0,5 miljoen). De loon- en prijsbijstelling behorend bij al deze middelen wordt eveneens overgeheveld naar de OCW-begroting.
Tabel 6 CA-reeksen (bedragen x € 1.000)
Art. |
Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2.028 |
1,3, 91, 95 |
Versterken onderwijskwaliteit |
6.009 |
1.487 |
11.776 |
11.785 |
11.357 |
11.357 |
1,3, 95 |
Kansengelijkheid |
33.778 |
365.132 |
461.391 |
467.099 |
464.880 |
464.887 |
6, 7, 95 |
Vervolgopleidingen en onderzoek |
220 |
11.498 |
11.407 |
11.057 |
12.050 |
12.050 |
Totaal |
40.007 |
378.117 |
484.574 |
489.941 |
488.287 |
488.294 |
Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd, om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte beste-dingsritme. De grootste kasschuif betreft die op de CA-reeks kansengelijkheid voor School en Omgeving.
Er zijn in 2022 voor verschillende Nationaal Groeifonds (NGF) projecten middelen aan de OCW-begroting toegevoegd, zoals de projecten ontwik-kelkracht, collectief laaggeletterdheid en laaggeletterden, digitaliserings-impuls en de nationale LLO Katalysator. In 2022 zijn niet alle middelen besteed, bijvoorbeeld doordat projecten nog in de opstartfase zitten. Middelen uit het Nationaal Groeifonds kunnen middels de 100% eindejaarsmarge op het investeringsplafond worden doorgeschoven naar 2023. Dit is het geval voor afgerond € 53 miljoen, verdeeld over verschillende projecten.
Tevens worden er middelen naar achter geschoven bij drie verschillende NGF projecten. De voorbereiding van deze investeringen vraagt namelijk meer tijd dan eerder was voorzien. Per saldo gaat het om € 149 miljoen, die eerder in 2023 besteed zou worden, die wordt verschoven naar de jaren 2024 tot en met 2026. Dit gaat om € 131,1 miljoen bij het project LLO Katalysator, € 18,0 miljoen voor Biotech Booster en € 50.000 voor het budget collectief laagopgeleiden en laaggeletterden.
Tabel 7 Nationaal Groeifonds (bedragen x € 1.000)
Art. |
Omschrijving |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
1,3, 95 |
Open leermateriaal |
177 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1,3, 95 |
Ontwikkelkracht |
4.018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3, 95 |
Digitaal onderwijs goed geregeld |
566 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4 |
Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden |
119 |
|
50 |
0 |
0 |
0 |
6 |
Nationale LLO Katalysator |
|
80.000 |
40.000 |
11.100 |
0 |
0 |
6 |
Digitaliseringsimpuls onderwijs NL |
8.612 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
16 |
Biotech booster reeks |
|
18.010 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
|
97.960 |
40.050 |
11.100 |
0 |
0 |
Voor Covid-19 wordt er in 2023 per saldo € 23,1 miljoen vrijgemaakt op de OCW-begroting. Op het budget Ventilatie in scholen wordt € 52,6 miljoen toegevoegd in 2023. Dit betreft een overlopende verplichting vanuit voorgaande jaren. Deze overlopende verplichting is vermeld in de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022».
Daarnaast wordt er € 10,0 miljoen toegevoegd voor de coronamaatregelen met betrekking tot de studiefinanciering. In 2023 staat er circa € 52 miljoen op de begroting voor een tegemoetkoming voor het verliezen van het recht op studiefinanciering vanwege mogelijke studievertraging door de gevolgen van corona. Aangezien het budget van € 52 miljoen naar schatting ontoereikend is worden hier extra middelen aan toegevoegd.
Ten slotte zal er € 40,0 miljoen minder worden uitgegeven op de budgetten voor zelftesten. Deze middelen zullen naar verwachting in 2023 grotendeels niet tot uitputting komen en kunnen daarom terugvloeien naar de staatskas.
Op de budgetten voor Oekraïne wordt in 2023 € 73,1 miljoen en in 2024 € 97,3 miljoen toegevoegd. Onder de Oekraïne-uitgaven vallen de extra uitgaven voor de nieuwkomersbekostiging in het primair en voortgezet onderwijs in verband met de grote instroom van ontheemden vanuit Oekraïne. Dit bedrag wordt verdeeld over de periode van juli 2023 t/m december 2024 en is gebaseerd op de verwachte instroom tot 1 januari 2024.
In 2023 betreft dit voor een deel een overlopende verplichting op de nieuwkomersbekostiging voor € 37,1 miljoen die niet voor het jaar 2022 is bestemd maar voor 2023. Doordat de teldatum van het aantal nieuwkomers op 1 november 2022 ligt, wordt er pas in 2023 uitbetaald. Deze overlopende verplichting is reeds gemeld in de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022».
Tabel 8 Vluchtelingen Oekraïne (bedragen x € 1.000)
Art. Omschrijving |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
1, 3 Bekostiging nieuwkomers |
73.130 |
97.327 |
0 |
0 |
0 |
Art. Omschrijving |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Totaal |
73.130 |
97.327 |
0 |
0 |
0 |
Naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragings-commissie Kinderopvangtoeslag worden er middelen beschikbaar gesteld voor het kwijtschelden van studieschulden van gedupeerden van de Kinder-opvangtoeslagenaffaire. Er wordt een tegenvaller verwacht van € 57,0 miljoen op dit budget omdat er meer aanvragen voor kwijtschelding binnenkomen dan verwacht. In het bedrag van € 57,0 miljoen zit ook € 5,1 miljoen compensatie aan de vervoerbedrijven voor het kwijtschelden van ov-boetes. Deze middelen worden overgeheveld vanuit de AP.
De niet-kaderrelevante (NR) mutaties hebben betrekking op de studiefinanciering. Het betreft hier de tranche 2023 van de niet-plafondrelevante prijsbijstelling van € 386,2 miljoen en de extra prijsbijstelling van € 18,5 miljoen.
Daarnaast is er een meevaller op de niet relevante studiefinancierings-raming van € 302,9 miljoen. In de laatste maanden 2022 en januari 2023 is de niet-relevante (NR) terugontvangen lening gestegen als gevolg van de aankondiging van de rentestijging voor studieleningen. De ontvangsten op de terugontvangen lening zijn daarop naar boven bijgesteld voor 2023 en verder.
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Media-reserve van € 40,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.
De ten onrechte door Hogeschool Zeeland ontvangen uitgekeerde Rijksbijdragen worden in een periode van twintig jaar teruggevorderd. De Hogeschool Zeeland heeft verzocht de laatste termijnen, 2023 tot en met 2025, versneld in één keer af te lossen in 2022. Hierop is door OCW positief besloten. Dit leidde ertoe dat de ontvangsten op Artikel 6 (Hoger onderwijs) voor het jaar 2022 € 3,6 miljoen hoger waren. Deze meerontvangsten werden per overlopende verplichting meegenomen naar 2023 en door middel van een kasschuif in het juiste ritme gezet.
Daarnaast zijn de relevante renteontvangsten in 2023 omhoog bijgesteld met € 7,7 miljoen als gevolg van de hogere rentestand. Deze zullen naar verwachting verder oplopen tot € 246 miljoen in 2028. Deze meevaller komt ten goede aan het generale beeld.
Er doet zich een meevaller voor op de raming van de studiefinanciering. Dit wordt met name verklaard door hogere inkomsten (€ 7,9 miljoen) uit lesgeld dat is gestegen door loon- en prijsontwikkelingen.
Daarnaast blijkt uit de afrekening van Scientific Programme Indonesia (SPIN) dat er € 1,4 miljoen onbesteed is gebleven.
Ten slotte vind er een meevaller plaats op de niet-relevante studiefinancie-ringsraming van € 156,8 miljoen. In de laatste maanden 2022 en januari 2023 is de niet-relevante (NR) terugontvangen lening gestegen als gevolg van de renteaankondiging. De ontvangsten op de terugontvangen lening zijn daarop naar boven bijgesteld voor 2023 en verder.
Dit saldo bestaat uit verschillende mutaties:
-
•naar aanleiding van het adviesrapport «Wind in de Zeilen» is er
€ 54,1 miljoen overgemaakt naar de OCW-begroting. Dit bedrag is via een kasschuif in het juiste kasritme gezet zodat het bedrag wordt verdeeld over de juiste jaren richting Artikel 16 (Onderzoek- en wetenschapsbeleid). Deze middelen zijn voor de oprichting van het Delta Climate Center in Vlissingen;
-
•overboekingen met andere departementen;
-
•budgetneutrale moties en amendementen zijn hier verwerkt;
-
•technische mutaties en interne overboekingen vallen onder dit saldo.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
De jaren 2020, 2021 en 2022 zijn voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van OCW zijn genomen.
Tabel 9 Extracomptabele tabel overzicht Coronamaatregelen (bedragen x € 1 miljoen)
Maatregel |
Verplichtingen 2023 |
Uitgaven 2023 Relevante Kamerstukken |
Nationaal Programma Onderwijs |
1.270,7 |
1.512,3 (Kamerstukken II 2020/21,35570 VIII, nr. 185), (Kamerstukken II 2022/23, 36250 VIII, nr. 2) |
Aanpak van de jeugdwerkloosheid |
9,6 |
9,6 (Kamerstukken II 2020/21,35682, nr. 2), Kamerstukken II 2021/22, 36120 VIII, nr. 2 |
Ventilatie |
129,5 |
127,7 (Kamerstukken II 2021/22, 36022 VIII, nr. 2), (Kamerstukken 2021/22, 36082 VIII, nr. 2) |
Zelftesten |
10,0 |
10,0 (Kamerstukken II 2020/21,35739, nr. 2), (Kamerstukken II 2020/21,35806, nr. 2), (Kamerstukken II 2021/22, 36022 VIII, nr. 2) |
Nationaal Programma Onderwijs
In de Kamerbrief over Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief (Kamerstukken II 2020/21, 35570, nr. 185) is vermeld dat er voor € 8,5 miljard wordt geïnvesteerd in het gehele onderwijs. Het doel hiervan is om leerlingen en studenten te helpen hun gaven en talenten tot bloei te brengen, ondanks de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor het onderwijs. Bij de start van het NP Onderwijs is aangegeven dat het de bedoeling is dat scholen de extra middelen besteden in de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023. Per brief van 25 februari 2022 over Bijsturing NP Onderwijs: verdeling middelen en verlenging van de bestedingstermijn (Kamerstukken 2021/2022, 35925, nr 155) is aangegeven dat scholen de middelen die zij ontvangen voor schooljaar 2022/2023 ook in schooljaar 2023/2024 en in schooljaar 2024/2025 kunnen besteden aan de interventies van de menukaart. Daarom zijn er middelen naar 2023 tot en met 2025 geschoven, zodat de ondersteuning aan scholen en de monitoring gedurende de gehele looptijd van het NP Onderwijs in stand kan worden gehouden.
Aanpak van de jeugdwerkloosheid
Het kabinet heeft besloten om te investeren in loopbaangesprekken met kwetsbare jongeren, om hiermee de kans op werkloosheid te verkleinen.
Ventilatie
Voor optimale leerprestaties is het belangrijk dat scholen zo verantwoordelijk mogelijk fysiek onderwijs kunnen blijven organiseren. Goede lucht kwaliteit maakt hier onderdeel van uit, om het risico op COVID-19 besmettingen te verkleinen. Daarnaast dient onderwijspersoneel les te geven onder goede arbeidsomstandigheden, goede luchtkwaliteit is hierbij van groot belang.
Zelftesten
Met de inzet van zelftesten in het onderwijs kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan continuering van (fysiek) onderwijs, wat van belang is om onderwijsachterstanden te voorkomen, voor psychisch welbevinden van leerlingen en studenten, en voor arbeidsparticipatie van ouders.
