Nieuwe Europese begrotingsregels: “Weg van de bezuinigingsobsessie” - Hoofdinhoud
Na intensieve onderhandelingen doet de Europese Commissie vandaag een voorstel om de Europese begrotingsregels aan te passen. Een welkome stap, volgens Paul Tang: “Met deze hervorming laat de Commissie realiteitszin zien.
De Brusselse bezuinigingsobsessie was bedoeld om tekorten te verminderen, maar heeft alleen maar tot hogere schulden geleid. Het harde handhaven van in steen gebeitelde geboden bleek totaal ineffectief. Zelfs een land als Duitsland heeft de regels ten voeten getreden.”
Toch is het precies Duitsland, vooralsnog gesteund door minister Kaag, die de veranderingen probeert te dwarsbomen. Ze willen dat de Europese Commissie handhaver blijft van stevig bezuinigingsbeleid, terwijl de Commissie zich in de voorstellen een meer sturende rol toedicht. Tang: “De liberale Duitse minister slaat stevige taal uit, maar met enkel ‘nee’ kom je er niet. In feite probeert hij een failliet systeem in stand te houden. Kaag heeft tot nu toe Duitsland gesteund, maar ik hoop dat ze de blokkadestrategie van Duitsland doorziet en zich constructiever opstelt.”
In het nieuwe voorstel staan structurele uitgaven centraal. Dat betekent dat overheden in tijden van crisis - als hun inkomsten dalen en cyclische uitgaven zoals werkloosheidsuitkeringen stijgen - niet hoeven te bezuinigen. Paul Tang: “Bezuinigen tijdens een crisis is als overheid het domste wat je kan doen. Je moet het dak repareren wanneer de zon schijnt, niet in de plenzende regen. Met deze herziening kunnen overheden ook tijdens een economisch slechte tijd hun inwoners steunen en de economie overeind houden.”
Ook laat het nieuwe voorstel extra ruimte voor investeringen in ‘strategische prioriteiten’ van de Europese Unie, zoals de transitie naar een duurzame economie. Paul Tang: “Landen krijgen zo de kans om zich uit een crisis te investeren, maar alleen als ze investeren in projecten die voor ons allemaal waardevol zijn. Dit zijn precies de investeringen die groei op de lange termijn bevorderen. Denk aan waterstofinfrastructuur of het verbeteren van het Europese treinnetwerk.”
Achtergrond
Op dit moment moeten overheden met een schuld van meer dan 60% van hun bruto nationaal product (BNP) ieder jaar hun overheidsschuld terugdringen met 1/20ste van het verschil tussen hun huidige schuld en de 60%. Voor overheden met een hoge schuldenlast heeft dit tot diepe bezuinigingen geleid die hun economie hebben geschaad. Een krimpende economie zorgt weer voor een hogere schuldenlast - berekend als percentage van het BNP-, welke op hun beurt tot nog scherpere bezuinigingen leidden.
De nieuwe regels ontsnappen aan deze zichzelf versterkende cyclus door in te zetten op een houdbare schuldenlast op de middellange termijn. Landen met een schuld van boven de 60% moeten een plan opstellen om op de middellange termijn (4 tot 7 jaar) hun schuld onder controle te krijgen. Deze plannen worden samen met de Europese Commissie opgesteld waarbij de Commissie berekent of ze leiden tot een duurzame schuldenlast. Omdat cyclische uitgaven zoals werkloosheidsuitkering en belastinginkomsten niet worden meegenomen, helpt de herziening ‘procyclisch beleid’ voorkomen.
Het Europees Parlement en de Europese lidstaten gaan zich nu over de plannen buigen, waarna ze in onderhandelingen tot een gezamenlijke positie moeten komen. De hoop is dit nog voor de Europese verkiezingen in mei 2024 af te ronden, maar of dat op dit zeer controversiële dossier gaat lukken, is zeer de vraag.