Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36250 IX - Wijziging begroting Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld 2022 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 24-11-2022 |
Publicatiedatum | 24-11-2022 |
Nummer | KST36250IX2 |
Kenmerk | 36250 IX, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 250 IX |
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) |
Nr. 2 |
MEMORIE VAN TOELICHTING |
INHOUDSOPGAVE
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en
2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en
2.3 Overzicht Coronamaatregelen 11
3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB) 12
3.2 Artikel 2 Financiële markten 16
3.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector 18
3.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen 21
3.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en
3.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds 25
4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA) 32
4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld 32
5.1 Artikel 8 Apparaat Kerndepartement 36
5.2 Artikel 10 Nog onverdeeld 37
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
-
2.de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022 inclusief incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).
In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande staffel (tabel 1) toegelicht. Dit betreft zowel mutaties die reeds in de Ontwerpbegroting 2023 zijn gemeld als overige mutaties uit de tweede suppletoire begroting. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.
Tabel 1 Ondergrenzen |
conform RBV |
|
Omvang begrotingsartikel (stand Beleidsmatige mutaties |
Technische mutaties |
|
ontwerpbegroting) in € miljoen |
(ondergrens in € miljoen) |
(ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 en < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen).
De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.
In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven. Dit zijn de wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022 inclusief incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) en bevatten zowel de in de Ontwerpbegroting 2023 gemelde mutaties voor 2022 als nieuwe mutaties voor 2022.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Tweede |
||
suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Artikelnummer |
Uitgaven 2022 |
|
Vastgestelde begroting 2022 |
11.183.192 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2022 |
12.500.424 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
|
1 |
17.000 |
|
1 |
|
|
1 |
|
|
3 |
|
|
3 |
|
|
5 |
33.000 |
|
5 |
69.000 |
|
6 |
106.863 |
|
10 |
|
|
13 |
|
|
div |
|
|
div |
378.848 |
|
|
|
Stand 2e suppletoire begroting 2022 |
12.737.605 |
-
1.Overheveling WAU middelen vanuit AP
In het coalitieakkoord Rutte IV zijn middelen gereserveerd op de Aanvullende Post (AP) voor dienstverlening, Werk aan Uitvoering (WAU) en ICT om de dienstverlening te verbeteren en te versterken. Deze middelen worden bij de tweede suppletoire begroting overgeheveld naar artikel 1 Belastingen ter financiering van IV-capaciteit.
-
2.Vertraging uitvoering MSNP
Gedupeerden zijn ten onrechte afgewezen voor de regeling Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP), als gevolg van registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). Bij het compenseren van de gedupeerden dient een zorgvuldig proces gevolgd te worden.1 Daarnaast duurt het langer om de impact en het aantal gedupeerden te onderzoeken dan eerder gedacht, waardoor er in 2022 nog geen schadevergoedingen uitgekeerd worden. Hierdoor valt € 28 mln. in 2022 vrij.
-
3.Apparaatsuitgaven Belastingdienst
De uitgaven van de Belastingdienst vallen € 16,2 mln. lager uit als gevolg van een krappe arbeidsmarkt. Werkzaamheden worden opgevangen binnen de bestaande formatie van de Belastingdienst en er wordt minder ingehuurd op projecten. De hiermee samenhangende facilitaire uitgaven vallen daarom ook lager uit.
-
4.Kapitaalinjectie Invest-NL
In 2022 zal € 130 mln. minder kapitaal worden gestort voor Invest NL. Het totaal van de beoogde kapitaalinjectie wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.
-
5.Kapitaalinjectie Invest International
In 2022 wordt € 37 mln. minder kapitaal gestort dan geraamd. Het totaal van de beoogde kapitaalinjectie wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.
-
6.Schade-uitkering EKV
In 2022 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 33 mln. hoger uit dan begroot. Dit heeft onder meer te maken met onverwachte schade uitkeringen op Sri Lanka, waar sprake is van een instabiele politieke situatie.
-
7.Storting begrotingsreserve EKV
De begrotingsreserve EKV wordt gevoed door ontvangen premies. Bij deze tweede suppletoire begroting wordt de raming van de begrotingsreserve met € 69 mln. verhoogd. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.
-
8.Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij het BCF (€ 106,9 mln.). Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.
-
9.Nog onverdeeld
Niet alle middelen op artikel 10 Nog onverdeeld zijn in 2022 benodigd. De op artikel 10 Nog onverdeeld restererende middelen van € 33 mln. vallen daarom vrij.
-
10.Apparaatsuitgaven Toeslagen
Door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt duurt het langer om vacatures te vervullen. Als gevolg hiervan komt er € 18 mln. bij aan onderuitputting op de apparaatsuitgaven.
-
11.Bijdrage aan het generale beeld
In de Ontwerpbegroting 2023 is reeds aangegeven dat de apparaats- en programmauitgaven lager uitvallen dan verwacht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het langer duurt om vacatures te vervullen. Deze onderuitputting (€ 76 mln.) is ten goede gekomen aan het generale beeld. Aanvullend hierop treedt bij de Najaarsnota additioneel een onderuitputting op van per saldo € 148 mln., verdeeld over diverse artikelen van de Financiënbegroting (onder andere artikel 1 Belastingen, artikel 9 Douane, artikel 10 Nog onverdeeld en artikel 13 Toeslagen).
-
12.Kasschuiven
Er wordt een aantal kasschuiven doorgevoerd om middelen in het gewenste meerjarige ritme te plaatsen. Deze kasschuiven zijn reeds in de Ontwerpbegroting 2023 gemeld:
-
-Artikel 13 Toeslagen: Dit betreft ten eerste middelen voor Toeslagenherstel (artikel 13 Toeslagen), waarbij circa € 784 mln. vanuit 2022 naar latere jaren wordt geschoven. Dit komt voornamelijk omdat een aantal regelingen later starten dan aanvankelijk voorzien.
-
-Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector: Op artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector worden middelen uit latere jaren naar voren gehaald (waaronder € 1,2 mld. naar 2022), in verband met de kapitaalbehoefte van TenneT.
-
-Overige kasschuiven: Voor de handhaving van de door het kabinet afgekondigde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, worden tot en met 2026 extra middelen (€ 49 mln. cumulatief) toegevoegd aan de Douane (artikel 9 Douane). Met een kasschuif worden deze additionele middelen in het juiste meerjarige ritme gezet. Tot slot worden nog kasschuiven verwerkt ten behoeve van de herstelactie 'invorderingsrente', WAU-middelen (beide artikel 1 Belastingen) en het project Digitale Snelweg Douane (DSD) (artikel 10 Nog onverdeeld).
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Artikelnummer |
Ontvangsten 2022 |
|
Vastgestelde begroting 2022 |
187.834.085 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2022 |
183.317.992 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
|
1 |
3.369.173 |
|
1 |
40.000 |
|
1 |
25.000 |
|
3 |
90.051 |
|
3 |
277.083 |
|
3 |
|
|
5 |
69.000 |
|
6 |
106.863 |
|
7.846 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2022 |
187.277.327 |
-
1.Belastingontvangsten
Zie voor een toelichting van deze mutatie de Najaarsnota 2022.
-
2.Kasschuif project invorderingsrente
Naar aanleiding van het onjuist toepassen van wetgeving rondom de invorderingsrente wordt de herstelactie «invorderingsrente» opgestart. Er zijn middelen gereserveerd in 2022 en 2023, omdat de invorderingsrente moet worden terugbetaald. Met deze kasschuif worden de middelen in het juiste ritme gezet.
-
3.Boetes en schikkingen
Op basis van de realisaties wordt er € 25 mln. meer ontvangsten door boetes en schikkingen verwacht dan eerder geraamd.