3.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijsBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art.1 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
14.369.835 |
9.500 |
14.379.335 |
1.333.247 |
15.712.582 |
1.107.642 |
1.185.925 |
1.117.054 |
1.080.530 |
Uitgaven |
15.192.716 |
9.500 |
15.202.216 |
1.177.594 |
16.379.810 |
1.263.285 |
1.185.925 |
1.117.054 |
1.080.530 |
Bekostiging |
13.894.957 |
9.300 |
13.904.257 |
980.852 |
14.885.109 |
1.001.401 |
914.680 |
841.855 |
775.571 |
Bekostiging po-instellingen |
12.927.456 |
0 |
12.927.456 |
990.349 |
13.917.805 |
1.015.861 |
929.105 |
856.283 |
789.999 |
Bekostiging Caribisch Nederland |
25.982 |
0 |
25.982 |
4.461 |
30.443 |
4.030 |
4.065 |
4.065 |
4.065 |
Prestatiebox |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Aanvullende bekostiging |
212.819 |
9.300 |
222.119 |
|
203.619 |
|
|
|
|
Aanpak lerarentekort G5 |
31.605 |
0 |
31.605 |
0 |
31.605 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Aanvullende bekostiging NP Onderwijs |
697.095 |
0 |
697.095 |
4.542 |
701.637 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
331.344 |
0 |
331.344 |
102.146 |
433.490 |
202.163 |
211.998 |
213.661 |
248.601 |
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
24.473 |
0 |
24.473 |
3.405 |
27.878 |
3.405 |
3.405 |
3.405 |
3.405 |
Nederlands onderwijs buitenland |
13.739 |
0 |
13.739 |
1 |
13.740 |
789 |
789 |
789 |
789 |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
16.525 |
0 |
16.525 |
948 |
17.473 |
980 |
980 |
980 |
980 |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Extra hulp voor de klas |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
School en omgeving |
56.700 |
0 |
56.700 |
31.441 |
88.141 |
164.056 |
174.034 |
177.296 |
207.554 |
Basisvaardigheden |
155.643 |
0 |
155.643 |
651 |
156.294 |
|
0 |
0 |
0 |
Nationaal Groeifonds |
3.988 |
0 |
3.988 |
|
|
|
|
|
|
NGF Open Leermateriaal |
0 |
0 |
0 |
443 |
443 |
3.790 |
0 |
0 |
0 |
NGF Digitaal Onderwijs |
0 |
0 |
0 |
3.450 |
3.450 |
5.300 |
5.200 |
2.750 |
2.750 |
Schoolmaaltijden |
0 |
0 |
0 |
61.000 |
61.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
60.276 |
0 |
60.276 |
4.796 |
65.072 |
30.900 |
33.744 |
32.526 |
33.873 |
Opdrachten |
49.833 |
0 |
49.833 |
4.161 |
53.994 |
23.892 |
23.388 |
23.212 |
23.192 |
Opdrachten |
39.833 |
0 |
39.833 |
8.569 |
48.402 |
23.892 |
23.388 |
23.212 |
23.192 |
Zelftesten |
10.000 |
0 |
10.000 |
|
5.592 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan agentschappen |
36.595 |
0 |
36.595 |
6.931 |
43.526 |
2.235 |
2.265 |
2.387 |
2.380 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
36.595 |
0 |
36.595 |
6.931 |
43.526 |
2.235 |
2.265 |
2.387 |
2.380 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
13.846 |
0 |
13.846 |
167 |
14.013 |
153 |
151 |
151 |
151 |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds |
11.202 |
0 |
11.202 |
15 |
11.217 |
1 |
|
|
|
UWV |
2.644 |
0 |
2.644 |
152 |
2.796 |
152 |
152 |
152 |
152 |
Bijdrage aan medeoverheden |
865.947 |
200 |
866.147 |
83.337 |
949.484 |
33.441 |
33.443 |
35.788 |
29.779 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
536.653 |
0 |
536.653 |
28.124 |
564.777 |
29.161 |
29.161 |
29.161 |
29.161 |
Caribisch Nederland |
22.317 |
0 |
22.317 |
2.613 |
24.930 |
4.280 |
4.282 |
6.627 |
618 |
Scholenprogramma Groningen |
3.089 |
0 |
3.089 |
0 |
3.089 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nationaal Programma Onderwijs |
54.773 |
0 |
54.773 |
0 |
54.773 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ventilatie in scholen |
76.415 |
0 |
76.415 |
52.600 |
129.015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SPUK vve Oekraïne |
13.700 |
0 |
13.700 |
0 |
13.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
14.369.835 |
9.500 |
14.379.335 |
1.333.247 |
15.712.582 |
1.107.642 |
1.185.925 |
1.117.054 |
1.080.530 |
SPUK huisvesting noodlocaties PO |
159.000 |
0 |
159.000 |
0 |
159.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
0 |
200 |
200 |
0 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
194 |
0 |
194 |
0 |
194 |
0 |
0 |
0 |
856 |
Brede scholen |
194 |
0 |
194 |
0 |
194 |
0 |
0 |
0 |
856 |
Ontvangsten |
9.208 |
0 |
9.208 |
0 |
9.208 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) + (1) + (2) (4) (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
14.369.835 |
9.500 |
14.379.335 |
1.333.247 |
15.712.582 |
1.107.642 |
1.185.925 |
1.117.054 |
1.080.530 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
10 |
10 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overig |
14.369.835 |
9.500 |
14.379.335 |
1.333.237 |
15.712.572 |
1.107.642 |
1.185.925 |
1.117.054 |
1.080.530 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 1.333,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2024 die in het najaar van 2023 al wordt verplicht.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 980,9 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
-
•de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de aanvullende tranche over 2022 van circa € 744,4 miljoen;
-
•een aanpassing op basis van de nieuwe raming van het aantal leerlingen in de referentieraming 2023: € 151,0 miljoen (zie het algemene deel);
-
•een verhoging van het budget voor de reguliere nieuwkomersbekos-tiging van € 33,0 miljoen en daarnaast een verhoging van het budget voor Oekraïense nieuwkomers van € 29,6 miljoen;
-
•een in de veegbrief aangekondigde overlopende verplichting van
€ 51,1 miljoen vanuit 2022 naar 2023 inzake de uitbetaling van nieuwko-mersbekostiging over 2022;
-
•en de toevoeging van € 12,3 miljoen voor het programma Jonge Kind uit de pijler kansengelijkheid van het coalitieakkoord.
Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op loon- en prijsbijstelling, de referentieraming 2023, de middelen ten behoeve van de po-leerlingen uit Oekraïne en de middelen die ter beschikking zijn gekomen naar aanleiding van het coalitieakkoord.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 102,1 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door:
-
•de toevoeging van loon- en prijsbijstelling 2023 en de aanvullende tranche over 2022 van € 6,4 miljoen;
-
•de toevoeging van middelen voor schoolmaaltijden naar aanleiding van de motie Dassen Paternotte van € 61,0 mln, dit betreft het aandeel voor het primair onderwijs;
-
•en een verhoging van het School en Omgeving budget van
€ 31,4 miljoen, dit door de toevoeging van CA middelen (€ 3,7 miljoen) en een kasschuif naar voren (€ 49,9 miljoen). Van de School en Omgeving middelen wordt € 22,1 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (VO) zodat de middelen goed over de artikelen verdeeld staan.
Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling en de middelen die ter beschikking zijn gekomen naar aanleiding van het coalitieakkoord.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget wordt per saldo met € 83,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
-
•een in de veegbrief aangekondigde overlopende verplichting van
€ 52,6 miljoen vanuit 2022 naar 2023 met betrekking tot de subsidieregeling Ventilatie op Scholen;
-
•en de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2023 en de aanvullende tranche over 2022: € 31,3 miljoen (zie het algemene deel).
3.2 Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
10.540.967 |
|
10.531.562 |
1.458.760 |
11.990.322 |
715.395 |
831.377 |
832.079 |
839.536 |
Uitgaven |
11.189.294 |
|
11.179.889 |
727.153 |
11.907.042 |
891.861 |
832.895 |
833.964 |
843.712 |
Bekostiging |
10.270.945 |
|
10.261.445 |
618.652 |
10.880.097 |
725.739 |
655.907 |
652.260 |
647.101 |
Bekostiging vo-instellingen |
9.502.339 |
0 |
9.502.339 |
607.041 |
10.109.380 |
724.696 |
655.864 |
652.229 |
653.570 |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen |
18.057 |
|
8.557 |
0 |
8.557 |
|
|
|
|
Bekostiging Caribisch Nederland |
20.900 |
0 |
20.900 |
3.228 |
24.128 |
3.184 |
3.184 |
3.184 |
3.184 |
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters |
113.187 |
0 |
113.187 |
6.459 |
119.646 |
6.459 |
6.459 |
6.447 |
6.447 |
Aanvullende regelingen leerlingendaling |
4.540 |
0 |
4.540 |
0 |
4.540 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Aanvullende bekostiging Nationaal Programma Onderwijs |
611.922 |
0 |
611.922 |
1.924 |
613.846 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
556.309 |
60 |
556.369 |
91.054 |
647.423 |
140.860 |
148.717 |
153.805 |
168.420 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo |
24.625 |
0 |
24.625 |
12.161 |
36.786 |
|
|
|
|
Pilots lente- en zomerscholen vo |
9.267 |
0 |
9.267 |
|
5.577 |
|
|
|
|
Nieuwe leerweg |
10.241 |
0 |
10.241 |
0 |
10.241 |
10.501 |
10.501 |
10.501 |
10.500 |
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
10.540.967 |
|
10.531.562 |
1.458.760 |
11.990.322 |
715.395 |
831.377 |
832.079 |
839.536 |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Extra hulp voor de klas |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Regeling Heterogene brugklassen |
21.250 |
0 |
21.250 |
0 |
21.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Basisvaardigheden |
176.138 |
0 |
176.138 |
76 |
176.214 |
1 |
0 |
0 |
1 |
Nationaal Groeifonds |
6.984 |
0 |
6.984 |
|
0 |
|
|
|
|
Maatschappelijke diensttijd |
203.392 |
0 |
203.392 |
|
174.860 |
|
|
|
|
School en Omgeving |
0 |
0 |
0 |
56.374 |
56.374 |
141.161 |
147.541 |
149.624 |
168.969 |
NGF Ontwikkelkracht |
0 |
0 |
0 |
12.690 |
12.690 |
19.972 |
22.381 |
13.921 |
0 |
Schoolmaaltijden |
0 |
0 |
0 |
39.000 |
39.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
104.412 |
60 |
104.472 |
9.959 |
114.431 |
24.519 |
24.378 |
28.377 |
31.029 |
Opdrachten |
54.580 |
35 |
54.615 |
|
47.175 |
18.306 |
21.447 |
20.948 |
21.250 |
Opdrachten |
44.580 |
35 |
44.615 |
|
30.463 |
36 |
847 |
1.078 |
1.379 |
Zelftesten |
10.000 |
0 |
10.000 |
|
2.643 |
0 |
0 |
0 |
0 |
MDT opdrachten |
0 |
0 |
0 |
14.069 |
14.069 |
18.270 |
20.600 |
19.870 |
19.871 |
Bijdrage aan agentschappen |
64.494 |
0 |
64.494 |
10.707 |
75.201 |
3.933 |
3.931 |
4.108 |
4.093 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
64.494 |
0 |
64.494 |
10.707 |
75.201 |
3.933 |
3.931 |
4.108 |
4.093 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
48.651 |
0 |
48.651 |
14.128 |
62.779 |
2.971 |
2.841 |
2.791 |
2.796 |
College voor Toetsen en Examens |
4.573 |
0 |
4.573 |
11.596 |
16.169 |
439 |
309 |
259 |
264 |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen |
44.078 |
0 |
44.078 |
2.532 |
46.610 |
2.532 |
2.532 |
2.532 |
2.532 |
Bijdrage aan medeoverheden |
194.019 |
0 |
194.019 |
0 |
194.019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nationaal Programma Onderwijs |
35.019 |
0 |
35.019 |
0 |
35.019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SPUK huisvesting noodlocaties VO |
159.000 |
0 |
159.000 |
0 |
159.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
296 |
0 |
296 |
52 |
348 |
52 |
52 |
52 |
52 |
GRAZ (ECML) en PISA |
296 |
0 |
296 |
52 |
348 |
52 |
52 |
52 |
52 |
Ontvangsten |
7.391 |
0 |
7.391 |
0 |
7.391 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) + (1) + (2) (4) (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
10.540.967 |
|
10.531.562 |
1.458.760 |
11.990.322 |
715.395 |
831.377 |
832.079 |
839.536 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
|
|
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overig |
10.540.967 |
|
10.531.562 |
1.461.685 |
11.993.247 |
715.395 |
831.377 |
832.079 |
839.536 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 1.458,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de aanvullende tranche over 2022 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2024 die in het najaar van 2023 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op loon- en prijsbijstelling.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 618,7 miljoen verhoogd. Dit is grotendeels het gevolg van loon- en prijsbijstelling tranche 2023 van € 533,9 miljoen, de aanvullende tranche over 2022 van € 14,1 miljoen, de toename in de nieuwkomers bekostiging door instroom van nieuwkomers uit overige landen van € 36,4 miljoen en daarnaast een verhoging van het budget voor Oekraïense nieuwkomers van € 6,5 miljoen. Hiernaast is er een aanpassing van € 21,6 miljoen in het budget van de referentieraming 2023 vo op basis van de nieuwe raming van het aantal leerlingen. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op loon- en prijsbijstelling, de referentieraming 2023 en de middelen ten behoeve van de vo-leerlingen uit Oekraïne.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 91,1 miljoen verhoogd. Dit wordt verklaard door de toevoeging van middelen voor schoolmaaltijden naar aanleiding van de motie Dassen Paternotte van € 39,0 miljoen en een verhoging van het School en Omgeving budget van € 56,4 miljoen, dit door de toevoeging van CA middelen (€ 2,3 miljoen) en een kasschuif naar voren (€ 31,9 miljoen). Van de School en Omgeving middelen wordt € 22,1 miljoen overgeboekt van artikel 1 (PO) naar artikel 3 (VO) zodat de middelen goed over de artikelen verdeeld staan. Hiernaast is het subsidiebudget voor de MDT naar beneden bijgesteld met 28,5 miljoen als gevolg van een herschikking naar het opdrachten- en apparaatsbudget in het kader van de MDT Bovendien wordt een deel van de lpo ingehouden voor een bijdrage aan de Rijksbrede taakstelling. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op loon- en prijsbijstelling en de coalitieakkoordmiddelen.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor het instrument bijdrage aan agentschappen wordt per saldo met € 10,7 miljoen verhoogd. Dit wordt verklaard door de toevoeging van loon- en prijsbijstelling van € 3,7 miljoen, een bijdrage voor het uitvoeren van activiteiten binnen KOMEX (Kost prijs model examens) van € 5,2 miljoen, bijdrage aan schooldiploma praktijkonderwijs van € 0,7 miljoen en de toevoeging van de middelen ten behoeve van de verbe-teragenda staatsexamens van € 1,0 miljoen. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op loon- en prijsbijstelling.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Het budget voor het instrument bijdrage aan ZBO's/RWT's wordt per saldo met € 14,1 miljoen verhoogd. Dit wordt verklaard door overboeking van Artikel 4 (mbo) van € 7,0 miljoen ten behoeve van het werkprogramma van het CvTE en een overboeking van mbo t.b.v de kosten voor het nieuwe inburgeringstelsel van € 3,7 miljoen. Daarnaast is € 2,8 miljoen toegevoegd voor de loon- en prijsbijstelling. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op loon- en prijsbijstelling.
