Gedragscode bewindspersonen - Hoofdinhoud
Bewindspersonen moeten zich houden aan een gedragscode waarin de belangrijkste regels en uitgangspunten voor hun ambt gebundeld zijn. Het gaat hierbij om regels over bijvoorbeeld nevenwerkzaamheden, geschenken en vervolgfuncties.
In december 2022 bood minister Hanke Bruins Slot de gedragscode integriteit voor bewindspersonen aan. Deze gedragscode voegt alle huidige integriteitsregels voor bewindspersonen samen en voorziet de regels van enkele uitgangspunten en gedragsnormen.
Een belangrijk element uit de gedragscode is de regel dat de gedragscode en het onderwerp integriteit jaarlijks zullen worden besproken in de ministerraad, voorafgegaan door een integriteittraining. Ook komt er vanaf 2023 een vertrouwenspersoon die bewindspersonen kan adviseren over integriteitskwesties.
Inhoudsopgave
Bewindspersonen moeten hun werk doen zonder dat er een schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan. Besluitvorming moet open, eerlijk en transparant verlopen. De risico’s op belangenverstrengeling worden zo veel mogelijk uitgesloten door de regel dat nevenfuncties voor het ministerschap worden beëindigd en dat afstand wordt gedaan van financiële belangen.
De gedragscode omvat onderstaande regels rondom belangenverstrengeling, openbaarheid van communicatie en advies rondom de uitvoering van de gedragscode en sanctionering:
Belangenverstrengeling
-
-Voorafgaand aan de aanvaarding van het ambt gaat een kandidaat-bewindspersoon door middel van een risicoanalyse na of er omstandigheden zijn die beletsel voor het aanvaarden van het ambt kunnen vormen.
-
-Een bewindspersoon vervult gedurende zijn of haar ambt geen nevenactiviteiten.
-
-Een bewindspersoon gaat terughoudend om met de aanbieding en ontvangst van geschenken.
-
-Voor de uitoefening van het ambt gebruikt een bewindspersoon de door de overheid ter beschikking gestelde middelen en ruimten. Deze middelen en ruimten worden in beginsel niet gebruikt voor privédoeleinden.
-
-Tijdens de ambtsperiode creëert een bewindspersoon geen relevante of financiële of zakelijke belangen.
-
-Een bewindspersoon is zich bewust van diens privécontacten en waar deze contacten mogelijk een integriteitsrisico met zich meebrengen.
-
-Een bewindspersoon geeft potentiële volgende werkgevers tijdens de ambtsvervulling geen voorkeursbehandeling om zijn of haar toekomstige vooruitzichten op een vervolgfunctie te bevorderen.
-
-Bij de vervulling van een nieuwe werkkring rust de verantwoordelijkheid bij de gewezen bewindspersoon om belangen op een zorgvuldige manier te scheiden.
-
-Een bewindspersoon is terughoudend bij het bijwonen van grote commerciële evenementen, waaronder sportevenementen
Openbaarheid informatie
-
-Bewindspersonen en oud-bewindspersonen kennen een geheimhoudingsplicht en dienen zorgvuldig om te gaan met overheidsinformatie.
-
-Een bewindspersoon is zich bij gebruik van digitale middelen bewust van mogelijke informatierisico’s.
Uitvoering en sanctionering
In de gevallen waarin de gedragscode niet voorziet, of deze verschillend geïnterpreteerd kan worden, is het voor elke bewindspersoon mogelijk een integriteitskwestie te agenderen in de ministerraad. Ook wordt in ieder geval één keer per jaar integriteit, en specifiek de gedragscode, geagendeerd in de ministerraad, met als doel de gedragscode waar nodig te actualiseren.
Ieder bewindspersoon is aanspreekbaar op zijn eigen naleving van de gedragscode en legt hier desgevraagd verantwoording over af. Bewindspersonen leggen op grond van de ministeriële verantwoordelijkheid verantwoording af aan het parlement. Als een meerderheid van het parlement geen vertrouwen meer heeft in een bewindspersoon, dient laatstgenoemde zijn ontslag aan te bieden. Een integriteitskwestie kan aanleiding vormen voor de Tweede Kamer om het vertrouwen op te zeggen, ook wanneer het gaat om een gedraging die strikt genomen buiten de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid valt.
Ook kan de ministerraad besluiten tot ontslag van een minister of staatssecretaris, overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel g van het Reglement van orde voor de ministerraad.
In 2018 bracht GRECO, onderdeel van de Raad van Europa, een evaluatie uit over het Nederlandse integriteitsbeleid voor bewindspersonen. De algemene conclusie van GRECO was dat voor het integriteitsbeleid van bewindspersonen op een aantal punten een verdere aanscherping nodig was en deed hiervoor een aantal aanbevelingen.
Eén van de aanbevelingen betreft de ontwikkeling van een integrale gedragscode voor personen die de hoogste leidinggevende functies bekleden, aangevuld met passende richtsnoeren betreffende belangenverstrengeling en integriteitskwesties. Daarnaast adviseerde GRECO om hieraan een monitoring- en sanctiemechanisme
te koppelen. Ook de Europese Commissie deed in 2022 in het jaarlijkse rechtsstaatrapport de aanbeveling om in Nederland een gedragscode voor ministers en staatssecretarissen vast te stellen.
Een van de aanleidingen voor de nieuwe gedragscode is ook de aandacht in de Tweede Kamer voor een gedragscode voor bewindslieden. Zo dienden Kamerleden Laurens Dassen en Pieter Omtzigt eerder dit jaar een initiatiefnota in met diverse aanbevelingen om belangenverstrengeling, oneigenlijke lobby en corruptie tegen te gaan bij bewindspersonen en topambtenaren. Met de motie-Van Baarle vroeg de Tweede Kamer om een rijksbreed lobbyverbod voor voormalige bewindspersonen in te stellen. Via een motie-Sneller gaf de Tweede Kamer aan dat ze wil dat het lobby- en draaideurverbod voor voormalige bewindslieden een stevigere wettelijke grondslag krijgen.
In december 2022 bood minister Hanke Bruins Slot i de gedragscode integriteit voor bewindspersonen aan aan de Tweede Kamer. Deze gedragscode voegt alle huidige integriteitsregels voor bewindspersonen samen en voorziet de regels van enkele uitgangspunten en gedragsnormen.
In het kader van het versterken van de integriteit werkt het kabinet ook nog aan regels voor het vervolgen van de loopbaan van voormalige bewindspersonen. In het huidige ontwerpwetsvoorstel is een tweejarig lobbyverbod en draaideurverbod opgenomen, met daarbij een verplichting om tijdens een afkoelperiode van twee jaar advies aan te vragen over een vervolgfunctie. De internetconsultatie van dit ontwerpwetsvoorstel is in december 2022 gepubliceerd op internetconsultatie.nl.