-
4.Dividenden staatsdeelnemingen
Op basis van de actuele inzichten en definitieve vaststellingen van de dividenden worden de dividendramingen van de staatsdeelnemingen voor het jaar 2022 naar boven bijgesteld (€ 90 mln.).
-
5.Aflossing lening KLM
KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af.
-
6.Renteontvangsten lening KLM
Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 worden de renteontvangsten bijgesteld en op nul geraamd.
-
7.Mutaties premies EKV
De premies voor de EKV worden met € 69 mln. naar boven bijgesteld. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.
-
8.Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)
Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het BCF Zie hiervoor de toelichting bij tabel 2 belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022.
In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1000) |
||
Artikelnummer |
Uitgaven 2022 |
|
Vastgestelde begroting 2022 |
36.145.806 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2022 |
36.646.485 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
|
11 |
158.000 |
|
11 |
89.401 |
|
12 |
91.597 |
|
12 |
1.000.000 |
|
1.862 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2022 |
37.987.345 |
-
1.Rente vaste schuld
De rentelasten vallen in 2022 naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd (€ 158,0 mln.). Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu hoger zijn dan eerder geraamd, levert dit een tegenvaller op.
-
2.Aflossing vaste schuld
De aflossingen op de vaste schuld zijn naar verwachting hoger (€ 89,4 mln.) als gevolg van het vervroegd aflossen van obligaties in 2022. Vervroegd aflossen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.
-
3.Rentelasten kasbeheer
De raming van de rentelasten is hoger dan geraamd als gevolg van de instroom van middelen op rekeningen-courant en de nieuwe rentestanden van het Centraal Planbureau (CPB).
-
4.Verstrekte leningen
Naar verwachting worden in 2022 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 1,0 mld. naar boven bijgesteld.
Tabel 5 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Artikelnummer |
Ontvangsten 2022 |
|
Vastgestelde begroting 2022 |
62.666.360 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2022 |
78.745.218 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
|
11 |
|
|
11 |
|
|
11 |
|
|
11 |
|
|
12 |
146.540 |
|
12 |
4.846.738 |
|
2.634 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2022 |
67.851.130 |
-
1.Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 137,0 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente.
-
2.Rente derivaten
Er worden € 57,0 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd als gevolg van gerealiseerde rentepercentages van derivaten en de nieuwe rentestanden van het CPB.
-
3.Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 2,5 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan 2022. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.
-
4.Mutatie vlottende schuld
De raming van de mutatie vlottende schuld daalt met € 13,2 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
-
5.Aflossingen op leningen
Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 146,5 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten.
-
6.Mutatie in rekening courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningencourant en deposito's van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT's, sociale fondsen en decentrale overheden (€ 4,8 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito's worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
2.3 Overzicht Coronamaatregelen
In onderstaande tabel worden de coronagerelateerde uitgaven- en ontvangsten weergegeven per begrotingsartikel. Bijbehorende kamerstukken zijn opgenomen voor verdere toelichting. Ook is een uitgebreid overzicht terug te vinden op de pagina Overheidsfinanciën op www.Rijksfi-nanciën.nl.
Tabel 6 Coronamaatregelen op de begroting van het Ministerie van Financiën (bedragen x € 1 mln.)
Art. Naam maatregel/regeling |
Bedrag verplichtingen Bedrag uitgaven Bedrag ontvangsten 2022 2022 2022 |
Relevante Kamerstukken |
|||
1 Belasting- en invorderingsrente |
|
|
|
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348 |
|
1 Boetes en schikkingen |
0,0 |
0,0 |
|
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348 |
|
1 Kosten vervolging |
0,0 |
0,0 |
i co cn O |
Kamerstukken II 2020-2021, 35 420 nr. 348 |
|
3 Steunmaatregelen KLM |
|
722,9 |
316,1 |
Kamerstukken II 2020-2021,29 232, nr. 41 |
|
4 EIB pan-Europees Garantiefonds |
0,0 |
96,4 |
0,0 |
Kamerstukken II 2019-2020, 35 492 nr. 1 |
|
4 SURE |
112,9 |
0,0 |
0,0 |
Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1 |
|
4 NGEU |
5.934,4 |
0,0 |
0,0 |
Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-20, nr. 1575 |
|
5 Herverzekering leverancierskredieten |
0,7 |
20,7 |
20,0 |
Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1 |
3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)
3.1 Artikel 1 BelastingenBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
3.288.160 |
3.297.931 |
112.679 |
|
3.309.535 |
Uitgaven (1) + (2) |
3.098.706 |
3.102.777 |
16.195 |
|
3.072.897 |
Apparaatsuitgaven (1) |
2.850.155 |
2.862.618 |
59.729 |
|
2.898.770 |
Personele uitgaven |
2.392.398 |
2.447.500 |
78.779 |
|
2.517.969 |
Eigen personeel |
2.010.149 |
2.010.491 |
67.940 |
19.458 |
2.097.889 |
Inhuur externen |
374.109 |
429.449 |
10.598 |
|
412.279 |
Overig personeel |
8.140 |
7.560 |
241 |
0 |
7.801 |
Materiële uitgaven |
457.757 |
415.118 |
|
|
380.801 |
ICT |
31.591 |
25.591 |
1.519 |
13.560 |
40.670 |
Bijdrage aan SSO's |
322.432 |
296.823 |
|
|
246.708 |
Overig materieel |
103.734 |
92.704 |
|
13.950 |
93.423 |
Programma-uitgaven (2) |
248.551 |
240.159 |
|
|
174.127 |
Bekostiging |
1.250 |
3.200 |
51 |
0 |
3.251 |
Vergoeding proceskosten |
1.250 |
3.200 |
51 |
0 |
3.251 |
Garanties |
250 |
161 |
10 |
0 |
171 |
Garantie procesrisico's |
250 |
161 |
10 |
0 |
171 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
12.089 |
14.476 |
495 |
0 |
14.971 |
Waarderingskamer |
2.381 |
2.349 |
97 |
0 |
2.446 |
Kadaster |
2.045 |
2.765 |
84 |
0 |
2.849 |
Kamer van Koophandel |
430 |
321 |
18 |
0 |
339 |
Overige bijdrage ZBO's/RWT's |
7.233 |
9.041 |
296 |
0 |
9.337 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
453 |
460 |
18 |
3.407 |
3.885 |
Internationale Douaneraad |
178 |
178 |
7 |
0 |
185 |
Overige internationale organisaties |
275 |
282 |
11 |
3.407 |
3.700 |
Opdrachten |
374.126 |
354.560 |
9.285 |
|
346.640 |
ICT opdrachten |
318.910 |
294.027 |
4.728 |
|
281.550 |
Overige opdrachten |
55.216 |
60.533 |
4.557 |
0 |
65.090 |
Bijdrage aan agentschappen |
77.667 |
79.679 |
|
0 |
64.855 |
Bijdrage Logius |
75.257 |
78.379 |
|
|
61.456 |
Bijdrage overige agentschappen |
2.410 |
1.300 |
99 |
2.000 |
3.399 |
(Schade)vergoeding |
5.163 |
18.701 |
211 |
|
10.212 |
(Schade)vergoedingen |
5.163 |
18.701 |
211 |
|
10.212 |
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Rente |
141.000 |
132.369 |
0 |
0 |
132.369 |
Belasting- en invorderingsrente |
141.000 |
132.369 |
0 |
0 |
132.369 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
|
|
|
0 |
|
Toerekening uitgaven aan Douane |
|
|
|
0 |
|
Toerekening uitgaven aan Toeslagen |
|
|
|
0 |
|
Ontvangsten (3) + (4) |
182.309.112 |
177.279.914 |
8.029.799 |
|
180.709.187 |
Programma-ontvangsten (3) |
182.216.879 |
177.164.171 |
8.046.699 |
|
180.610.344 |
waarvan: Belastingontvangsten 181.202.055 176.582.078 7.994.699 - 4.625.526 179.951.251
Bekostiging |
135.644 |
7.000 |
0 |
0 |
7.000 |
Doorbelasten kosten vervolging |
135.644 |
7.000 |
0 |
0 |
7.000 |
Rente |
665.616 |
423.071 |
52.000 |
0 |
475.071 |
Belasting- en invorderingsrente |
665.616 |
423.071 |
52.000 |
0 |
475.071 |
Boetes en schikkingen |
213.564 |
152.022 |
0 |
25.000 |
177.022 |
Ontvangsten boetes en schikkingen |
213.564 |
152.022 |
0 |
25.000 |
177.022 |
Apparaatsontvangsten (4) |
92.233 |
115.743 |
|
0 |
98.843 |
Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
3.288.160 |
3.297.931 |
112.679 |
|
3.309.535 |
waarvan betalingsverplichtingen |
3.287.755 |
3.297.615 |
112.669 |
|
3.309.209 |
waarvan garantieverplichtingen |
405 |
316 |
10 |
0 |
326 |
Garantie procesrisico's |
405 |
316 |
10 |
0 |
326 |
De verplichtingen vallen in 2022 naar verwachting per saldo € 11,6 mln. hoger uit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. De belangrijkste mutaties:
-
-Bij de controle van het jaarverslag 2021 heeft de Auditdienst Rijk (ADR) geconstateerd dat verplichtingen ter grootte van € 96,5 mln ten onrechte in het jaar 2021 zijn verantwoord. Deze verplichtingen komen daardoor ten laste van de ruimte in 2022 en de raming van de aan te gane verplichtingen in 2022 wordt daarvoor gecorrigeerd. De mutatie heeft geen effect op de kasraming.