3.3 Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
5.548.367 |
1.618.001 |
7.166.368 |
|
5.427.761 |
1.563.333 |
857.598 |
910.712 |
299.217 |
Uitgaven |
5.541.718 |
0 |
5.541.718 |
288.048 |
5.829.766 |
265.468 |
318.410 |
329.834 |
361.226 |
Bekostiging |
4.910.852 |
0 |
4.910.852 |
272.663 |
5.183.515 |
215.800 |
255.142 |
263.712 |
298.774 |
Bekostiging mbo-instellingen |
3.887.524 |
0 |
3.887.524 |
281.016 |
4.168.540 |
29.321 |
233.673 |
246.040 |
275.508 |
Bekostiging Caribisch Nederland |
10.850 |
0 |
10.850 |
1.350 |
12.200 |
1.350 |
1.575 |
1.592 |
1.592 |
Bekostiging vavo |
71.161 |
0 |
71.161 |
6.843 |
78.004 |
10.618 |
10.618 |
10.618 |
10.718 |
Kwaliteitsafspraken investeringsbudget |
586.134 |
0 |
586.134 |
0 |
586.134 |
165.000 |
0 |
0 |
0 |
Kwaliteitsafspraken resultaatafhankelijk budget |
217.623 |
0 |
217.623 |
0 |
217.623 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Regionaal Investeringsfonds |
44.324 |
0 |
44.324 |
|
24.685 |
7.541 |
7.306 |
3.492 |
8.986 |
Salarismix Randstadregio's |
52.186 |
0 |
52.186 |
3.093 |
55.279 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Regionaal Programma |
30.550 |
0 |
30.550 |
0 |
30.550 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid |
10.500 |
0 |
10.500 |
0 |
10.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
346.698 |
0 |
346.698 |
19.372 |
366.070 |
34.295 |
46.165 |
49.724 |
46.826 |
Praktijkleren |
240.092 |
0 |
240.092 |
25.772 |
265.864 |
41.310 |
34.936 |
33.864 |
23.313 |
Leven Lang Ontwikkelen |
2.059 |
0 |
2.059 |
|
1.985 |
|
|
|
|
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal |
15.573 |
0 |
15.573 |
|
13.692 |
|
0 |
0 |
0 |
Loopbaanoriëntatie |
34.455 |
0 |
34.455 |
168 |
34.623 |
|
|
|
|
Doorstroom beroepskolom |
25.000 |
0 |
25.000 |
|
16.380 |
|
|
8.620 |
16.820 |
LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (NGF) |
3.400 |
0 |
3.400 |
|
3.318 |
|
0 |
0 |
0 |
Vakwedstrijden mbo |
4.327 |
0 |
4.327 |
400 |
4.727 |
3.846 |
4.928 |
4.928 |
4.928 |
Zelftesten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Maatschappelijke diensttijd |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Extra hulp voor de klas |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
21.792 |
0 |
21.792 |
3.689 |
25.481 |
6.941 |
6.904 |
3.906 |
3.749 |
Opdrachten |
32.356 |
0 |
32.356 |
|
20.996 |
|
|
|
|
Opdrachten |
22.706 |
0 |
22.706 |
|
20.266 |
|
|
|
|
Zelftesten |
9.650 |
0 |
9.650 |
|
730 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan agentschappen |
22.479 |
0 |
22.479 |
1.553 |
24.032 |
1.427 |
1.290 |
1.349 |
1.344 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
19.233 |
0 |
19.233 |
2.234 |
21.467 |
1.427 |
1.290 |
1.349 |
1.344 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
3.246 |
0 |
3.246 |
|
2.565 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
89.446 |
0 |
89.446 |
|
86.868 |
6.451 |
6.582 |
5.630 |
5.343 |
College voor Toetsen en Examens |
12.156 |
0 |
12.156 |
|
729 |
|
|
|
|
Wet SLOA |
1.164 |
0 |
1.164 |
|
70 |
|
|
|
|
SBB |
73.126 |
0 |
73.126 |
9.763 |
82.889 |
7.371 |
7.440 |
6.384 |
6.097 |
NWO Comenius |
3.000 |
0 |
3.000 |
180 |
3.180 |
240 |
301 |
301 |
301 |
NCP NLQF |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
921 |
921 |
921 |
921 |
Bijdrage aan medeoverheden |
139.887 |
0 |
139.887 |
8.398 |
148.285 |
8.398 |
9.899 |
9.899 |
9.899 |
Ontwerp- Mutaties via Vastge- Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, stelde suppletoire suppletoire 2024 2025 2026 2027
2023 (1) moties, begroting begroting begroting
amendementen en ISB (2) |
2023 (3) = (1)
|
|
|
||||||
RMC's |
40.065 |
0 |
40.065 |
3.558 |
43.623 |
2.305 |
3.806 |
3.806 |
3.806 |
Educatie |
80.622 |
0 |
80.622 |
4.840 |
85.462 |
4.840 |
4.840 |
4.840 |
4.840 |
Regionaal Programma |
19.200 |
0 |
19.200 |
0 |
19.200 |
1.253 |
1.253 |
1.253 |
1.253 |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
4.000 |
0 |
4.000 |
700 |
4.700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) + (1) + (2) (4) (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
5.548.367 |
1.618.001 |
7.166.368 |
1.738.607 |
5.427.761 |
1.563.333 |
857.598 |
910.712 |
299.217 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
205 |
205 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
5.548.367 |
1.618.001 |
7.166.368 |
1.738.812 |
5.427.556 |
1.563.333 |
857.598 |
910.712 |
299.217 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden in 2023 met € 1,7 miljard verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 2,0 miljard) wordt grotendeels veroorzaakt door een schuif van de verplichtingen van 2023 naar latere jaren van € 2,3 miljard op het budget kwaliteitsafspraken investeringsbudget. De regeling kwaliteitsafspraken 2024 tot en met 2027 was oorspronkelijk voor de hele looptijd als verplichting opgenomen. De minister neemt echter pas in 2024 een beslissing over de kwaliteitsagenda's die door de instellingen worden ingeleverd. Vanaf dat moment worden er pas verplichtingen aangegaan.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 272,7 miljoen verhoogd in 2023. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
-
•de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging voor circa € 298,2 structureel wordt opgehoogd;
-
•een kasschuif op het Regionaal Investeringsfonds (RIF). Om de beschikbare middelen in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme wordt er circa € 21,5 miljoen naar latere jaren geschoven.
Daarnaast vinden de volgende mutaties in 2024 plaats:
-
•de bekostiging van mbo-instellingen wordt in 2024 met € 165,0 miljoen verlaagd en kwaliteitsafspraken investeringsbudget met hetzelfde bedrag in 2024 verhoogd. De extra investering uit het coalitieakkoord in niveau 2 in het mbo wordt ook in 2024 nog via de kwaliteitsafspraken verstrekt, omdat de aparte mbo-bekostiging voor niveau 2 nog niet via wetgeving is aangepast;
-
•de bekostiging mbo-instellingen wordt naar beneden bijgesteld op basis van de meest actuele referentieraming. Enerzijds blijft de verwachting dat het totale aantal mbo-studenten in de komende jaren afneemt en vanaf studiejaar 2025/2026 geleidelijk zal toenemen. Anderzijds blijft de verwachting dat er meer leerwerkplekken zullen zijn vanwege het werkloosheidseffect, hierdoor worden er minder bol-studenten ten opzichte van bbl-studenten geraamd (zie ook algemeen deel);
-
•een structurele overboeking van Artikel 6 en 7 van € 10,0 miljoen vanaf 2024 naar de bekostiging mbo-instellingen voor het kosteloos beschikbaar stellen van boeken en licenties voor de vakken taal, rekenen en burgerschap aan mbo-studenten jonger dan 18 jaar. Hiermee wordt de toegankelijkheid van het mbo-onderwijs vergroot, omdat de kosten voor de student om een opleiding te volgen met deze maatregel zullen dalen. Met deze overboeking wordt gehoor gegeven aan de motie van het lid Hagen c.s..
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met ruim € 19,4 miljoen verhoogd in 2023. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
-
•de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 (zie ook algemene deel), waardoor de regeling praktijkleren met circa
€ 14,0 miljoen structureel wordt opgehoogd;
-
•een verhoging van de regeling praktijkleren, naast de bovenstaand genoemde lpo, met per saldo € 11,7 miljoen. In de jaarlijkse doorrekening van de referentieraming 2023 stijgt het aantal bbl-studenten ten opzichte van de vorige raming. Hierdoor is de regeling praktijkleren voor leerwerkbedrijven niet meer toereikend om het maximale bedrag van € 2700 per leerwerkplek uit te keren, op basis van de verwachte aanvragen. Voor de jaren 2023 tot en met 2026 worden er extra middelen beschikbaar gesteld om dit effect (gedeeltelijk) te compenseren;
-
•een kasschuif op het instrument doorstroom beroepskolom. De regeling Versterking aansluiting beroepsonderwijskolom heeft als doel om de doorstroom in de gehele beroepskolom te verbeteren van vmbo tot en met hbo. De kasschuif van € 8,6 miljoen in 2023 en € 16,8 miljoen in 2024 naar respectievelijk de jaren 2026 en 2027 is noodzakelijk om de kasgevolgen van de nieuwe regeling in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme aan onderwijsinstellingen;
-
•een eenmalige bijdrage van € 0,4 miljoen in 2023 en structureel
€ 4,9 miljoen uit Artikel 4 ten behoeve van de regeling vakwedstrijden. Met deze bijdrage wordt gehoor gegeven aan de moties van de leden El Yassini en Van der Molen.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met circa € 11,4 miljoen verlaagd in 2023. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door de afnemende vraag van zelftesten bij mbo-instellingen. Hierdoor wordt dit budget met € 8,9 miljoen neerwaarts bijgesteld. Deze middelen vloeien terug naar de staatskas.
3.4 Beleidsartikel 6. Hoger onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp- Mutaties via Vastge- begroting NvW, stelde 2023 (1) moties, begroting amende- 2023 (3) = (1) menten en + (2) ISB (2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
4.447.496 |
0 |
4.447.496 |
365.203 |
4.812.699 |
170.303 |
7.176 |
|
|
Uitgaven |
4.466.326 |
0 |
4.466.326 |
168.318 |
4.634.644 |
201.367 |
41.359 |
|
|
Bekostiging |
4.412.912 |
0 |
4.412.912 |
74.233 |
4.487.145 |
67.446 |
|
|
|
Bekostiging onderwijsdeel |
3.717.139 |
0 |
3.717.139 |
216.020 |
3.933.159 |
79.733 |
|
|
|
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling |
142.854 |
0 |
142.854 |
8.526 |
151.380 |
8.526 |
8.526 |
8.526 |
8.526 |
Studievoorschot kwaliteitsafspraken |
342.879 |
0 |
342.879 |
19.520 |
362.399 |
22.087 |
23.815 |
25.173 |
23.478 |
Studievoorschotvouchers |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen |
3.040 |
0 |
3.040 |
174 |
3.214 |
107 |
0 |
0 |
0 |
Fonds onderzoek en wetenschap |
35.000 |
0 |
35.000 |
1.993 |
36.993 |
1.993 |
1.993 |
1.993 |
1.993 |
NGF Katalysator |
127.000 |
0 |
127.000 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NGF Digitale impuls |
45.000 |
0 |
45.000 |
|
0 |
|
|
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
6.361 |
0 |
6.361 |
87.894 |
94.255 |
126.328 |
80.758 |
8.903 |
|
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding |
2.638 |
0 |
2.638 |
|
737 |
152 |
152 |
|
|
Zelftesten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
3.723 |
0 |
3.723 |
1.183 |
4.906 |
1.176 |
606 |
289 |
284 |
NGF Katalysator |
0 |
0 |
0 |
35.000 |
35.000 |
80.000 |
40.000 |
11.100 |
0 |
NGF Digitale impuls |
0 |
0 |
0 |
53.612 |
53.612 |
45.000 |
40.000 |
0 |
0 |
Bijdrage aan agentschappen |
14.839 |
0 |
14.839 |
1.925 |
16.764 |
1.999 |
1.009 |
1.059 |
1.056 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
14.839 |
0 |
14.839 |
1.925 |
16.764 |
1.999 |
1.009 |
1.059 |
1.056 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
32.214 |
0 |
32.214 |
4.266 |
36.480 |
5.594 |
5.791 |
5.435 |
5.405 |
NWO: Praktijkgericht onderzoek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
NWO: Promotiebeurs voor leraren |
10.705 |
0 |
10.705 |
641 |
11.346 |
641 |
641 |
641 |
641 |
NWO: NRO-programma's Hoger Onderwijs |
16.500 |
0 |
16.500 |
3.325 |
19.825 |
4.651 |
4.852 |
4.494 |
4.494 |
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) |
5.009 |
0 |
5.009 |
300 |
5.309 |
302 |
298 |
300 |
270 |
Ontvangsten |
1.213 |
0 |
1.213 |
|
17 |
|
|
0 |
0 |
Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen |
|||||||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) +
|
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
4.447.496 |
0 |
4.447.496 |
365.203 |
4.812.699 |
170.303 |
7.176 |
|
|
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
64.898 |
64.898 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
4.447.496 |
0 |
4.447.496 |
300.305 |
4.747801 |
170.303 |
7.176 |
|
|
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 365,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 196,9 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
-
•bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de extra prijsbijstelling 2022 voor zowel 2023 als 2024 in het jaar 2023 verplicht worden;
-
•bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2023 voor 2024 in het jaar 2023 verplicht wordt;
-
•garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2023 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat
(€ 64,9 miljoen).
