Na minimumlonen nu minimuminkomen - Hoofdinhoud
Het ligt aan mij, ik weet het. Maar als iemand tegen mij zegt dat iets onmogelijk is, dan denk ik: ‘dat zullen we nog wel eens zien’ en stroop ik mijn mouwen op. Een discussie over minimumlonen? Lukt vast niet. De Europese unie heeft helemaal geen bevoegdheden om lonen te regelen. En wat wil je nou? Eén minimumloon in heel Europa? Wie zit daar nu op te wachten?
Maar toen ten tijde van de bankencrisis lidstaten in economische problemen vanuit Brussel de opdracht kregen om hun minimumlonen te verlagen, kwam niemand aan met het argument dat het Europese verdrag, zeg maar de grondwet van Europa, een Brusselse ingreep in de lonen verbood. Terwijl het ook duidelijk was dat door het verlagen van lonen, en dus minder koopkracht, de economie verdere klappen zouden krijgen.
Na een succesvolle campagne door de sociaaldemocraten bereikten we gelukkig een omslag in 2019. Von der Leyen kondigde in het Europese Parlement aan dat iedereen die werkt, zijn of haar rekeningen moet kunnen betalen en een fatsoenlijk leven moet kunnen leiden. Dat was het begin van een wetgevend proces, met hevige debatten in het Europees Parlement en in de Europese Raad. Werkgevers bleven beren op de weg werpen. En rechtste krachten probeerden voortgang zoveel mogelijk te belemmeren.
Maar uiteindelijk is het gelukt: in september vorig jaar was de Richtlijn voor toereikende minimumlonen een feit. Met daarin de verplichting aan alle lidstaten om te toetsen of hun wettelijk minimumloon wel toereikend is. Toereikend om de rekeningen te kunnen betalen. Toereikend ook in vergelijking met de gemiddelde lonen in de betreffende lidstaat. En in deze richtlijn constateren we dat in 23 van de 27 lidstaten (ook in Nederland) het minimumloon niet toereikend is. En juist in tijden van record inflaties is het tijd om de minimumlonen op te trekken. Daar roep ik de lidstaten toe op.
Maar in tussentijd weten we natuurlijk dat niet alleen mensen met een gewoon salaris problemen hebben om hun rekeningen te betalen. Ook mensen die niet kunnen werken, zitten in zwaar weer. Shivani kan met haar kleine pensioen de duurder geworden boodschappen moeilijk op brengen. De huur is ook voor de arbeidsongeschikte Mario gestegen. En Alda kan met haar bijstandsuitkering de energierekening niet betalen.
Overal in Europa nemen de betalingsproblemen toe. Maar liefst 95 miljoen EU-burgers leven in armoede of op de rand van armoede - dat is 20 procent van de bevolking in de Europese Unie. En wanneer je inzoomt zie je dat in 22 van de 27 EU-lidstaten de hoogte van de sociale zekerheid ruim onder de armoedegrens ligt. In de meeste landen van Europa is de bodem van het inkomensgebouw niet toereikend om de rekeningen te betalen en een fatsoenlijk leven te leiden. Tijd voor actie dus, zou ik zeggen.
In Europa buigen we ons nu over het zogenaamde minimuminkomen. Noodzakelijk om te voorkomen dat de armoede in Europa nog harder oploopt. Niet alleen de minimumlonen maar ook het minimuminkomen moet toereikend zijn. Dat moeten we aan de lidstaten durven vragen. Zij pleiten in meerderheid voor vrijblijvende aanbevelingen. Ik vind dat niet voldoende. Graag zou ik zien dat wij van alle lidstaten vragen om te onderzoeken of hun minimuminkomen voldoende is. Niet om vanuit Brussel voor te schrijven wat dat minimum zou moeten zijn. Maar om net als bij de minimumlonen de toereikendheid te checken. En ook om zo te voorkomen dat bij een volgende ronde van bezuinigingen de uitkeringen en minimuminkomens weer onder schot komen. In Europa moet iedereen mee kunnen doen en moeten wij niemand achterlaten. Tijd dus om de mouwen op te stropen. Voor Shivani, voor Mario, voor Alda en voor al die 95 miljoen EU-burgers die worstelen om rond te komen. Gisteren stemde het Europese Parlement voor een pleidooi voor een richtlijn voor een fatsoenlijk minimuminkomen. Vertel me niet dat het onmogelijk is.