-
-Het verplichtingenbudget wordt met € 100 mln. naar beneden bijgesteld, aangezien de verplichting voor de mobiliteitskaart al in 2021 is aangegaan en niet in 2022.
-
-Het verplichtingenbudget wordt met € 45 mln. opgehoogd ten behoeve van het afsluiten van inhuurcontracten, welke nodig zijn voor de opdrachten in 2023.
-
-Voor de overige € 30 mln. geldt dat de verplichtingen gelijk zijn aan de kasuitgaven. Zie hiervoor de toelichtingen bij de de uitgaven.
Personele uitgaven
Per saldo stijgen de personele uitgaven naar verwachting met € 70,5 mln. De belangrijkste mutaties:
-
-Bij de Miljoenennota 2023 is loonbijstelling toegerekend in verband met een stijging in de cao-lonen en de sociale premies (€ 68,5 mln.).
-
-Lagere verwachte uitgaven van € 30 mln. aan inhuur als gevolg van een krappe arbeidsmarkt.
-
-Een toename in uitgaven aan eigen personeel van € 17,5 mln. om de bedrijfsvoering binnen de Belastingdienst te versterken, in het bijzonder voor kritische activiteiten zoals personeelsadvisering en werving.
-
-Voor de inhuur voor het programma Buitengewone Zaken Blauw is
€ 14 mln. beschikbaar gesteld. Dit programma informeert onder andere mensen over hun registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en de gevolgen daarvan. Verder is er gestart met een analyse van mogelijke onterechte afwijzingen van verzoeken tot Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP).
-
-Gedupeerden zijn ten onrechte afgewezen voor de regeling MSNP, als gevolg van registratie in de FSV. Bij het compenseren van de gedupeerden dient een zorgvuldig proces gevolgd te worden.2 Daarnaast duurt het langer om de impact en het aantal gedupeerden te onderzoeken dan eerder gedacht, waardoor er in 2022 nog geen schadevergoedingen uitgekeerd worden. Hierdoor valt het grootste gedeelte van het beschikbare budget in 2022 vrij, waarvan € 11 mln. aan geraamde personele uitgaven.
-
-Vanuit de middelen bestemd voor Werk aan Uitvoering uit het coalitieakkoord is € 10,1 mln. naar het personele budget van artikel
1 Belastingen overgeheveld om de dienstverlening te verbeteren en te versterken. Deze middelen worden ingezet ter financiering van IV-capaciteit.
Materiële uitgaven
De materiële uitgaven vallen naar verwachting € 34,3 mln. lager uit. Van het budget komt € 37 mln. niet tot besteding in 2022 aangezien de overheadkosten zoals huisvesting lager uitvallen. Daarnaast vinden er herschikkingen plaats tussen de verschillende onderdelen op artikel 1 Belastingen. Van het materieel budget wordt € 17,5 mln. overgeheveld naar het personeelsbudget (zie de toelichting onder 'Personele uitgaven') en er vindt een technische herschikking van € 13,5 mln. plaats van Opdrachten ICT naar ICT materieel.
Bijdrage aan agentschappen
De bijdrage aan agentschappen valt € 14,8 mln. lager uit. Dit heeft onder andere te maken met het vervallen van een geraamd voorschot van € 18 mln. aan Logius voor de diensten die zij leveren in 2023. In 2023 wordt Logius centraal gefinancierd door BZK.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane en Toeslagen doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane en Toeslagen worden gemaakt. Deze uitgaven zijn voor 2022 naar actuele inzichten geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln. voor Douane en € 16 mln. voor Toeslagen).
Belastingontvangsten
In de Najaarsnota 2022 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Tabel 9 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting Stand 1e suppletoire Mutaties 2e suppletoire Stand 2e suppletoire
(incl. ISB 1+2, NvW) (1) begroting (incl. ISB 3 t/m
|
begroting (3) |
begroting (4) = (2) + (3) |
||
Totaal belastingontvangsten |
223.125.918 |
221.741.657 |
5.539.660 |
227.281.317 |
|
35.677.115 |
38.636.151 |
2.002.210 |
40.638.361 |
|
2.540.680 |
2.796.975 |
46.457 |
2.843.432 |
|
42.390 |
47.316 |
14.957 |
62.273 |
|
3.663.678 |
3.679.137 |
106.863 |
3.786.000 |
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen |
181.202.055 |
176.582.078 |
3.369.173 |
179.951.251 |
Rente
De ontvangsten van belasting- en invorderingsrente worden € 52 mln. hoger geraamd. De realisaties laten hogere ontvangsten zien dan eerder geraamd en de openstaande schuld is toegenomen na uitstel van betaling in verband met corona. Hierdoor worden in de tweede helft van het jaar ook meer rente-inkomsten verwacht.
Boetes en schikkingen
Op basis van de realisaties worden meer boeteontvangsten verwacht dan eerder geraamd.
Apparaatsontvangstsen
In 2022 was besloten een pilot uit te voeren waarbij de Belastindienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniformen (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien hiervan en dus het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen (€ 16,9 mln.) en uitgaven op artikel 9 Douane. De uitgaven worden meegenomen onder 'toerekening uitgaven aan Douane'.