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 74,2 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
-
•de doorverdeling (€ 250,6 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de extra prijsbijstelling 2022 (zie het algemeen deel);
-
•een verlaging van het budget met € 172,0 miljoen omdat de middelen uit het Nationaal Groeifonds (NGF) voor de projecten Nationale Leven Lang Ontwikkelen (LLO)-katalysator en Digitaliseringsimpuls onderwijs NL, die in eerste instantie ondergebracht waren bij het instrument bekostiging zijn overgeheveld naar het instrument subsidies;
-
•diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 4,4 miljoen.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 87,9 miljoen verhoogd. Het betreft:
-
•een verlaging (€ 2,0 miljoen) op de subsidieregeling Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding in verband met het feit dat er minder beroep op de regeling werd gedaan dan geraamd; vanaf het jaar 2026 wordt deze subsidieregeling afgeschaald ten behoeve van de rijksbrede dekkings-opgave (zie het algemeen deel);
-
•de middelen uit het Nationaal Groeifonds (NGF) voor de projecten Nationale Leven Lang Ontwikkelen (LLO)-katalysator (€ 35,0 miljoen) en Digitaliseringsimpuls onderwijs NL (€ 53,6 miljoen), die in eerste instantie ondergebracht waren bij het instrument bekostiging zijn overgeheveld naar het instrument subsidies (zie ook het algemeen deel);
-
•diverse overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 1,3 miljoen.
ZBO's en agentschappen.
Het budget voor bijdragen aan ZBO's/RWT's wordt per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd in 2023. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:
-
•de doorverdeling (€ 1,9 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de extra prijsbijstelling 2022 (zie het algemeen deel);
-
•de verhoging (€ 2,4 miljoen) van het NWO-budget op de NRO-programma's Hoger Onderwijs ten behoeve van het onderdeel Comeniuscompleet.
3.5 Beleidsartikel 7 Wetenschappelijk onderwijsBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp- Mutaties via Vastge- begroting NvW, stelde 2023 (1) moties, begroting amende- 2023 (3) = (1) menten en + (2) ISB (2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) |
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
6.743.221 |
|
6.742.221 |
764.181 |
7.506.402 |
298.363 |
231.445 |
185.000 |
127.139 |
Uitgaven |
6.705.031 |
|
6.704.031 |
387.353 |
7.091.384 |
307.065 |
254.468 |
227.791 |
182.075 |
Bekostiging |
6.652.912 |
|
6.651.912 |
407.413 |
7.059.325 |
307.729 |
256.065 |
229.460 |
183.473 |
Bekostiging onderwijsdeel |
3.069.644 |
|
3.068.644 |
|
3.039.920 |
|
|
|
|
Bekostiging onderzoeksdeel |
2.480.411 |
0 |
2.480.411 |
362.950 |
2.843.361 |
362.971 |
362.698 |
362.715 |
362.739 |
Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek |
749.820 |
0 |
749.820 |
53.012 |
802.832 |
52.972 |
52.931 |
52.889 |
52.844 |
Studievoorschot kwaliteitsafspraken |
209.037 |
0 |
209.037 |
11.945 |
220.982 |
13.486 |
14.540 |
15.367 |
14.334 |
Studievoorschotvouchers |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Profilering en zwaartepuntvorming |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Fonds onderzoek en wetenschap |
144.000 |
0 |
144.000 |
8.230 |
152.230 |
8.230 |
8.230 |
8.230 |
8.230 |
Subsidies (regelingen) |
24.966 |
0 |
24.966 |
|
23.745 |
|
|
|
|
Nuffic |
11.113 |
0 |
11.113 |
|
10.601 |
|
|
|
|
Studiekeuze123 |
3.702 |
0 |
3.702 |
652 |
4.354 |
562 |
562 |
562 |
562 |
Vluchteling Studenten UAF |
2.594 |
0 |
2.594 |
157 |
2.751 |
157 |
157 |
157 |
157 |
Studentenwelzijn (Ecio) |
894 |
0 |
894 |
87 |
981 |
87 |
87 |
49 |
49 |
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) |
280 |
0 |
280 |
41 |
321 |
54 |
45 |
23 |
20 |
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) |
263 |
0 |
263 |
16 |
279 |
16 |
16 |
16 |
16 |
Open en online onderwijs |
2.112 |
0 |
2.112 |
|
1.234 |
|
|
|
|
Zelftesten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige subsidies |
4.008 |
0 |
4.008 |
|
3.224 |
|
|
|
|
Opdrachten |
24.167 |
0 |
24.167 |
|
5.212 |
|
126 |
121 |
362 |
Opdrachten |
3.817 |
0 |
3.817 |
475 |
4.292 |
|
126 |
121 |
362 |
Zelftesten |
20.350 |
0 |
20.350 |
|
920 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
2.986 |
0 |
2.986 |
116 |
3.102 |
116 |
116 |
116 |
116 |
Europees Universitair Instituut Florence (EUI) |
1.920 |
0 |
1.920 |
116 |
2.036 |
116 |
116 |
116 |
116 |
United Nations University (UNU) |
1.066 |
0 |
1.066 |
0 |
1.066 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
16 |
0 |
16 |
0 |
16 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 19 Uitsplitsing verplichtingen |
|||||||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) +
|
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
6.743.221 |
|
6.742.221 |
764.181 |
7.506.402 |
318.428 |
258.010 |
197.311 |
139.450 |
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) + (1) + (2) (4) (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
69.726 |
69.726 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
6.743.221 |
|
6.742.221 |
694.455 |
7.436.676 |
318.428 |
258.010 |
197311 |
139.450 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2023» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 764,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 376,8 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
-
•bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de extra prijsbijstelling 2022 voor zowel 2023 als 2024 in het jaar 2023 verplicht worden;
-
•bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2023 voor 2024 in het jaar 2023 verplicht wordt;
-
•garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2023 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat
(€ 69,7 miljoen).
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 407,4 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
-
•de doorverdeling (€ 401,0 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de extra prijsbijstelling 2022 (zie het algemeen deel);
-
•Een overboeking van € 4,8 miljoen vanuit het ministerie van VWS voor de doorwerking vanaf 2023 van de zogenaamde OVA-compensatie 2022, zijnde het verschil van de door VWS uitgekeerde Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling in de zorg voor het jaar 2022 en het door OCW van het ministerie van Financiën ontvangen loonpercentage voor de gezondheidssector op de werkplaatsfunctie van de academische ziekenhuizen die door OCW worden bekostigd;
-
•diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten/-artikelen en andere departementen) die het budget in totaal verhogen met € 1,6 miljoen.
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 18,9 miljoen verlaagd.
De verlaging is het gevolg van de volgende mutaties:
-
•een verlaging (€ 19,4 miljoen) van het budget op de Covid-19 middelen ten behoeve van fulfilment en distributie voor zelftesten dat niet tot uitputting zal komen en terug vloeit naar de staatskas;
-
•diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten/-artikelen en andere departementen) die het budget in totaal verhogen met € 0,5 miljoen.
3.6 Beleidsartikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) ¦ |
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|
Verplichtingen |
19.251 |
1.000 |
20.251 |
2.620 |
22.871 |
1.234 |
1.210 |
1.209 |
1.209 |
Uitgaven |
19.250 |
1.000 |
20.250 |
2.190 |
22.440 |
1.234 |
1.210 |
1.209 |
1.209 |
Subsidies (regelingen) |
8.059 |
0 |
8.059 |
1.599 |
9.658 |
549 |
544 |
543 |
543 |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
0 |
185 |
0 |
185 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stichting Nuffic |
999 |
0 |
999 |
1.111 |
2.110 |
61 |
61 |
61 |
61 |
Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training |
4.089 |
0 |
4.089 |
250 |
4.339 |
250 |
250 |
250 |
250 |
Internationalisering onderwijs |
1.062 |
0 |
1.062 |
74 |
1.136 |
74 |
74 |
74 |
74 |
Duitsland Instituut Amsterdam |
786 |
0 |
786 |
110 |
896 |
110 |
110 |
110 |
110 |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
625 |
0 |
625 |
43 |
668 |
43 |
43 |
43 |
43 |
Incidentele HGIS subsidies |
157 |
0 |
157 |
0 |
157 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige incidentele subsidies |
156 |
0 |
156 |
11 |
167 |
11 |
6 |
5 |
5 |
Opdrachten |
2.895 |
0 |
2.895 |
89 |
2.984 |
184 |
171 |
171 |
171 |
Opdrachten |
2.895 |
0 |
2.895 |
89 |
2.984 |
184 |
171 |
171 |
171 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
7.816 |
1.000 |
8.816 |
502 |
9.318 |
501 |
495 |
495 |
495 |
Nederlandse Taalunie |
7.235 |
0 |
7.235 |
477 |
7.712 |
476 |
470 |
470 |
470 |
Stichting Nuffic |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Europa College Brugge |
32 |
0 |
32 |
2 |
34 |
2 |
2 |
2 |
2 |
Unesco |
53 |
0 |
53 |
4 |
57 |
4 |
4 |
4 |
4 |
OESO CERI |
92 |
0 |
92 |
6 |
98 |
6 |
6 |
6 |
6 |
Fulbright Commission The Netherlands |
383 |
0 |
383 |
27 |
410 |
27 |
27 |
27 |
27 |
EU-programma's en activiteiten |
21 |
0 |
21 |
1 |
22 |
1 |
1 |
1 |
1 |
Overige bijdragen |
0 |
1.000 |
1.000 |
|
985 |
|
|
|
|
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
480 |
0 |
480 |
0 |
480 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) |
480 |
0 |
480 |
0 |
480 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
99 |
0 |
99 |
0 |
99 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 21 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp- |
Mutaties |
Vastge- |
Mutaties |
Stand 1e |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
|
begroting |
via NvW, |
stelde |
1e suppletoire |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
2023 (1) |
moties, |
begroting suppletoire |
begroting |
||||||
amende- |
2023 (3) = |
begroting |
|
||||||
menten en |
(1)+(2) |
(4) |
(4) |
||||||
ISB (2) |
|||||||||
Verplichtingen |
19.251 |
1.000 |
20.251 |
2.620 |
22.871 |
1.234 |
1.210 |
1.209 |
1.209 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
19.251 |
1.000 |
20.251 |
2.620 |
22.871 |
1.234 |
1.210 |
1.209 |
1.209 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 2,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 2,3 miljoen) wordt met name veroorzaakt door de bijstelling van de verplichtingenraming vanwege de loon- en prijsbijstelling.
Het budget wordt per saldo met € 2,2 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,6 miljoen verhoogd. Het betreft o.a. de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 (zie ook algemeen deel).
3.7 Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleidBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
220.502 |
|
220.407 |
|
212.656 |
12.350 |
9.987 |
10.858 |
13.571 |
Uitgaven |
223.401 |
|
223.306 |
|
199.055 |
20.850 |
18.487 |
17.858 |
13.571 |
Bekostiging |
46.621 |
0 |
46.621 |
|
36.069 |
49.258 |
52.010 |
54.710 |
69.010 |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
46.621 |
0 |
46.621 |
|
36.069 |
|
|
|
|
Tekorten regios |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
95.951 |
98.703 |
101.403 |
115.703 |
Subsidies (regelingen) |
169.590 |
|
169.495 |
|
155.653 |
|
|
|
|
Lerarenbeurs |
62.717 |
0 |
62.717 |
0 |
62.717 |
3.503 |
3.209 |
3.209 |
3.209 |
Zij-instroom |
62.924 |
0 |
62.924 |
10.000 |
72.924 |
14.308 |
12.586 |
12.748 |
8.162 |
Wet Beroep leraar en Lerarenregister |
1.775 |
|
1.480 |
|
0 |
|
|
|
|
Aanpak lerarentekort |
39.949 |
0 |
39.949 |
|
16.949 |
|
|
|
|
Overige subsidies |
2.225 |
200 |
2.425 |
638 |
3.063 |
2.155 |
2.306 |
2.206 |
2.206 |
Opdrachten |
3.866 |
0 |
3.866 |
|
3.607 |
|
|
|
|
Ontwerp- Mutaties via Vastge- Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, stelde suppletoire suppletoire 2024 2025 2026 2027
2023 (1) moties, begroting begroting begroting
amendementen en ISB (2) |
2023 (3) = (1)
|
|
|
||||||
Verplichtingen |
220.502 |
|
220.407 |
|
212.656 |
12.350 |
9.987 |
10.858 |
13.571 |
Opdrachten |
3.866 |
0 |
3.866 |
|
3.607 |
|
|
|
|
Bijdrage aan agentschappen |
3.324 |
0 |
3.324 |
402 |
3.726 |
409 |
409 |
418 |
417 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
3.324 |
0 |
3.324 |
402 |
3.726 |
409 |
409 |
418 |
417 |
Ontvangsten |
6.500 |
0 |
6.500 |
0 |
6.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 23 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) + (1) + (2) (4) (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
220.502 |
|
220.407 |
|
212.656 |
12.350 |
9.987 |
10.858 |
13.571 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
220.502 |
|
220.407 |
|
212.656 |
12.350 |
9.987 |
10.858 |
13.571 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden in 2023 met € 7,8 miljoen verlaagd. In de jaren na 2023 wordt het verplichtingenbedrag verhoogd. Het verschil tussen verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif voor de regeling voor onderwijsassistenten (SOOL). Er wordt bij deze regeling een verplichting aangegaan voor een subsidie die over meerdere jaren wordt uitbetaald. Hierdoor worden de verplichtingen in 2023 minder verlaagd dan de uitgaven, maar worden de uitgaven in 2024, 2025 en 2026 meer verhoogd dan de verplichtingen.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt in 2023 per saldo met € 10,6 miljoen verlaagd. In de jaren daarna wordt het budget verhoogd met € 49,3 miljoen in 2024 tot € 69,0 miljoen in 2027. Deze verschuivingen worden voornamelijk veroorzaakt door:
-
•Voor de vorming van de Onderwijsregio's, zoals aangekondigd in de lerarenbrief in december 2022, is een nieuw hoofdbudget gecreëerd onder bekosting: Tekorten Regio's.
-
•Vanaf 2024 komen hier zoals aangekondigd de middelen voor Samen Opleiden (tegemoetkoming kosten opleidingsscholen) en de Regionale Aanpak (aanpak tekorten) samen.
