Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake energietoeslag lage inkomens) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36211 - Tweede incidentele suppletoire begroting gemeentefonds 2022 (energietoeslag lage inkomens).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake energietoeslag lage inkomens); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 25-09-2022 |
Publicatiedatum | 25-09-2022 |
Nummer | KST362112 |
Kenmerk | 36211, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
36 211
Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake energietoeslag lage inkomens)
MEMORIE VAN TOELICHTING A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het gemeentefonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben gemeenten gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering en de aanvullende uitkeringen is opgenomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
kst-36211-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Tabel 1 Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid tweede incidentele suppletoire begroting (ISB2) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting 20221 |
Stand 1e suppletoire begroting2 |
Mutaties 2e incidentele suppletoire begroting |
Stand 2e incidentele suppletoire begroting |
Mutatie 2023 |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
Mutatie 2026 |
|
Verplichtingen |
35.801.495 |
39.099.270 |
520.000 |
39.619.270 |
|
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
35.801.495 |
39.360.718 |
520.000 |
39.880.718 |
|
0 |
0 |
0 |
Financiering gemeenten |
||||||||
Bijdrage aan medeoverheden Algemene uitkering en de aanvul- |
35.799.984 |
39.358.908 |
520.000 |
39.878.908 |
|
0 |
0 |
0 |
lende uitkeringen |
30.674.140 |
33.448.635 |
500.000 |
33.948.635 |
|
0 |
0 |
0 |
Decentralisatie-uitkeringen |
985.328 |
1.601.678 |
20.000 |
1.621.678 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkering Voogdij 18+ Integratie-uitkering Beschermd |
745.391 |
772.059 |
0 |
772.059 |
0 |
0 |
0 |
0 |
wonen |
1.425.741 |
1.495.475 |
0 |
1.495.475 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkering Participatie |
1.888.667 |
1.955.263 |
0 |
1.955.263 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Integratie-uitkering Overig |
80.717 |
85.798 |
0 |
85.798 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kosten Financiële verhoudingswet |
||||||||
Opdrachten |
911 |
1.210 |
0 |
1.210 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Onderzoeken verdeelsystematiek |
911 |
1.210 |
0 |
1.210 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
600 |
600 |
0 |
600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Onderzoeken verdeelsystematiek |
600 |
600 |
0 |
600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
35.801.495 |
39.360.718 |
520.000 |
39.880.718 |
|
0 |
0 |
0 |
1 Stand is inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 1) en drie NvW's (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 6, Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 13 en Kamerstukken II 2021/22, 35 925 B, nr. 15).
2 Stand is inclusief de incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36 065, nr. 2), eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36 120 B, nr. 1) en de nota's van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36 120 B, nr. 5 en Kamerstukken II 2021/22, 36 120 B, nr. 6).
Energietoeslag
In 2023 heeft het kabinet € 1,4 mld. beschikbaar gesteld voor de uitvoering en uitgifte van een eenmalige aanvullende tegemoetkoming voor de gestegen energieprijzen voor huishoudens met een laag inkomen. Om huishoudens in 2022 nog beter te ondersteunen, krijgen gemeenten de mogelijkheid om hiervan € 500 per huishouden al in 2022 uit te keren. Om deze reden wordt € 500 mln. van de begroting 2023 naar 2022 geschoven. Dit is tevens verwerkt in de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 van het Gemeentefonds dd. 23 september 2022.
Hierdoor is er voor de energietoeslag in 2023 in totaal € 900 mln. beschikbaar.
Individuele bijzondere bijstand
Individuele studenten kunnen als gevolg van de stijgende energieprijzen in ernstige financiële problemen komen. Hiervoor kunnen zij terecht bij de individuele bijzondere bijstand. Het kabinet stelt een bedrag van € 35 mln. beschikbaar aan gemeenten. Van dit totale bedrag is reeds € 15 mln. beschikbaar via het Gemeentefonds. Daarnaast wordt er € 20 mln. toegevoegd aan de ontwerpbegroting. Deze middelen zijn afkomstig van de begrotingen van SZW en OCW. De overboeking van deze middelen wordt in de begroting van SZW en OCW verwerkt binnen het reguliere begrotingsproces bij tweede suppletoire begroting.
Afdrachten aan het Gemeentefonds hebben gevolgen voor de belastingontvangsten. Deze worden op artikel 1 Belastingen van de begroting van het Ministerie van Financiën (IXB) verantwoord. De budgettaire gevolgen voor de belastingontvangsten worden in de tweede suppletoire begroting 2022 van Financiën verwerkt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 211, nr. 2 3