3.2 Artikel 2 Financiële markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
|
|
1.466 |
159 |
|
Uitgaven |
27.997 |
53.548 |
1.466 |
159 |
55.173 |
Bekostiging |
5.462 |
8.208 |
534 |
|
8.442 |
Accountantskamer |
1.376 |
1.376 |
56 |
0 |
1.432 |
Muntcirculatie |
3.787 |
4.533 |
478 |
0 |
5.011 |
IMVO convenanten |
57 |
57 |
0 |
0 |
57 |
Overig |
242 |
2.242 |
0 |
|
1.942 |
Opdrachten |
9.421 |
35.201 |
632 |
159 |
35.992 |
Wijzer in geldzaken |
1.698 |
1.698 |
69 |
230 |
1.997 |
Vakbekwaamheid |
4.600 |
5.000 |
666 |
0 |
5.666 |
Uitvoeringskosten SRH |
1.500 |
1.000 |
0 |
0 |
1.000 |
Schadeloosstelling SRH |
0 |
650 |
0 |
0 |
650 |
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia |
0 |
23.250 |
0 |
0 |
23.250 |
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia |
0 |
450 |
0 |
0 |
450 |
Overig |
1.623 |
3.153 |
|
|
2.979 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
10.935 |
7.960 |
300 |
300 |
8.560 |
Bijdrage AFM BES-toezicht |
705 |
705 |
0 |
0 |
705 |
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES |
2.003 |
2.003 |
0 |
0 |
2.003 |
Bijdrage toezicht en handhaving MIF |
460 |
10 |
0 |
0 |
10 |
Bijdrage PSD II |
558 |
363 |
0 |
0 |
363 |
Bijdrage FEC |
2.954 |
3.724 |
300 |
300 |
4.324 |
Overig |
4.255 |
1.155 |
0 |
0 |
1.155 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
1.625 |
1.625 |
0 |
0 |
1.625 |
Dotatie begrotingsreserve DGS BES |
1.000 |
1.000 |
0 |
0 |
1.000 |
Dotatie begrotingsreserve NHT |
625 |
625 |
0 |
0 |
625 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
554 |
554 |
0 |
0 |
554 |
IASB |
420 |
420 |
0 |
0 |
420 |
(Caribean) Financial Action Task Force |
134 |
134 |
0 |
0 |
134 |
Ontvangsten |
9.705 |
34.145 |
0 |
0 |
34.145 |
Bekostiging |
2.000 |
2.746 |
0 |
0 |
2.746 |
Ontvangsten muntwezen |
2.000 |
2.746 |
0 |
0 |
2.746 |
Opdrachten |
1.455 |
24.705 |
0 |
0 |
24.705 |
Wijzer in geldzaken |
1.455 |
1.455 |
0 |
0 |
1.455 |
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia |
0 |
23.250 |
0 |
0 |
23.250 |
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Ontvangsten |
6.250 |
6.694 |
0 |
0 |
6.694 |
Overig |
6.250 |
6.694 |
0 |
0 |
6.694 |
Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
|||||
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
|
|
1.466 |
159 |
|
waarvan garantieverplichtingen |
|
|
0 |
0 |
|
Garantie WAKO (kernongevallen) |
|
|
0 |
0 |
|
Garantie DGS BES |
0 |
|
0 |
0 |
|
waarvan overige verplichtingen |
27.997 |
53.548 |
1.466 |
159 |
55.173 |
Muntcirculatie |
3.787 |
4.533 |
478 |
0 |
5.011 |
Vakbekwaamheid |
4.600 |
5.000 |
666 |
0 |
5.666 |
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES |
2.003 |
2.003 |
0 |
0 |
2.003 |
Bijdrage FEC |
2.954 |
3.724 |
300 |
300 |
4.324 |
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia |
0 |
23.250 |
0 |
0 |
23.250 |
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia |
0 |
450 |
0 |
0 |
450 |
Overige betalingsverplichtingen |
14.653 |
14.588 |
22 |
|
14.469 |
De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV). Toelichting van deze mutaties blijft daarom achterwege.
3.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen € 1.000) |
van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x |
||||
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
5.028.425 |
5.287.451 |
|
|
1.214.266 |
Uitgaven |
618.425 |
1.560.368 |
1.231.279 |
|
2.625.607 |
Garanties |
20 |
20 |
0 |
0 |
20 |
Regeling Bijzondere Financieringen |
20 |
20 |
0 |
0 |
20 |
Leningen |
0 |
722.917 |
0 |
0 |
722.917 |
Lening KLM |
0 |
722.917 |
0 |
0 |
722.917 |
Opdrachten |
6.309 |
6.309 |
1.279 |
960 |
8.548 |
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
3.678 |
3.678 |
1.279 |
960 |
5.917 |
Opstart Invest International |
2.631 |
2.631 |
0 |
0 |
2.631 |
Vermogensverschaffing/- onttrekking |
607.000 |
827.000 |
1.230.000 |
|
1.890.000 |
Kapitaalinjectie TenneT |
0 |
0 |
1.230.000 |
0 |
1.230.000 |
Aan-/verkoop vermogenstitels |
0 |
220.000 |
0 |
0 |
220.000 |
Afdrachten Staatsloterij |
100.000 |
100.000 |
0 |
0 |
100.000 |
Kapitaalinjectie Invest-NL |
330.000 |
330.000 |
0 |
|
200.000 |
Kapitaalinjectie Invest International |
177.000 |
177.000 |
0 |
|
140.000 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
5.096 |
4.122 |
0 |
0 |
4.122 |
NLFI |
5.096 |
4.122 |
0 |
0 |
4.122 |
Ontvangsten |
1.499.963 |
1.814.203 |
270.846 |
70.051 |
2.155.100 |
Garanties |
24.000 |
25.020 |
|
0 |
24.237 |
Premieontvangsten garantie KLM |
24.000 |
24.000 |
|
0 |
23.217 |
Premieontvangsten Gasunie |
0 |
1.020 |
0 |
0 |
1.020 |
Leningen |
41.463 |
41.463 |
251.402 |
0 |
292.865 |
Renteontvangsten lening KLM |
41.463 |
41.463 |
|
0 |
15.782 |
Aflossing lening KLM |
0 |
0 |
277.083 |
0 |
277.083 |
Vermogensverschaffing/- onttrekking |
1.430.000 |
1.743.658 |
20.227 |
70.051 |
1.833.936 |
Aan-/verkoop vermogenstitels |
0 |
281.300 |
0 |
0 |
281.300 |
Afdrachten Staatsloterij |
100.000 |
100.000 |
0 |
0 |
100.000 |
Dividenden staatsdeelnemingen |
1.315.000 |
1.347.358 |
20.000 |
70.051 |
1.437.409 |
Winstafdracht DNB |
15.000 |
15.000 |
227 |
0 |
15.227 |
waarvan: Griekse inkomsten SMP |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: rente-inkomsten ESM |
15.000 |
15.000 |
227 |
0 |
15.227 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
4.500 |
4.062 |
0 |
0 |
4.062 |
NLFI |
4.500 |
4.062 |
0 |
0 |
4.062 |
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
5.028.425 |
5.287.451 |
|
|
1.214.266 |
waarvan garantieverplichtingen |
160.000 |
200.000 |
|
0 |
|
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen |
160.000 |
200.000 |
|
0 |
|
waarvan overige verplichtingen |
4.868.425 |
5.087.451 |
|
|
1.614.266 |
Lening KLM |
0 |
0 |
|
0 |
|
Lening SRH |
0 |
0 |
0 |
|
|
Kapitaalinjectie TenneT |
4.250.000 |
4.250.000 |
|
0 |
1.230.000 |
Aan-/verkoop vermogenstitels |
0 |
220.000 |
0 |
0 |
220.000 |
Afdrachten Staatsloterij |
100.000 |
100.000 |
0 |
0 |
100.000 |
Kapitaalinjectie Invest-NL |
330.000 |
330.000 |
0 |
|
200.000 |
Kapitaalinjectie Invest International |
177.000 |
177.000 |
0 |
|
140.000 |
Overige betalingsverplichtingen |
11.425 |
10.451 |
1.279 |
960 |
12.690 |
Garantie en Lening KLM
KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en heeft daarmee de uitstaande leningen terugbetaald, maar niet opgezegd. De maximale hoogte van de directe lening is door de aflossing van € 277 mln. verlaagd naar € 723 mln. en de maximale hoogte van de kredietfaciliteit bij de banken is verlaagd naar € 1,735 mld. (Revolving Credit Facility, RCF).
De Nederlandse Staat staat garant voor 90% van de omvang van de RCF De garantie wordt daarom met € 600 mln. bijgesteld naar € 1,56 mld. (90% van € 1,735 mld., de omvang van de RCF na verlaging).