-
•Verder is er aan dit nieuwe budget loon- en prijsbijstelling toegevoegd ter hoogte van € 5,3 miljoen in 2024 oplopend tot € 6,5 miljoen in 2027.
-
•Doordat de nieuwe regeling per 2024 een systematiek per jaar heeft en de oude regelingen een systematiek per schooljaar hadden, is er in 2023 minder budget benodigd voor deze regelingen. De resterende
€ 10 miljoen wordt ingezet om de grote toestroom bij de regeling onderwijsassistenten op te vangen.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 13,7 miljoen verlaagd. In de jaren daarna wordt het budget verlaagd met € 28,6 miljoen in 2024 tot € 55,6 miljoen in 2027. Dit wordt met name verklaard door:
-
•Een verschuiving vanaf 2024 van het budget van de Regionale Aanpak (hoofdbudget aanpak tekorten) naar bekostigingshoofdbudget Tekorten Regio's ten behoeve van de Onderwijsregio's (zie bekostiging).
-
•Een verlaging in 2023 van het budget voor de aanpak lerarentekort met € 23 miljoen ten behoeve van de decentralisatieuitkering voor de G4, de regelingen zij-instroom en onderwijsassistenten (SOOL) op het hoofdbudget zij-instroom en bijdrage aan de dekkingsopgave
(€ 6 miljoen). Deze middelen zijn vrijgekomen door de eerder genoemde overgang van schooljaar naar kalenderjaar.
-
•Een verhoging van de budgetten in 2023 voor de regeling zij-instroom met € 6 miljoen en de regeling onderwijsassistenten (SOOL) met
€ 8 miljoen. Daarnaast is de regeling voor onderwijsassisten uitgebreid met een deel voor voortgezet onderwijs waarvoor € 4 miljoen extra per jaar is toegevoegd aan de regeling.
-
•Een verlaging van het hoofdbudget zij-instroom in 2023 van € 15 miljoen door een kasschuif naar de jaren 2024, 2025 en 2026 van € 5 miljoen per jaar voor de regeling onderwijsassistenten (SOOL).
-
•Er is loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de hoofdbudgetten lerarenbeurs en zij-instroom. Dit gaat om € 7,3 miljoen in 2024, aflopend naar € 6,9 miljoen in 2027
Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de dekkingsbijdrage en loon- en prijsbijstelling.
3.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties Vastge- Mutaties Stand 1e via NvW, stelde 1®uppletoire moties, begrotincsuppletoire begroting amende- 2023 (3) = begroting (5) = (3) + menten (1) + (2) (4) (4) en ISB (2) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||||
Verplichtingen |
5.516.325 |
0 |
5.516.325 |
152.587 |
5.668.912 |
104.399 |
282.104 |
163.048 |
252.842 |
Uitgaven |
5.516.325 |
0 |
5.516.325 |
159.473 |
5.675.798 |
111.420 |
288.946 |
169.751 |
258.051 |
Inkomensoverdracht |
1.447.206 |
0 |
1.447.206 |
44.684 |
1.491.890 |
|
145.690 |
50.878 |
141.587 |
Basisbeurs gift (R) |
373.559 |
0 |
373.559 |
21.707 |
395.266 |
|
|
|
|
Aanvullende beurs gift (R) |
761.611 |
0 |
761.611 |
|
739.385 |
|
|
|
|
Reisvoorziening gift (R) |
296 |
0 |
296 |
|
|
|
1.563 |
21.452 |
58.502 |
Maatregelen herinvoering basisbeurs (R) |
29.925 |
0 |
29.925 |
4.462 |
34.387 |
11.127 |
19.024 |
53.030 |
86.328 |
Tegemoetkoming (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
78.247 |
9.059 |
5.774 |
Studievoorschotvouchers (R) |
9.152 |
0 |
9.152 |
|
1.065 |
|
76.334 |
1.531 |
911 |
Caribisch Nederland gift (R) |
2.971 |
0 |
2.971 |
130 |
3.101 |
130 |
130 |
130 |
130 |
Overige uitgaven (R) |
269.692 |
0 |
269.692 |
55.262 |
324.954 |
14.862 |
15.862 |
16.862 |
17.862 |
Leningen |
3.890.737 |
0 |
3.890.737 |
101.822 |
3.992.559 |
131.322 |
128.331 |
107.864 |
69.630 |
Basisbeurs prestatiebeurs (NR) |
|
0 |
|
6.736 |
|
38.933 |
58.079 |
62.119 |
28.418 |
Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR) |
117.521 |
0 |
117.521 |
45.340 |
162.861 |
42.371 |
37.866 |
39.707 |
43.832 |
Reisvoorziening (NR) |
147.994 |
0 |
147.994 |
160.266 |
308.260 |
146.205 |
129.932 |
106.452 |
88.199 |
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties Vastge- Mutaties Stand 1e via NvW, stelde 1esuppletoire moties, begrotincsuppletoire begroting amende- 2023 (3) = begroting (5) = (3) + menten (1) + (2) (4) (4) en ISB (2) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||||
Verplichtingen |
5.516.325 |
0 |
5.516.325 |
152.587 |
5.668.912 |
104.399 |
282.104 |
163.048 |
252.842 |
Maatregelen herinvoering basisbeurs (NR) |
362.000 |
0 |
362.000 |
28.500 |
390.500 |
101.500 |
79.000 |
58.000 |
33.000 |
Rentedragende lening (NR) |
2.937.615 |
0 |
2.937.615 |
|
2.917.686 |
|
|
14.048 |
63.033 |
Collegegeldkrediet (NR) |
352.580 |
0 |
352.580 |
|
296.377 |
|
|
|
|
Leven lang leren krediet (NR) |
35.011 |
0 |
35.011 |
|
25.917 |
|
|
|
|
Overige uitgaven (NR) |
55.084 |
0 |
55.084 |
|
1.290 |
|
|
|
|
Bijdrage aan agentschappen |
178.382 |
0 |
178.382 |
12.967 |
191.349 |
11.183 |
14.925 |
11.009 |
46.834 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
178.382 |
0 |
178.382 |
12.967 |
191.349 |
11.183 |
14.925 |
11.009 |
46.834 |
Ontvangsten |
1.233.363 |
0 |
1.233.363 |
166.907 |
1.400.270 |
320.575 |
455.874 |
469.724 |
492.320 |
Ontvangsten (R) |
71.588 |
0 |
71.588 |
10.066 |
81.654 |
143.997 |
258.457 |
250.185 |
249.306 |
Ontvangen rente (R) |
52.633 |
0 |
52.633 |
7.663 |
60.296 |
141.570 |
256.002 |
247.697 |
246.780 |
Overige ontvangsten (R) |
18.630 |
0 |
18.630 |
2.237 |
20.867 |
2.224 |
2.212 |
2.203 |
2.195 |
Ontvangsten Caribisch Nederland (R ) |
325 |
0 |
325 |
166 |
491 |
203 |
243 |
285 |
331 |
Ontvangsten (NR) |
1.161.775 |
0 |
1.161.775 |
156.841 |
1.318.616 |
176.578 |
197417 |
219.539 |
243.014 |
Terugontvangen lening (NR) |
1.161.775 |
0 |
1.161.775 |
156.841 |
1.318.616 |
176.578 |
197417 |
219.539 |
243.014 |
Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting instrumenten (algemeen):
Zowel voor de uitgaven als de ontvangsten wordt een onderscheid gemaakt tussen relevant en niet-relevant. Relevant betekent: relevant voor het uitgavenplafond. Uitgangspunt in de begrotingsregels is dat uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook relevant zijn voor het uitgavenplafond. Zoals opgenomen in Miljoenennota 2022 is de behandeling van prestatiebeurzen voor het EMU-saldo veranderd door gewijzigde inzichten van Eurostat en daarmee CBS. De relevante uitgaven in deze begroting worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en uitgekeerde prestatiebeurs die wordt omgezet in een gift. In deze begroting van OCW worden de prestatiebeursuitgaven als niet-relevant behandeld (zolang die nog niet zijn omgezet in een gift); in de weergave van het EMU-saldo worden zij wel als relevant weergegeven, middels een correctie op het EMU-saldo. Overige niet-relevante uitgaven zijn de rentedragende leningen. Deze uitgaven zijn niet-relevant voor het uitgavenplafond, maar worden wel meegerekend in de EMU-schuld.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van de rentedragende leningen
Uitgaven
In deze paragraaf wordt de ontwikkeling op de studiefinancieringsraming beschreven. De totale uitgaven op Artikel 11 worden met € 159,5 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft een bijstelling van de inkomensoverdrachten naar boven van € 44,7 miljoen, een bijstelling omhoog van de leningen met € 101,8 miljoen en een bijstelling omhoog van het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met € 13,0 miljoen. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De relevante uitgaven worden met € 44,7 miljoen verhoogd. Dit bestaat uit de volgende elementen:
-
•de uitgaven aan de basisbeurs worden per saldo met € 21,7 miljoen verhoogd. Dit betreft met name de bijstelling omhoog van € 28,8 miljoen op de omzettingen. Het grootste deel van de omzettingen vindt in januari plaats, voor 2023 zijn deze uitgaven al bekend. Daarnaast zijn de uitgaven aan basisbeurs die direct als gift uitgekeerd wordt € 15,5 miljoen lager, als gevolg van een lager dan geraamd aantal studenten en fractie gebruikers in het mbo. Door de loon- en prijsbijstelling wordt het bedrag met € 8,4 miljoen verhoogd;
-
•de relevante uitgaven aan de aanvullende beurs worden per saldo met € 22,2 miljoen verlaagd. De uitgaven aan aanvullende beurs die direct als gift wordt uitgekeerd zijn, voornamelijk op basis van realisatiegegevens, omlaag bijgesteld met € 41,3 miljoen. Verder betreft dit lagere omzettingen dan geraamd (€ 10,9 miljoen). Door de loon- en prijsbijstelling wordt het bedrag met € 29,9 miljoen verhoogd;
-
•de reisvoorziening wordt per saldo met € 6,6 miljoen verlaagd. Hier liggen de volgende verklaringen aan ten grondslag:
-
•het budget kosten ov-contract is met € 144,9 miljoen verhoogd. Dit is het gevolg van de hogere prijs voor het OV in 2022. Daarnaast zit in deze bijstelling ook € 5,1 miljoen verwerkt aan kwijtschelding OV-boetes;
-
•de reisvoorziening direct gift is met € 11,8 miljoen omhoog bijgesteld. Dit is het gevolg van het hogere normbedrag voor de reisvoorziening.
-
•de omzettingen van prestatiebeurs in gift zijn per saldo met
€ 41,8 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens door lagere geraamde aantallen studenten;
-
•de bijdrage studerenden aan ov is met € 121,4 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit betreft een tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de ov-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de ov-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze negatieve mutatie dus eigenlijk een hoger bedrag aan toekenningen. Dit wordt veroorzaakt door de kostenstijging van het OV;
-
•door de loon- en prijsbijstelling wordt de reisvoorziening met €12,5 miljoen omhoog bijgesteld.
-
•het relevante budget voor de Maatregelen herinvoering basisbeurs bestaat grotendeels uit twee onderdelen. De uitgaven voor de herinvoering basisbeurs en de uitgaven ten aanzien van de maatregelen aanvullende beurs. Het budget voor de Maatregelen herinvoering basisbeurs wordt per saldo met € 4,5 miljoen bijgesteld. De uitgaven zijn met € 1,5 miljoen opwaarts bijgesteld vanwege hogere toekenningen aanvullende beurs (in het kader van het niet-gebruik aanvullende beurs). Door de loon- en prijsbijstelling wordt het bedrag met € 3,0 miljoen verhoogd;
-
•er zijn geen bijstellingen op het budget voor de tegemoetkoming;
-
•de middelen voor de Studievoorschotvouchers worden per saldo met € 8,1 miljoen neerwaarts bijgesteld. Er vindt een kasschuif plaats van
€ 10,5 miljoen van 2023 naar 2025. Daarnaast is er in 2023 € 1,5 miljoen aan eindejaarsmarge toegevoegd vanuit 2022. Als laatste is het budget verhoogd met € 0,9 miljoen op basis van loon- en prijsbijstelling;
-
•het budget voor Caribisch Nederland is met € 0,1 miljoen naar boven bijgesteld;
-
•de relevante overige uitgaven worden per saldo met € 55,3 miljoen verhoogd. Het budget wordt met € 51,9 miljoen verhoogd voor middelen ten behoeve van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden. Daarnaast worden de uitgaven met € 10,0 miljoen verhoogd ten behoeven van de NP Onderwijs maatregelen. Als laatste worden de overige uitgaven met € 8,9 miljoen naar beneden bijgesteld, dit betreft een bijstelling van de kwijtscheldingen op basis van de realisatiegegevens.
Leningen
De niet-relevante uitgaven worden per saldo met € 101,8 miljoen verhoogd.
