Inbreng debat over de omgangsvormen in de Tweede Kamer - Hoofdinhoud
Inbreng debat over het voorstel van de leden Paternotte (D66) en Segers (CU) tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het als ongeoorloofd gedrag aanmerken van het bedreigen van een persoon
(alleen het gesproken woord telt)
Voorzitter,
De democratie staat onder druk.
Die druk komt niet van buitenaf, maar van binnenuit.
Van partijen die moedwillig en doelgericht onze democratie ondermijnen.
Met ophef zonder inhoud, onwaarheden en verdachtmakingen.
Ook in deze Kamer zijn complottheorieën en intimidatie onderdeel geworden van ons dagelijks werk.
Dat hoort niet.
Collega-volksvertegenwoordigers worden bedreigd en verdacht gemaakt.
Maar ook bestuurders, journalisten en wetenschappers worden moedwillig in een kwaad daglicht gesteld.
Dat leidt op social media regelmatig tot een hetze, die buiten deze Kamer steeds vaker overgaat in persoonlijke intimidatie of de dreiging met geweld.
Mijn fractie heeft dit al eerder aan de orde gesteld.
Als volksvertegenwoordigers hebben wij een voorbeeldfunctie.
Het zijn van volksvertegenwoordiger is geen recht om maar te roepen wat je wilt,
maar een voorrecht om namens onze kiezers te pleiten voor inhoudelijke voorstellen om ons land beter te maken.
Daarover kunnen we van mening verschillen en uiteindelijk zoeken we in het publieke debat naar meerderheden voor onze keuzes.
Dat kan alleen als we het debat en op de inhoud voeren.
Met respect voor de mening van andere partijen.
Met respect voor de feiten.
Schelden, intimideren of het verspreiden van fake news horen daar niet bij.
Dat zijn ondemocratische middelen.
Ondemocratisch én verwerpelijk.
Voorzitter,
Vandaag bespreken wij het voorstel om het bedreigen van een persoon in het Reglement van Orde expliciet aan te melden als ongeoorloofd gedrag.
En ik kan me inderdaad niet voorstellen dat er één Kamerlid is die vindt dat dit gedrag wel door de beugel kan.
En daarom steunt mijn fractie het voorstel.
Het is goed om die norm vast te stellen maar vervolgens dus ook consequent te handhaven.
Maar laten we niet de illusie hebben dat we daarmee het probleem uit de wereld hebben geholpen.
Want daarvoor moeten we ook zelf weerbaar zijn.
Door leugens bloot te leggen.
Onwaarheden niet onbesproken te laten.
En onterechte aantijgingen aan anderen te weerspreken.
Daarnaast heeft in het debat over de omgangsvormen, mijn fractievoorzitter gevraagd om een onderzoek naar het verband tussen uitlatingen in de Kamer en de impact daarvan buiten deze Kamer.
Want we weten allemaal dat dit verband er is.
En ook daar zit een onderdeel van het probleem.
We krijgen allemaal de mailtjes na een debat.
Zeker als een andere fractie voor eigen gewin een fragment met jou erin als hoofdrolspeler, geframed als de slechterik, online heeft gezet.
Dat onderzoek is helaas nog niet klaar. Want wij denken dat het goed is ook deze bevindingen te betrekken om te komen tot meer sluitende oplossingen.
Mijn vraag aan de indieners is hoe zij dit risico zien, in het licht van hun voorstel.
Is deze aanpassing in hun ogen voldoende?
Mijn fractie denkt van niet.
We moeten blijven nadenken over hoe we willen omgaan met partijen die onze democratie willen ondermijnen.
En dat moeten we zorgvuldig doen.
Voorzitter,
Ik sprak over onze voorbeeldfunctie.
Ons gedrag wordt gezien.
Onze woorden worden gehoord.
Soms schaam ik me kapot als ik na zo’n rotdebat aan inwoners of mijn familie moet uitleggen dat er in de Kamer wél over de inhoud is gesproken en dat we elkaar niet alleen maar voor rotte vis uitmaken.
Ik schaam me kapot als ik zie dat ons gedrag hier leidt tot bedreiging van ook lokale volksvertegenwoordigers.
Tot slot, voorzitter.
Politiek is niet voor bange mensen.
Vrijheid van meningsuiting is een groot goed.
En een mening geven kan je ook doen zonder scheldwoorden of anderen te kleineren.
Gewoon op de inhoud. Lekker saai.
Meer over ...