Lening SRH
SRH heeft een vordering op de Nederlandse staat. Sinds oktober 2020 is hierop een negatieve rente van toepassing. Conform de afspraken in de leningdocumentatie wordt de rente (€ 11,3 mln.) niet betaald maar afgeboekt op de vordering.
Kapitaalinjectie TenneT
Uit de berekeningen van TenneT, gevalideerd door een externe adviseur, blijkt dat TenneT een totale eigenvermogensbehoefte heeft van circa € 9,3 mld. voor de periode 2022 t/m 2031 om haar A-rating te behouden. Dit is circa € 4,2 mld. hoger dan de € 5,1 mld. die gereserveerd is voor TenneT TenneT heeft hiervan tot en met 2023 € 3,1 mld. aan eigen vermogen nodig (€ 1,2 mld. in 2022 en € 1,8 mld. in 2023), dit is € 2,6 mld. meer dan de € 490 mln. die was begroot. Ook voor de jaren 2024 en 2025 vallen de ingeschatte bedragen anders uit. Via een kasschuif in 2023 in de Ontwerpbegroting 2023 is zowel het ritme van het verplichtingenbudget als het kasbudget aangepast om dit te ondervangen.
Kapitaalinjectie Invest-NL en Invest International
In 2022 wordt minder kapitaal gestort dan geraamd (€ 130 mln. minder in Invest NL en € 37 mln. minder in Invest International). Het totaal van de beoogde kapitaalinjecties wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.
Vermogensverschaffing/onttrekking
Zie de toelichtingen op de kapitaalinjecties onder 'Verplichtingen'.
Leningen
Zie ook de toelichting onder 'Verplichtingen'. KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 worden de renteontvangsten bijgsteld en op nul geraamd.
Vermogensverschaffing/onttrekking
Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor het jaar 2022 een positieve bijstelling (€ 90 mln.).
3.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
1.043.419 |
1.746.183 |
5.934.057 |
84 |
7.680.324 |
Uitgaven |
402.972 |
602.883 |
291 |
0 |
603.174 |
Garanties |
96.352 |
96.352 |
0 |
0 |
96.352 |
EIB pan-Europees garantiefonds |
96.352 |
96.352 |
0 |
0 |
96.352 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
276.883 |
276.794 |
227 |
0 |
277.021 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
0 |
40 |
0 |
0 |
40 |
Rentecompensatie ESM |
15.000 |
15.000 |
227 |
0 |
15.227 |
Wereldbank |
261.883 |
261.754 |
0 |
0 |
261.754 |
Leningen |
27.920 |
227.920 |
0 |
0 |
227.920 |
Teruggave winsten |
27.920 |
27.920 |
0 |
0 |
27.920 |
Lening aan Oekraïne |
0 |
200.000 |
0 |
0 |
200.000 |
Opdrachten |
1.817 |
1.817 |
64 |
0 |
1.881 |
Technische assistentie |
1.817 |
1.817 |
64 |
0 |
1.881 |
Ontvangsten |
165.107 |
325.026 |
0 |
0 |
325.026 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
5.188 |
5.188 |
0 |
0 |
5.188 |
Ontvangsten IFI's |
1.998 |
1.998 |
0 |
0 |
1.998 |
Ontvangsten ESM Kapitaal |
3.190 |
3.190 |
0 |
0 |
3.190 |
Leningen |
159.919 |
319.838 |
0 |
0 |
319.838 |
Aflossing lening Griekenland |
159.919 |
319.838 |
0 |
0 |
319.838 |
Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
|||||
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
1.043.419 |
1.746.183 |
5.934.057 |
84 |
7.680.324 |
waarvan garantieverplichtingen |
75.290 |
672.142 |
5.979.766 |
84 |
6.651.992 |
Garantie aan DNB inzake IMF |
0 |
614.568 |
0 |
84 |
614.652 |
EFSM |
0 |
0 |
|
0 |
|
AIIB |
0 |
|
0 |
0 |
|
Wereldbank |
100.000 |
84.510 |
0 |
0 |
84.510 |
ESM |
|
|
0 |
0 |
|
SURE |
0 |
0 |
112.898 |
0 |
112.898 |
NGEU |
0 |
0 |
5.934.375 |
0 |
5.934.375 |
waarvan overige verplichtingen |
968.129 |
1.074.041 |
|
0 |
1.028.332 |
Lening aan Oekraïne |
0 |
200.000 |
0 |
0 |
200.000 |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Rentecompensatie ESM |
15.000 |
15.000 |
|
0 |
|
Wereldbank |
923.392 |
829.264 |
0 |
0 |
829.264 |
Teruggave winsten SMP/ANFA |
27.920 |
27.920 |
0 |
0 |
27.920 |
Technische assistentie kiesgroeplanden |
1.817 |
1.817 |
64 |
0 |
1.881 |
Overige betalingsverplichtingen |
0 |
40 |
0 |
0 |
40 |
Europees Financieel Stabilisatiemechanisme (EFSM)
De uitstaande Nederlandse garantie voor het EFSM wordt naar beneden bijgesteld (€ 67,5 mln.). Deze neerwaartse bijstelling komt voort uit een gedeeltelijk herfinanciering van een afgelopen lening. Hierdoor is het totale uitstaande bedrag onder dit instrument afgenomen. Daarnaast is de rente die over deze lening betaald moet worden lager dan de rente op de lening die is afgelopen.
Temporary Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)
De garantie voor SURE wijzigt door een bijstelling van de renteverwachting en een aanpassing op basis van de gerealiseerde rente bij de uitgifte van een nieuwe lening. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassingen zorgen voor een opwaartse bijstelling van de garantie voor SURE (€ 112,9 mln.).
Next Generation EU (NGEU)
De NGEU garantie wordt bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen en een aanpassing op basis van de gerealiseerde rente bij de uitgifte van een nieuwe leningen. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassing zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de garantie voor NGEU (€ 5,9 mld.).
Rentecompensatie Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
De Nederlandsche Bank compenseert het ESM voor de negatieve rente die het over haar deposito bij DNB moet betalen. Het ESM wordt achteraf gecompenseerd voor de rente die het in het voorgaande jaar heeft betaald. In 2022 hebben er twee mutaties ten aanzien van de ESM rentecompensatie plaatsgevonden. Ten eerste is de compensatie aan het ESM in 2022 met ca. € 0,2 mln. naar boven bijgesteld. Daarnaast is de rente sinds 27 juli 2022 niet meer negatief. Daarom is de toekomstige compensatie naar beneden bijgesteld en de eerder opgenomen verplichting afgewaardeerd. De huidige verwachting is dat het ESM in 2022 ongeveer € 9 mln. rente aan DNB heeft betaald waarvoor het in 2023 gecompenseerd zal worden. Voor de jaren na 2023 is de verwachte compensatie aangepast naar € 0.