Dit bestaat uit de volgende onderdelen:
-
•de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden met € 6,7 miljoen omhoog bijgesteld. Dit betreft allereerst de toekenningen prestatiebeurs. Deze worden omlaag bijgesteld met € 21,5 miljoen vanwege lagere fractie gebruikers en lagere aantallen studenten. Daarnaast zorgen de tegenboekingen van de omzettingen van prestatiebeurs in gift en lening voor een opwaartse bijstelling van in totaal € 2,7 miljoen
(€ 28,8 miljoen omzetting gift en € 31,5 miljoen omzetting lening). Tot slot is er voor € 25,6 miljoen aan prijsbijstelling voor 2023 toegekend;
-
•de niet-relevante uitgaven aanvullende beurs zijn met € 45,3 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van
€ 28,0 miljoen op de toekenningen prestatiebeurs, voornamelijk als gevolg van de lagere aantallen studenten. Daarnaast zijn de omzettingen van prestatiebeurs naar gift en lening, die hier tegen geboekt worden, omhoog bijgesteld met € 11,0 miljoen (dit betreffen dus minder omzettingen in gift). Tot slot is er voor € 62,4 miljoen aan prijsbijstelling voor 2023 toegekend;
-
•de niet-relevante uitgaven ov worden met € 160,3 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft voornamelijk hogere toekenningen prestatiebeurs, € 118,5 miljoen, als gevolg van de hogere prijs van het OV. Daarnaast zijn de omzettingen naar gift € 41,8 miljoen hoger. Aangezien de omzettingen op deze post negatief worden tegen geboekt, betekent dit dat er minder reisvoorziening naar gift zal worden omgezet. Tot slot is er voor
€ 2,1 miljoen aan prijsbijstelling voor 2023 toegekend;
-
•het niet-relevante budget voor de Maatregelen herinvoering basisbeurs bestaat uit drie onderdelen. De uitgaven voor de herinvoering basisbeurs, uitgaven ten aanzien van de maatregelen aanvullende beurs en de bijstelling doordat studenten minder gaan lenen vanwege de herinvoering van de basisbeurs.
Het budget voor de Maatregelen herinvoering basisbeurs is per saldo met € 28,5 miljoen opwaarts bijgesteld.
-
•deze bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door de bijstelling op het leningen deel van € 12,6 miljoen. In de raming voor de herinvoering van de basisbeurs wordt ervan uitgegaan dat studenten minder gaan lenen. Doordat uit realisatiegegevens blijkt dat studenten al voor de herinvoering minder zijn gaan lenen, is de verwachting dat het effect van de herinvoering van de basisbeurs tot een kleinere daling van totale leensom leidt;
-
•daarnaast wordt het budget met € 15,9 miljoen opwaarts bijgesteld vanwege hogere toekenningen basisbeurs en aanvullende beurs (in het kader van het niet-gebruik aanvullende beurs).
-
•de uitgaven op de post rentedragende lening (niet-relevant) zijn per saldo neerwaarts bijgesteld met € 19,9 miljoen. Deze bijstelling wordt allereerst veroorzaakt door lagere aantallen leerlingen (neerwaartse bijstelling van € 76,9 miljoen). Daarnaast is er sprake van een dalende trend in het percentage leners wat zorgt voor lagere uitgaven aan de rentedragende lening (neerwaartse bijstelling van € 196,0 miljoen). Ook is de tegenboeking van de post omzettingen naar lening met € 31,7 miljoen naar beneden bijgesteld. Tot slot is er voor € 284,6 miljoen aan prijsbijstelling voor 2023 toegekend;
-
•de uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met € 56,2 miljoen. Deze bijstelling komt, evenals bij de rentedragende lening, door de dalende trend in het percentage studenten dat naar verwachting gebruik gaat maken van het krediet (neerwaartse bijstelling van € 83,6 miljoen). Daarnaast is er voor € 27,4 miljoen aan prijscompensatie voor 2023 toegekend;
-
•het budget voor het levenlanglerenkrediet wordt met € 9,1 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van realisatiegegevens. Er wordt minder gebruik gemaakt van het krediet dan verwacht (neerwaartse bijstelling van € 11,8 miljoen). Daarnaast is er voor € 2,7 miljoen aan prijscompensatie voor 2023 toegekend;
-
•de niet-relevante overige uitgaven zijn met € 53,8 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 13,0 miljoen verhoogd. Als gevolg van de lagere volumes uit de referentieraming wordt het budget met € 0,3 miljoen verlaagd. Door de doorver-deling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 stijgt het budget met € 10,7 miljoen. Er worden ook extra uitgaven gedaan voor informatie- en systeembeveiliging, wat het budget verhoogt met € 5,4 miljoen om aan de meest recente compliancy-eisen te voldoen. Om het meerjarig beeld goed te krijgen, is er een kasschuif toegepast waardoor het budget voor 2023 met € 2,8 miljoen wordt verlaagd.
De ontvangsten worden met € 166,9 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de relevante ontvangsten van € 10,1 miljoen en een stijging van de niet-relevante ontvangsten met € 156,8 miljoen.
-
•de relevante ontvangsten worden omhoog bijgesteld met € 10,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
-
•renteontvangsten: deze post is met € 7,7 miljoen verhoogd. Dit betreft hogere renteontvangsten als gevolg van een hogere rente;
-
•overige ontvangsten: deze post is met € 2,2 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens;
-
•ontvangsten Caribisch Nederland: deze post is met 0,2 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens.
-
•de niet-relevante ontvangsten worden gevormd door de terugontvangen lening en worden omhoog bijgesteld met € 156,8 miljoen op basis van realisatiegegevens. Dit is het gevolg van hoger dan verwachte extra ontvangsten (ontvangsten bovenop de reguliere termijnontvangsten).
3.9 Beleidsartikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid art. 12 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting (4) ¦ |
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|
Verplichtingen |
73.732 |
0 |
73.732 |
4.132 |
77.864 |
3.748 |
3.008 |
3.547 |
3.208 |
Uitgaven |
73.732 |
0 |
73.732 |
4.239 |
77.971 |
3.856 |
3.118 |
3.663 |
3.323 |
Inkomensoverdracht |
70.948 |
0 |
70.948 |
4.065 |
75.013 |
3.676 |
2.936 |
3.472 |
3.133 |
Minderjarige deelnemers bol (R ) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
3.985 |
0 |
3.985 |
0 |
3.985 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Deeltijd vo (R) |
1.836 |
0 |
1.836 |
128 |
1.964 |
128 |
128 |
128 |
128 |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
6.196 |
0 |
6.196 |
|
5.664 |
|
|
|
|
Meerderjarige scholieren vo (R) |
55.019 |
0 |
55.019 |
4.739 |
59.758 |
4.422 |
3.726 |
4.242 |
3.917 |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
3.912 |
0 |
3.912 |
|
3.642 |
|
|
|
|
Leningen |
14 |
0 |
14 |
0 |
14 |
0 |
0 |
0 |
0 |
STOEB/ALR (NR) |
14 |
0 |
14 |
0 |
14 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan agentschappen |
2.770 |
0 |
2.770 |
174 |
2.944 |
180 |
182 |
191 |
190 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
2.770 |
0 |
2.770 |
174 |
2.944 |
180 |
182 |
191 |
190 |
Ontvangsten |
2.086 |
0 |
2.086 |
94 |
2.180 |
80 |
59 |
74 |
62 |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
0 |
0 |
0 |
101 |
101 |
101 |
101 |
101 |
101 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding en deeltijd vo (R) |
189 |
0 |
189 |
|
131 |
|
|
|
|
Meerderjarige scholieren v(s)o en vavo |
1.897 |
0 |
1.897 |
51 |
1.948 |
61 |
22 |
22 |
23 |
(R)_
Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De uitgaven aan de WTOS worden per saldo met € 4,2 miljoen verhoogd. Dit betreft een opwaartse bijstelling € 4,1 miljoen op de inkomensoverdrachten en van € 0,2 miljoen op de bijdrage aan agentschappen. Hieronder zal per instrument worden toegelicht wat de oorzaken van de bijstellingen zijn.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdracht
De raming wordt per saldo met € 4,2 miljoen verhoogd. Dat de uitgaven naar boven zijn bijgesteld komt voornamelijk door de toekenning van de prijscompensatie voor 2023 en extra prijscompensatie van 2022 van € 5,5 miljoen. De overige bijstelling (in totaal € 1,3 miljoen) wordt veroorzaakt door de som van enerzijds een lager aantal WTOS-gerechtigden dan geraamd en anderzijds een bijstelling op basis van realisatiegegevens.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
3.10 Beleidsartikel 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
15.667 |
0 |
15.667 |
379 |
16.046 |
401 |
402 |
423 |
421 |
Uitgaven |
15.667 |
0 |
15.667 |
982 |
16.649 |
1.012 |
1.013 |
1.074 |
1.069 |
Bijdrage aan agentschappen |
15.667 |
0 |
15.667 |
982 |
16.649 |
1.012 |
1.013 |
1.074 |
1.069 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
15.667 |
0 |
15.667 |
982 |
16.649 |
1.012 |
1.013 |
1.074 |
1.069 |
Ontvangsten |
262.124 |
0 |
262.124 |
|
251.725 |
22 |
5.002 |
9.215 |
17.572 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 1,0 miljoen verhoogd.
Het ontvangstenbudget wordt met € 10,4 miljoen verlaagd. De referentieraming zorgt voor een tegenvaller door lagere aantallen bolstudenten.
3.11 Beleidsartikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
641.444 |
0 |
641.444 |
67.717 |
709.161 |
172.038 |
60.651 |
50.509 |
54.059 |
Uitgaven |
1.209.069 |
0 |
1.209.069 |
109.845 |
1.318.914 |
86.484 |
89.035 |
78.587 |
82.224 |
Bekostiging |
1.014.984 |
0 |
1.014.984 |
48.554 |
1.063.538 |
47.339 |
73.132 |
71.685 |
70.622 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen |
246.802 |
0 |
246.802 |
|
244.236 |
|
17.151 |
16.812 |
16.739 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen |
264.948 |
0 |
264.948 |
13.590 |
278.538 |
16.151 |
16.320 |
17.355 |
16.880 |
Huisvesting erfgoed |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
641.444 |
0 |
641.444 |
67.717 |
709.161 |
172.038 |
60.651 |
50.509 |
54.059 |
Beheer en onderhoud collecties erfgoed |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Museale instellingen met een wettelijke taak |
229.141 |
0 |
229.141 |
20.368 |
249.509 |
19.872 |
23.665 |
18.471 |
18.639 |
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen |
52.731 |
0 |
52.731 |
4.921 |
57.652 |
9.031 |
8.637 |
8.137 |
6.637 |
Digitale openbare bibliotheek |
17.426 |
0 |
17.426 |
1.173 |
18.599 |
1.173 |
1.180 |
1.180 |
1.180 |
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten |
13.026 |
0 |
13.026 |
877 |
13.903 |
877 |
877 |
877 |
877 |
Monumentenzorg |
154.096 |
0 |
154.096 |
5.310 |
159.406 |
|
316 |
3.863 |
5.213 |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
30.696 |
0 |
30.696 |
4.273 |
34.969 |
2.949 |
2.897 |
2.901 |
2.368 |
Flankerend beleid huisvesting |
6.117 |
0 |
6.117 |
608 |
6.725 |
608 |
608 |
608 |
608 |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
1 |
0 |
1 |
0 |
1 |
617 |
1.481 |
1.481 |
1.481 |
Subsidies (regelingen) |
91.929 |
0 |
91.929 |
37.145 |
129.074 |
21.725 |
683 |
835 |
2.063 |
Verbreden inzet cultuur |
25.131 |
0 |
25.131 |
|
25.045 |
1.004 |
930 |
805 |
1.254 |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
9.445 |
0 |
9.445 |
191 |
9.636 |
181 |
231 |
230 |
230 |
Programma leesbevordering |
13.049 |
0 |
13.049 |
804 |
13.853 |
742 |
681 |
681 |
681 |
Creatieve Industrie |
1.894 |
0 |
1.894 |
|
1.697 |
107 |
131 |
123 |
123 |
Monumentenzorg |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Erfgoed en fysieke leefomgeving |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Specifiek cultuurbeleid |
40.679 |
0 |
40.679 |
33.317 |
73.996 |
18.575 |
|
|
|
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
1.731 |
0 |
1.731 |
3.116 |
4.847 |
1.116 |
1.068 |
1.068 |
148 |
Opdrachten |
24.087 |
0 |
24.087 |
5.357 |
29.444 |
7.107 |
7.145 |
5.063 |
3.190 |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
1.967 |
0 |
1.967 |
126 |
2.093 |
129 |
129 |
129 |
129 |
Monumentenzorg |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Archeologie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
14.021 |
0 |
14.021 |
1.277 |
15.298 |
4.192 |
2.905 |
2.666 |
2.666 |
Overige opdrachten |
8.099 |
0 |
8.099 |
3.954 |
12.053 |
2.786 |
4.111 |
2.268 |
395 |
Bijdrage aan agentschappen |
49.668 |
0 |
49.668 |
8.460 |
58.128 |
5.764 |
4.464 |
2.318 |
5.963 |
Nationaal Archief |
49.668 |
0 |
49.668 |
8.460 |
58.128 |
5.764 |
4.464 |
2.318 |
5.963 |
Bijdragen aan medeoverheden |
26.500 |
0 |
26.500 |
10.211 |
36.711 |
4.433 |
3.495 |
|
270 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
1.901 |
0 |
1.901 |
118 |
2.019 |
116 |
116 |
116 |
116 |
Ontvangsten |
4.537 |
0 |
4.537 |
5.639 |
10.176 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 28 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) + (1) + (2) (4) (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
641.444 |
0 |
641.444 |
67.717 |
709.161 |
172.038 |
60.651 |
50.509 |
54.059 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
|
|
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
641.444 |
0 |
641.444 |
134.612 |
776.056 |
172.038 |
60.651 |
50.509 |
54.059 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 67,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties van € 42,1 miljoen wordt grotendeels veroorzaakt door:
-
•per saldo een verlaging van de garantieverplichtingen met € 66,9 miljoen;
-
•een verhoging van € 26,8 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 en de extra prijsbijstelling 2022. Dit is nodig omdat de uitkering hiervan voor een groot deel van de cultuurbegroting in 2023 ook al wordt verplicht voor het jaar 2024.
