Gedelegeerde verordening 2021/1255 - Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 wat betreft door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico’s en duurzaamheidsfactoren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1255 van de Commissie van 21 april 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 wat betreft door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico’s en duurzaamheidsfactorenofficiële Engelstalige titel
Commission Delegated Regulation (EU) 2021/1255 of 21 April 2021 amending Delegated Regulation (EU) No 231/2013 as regards the sustainability risks and sustainability factors to be taken into account by Alternative Investment Fund ManagersRechtsinstrument | Gedelegeerde verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Gedelegeerde verordening 2021/1255 |
Regdoc-nummer | C(2021)2615 |
Celex-nummer i | 32021R1255 |
Document | 21-04-2021; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 02-08-2021; PB L 277 p. 11-13 |
Inwerkingtreding | 22-08-2021; in werking datum publicatie +20 zie art 2 01-08-2022; Toepassing zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
2.8.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 277/11 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1255 VAN DE COMMISSIE
van 21 april 2021
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 wat betreft door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico’s en duurzaamheidsfactoren
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (1), en met name artikel 12, lid 3, artikel 14, lid 4, artikel 15, lid 5, en artikel 18, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De transitie naar een koolstofarme, duurzamere, meer hulpbronnenefficiënte en circulaire economie in lijn met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) is van cruciaal belang om het concurrentievermogen van de economie van de Unie op lange termijn te waarborgen. In 2016 heeft de Unie de Overeenkomst van Parijs afgesloten (2). In artikel 2, lid 1, onder c), van de Overeenkomst van Parijs wordt als doelstelling gesteld om de reactie op de dreiging van klimaatverandering te versterken, onder meer door geldstromen in lijn te brengen met een traject naar broeikasgasarme emissies en klimaatbestendige ontwikkeling. |
(2) |
In het licht van die uitdaging is de Commissie in december 2019 met de Europese Green Deal (3) gekomen. Die Green Deal is een nieuwe groeistrategie die de Unie moet omvormen tot een eerlijke en welvarende samenleving met een moderne, hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie, waar vanaf 2050 netto geen broeikasgassen meer worden uitgestoten en de economische groei is losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen. Om die doelstelling te verwezenlijken, moeten beleggers duidelijke signalen krijgen wat betreft hun beleggingen, om gestrande activa te vermijden en duurzame financiering op te halen. |
(3) |
In maart 2018 is de Commissie met haar actieplan “Duurzame groei financieren” (4) gekomen, waarin zij een ambitieuze en brede strategie voor een duurzaam geldwezen uittekent. Een van de doelstellingen uit dat actieplan is het heroriënteren van kapitaalstromen in de richting van duurzame beleggingen om zo duurzame en inclusieve groei te bewerkstelligen. De effectbeoordeling op basis waarvan nadien wetgevingsinitiatieven zijn genomen, is in mei 2018 gepubliceerd (5). Deze liet zien dat er duidelijkheid moet komen over duurzaamheidsfactoren die beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (“abi-beheerders”) in het kader van hun verplichtingen ten aanzien van beleggers in aanmerking moeten nemen. Daarom moeten abi-beheerders niet alleen alle relevante financiële risico’s doorlopend beoordelen, maar ook alle desbetreffende duurzaamheidsrisico’s als bedoeld in Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad (6) die, wanneer deze zich voordoen, een werkelijk of mogelijk wezenlijk negatief effect op de waarde van de belegging kunnen veroorzaken. In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 (7) van de Commissie is niet uitdrukkelijk sprake van duurzaamheidsrisico’s. Daarom, en om ervoor te zorgen dat interne procedures en organisatorische regelingen correct worden uitgevoerd en nageleefd, moet worden verduidelijkt dat in processen, systemen en interne controles van abi-beheerders duurzaamheidsrisico’s tot uiting moeten komen en dat technische capaciteit en kennis nodig is om die risico’s te kunnen analyseren. |
(4) |
Overeenkomstig Verordening (EU) 2019/2088 zijn abi-beheerders die de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in aanmerking moeten nemen, of die deze belangrijkste ongunstige effecten... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.