3.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000) |
-garanties en |
||||
Omschrijving |
Vastgestelde Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
||
Verplichtingen |
10.089.941 |
10.089.926 |
0 |
|
6.658.900 |
Uitgaven |
221.941 |
221.926 |
0 |
101.974 |
323.900 |
Opdrachten |
19.697 |
19.682 |
0 |
|
19.656 |
Kostenvergoeding Atradius DSB |
18.900 |
18.900 |
0 |
0 |
18.900 |
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten |
650 |
650 |
0 |
0 |
650 |
Overige uitgaven |
147 |
132 |
0 |
|
106 |
Garanties |
132.000 |
132.000 |
0 |
33.000 |
165.000 |
Schade-uitkering EKV |
112.000 |
112.000 |
0 |
33.000 |
145.000 |
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten |
20.000 |
20.000 |
0 |
0 |
20.000 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
70.244 |
70.244 |
0 |
69.000 |
139.244 |
Mutatie begrotingsreserve EKV |
70.244 |
70.244 |
0 |
69.000 |
139.244 |
Ontvangsten |
131.076 |
129.391 |
0 |
69.000 |
198.391 |
Garanties |
107.119 |
105.359 |
0 |
69.000 |
174.359 |
Premies EKV |
70.244 |
70.244 |
0 |
69.000 |
139.244 |
Schaderestituties EKV |
16.875 |
15.115 |
0 |
0 |
15.115 |
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten |
20.000 |
20.000 |
0 |
0 |
20.000 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
23.957 |
24.032 |
0 |
0 |
24.032 |
Mutatie begrotingsreserve EKV |
23.957 |
24.032 |
0 |
0 |
24.032 |
Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
|||||
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
||
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
10.089.941 |
10.089.926 |
0 |
|
6.658.900 |
waarvan garantieverplichtingen |
10.000.000 |
10.000.000 |
0 |
|
6.500.000 |
Exportkredietverzekeringen |
10.000.000 |
10.000.000 |
0 |
|
6.500.000 |
waarvan: aangegane garantieverplichtingen |
10.000.000 |
10.000.000 |
0 |
|
6.500.000 |
waarvan: vervallen garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
89.941 |
89.926 |
0 |
68.974 |
158.900 |
Kostenvergoeding Atradius DSB |
18.900 |
18.900 |
0 |
0 |
18.900 |
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m X) (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) Mutaties Miljoe- Overige mutaties nennota 2esuppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten |
650 |
650 |
0 |
0 |
650 |
Storting begrotingsreserve EKV |
70.244 |
70.244 |
0 |
69.000 |
139.244 |
Overige betalingsverplichtingen |
147 |
132 |
0 |
|
106 |
Exportkredietverzekeringen
Het plafond van € 10 mld. aan maximaal in een jaar aan te gane verplichtingen zal naar alle waarschijnlijkheid niet volledig worden benut in 2022. Op basis van de verplichtingen die op dit moment zijn aangegaan en de transacties die nog in 2022 worden verwacht, wordt € 3,5 mld. aan verplichtingen afgeboekt.
Storting begrotingsreserve EKV
De raming van de begrotingsreserve wordt met € 69 mln. naar boven bijgesteld. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.
Garanties
In 2022 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 33 mln. hoger uit dan begroot. Dit heeft onder meer te maken met onverwachte schade-uitkeringen op Sri Lanka waar er sprake is van een instabiele politieke situatie.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Zie de toelichting storting begrotingsreserve EKV onder 'Verplichtingen'.
Garanties
Zie de toelichting storting begrotingsreserve EKV onder 'Verplichtingen'.
3.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
3.664.380 |
3.679.137 |
81.701 |
25.162 |
3.786.000 |
Uitgaven |
3.664.380 |
3.679.137 |
81.701 |
25.162 |
3.786.000 |
Bijdrage aan medeoverheden |
3.664.380 |
3.679.137 |
81.701 |
25.162 |
3.786.000 |
Bijdragen aan gemeenten |
3.254.618 |
3.264.004 |
92.178 |
22.742 |
3.378.924 |
Bijdragen aan provincies |
409.762 |
415.133 |
|
2.420 |
407.076 |
Ontvangsten |
3.664.380 |
3.679.137 |
81.701 |
25.162 |
3.786.000 |
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Bijdrage aan medeoverheden
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij BCF (€ 106,9 mln.). Per saldo is de mutatie neutraal.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000) |
|||||
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) Mutaties Miljoe- Overige mutaties nennota 2esuppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
670.411 |
675.112 |
20.131 |
|
684.157 |
Uitgaven (1) + (2) |
670.411 |
675.112 |
20.131 |
|
684.157 |
Apparaatsuitgaven (1) |
466.201 |
473.370 |
|
|
469.273 |
Personele uitgaven |
443.947 |
448.021 |
12.228 |
358 |
460.607 |
Eigen personeel |
430.136 |
428.291 |
11.855 |
358 |
440.504 |
Inhuur externen |
13.599 |
19.468 |
367 |
0 |
19.835 |
Overig personeel |
212 |
262 |
6 |
0 |
268 |
Materiële uitgaven |
22.254 |
25.349 |
|
|
8.666 |
ICT |
1.510 |
1.510 |
49 |
0 |
1.559 |
Bijdrage aan SSO's |
150 |
150 |
6 |
0 |
156 |
Overig materieel |
20.594 |
23.689 |
|
|
6.951 |
Programma-uitgaven (2) |
204.210 |
201.742 |
23.946 |
|
214.884 |
Bekostiging |
50 |
50 |
2 |
0 |
52 |
Overige bekostiging |
50 |
50 |
2 |
0 |
52 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
1.350 |
1.350 |
55 |
0 |
1.405 |
Overige bijdrage ZBO's/RWT's |
1.350 |
1.350 |
55 |
0 |
1.405 |
Opdrachten |
27.878 |
25.410 |
924 |
|
15.530 |
ICT opdrachten |
6.035 |
5.021 |
237 |
|
2.803 |
Overige opdrachten |
21.843 |
20.389 |
687 |
|
12.727 |
Bijdrage aan agentschappen |
3.187 |
3.187 |
165 |
0 |
3.352 |
Bijdrage overige agentschappen |
3.187 |
3.187 |
165 |
0 |
3.352 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
171.745 |
171.745 |
22.800 |
0 |
194.545 |
Toegerekende uitgaven van Belastingen |
171.745 |
171.745 |
22.800 |
0 |
194.545 |
Ontvangsten |
605 |
605 |
0 |
11.500 |
12.105 |
Apparaatsontvangsten |
605 |
605 |
0 |
11.500 |
12.105 |
Personele uitgaven
De Douane verwacht € 12,6 mln. meer personele uitgaven dan eerder geraamd (€ 12,2 mln. op eigen personeel en € 0,4 mln. op inhuur externen). Dit komt hoofdzakelijk door hogere loonkosten vanwege een stijging in de cao-lonen en een stijging van de sociale premies (ca. € 12,3 mln.), waarvoor bij Miljoenennota loonbijstelling is toegekend.
Materiële uitgaven
In 2022 was besloten een pilot uit te voeren waarbij de Belastingdienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniformen (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien hiervan en dus het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen en uitgaven op artikel 9 Douane (€ 16,9 mln.).
Opdrachten
De geraamde uitgaven op opdrachten worden neerwaarts bijgesteld (€ 9,9 mln.). Dit komt grotendeels doordat de uitgaven voor (body)scans en andere detectiemiddelen dit jaar niet worden gerealiseerd. Deze uitgaven worden naar verwachting in komende jaren alsnog gerealiseerd.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane worden gemaakt. Deze uitgaven zijn naar actuele inzichten geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln.).