Toelichting per instrument Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 48,6 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties. Voor loon- en prijsbijstelling is € 66,3 miljoen extra geraamd, dit is inclusief de extra prijsbijstelling over 2022. De extra prijsbijstelling en de loon- en prijsbijstelling over 2023 worden volgens de reguliere systematiek toegevoegd aan de budgetten. Voor de zomer wordt de loon- en prijsbijstelling verstrekt aan instellingen en fondsen in de culturele basisinfrastructuur en de musea die via de Erfgoedwet worden bekostigd. Voor het aanpakken van een aantal urgent benodigde restauraties van grote monumenten is € 15,0 miljoen toegevoegd aan het budget voor de monumentenzorg. Er is € 19,1 miljoen overgeboekt naar het financiële instrument Subsidies voor het verbeteren van de honorering van werkenden en zzp-ers in de culturele sector. Deze middelen worden verplaatst, omdat in de aanloop naar het volgende meerjarige subsidieplan voor de culturele basisinfrastructuur (2025-2028), de besteding in de jaren 2023 en 2024 is gepland via diverse projectsubsidies. Daarnaast zijn diverse kleinere mutaties verwerkt.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 37,1 miljoen verhoogd. Daarvan is € 19,1 miljoen overgeboekt vanuit het financiële instrument Bekostiging (zie toelichting bij Bekostiging). Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 5,3 miljoen) en diverse andere kleinere mutaties, is de raming verhoogd met € 5,3 miljoen om tegemoet te komen aan de overvraag naar subsidies voor maatschappelijke initiatieven rond de herdenking van het slavernijverleden. Uit de eindejaarsmarge is € 5,0 miljoen aan het budget toegevoegd voor de financiering van het cultuurplan van de landelijke publieke omroep. Deze middelen zijn in 2022 niet tot besteding gekomen, zoals gemeld in de Kamerbrief van 19 december 2022.
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt verhoogd door een desaldering van € 5,6 miljoen. Door vertraging en het anders invullen van projecten (deels ook als gevolg van corona) heeft het Nationaal Archief een eigen vermogen dat hoger is dan toegestaan. Het surplus wordt afgeroomd en wordt deels ingezet voor vertraagde trajecten in latere jaren middels een kasschuif.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 29 Budgettaire gevolgen van beleid art. 15 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp- Mutaties via Vastge- begroting NvW, stelde 2023 (1) moties, begroting amende- 2023 (3) = (1) menten en + (2) ISB (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
1.131.778 |
0 1.131.778 |
191.761 |
1.323.539 |
79.445 |
56.395 |
54.831 |
55.202 |
Uitgaven |
1.128.228 |
0 1.128.228 |
114.814 |
1.243.042 |
77.782 |
54.433 |
54.863 |
55.105 |
Bekostiging |
1.086.359 |
0 1.086.359 |
117.359 |
1.203.718 |
80.380 |
56.971 |
58.643 |
58.707 |
Landelijke publieke omroep |
856.380 |
1.050 857.430 |
99.618 |
957.048 |
56.892 |
33.509 |
33.839 |
34.000 |
Regionale omroep |
162.353 |
0 162.353 |
15.742 |
178.095 |
18.028 |
18.028 |
19.204 |
19.052 |
Stichting Omroep Muziek |
18.187 |
0 18.187 |
5.913 |
24.100 |
1.413 |
1.413 |
1.413 |
1.413 |
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
30.487 |
0 30.487 |
2.308 |
32.795 |
2.308 |
2.046 |
2.046 |
2.046 |
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek |
2.386 |
0 2.386 |
618 |
3.004 |
618 |
596 |
662 |
621 |
Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO) |
5.124 |
0 5.124 |
398 |
5.522 |
398 |
398 |
398 |
398 |
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.698 |
0 1.698 |
132 |
1.830 |
132 |
132 |
132 |
132 |
Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) |
1.754 |
0 1.754 |
136 |
1.890 |
136 |
136 |
136 |
136 |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve |
7.140 |
|
|
|
388 |
646 |
746 |
842 |
Overige bekostiging media |
850 |
0 850 |
67 |
917 |
67 |
67 |
67 |
67 |
Subsidies (regelingen) |
31.587 |
0 31.587 |
|
26.902 |
|
|
|
|
Subsidies (regelingen) |
4.116 |
0 4.116 |
264 |
4.380 |
109 |
49 |
49 |
49 |
Steunfonds Lokale Informatievoorziening |
0 |
0 0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Werk aan Uitvoering |
6.335 |
0 6.335 |
|
0 |
|
|
|
|
Onderzoeksjournalistiek |
9.326 |
0 9.326 |
612 |
9.938 |
750 |
960 |
861 |
857 |
Lokale journalistiek |
11.810 |
0 11.810 |
774 |
12.584 |
997 |
926 |
|
0 |
Opdrachten |
4.573 |
0 4.573 |
702 |
5.275 |
254 |
215 |
44 |
44 |
Opdrachten |
4.573 |
0 4.573 |
702 |
5.275 |
254 |
215 |
44 |
44 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
5.640 |
0 5.640 |
1.411 |
7.051 |
1.251 |
1.251 |
592 |
592 |
Commissariaat voor de Media |
5.640 |
0 5.640 |
1.411 |
7.051 |
1.251 |
1.251 |
592 |
592 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
69 |
0 69 |
10 |
79 |
10 |
10 |
10 |
10 |
European Audiovisual Observatory |
69 |
0 69 |
10 |
79 |
10 |
10 |
10 |
10 |
Ontvangsten |
134.235 |
0 134.235 |
40.280 |
174.515 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige ontvangsten |
134.235 |
0 134.235 |
40.280 |
174.515 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 30 Uitsplitsing verplichtingen |
||||||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties Vastge- Mutaties Stand 1e via NvW, stelde 1e suppletoire moties, begroting suppletoire begroting amende- 2023 (3) = begroting (5) = (3) + menten en (1) + (2) (4) (4) ISB (2) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
1.131.778 |
0 1.131.778 |
191.761 |
1.323.539 |
79.445 |
56.395 |
54.831 |
55.202 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
1.131.778 |
0 1.131.778 |
191.761 |
1.323.539 |
79.445 |
56.395 |
54.831 |
55.202 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 191,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties (€ 114,8 miljoen). Daarnaast wordt de verplichtingenstand aangesloten op de voorgenomen uitgaven uit de mediabegrotingsbrief.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Om te voldoen aan de Rijksbrede dekkingsopgave wordt de Rijksmediabij-drage voor de landelijke publieke omroep vanaf 2025 bijgesteld. Zie voor een toelichting het algemene deel.
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 117,4 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
-
•toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 (€ 29,0 miljoen) en een correctie op de prijsbijstelling 2022 van € 45,3 miljoen (zie het algemene deel);
-
•een overboeking van subsidies van de Werk aan Uitvoering middelen ( € 2,8 miljoen) naar Regionale Publieke Omroepen;
-
•een overboeking binnen het instrument bekostiging van dotatie/ onttrekking Algemene Media reserve (AMr) (€ 1.1 miljoen) voor audio-descriptie (Amendement van het lid Werner c.s.). Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200 VIII, nr. 169 naar de Landelijke Publieke Omroep (€ 1,1 miljoen);
-
•een overboeking binnen het instrument bekostiging van dotatie/ onttrekking AMr (€ 4.5 miljoen) aan de Stichting Omroep Muziek
(€ 4.5 miljoen) voor noodzakelijk groot onderhoud en verduurzaming aan het monumentale pand;
-
•een overboeking binnen het instrument bekostiging van dotatie/ onttrekking AMr (€ 43,5 miljoen) aan Landelijke Publieke Omroep
(€ 43,5 miljoen) voor de dekking van de rechtenkosten voor uitzending van de zogenaamde superevenementen (het Nederlands elftal mannen en vrouwen en de Olympische Spelen (incl. paralympische Spelen);
-
•een verhoging van de dotatie aan de AMr als gevolg van de geactualiseerde raming van de reclameopbrengsten voor 2023 in de mediabegrotingsbrief 2023 (€ 40,3 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 4,7 miljoen verlaagd. De verlaging wordt veroorzaakt door:
-
•een overboeking van subsidies van de Werk aan Uitvoering middelen (€ 5,4 miljoen) naar het instrument bekostiging voor de Regionale Publieke Omroepen en Stimuleringsfonds voor de Journalistiek;
-
•een overboeking van subsidies van de Werk aan Uitvoering middelen (€ 0,9 miljoen) naar het Commissariaat voor de Media;
-
•toevoeging van de loon en prijsbijstelling tranche 2023 (€ 1,7 miljoen, zie het algemene deel).
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
-
•een toevoeging van € 0,4 miljoen uit de coalitieakkoord middelen voor de lokale omroepen. In 2022 zijn deze middelen niet tot besteding gekomen. Deze middelen zijn via de eindejaarsmarge toegevoegd voor 2023;
-
•toevoeging van de loon en prijsbijstelling tranche 2023 (€ 0,3 miljoen, zie het algemene deel).
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
Het budget voor bijdragen aan ZBO's / RWT's wordt per saldo met € 1,4 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
-
•een overboeking van het instrument subsidies van de Werk aan Uitvoering middelen (€ 0,9 miljoen) naar het Commissariaat voor de Media;
-
•de loon en prijsbijstelling tranche 2023 en een correctie op de prijsbijstelling met € 0,5 miljoen (zie het algemene deel).
Het ontvangstenbudget wordt met € 40,3 miljoen verhoogd. Hiermee wordt de raming aangepast aan de raming van de reclameopbrengsten in de mediabegrotingsbrief 2023.
Dotatie Algemene Mediareserve
Aan de AMr wordt op basis van de huidige ramingen eind 2023 € 1,5 miljoen onttrokken. De mutaties rechtstreeks uit de AMr zijn geraamd op € 5,1 miljoen.
Tabel 31 Raming ontwikkeling liquiditeit AMr (bedragen x € 1.000) |
|
Saldo AMr per 01-01-2023 |
150.611 |
Directe mutaties AMr |
|
Mutaties AMr via begroting |
|
Verwacht saldo AMr per 31-12-2023 |
144.003 |
3.13 Beleidsartikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleidBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 32 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp- Mutaties via Vastge- Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie
begroting 2023 (1) |
NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
stelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
||
Verplichtingen |
1.608.827 |
96.900 |
1.705.727 |
252.276 |
1.958.003 |
117.299 |
84.916 |
93.161 |
78.721 |
Uitgaven |
1.594.966 |
6.150 |
1.601.116 |
92.276 |
1.693.392 |
137.299 |
104.916 |
113.161 |
98.721 |
Bekostiging |
1.309.840 |
0 |
1.309.840 |
95.453 |
1.405.293 |
92.630 |
92.637 |
91.777 |
90.287 |
NWO |
531.872 |
0 |
531.872 |
33.477 |
565.349 |
33.130 |
32.928 |
32.833 |
32.820 |
KNAW |
98.111 |
0 |
98.111 |
7.978 |
106.089 |
7.076 |
7.051 |
7.045 |
7.046 |
KB |
54.272 |
0 |
54.272 |
6.071 |
60.343 |
8.095 |
7.162 |
6.660 |
5.187 |
NWO Talentenontwikkeling |
165.885 |
0 |
165.885 |
9.601 |
175.486 |
9.601 |
9.601 |
9.601 |
9.601 |
NWO TTW |
8.000 |
0 |
8.000 |
463 |
8.463 |
463 |
463 |
463 |
463 |
Ontwerp- Mutaties via Vastge- begroting NvW, stelde 2023 (1) moties, begroting amende- 2023 (3) = (1) menten en + (2) ISB (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||||
Verplichtingen |
1.608.827 |
96.900 |
1.705.727 |
252.276 |
1.958.003 |
117.299 |
84.916 |
93.161 |
78.721 |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
55.380 |
0 |
55.380 |
3.206 |
58.586 |
3.206 |
3.206 |
3.206 |
3.206 |
NWO Praktijkgericht Onderzoek |
57.076 |
0 |
57.076 |
3304 |
60380 |
3304 |
3184 |
3184 |
3184 |
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek |
32.683 |
0 |
32.683 |
4.680 |
37.363 |
1.758 |
1.674 |
1.530 |
1.530 |
Poolonderzoek |
3.147 |
0 |
3.147 |
182 |
3.329 |
87 |
87 |
87 |
87 |
Caribisch Nederland |
2.500 |
0 |
2.500 |
144 |
2.644 |
144 |
144 |
144 |
144 |
NWO NWA |
133.414 |
0 |
133.414 |
9.152 |
142.566 |
8.571 |
7.942 |
7.829 |
7.824 |
NWO Fonds onderzoek en wetenschap |
152.500 |
0 |
152.500 |
16.327 |
168.827 |
16.327 |
18.327 |
18.327 |
18.327 |
NWO Praktijk onderzoek en wetenschap |
15.000 |
0 |
15.000 |
868 |
15.868 |
868 |
868 |
868 |
868 |
Subsidies (regelingen) |
78.052 |
6.150 |
84.202 |
|
80.346 |
40.674 |
9.412 |
20.133 |
7.187 |
Stichting NLBIF |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Naturalis Biodiversity Center |
7.489 |
0 |
7.489 |
1.020 |
8.509 |
1.013 |
1.011 |
1.010 |
1.010 |
BPRC |
11.310 |
0 |
11.310 |
679 |
11.989 |
679 |
679 |
679 |
679 |
NCWT/NEMO |
3.661 |
0 |
3.661 |
525 |
4.186 |
521 |
520 |
520 |
520 |
STT |
239 |
0 |
239 |
15 |
254 |
15 |
15 |
15 |
15 |
Stichting AAP |
1.124 |
0 |
1.124 |
68 |
1.192 |
68 |
68 |
68 |
68 |
Nationale coördinatie |
4.998 |
0 |
4.998 |
300 |
5.298 |
298 |
293 |
323 |
333 |
Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap |
1.511 |
0 |
1.511 |
1.757 |
3.268 |
2.918 |
2.918 |
2.918 |
2.640 |
Nationaal Groeifonds |
47.720 |
6.150 |
53.870 |
|
35.860 |
18.010 |
0 |
0 |
0 |
Delta Climate Center |
0 |
0 |
0 |
9790 |
9790 |
17152 |
3908 |
14600 |
1922 |
Opdrachten |
11.318 |
0 |
11.318 |
|
9.511 |
1.480 |
2.190 |
532 |
528 |
Opdrachten |
518 |
0 |
518 |
306 |
824 |
|
15 |
107 |
162 |
Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap |
10.800 |
0 |
10.800 |
|
8.687 |
1.525 |
2.175 |
425 |
366 |
Bijdrage aan agentschappen |
87.761 |
0 |
87.761 |
|
82.798 |
|
|
|
|
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
911 |
0 |
911 |
52 |
963 |
52 |
52 |
52 |
52 |
RVO Fonds onderzoek en wetenschap |
86.850 |
0 |
86.850 |
|
81.835 |
|
|
|
|
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
107.995 |
0 |
107.995 |
7.449 |
115.444 |
7.478 |
7.525 |
7.567 |
7.567 |
EMBC |
1.317 |
0 |
1.317 |
|
1.241 |
|
0 |
319 |
319 |
EMBL |
6.147 |
0 |
6.147 |
392 |
6.539 |
1.169 |
1.169 |
1.169 |
1.169 |
ESA |
34.752 |
0 |
34.752 |
586 |
35.338 |
586 |
586 |
586 |
586 |
CERN |
55.642 |
0 |
55.642 |
5.768 |
61.410 |
5.024 |
5.475 |
5.198 |
5.198 |
ESO |
10.025 |
0 |
10.025 |
779 |
10.804 |
779 |
295 |
295 |
295 |
NTU/INL |
112 |
0 |
112 |
0 |
112 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
101 |
0 |
101 |
1.400 |
1.501 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 33 Uitsplitsing verplichtingen |
|||||||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) +
|
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
1.608.827 |
96.900 |
1.705.727 |
252.276 |
1.958.003 |
117.299 |
84.916 |
93.161 |
78.721 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
1.608.827 |
96.900 |
1.705.727 |
252.276 |
1.958.003 |
117.299 |
84.916 |
93.161 |
78.721 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Het verplichtingenbudget wordt met € 252,3 miljoen verhoogd. Het verschil in ophoging van het verplichtingenbudget en uitgavenbudget bedraagt € 160,0 miljoen. Dit verschil is volledig te verklaren door een ophoging van de verplichting aan NWO voor 'Toponderzoek'. De verplichting wordt in 2023 volledig aangegaan, uitgaven aan NWO gebeuren jaarlijks.
Het uitgavenbudget wordt met € 92,3 miljoen verhoogd. Deze verhoging heeft te maken met onderstaande mutaties.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 95,5 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:
-
-de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging voor € 79,0 miljoen structureel wordt opgehoogd;
-
-toevoegen van Europese Partnerschappen aan budget «NWO fonds onderzoek en wetenschap» (€ 10,0 miljoen);
-
-diverse overboekingen ten behoeve van NWA en NRO (€ 5,0 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 3,9 miljoen verlaagd. Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt met € 1,8 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor agentschappen wordt per saldo met € 4,9 miljoen verlaagd. Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Het budget voor (inter-)nationale organisaties wordt per saldo met € 7,5 miljoen verhoogd.
Het ontvangstenbudget wordt met € 1,4 miljoen verhoogd.
3.14 Beleidsartikel 25. EmancipatieBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 34 Budgettaire gevolgen |
van beleid, beleid art. 25 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|
Verplichtingen |
7.277 |
0 |
7.277 |
8.680 15.957 |
1.428 |
1.478 |
547 |
547 |
Ontwerp- Mutaties via Vastge- begroting NvW, stelde 2023 (1) moties, begroting amende- 2023 (3) = (1) menten en + (2) ISB (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||||
Verplichtingen |
7.277 |
0 |
7.277 |
8.680 |
15.957 |
1.428 |
1.478 |
547 |
547 |
Uitgaven |
20.241 |
0 |
20.241 |
5.456 |
25.697 |
2.235 |
2.285 |
1.354 |
1.354 |
Bekostiging |
12.327 |
0 |
12.327 |
873 |
13.200 |
873 |
873 |
873 |
873 |
Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti-gelijkheid |
12.327 |
0 |
12.327 |
873 |
13.200 |
873 |
873 |
873 |
873 |
Subsidies (regelingen) |
3.332 |
0 |
3.332 |
3.956 |
7.288 |
1.522 |
1.566 |
531 |
376 |
Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027 |
3.332 |
0 |
3.332 |
3.956 |
7.288 |
1.522 |
1.566 |
531 |
376 |
Opdrachten |
2.773 |
0 |
2.773 |
516 |
3.289 |
|
|
|
105 |
Bijdrage aan medeoverheden |
1.809 |
0 |
1.809 |
111 |
1.920 |
108 |
100 |
100 |
105 |
Gemeentefonds gender- en lhbti-gelijkheid |
1.809 |
0 |
1.809 |
111 |
1.920 |
108 |
100 |
100 |
105 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tabel 35 Uitsplitsing verplichtingen |
|||||||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begroting suppletoire begroting 2023 (3) = begroting (5) = (3) +
|
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|||
Verplichtingen |
7.277 |
0 |
7.277 |
8.680 |
15.957 |
1.428 |
1.478 |
547 |
547 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
7.277 |
0 |
7.277 |
8.680 |
15.957 |
1.428 |
1.478 |
547 |
547 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2023» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Bij eerste suppletoire begroting 2023 zijn de verplichtingen met € 8,7 miljoen verhoogd. De uitgaven zijn met € 5,4 miljoen verhoogd
De uitgaven zijn met € 0,9 miljoen verhoogd. Dit betreft de LPO tranche 2023 en de extra prijsplak 2022. Voor nadere informatie omtrent de LPO wordt verwezen naar het algemeen deel.
De uitgaven zijn verhoogd met € 4,0 miljoen. Dit betreft € 3,1 miljoen in het kader van de overlopende verplichting van de Tegemoetkomingsre-geling «Wet wijziging geregistreerd geslacht 1985-2014». Daarnaast betreft het de LPO tranche 2023 (€ 0,8 miljoen) en een interne verschuiving in het kader van het nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
De uitgaven zijn per saldo verhoogd met € 0,5 miljoen. Dit betreft enerzijds de middelen in het kader van de publiekscampagne NAP voor € 1,1 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 0,5 miljoen intern verschoven naar het instrument subsidies in het kader van het nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
De uitgaven zijn met € 0,1 miljoen verhoogd.
Dit betreft o.a. de bijdrage voor de extra aanmeldingen in het kader van programma 'Veilige Steden'. Deze extra aanmeldingen worden gefinancierd vanuit de middelen voor het nationaal actieprogramma.
4.1 Niet beleidsartikel 91. Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 36 Budgettaire gevolgen € 1.000) |
van beleid, niet-beleidsartikel 91 (Eerste suppleto |
ire begroting) (bedragen |
x |
||||
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastge- Mutaties Stand 1e stelde 1e suppletoire begrotingsuppletoire begroting 2023 (3) = (1) begroting (5) = (3) + (4)
|
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
|
Verplichtingen |
0 |
0 |
0 0 0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
0 |
0 0 0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan apparaat |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan apparaat |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven.
4.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 37 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp- Mutaties via Vastge- Mutaties 1e Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie begroting NvW, stelde suppletoire suppletoire 2024 2025 2026 2027
2023 (1) moties, begroting begroting begroting
amendementen en ISB (2) |
2023 (3) = (1)
|
|
|
||||||
Verplichtingen |
353.652 |
0 |
353.652 |
32.171 |
385.823 |
28.872 |
30.605 |
31.337 |
28.146 |
Uitgaven |
351.652 |
0 |
351.652 |
34.171 |
385.823 |
30.872 |
32.605 |
33.337 |
30.146 |
Personele uitgaven |
292.024 |
0 |
292.024 |
32.266 |
324.290 |
25.668 |
26.535 |
25.181 |
22.072 |
waarvan eigen personeel |
279.963 |
0 |
279.963 |
31.567 |
311.530 |
25.186 |
26.063 |
24.725 |
21.600 |
waarvan externe inhuur |
7.684 |
0 |
7.684 |
449 |
8.133 |
236 |
225 |
209 |
225 |
Ontwerpbegroting 2023 (1) |
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) |
Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) |
Mutaties 1e Stand 1e suppletoire suppletoire begroting begroting (4) (5) = (3) + (4) |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
Mutatie 2027 |
||
Verplichtingen |
353.652 |
0 |
353.652 |
32.171 |
385.823 |
28.872 |
30.605 |
31.337 |
28.146 |
waarvan overige personele uitgaven |
4.377 |
0 |
4.377 |
250 |
4.627 |
246 |
247 |
247 |
247 |
Materiële uitgaven |
59.628 |
0 |
59.628 |
1.905 |
61.533 |
5.204 |
6.070 |
8.156 |
8.074 |
waarvan ICT |
6.227 |
0 |
6.227 |
1.397 |
7.624 |
485 |
553 |
2.627 |
2.586 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
22.161 |
0 |
22.161 |
2.250 |
24.411 |
2.329 |
2.594 |
2.543 |
2.518 |
waarvan overige materiële uitgaven |
31.240 |
0 |
31.240 |
|
29.498 |
2.390 |
2.923 |
2.986 |
2.970 |
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
567 |
0 |
567 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
De verplichtingen worden met € 32,2 miljoen verhoogd.
De uitgaven worden met € 34,2 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 32,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
-
•doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2023: € 16,5 miljoen (zie het algemeen deel);
-
•diverse overlopende verplichtingen en kasschuiven (per saldo
€ 3,0 miljoen) om budget door te schuiven naar de jaren waarin de uitgaven plaatsvinden;
-
•diverse interdepartementale overboekingen, waarvan het grootste deel van BZK komt: € 4,8 miljoen voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag);
-
•diverse interne overboekingen (per saldo € 8,7 miljoen): het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten voor de programmadirectie Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd.
Materiële uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 1,9 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
-
•doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023: € 5,0 miljoen (zie het algemeen deel);
-
•diverse interdepartementale overboekingen naar andere departementen (€ 2,6 miljoen);
-
•diverse interne overboekingen binnen de begroting van OCW (€ 0,5 miljoen).
5.1 Agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
In deze paragraaf is de 1e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden
Tabel 38 Exploitatieoverzicht DUO (Eerste suppletoire begroting 2023) (bedragen x € 1.000) |
|||
|
|
|
|
Baten |
|||
|
376.684 |
38.505 |
415.189 |
waarvan omzet moederdepartement |
294.581 |
38.505 |
333.086 |
waarvan omzet overige departementen |
76.375 |
0 |
76.375 |
waarvan omzet derden |
5.728 |
0 |
5.728 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
376.684 |
38.505 |
415.189 |
Lasten
Apparaatskosten |
341.972 |
38.505 |
380.477 |
|
240.659 |
30.909 |
271.568 |
waarvan eigen personeel |
201.268 |
22.921 |
224.189 |
waarvan inhuur externen |
32.049 |
7.012 |
39.061 |
waarvan overige personele kosten |
7.342 |
975 |
8.317 |
|
101.313 |
7.597 |
108.910 |
waarvan apparaat ICT |
27.228 |
2.590 |
29.818 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
25.175 |
1.701 |
26.876 |
waarvan overige materiële kosten |
48.910 |
3.305 |
52.215 |
Rentelasten |
100 |
0 |
100 |
Afschrijvingskosten |
33.012 |
0 |
33.012 |
|
13.000 |
0 |
13.000 |
waarvan apparaat ICT |
12.500 |
0 |
12.500 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten |
500 |
0 |
500 |
|
20.012 |
0 |
20.012 |
Overige lasten |
1.500 |
0 |
1.500 |
waarvan dotaties voorzieningen |
1.500 |
1.500 |
|
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
|
Totaal lasten |
376.584 |
38.505 |
415.089 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
100 |
0 |
100 |
Agentschapdeel Vpb lasten |
100 |
0 |
100 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
De baten in de 1e suppletoire begroting stijgen met € 38,5 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2023 (€ 376,7 miljoen). De lasten stijgen eveneens met € 38,5 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2023 (€ 376,6 miljoen).
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement in de 1e suppletoire begroting is € 38,5 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2023. De stijging heeft betrekking op de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2023 (€ 19,3 miljoen), investeringen op het gebied van informatie- en systeembeveiliging teneinde aan de meest actuele compliancy vereisten te voldoen (€ 5,4 miljoen) en additionele dienstverlening op het gebied van examens en studiefinanciering (€ 13,8 miljoen).
Apparaatskosten
De apparaatskosten in de 1e suppletoire begroting zijn € 38,5 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2023. De personele kosten stijgen met € 30,9 miljoen en de materiële kosten stijgen met € 7,6 miljoen. In de stijging zijn de toekenning van de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (€ 19,3 miljoen), investeringen op het gebied van informatie- en systeembeveiliging (€ 5,4 miljoen) en de additionele dienstverlening op het gebied van examens en studiefinanciering (€ 13,8 miljoen) verwerkt.
Tabel 39 Kasstroomoverzicht DUO (Eerste suppletoire begroting 2023) (bedragen x € 1.000) |
|||
Omschrijving |
|
|
|
stelde |
1e |
Totaal |
|
begroting suppletoire |
geraamd |
||
begroting |
|||
|
17.519 |
17.519 |
|
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
376.684 |
38.505 |
415.189 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
|
|
|
34.712 |
0 |
34.712 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
Eenmalig storting van moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
|
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
47.700 |
25.900 |
73.600 |
|
27.700 |
25.747 |
53.447 |
|
20.231 |
11.847 |
32.078 |
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2023 met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling en overige bijstellingen. Daarnaast is de aangevraagde leenfaciliteit verwerkt evenals de daarbij behorende investeringen en zijn de verwachte aflossingen op reeds afgesloten leningen aangepast.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 350 VIII, nr. 2 47