Apparaatsontvangsten
Dit jaar is een eerste tranche van een Europese subsidie voor scan- en detectie-apparatuur ontvangen (€ 11,5 mln.). De tweede tranche volgt in het jaar 2024 voor een gelijk bedrag. Tegenover deze ontvangst staan geen uitgaven in 2022. Dit resulteert in een positieve bijstelling van € 11,5 mln.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000) |
|||||
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) Mutaties Miljoe- Overige mutaties nennota 2esuppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
1.289.239 |
1.823.373 |
55.792 |
|
1.878.332 |
Uitgaven (1) + (2) |
2.006.544 |
1.962.485 |
|
|
1.208.077 |
Apparaatsuitgaven (1) |
335.864 |
354.355 |
|
|
332.785 |
Personele uitgaven |
326.123 |
343.476 |
|
|
316.026 |
Eigen personeel |
163.438 |
169.745 |
|
|
128.297 |
Inhuur externen |
161.685 |
172.681 |
29.210 |
|
186.185 |
Overig personeel |
1.000 |
1.050 |
30 |
464 |
1.544 |
Materiële uitgaven |
9.741 |
10.879 |
|
9.277 |
16.759 |
ICT |
213 |
213 |
|
200 |
236 |
Bijdrage aan SSO's |
0 |
628 |
600 |
|
0 |
Overige materiële uitgaven |
9.528 |
10.038 |
|
10.305 |
16.523 |
Programma-uitgaven (2) |
1.670.680 |
1.608.130 |
|
0 |
875.292 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
102 |
102 |
4 |
0 |
106 |
Bijdrage overige ZBO's/RWT's |
102 |
102 |
4 |
0 |
106 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
0 |
3.300 |
630 |
|
3.858 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
0 |
3.300 |
630 |
|
3.858 |
Opdrachten |
39.526 |
45.026 |
|
717 |
33.761 |
ICT opdrachten |
26 |
26 |
1.621 |
204 |
1.851 |
Overige opdrachten |
39.500 |
45.000 |
|
513 |
31.910 |
Bijdrage aan medeoverheden |
52.445 |
84.445 |
|
0 |
35.445 |
Bijdrage aan medeoverheden |
52.445 |
84.445 |
|
0 |
35.445 |
(Schade)vergoeding |
1.386.905 |
1.283.555 |
|
|
594.440 |
Compensatie toeslagengedupeerden |
555.705 |
383.605 |
|
9.523 |
316.106 |
Kwijtschelden private schulden |
304.200 |
308.700 |
|
|
164.473 |
Herstelprogramma voor kinderen |
420.000 |
420.000 |
|
0 |
75.000 |
Herstelregeling voor ex-partners |
60.000 |
60.000 |
|
0 |
0 |
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen |
47.000 |
47.000 |
|
0 |
0 |
Overige (schade)vergoedingen |
0 |
64.250 |
|
|
38.861 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
191.702 |
191.702 |
15.980 |
0 |
207.682 |
Toegerekende uitgaven van Belastingen |
191.702 |
191.702 |
15.980 |
0 |
207.682 |
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het verplichtingenbudget wordt in 2022 per saldo verhoogd met circa € 55 mln. Deels hangt dit samen met de uitgavenmutaties (zie de toelichting onder 'Uitgaven') en deels betreft het specifieke verplichtingenmutaties.
De belangrijkste mutaties:
-
-Er wordt € 113,2 mln. verplichtingenruimte toegevoegd aan het personele budget van UHT. De reden hiervoor is met name om meer verplichtingen voor externe inhuur te kunnen aangaan.
-
-Er wordt € 4 mln. verplichtingenruimte aan Bijdrage aan medeoverheden toegevoegd in verband met uitbreiding van de SPUK voor de hersteloperatie toeslagen.
-
-De verplichtingenruimte op (Schade)vergoeding wordt met circa € 142,6 mln. naar beneden bijgesteld. Dit budget wordt geschoven naar 2023 en 2024 in verband met verplichtingen die naar verwachting pas later zullen worden aangegaan voor emotioneel herstel en de private schulden oplossing.
Personele uitgaven
Dit budget wordt in 2022 met circa € 27,5 mln. naar beneden bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen:
-
-Door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt duurt het langer om vacatures te vervullen. Hierdoor vallen de personele uitgaven € 37,4 mln. lager uit.
-
-Er is bij de Ontwerpbegroting 2023 loonbijstelling uitgekeerd ter dekking van gestegen cao-lonen en werkgeverspremies. Hierdoor wordt het personele budget in 2022 verhoogd met € 8,1 mln. Daarnaast is in het kader van de tijdelijke tegemoetkoming kinderopvang (TTKO) € 2,9 mln. toegevoegd aan dit budget.
-
-Tot slot is er € 7,1 mln. intern herschikt binnen artikel 13 Toeslagen van het personele budget naar andere financiële instrumenten (onder andere naar materiële uitgaven, omdat een deel van de werkzaamheden zijn uitbesteed aan externe partijen) en is er circa € 5,9 mln. vanuit andere artikelen binnen de begroting van het ministerie van Financiën naar dit budget overgeheveld (met name de teruggave vanuit artikel
1 Belastingen van ongebruikte ketenbudgetten).
Opdrachten
De verwachte uitvoeringskosten van de private schuldenoplossing en ouders in het buitenland zijn in 2022 lager dan begroot. Dit komt onder andere door vertraging in de opstart. Het budget (- € 14,5 mln.) wordt daarom deels doorgeschoven. Verder is er circa € 0,8 mln. prijsbijstelling toegevoegd aan Opdrachten en wordt er voor circa € 2,4 mln. binnen artikel 13 Toeslagen herschikt naar Opdrachten.
Bijdrage aan medeoverheden
De budgetten voor de brede hulp via gemeenten worden met een kasschuif 1 jaar opgeschoven, omdat deze pas later nodig zijn (- € 48 mln. in 2022). Deze budgetten zijn gericht aan de kinderen en ex-partners van gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag en voor de verwachte kosten van medeoverheden ten behoeve van de herijking van de aanpak van de hersteloperatie toeslagen. Daarnaast wordt, naar aanleiding van de controles van de ADR op het jaarverslag 2021, het budget voor het VNG (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten) steunpunt (€ 1 mln.) herschikt van Bijdrage aan medeoverheden naar Bijdrage aan (inter)nationale organisaties.
(Schade)vergoeding
In de Ontwerpbegroting 2023 is reeds aangegeven dat dit budget in 2022 met circa € 689,1 mln. naar beneden wordt bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen:
-
-Kasschuiven: Enkele regelingen in het kader van de hersteloperatie toeslagen gaan later van start dan eerder voorzien. De budgetten voor deze regelingen (het herstelprogramma voor kinderen, de herstelre-geling voor ex-partners en de herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen) worden doorgeschoven naar 2023 en 2024. Het grootste deel van deze kasschuiven wordt gevormd door de kasschuif in de middelen van het herstelprogramma voor kinderen (- € 345 mln. in 2022). Het herstelprogramma voor kinderen is van start gegaan in het vierde kwartaal van 2022. Dit betekent dat de meeste middelen in 2023 nodig zullen zijn. Voor de herstelregeling voor ex-partners wordt € 60 mln. doorgeschoven naar 2023 en 2024. Voor de herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen wordt het budget van € 47 mln. voor
2022 doorgeschoven. Daarnaast wordt ook circa € 78,9 mln. van het budget voor de forfaitaire compensatieregeling en de integrale beoordeling en € 154,9 mln. van het budget voor de private schuldenoplossing doorgeschoven naar 2023 en 2024. Tot slot vinden er nog enkele kleinere kasschuiven plaats (totaal circa € 35,8 mln. van 2022 naar
2023 en 2024). Van de totale kasschuif wordt circa € 422 mln. naar 2023 doorgeschoven en circa € 299,6 mln. naar 2024. Een uitgebreider overzicht van de financiële stand van zaken van de hersteloperatie toeslagen is te vinden in de financiële paragraaf van de 12e voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen3 en bijlage 7: Herstel toeslagen van de Najaarsnota.
-
-Prijsbijstelling: Vanwege prijsbijstelling wordt dit budget met circa € 34 mln. opgehoogd in 2022.
-
-Overboekingen met andere begrotingen: Sinds 1 maart 2021 kunnen gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag via de Raad voor Rechtsbijstand adequate en kosteloze rechtsbijstand krijgen. De benodigde middelen voor deze regeling staan meerjarig geserveerd op de begroting van het ministerie van Financiën. Ten behoeve van de budgettaire afwikkeling over 2021 wordt er circa € 0,9 mln. naar JenV overgeboekt.
-
-Herschikkingen: Er vindt een klein aantal herschikkingen naar andere financiële instrumenten binnen artikel 13 Toeslagen plaats.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van Toeslagen doet wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor Toeslagen worden gemaakt. Deze toerekening wordt jaarlijks herijkt in de Ontwerpbegroting. Op basis van de meest recente inzichten wordt de toerekening in 2022 verhoogd met circa € 16 mln.
4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)
4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
34.615 |
34.812 |
263 |
|
35.059 |
Uitgaven |
34.615 |
34.812 |
263 |
|
35.059 |
Opdrachten |
17 |
21 |
0 |
0 |
21 |
Overige kosten |
17 |
21 |
0 |
0 |
21 |
Rente |
3.887 |
4.081 |
174 |
|
4.239 |
Rente vaste schuld |
3.887 |
4.081 |
174 |
|
4.239 |
Leningen |
30.711 |
30.710 |
89 |
0 |
30.799 |
Aflossing vaste schuld |
30.711 |
30.710 |
89 |
0 |
30.799 |
Ontvangsten |
55.418 |
68.617 |
|
5.890 |
52.727 |
Rente |
1.402 |
873 |
|
|
679 |
Rente vlottende schuld |
481 |
246 |
|
4 |
109 |
Rente derivaten lang |
921 |
627 |
|
|
570 |
Leningen |
54.016 |
67.744 |
|
5.904 |
52.048 |
Uitgifte vaste schuld |
54.016 |
45.000 |
|
0 |
42.500 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
22.744 |
|
5.904 |
9.548 |
Rente
De rentelasten vallen in 2022 naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd (€ 158,0 mln.). Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu hoger zijn dan eerder geraamd, levert dit een tegenvaller op.
Leningen
De aflossingen op de vaste schuld zijn naar verwachting hoger (€ 89,4 mln.) als gevolg van het vervroegd aflossen van obligaties in 2022. Vervroegd aflossen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.
Rente
Per saldo vallen de renteontvangsten naar verwachting € 194,0 mln. lager uit. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:
-
-Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 137,0 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente.
-
-Rente derviaten lang
Er worden € 57,0 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd als gevolg van gerealiseerde rentepercentages van derivaten en de nieuwe rentestanden van het CPB.
Leningen
Per saldo zijn de leningen naar verwachting € 15,7 mld. lager. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:
-
-Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 2,5 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan 2022. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.
-
-Mutatie vlottende schuld
De raming van de mutatie vlottende schuld daalt met € 13,2 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 |
mln.) |
||||
Omschrijving |
Vastgestelde |
Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|
begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
1.531 |
1.834 |
287 |
807 |
2.928 |
Uitgaven |
1.531 |
1.834 |
287 |
807 |
2.928 |
Rente |
31 |
34 |
87 |
7 |
128 |
Rente kasbeheer |
31 |
34 |
87 |
5 |
126 |
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer |
0 |
0 |
0 |
2 |
2 |
Leningen |
1.500 |
1.800 |
200 |
800 |
2.800 |
Verstrekte leningen |
1.500 |
1.800 |
200 |
800 |
2.800 |
Ontvangsten |
7.248 |
10.128 |
4.080 |
916 |
15.124 |
Rente |
87 |
93 |
1 |
2 |
96 |
Rente kasbeheer |
87 |
93 |
0 |
2 |
95 |
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer |
0 |
0 |
1 |
0 |
1 |
Leningen |
1.206 |
1.119 |
109 |
37 |
1.265 |
Ontvangen aflossingen |
1.206 |
1.119 |
109 |
37 |
1.265 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
5.955 |
8.916 |
3.970 |
877 |
13.763 |
Mutaties in rekening courant en deposito |
5.955 |
8.916 |
3.970 |
877 |
13.763 |
Rente
De raming van de rentelasten is € 94 mln. hoger dan geraamd als gevolg van de instroom van middelen op rekeningen-courant en de nieuwe rentestanden van het CPB.
Leningen
Naar verwachting worden in 2022 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 1,0 mld. naar boven bijgesteld.
Leningen
Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 146,0 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten.
Mutaties in rekening-courant en deposito's
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningencourant en deposito's van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT's, sociale fondsen en decentrale overheden (€ 4,8 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito's worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
5.1 Artikel 8 Apparaat Kerndepartement
Tabel 23 Apparaatsuitgaven |
Kerndepartement (bedragen x € 1.000) |
|||||
Omschrijving |
Vastgestelde Stand 1e suppletoire |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire |
|||
begroting (incl. ISB begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) 3 t/m 5) (2) |
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2esuppletoire begroting |
begroting (4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
332.766 |
373.358 |
10.985 |
|
378.620 |
|
Uitgaven |
332.766 |
373.358 |
10.985 |
|
378.620 |
|
Personele uitgaven |
213.422 |
233.461 |
5.427 |
|
236.212 |
|
Eigen personeel |
205.067 |
219.694 |
2.753 |
|
221.701 |
|
Inhuur externen |
7.820 |
13.344 |
2.008 |
|
13.486 |
|
Overig personeel |
535 |
423 |
666 |
|
1.025 |
|
Materiële uitgaven |
119.344 |
139.897 |
5.558 |
|
142.408 |
|
ICT |
16.688 |
46.437 |
|
|
19.120 |
|
Bijdrage aan SSO's |
44.623 |
54.650 |
624 |
34 |
55.308 |
|
Overig materieel |
58.033 |
38.810 |
29.718 |
|
67.980 |
|
Ontvangsten |
54.137 |
55.571 |
2.997 |
|
57.373 |
|
Apparaatsontvangsten |
54.137 |
55.571 |
2.997 |
|
57.373 |
De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.
Tabel 24 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. ISB 1+2, NvW) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 5) (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) Mutaties Miljoe- Overige mutaties nennota 2esuppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|
Verplichtingen |
147.901 |
277.681 |
|
|
0 |
Uitgaven |
139.050 |
268.830 |
|
|
0 |
Nog te verdelen |
139.050 |
268.830 |
|
|
0 |
Loonbijstelling-programma |
2.340 |
2.340 |
0 |
|
0 |
Loonbijstelling-apparaat |
11.459 |
113.722 |
|
|
0 |
Prijsbijstelling-apparaat |
11.383 |
103.766 |
|
|
0 |
Onvoorzien-programma |
40.614 |
36.089 |
|
|
0 |
Onvoorzien-apparaat |
73.254 |
12.913 |
|
|
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nog te verdelen
De nog te verdelen uitgaven zijn met in totaal € 268,8 mln. afgeboekt, waarvan € 228 mln. eerder bij de Ontwerpbegroting 2023 is toegelicht. Van dit bedrag is bij de Ontwerpbegroting 2023 € 2 mln. en bij de tweede suppletoire begroting 2022 € 33 mln. vrijgevallen, omdat deze middelen niet in 2022 zijn benodigd of ingezet. De overige afboekingen betreffen overhevelingen naar andere artikelen of begrotingen. De belangrijkste mutaties:
-
-De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan artikel 10 Nog onverdeeld. De loon- en prijsbijstelling wordt naar rato verdeeld over de (beleids)artikelen, wat leidt tot een overheveling van in totaal € 182,4 mln. naar de andere artikelen.
-
-Er wordt € 14,5 mln. overgeheveld naar artikel 1 Belastingen ten behoeve van het programma Buitengewone Zaken Blauw van de Belastingdienst voor het inhuren van personeel.
-
-Voor het project Digitale Snelweg Douane (DSD) ten behoeve van het aangifteproces van de Douane zijn middelen gereserveerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Een deel van het budget (€ 18 mln.) komt naar verwachting niet tot besteding in 2022 maar in latere jaren en is als kasschuif opgenomen in de Ontwerpbegroting 2023.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 250 IX, nr. 2 37
Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1131
Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1131
Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr 1128