Drie gedachten - Hoofdinhoud
Dit zijn zware dagen en weken voor ons als land en ook voor ons als partij. Het lijkt erop dat we in onze samenleving steeds meer tegenover elkaar komen te staan. Stad tegenover platteland, Randstad tegenover regio, oppositie versus coalitie, overheid tegenover burgers. Het verdeelt ons als land, het zorgt voor bitterheid en polarisatie in het politieke debat. En het doet zelfs sommigen van ons twijfelen aan hun verbondenheid met onze partij en ons als Haagse Gideonsbende. Terwijl we elkaar nu heel, heel hard nodig hebben.
Er zijn drie gedachten die ik daarover met jullie wil delen.
Als eerste weiger ik pertinent me bij al die tegenstellingen neer te leggen. Toen ik pas tijdens onze Zomertour op een mooie vrijdagavond op het erf van Jos Verdam in Renswoude samen met Pieter Grinwis met veel verontruste boeren sprak, hadden we gewoon goede gesprekken. Toen in mijn werkkamer in Den Haag een kring van boeren en burgers uit Gelderland en Overijssel zat en we spraken over de toekomst van de landbouw kwamen we heel snel heel dicht bij elkaar. Als we niet blijven hangen in ons eigen gelijk - en in Den Haag gebeurt dat helaas veel te veel! - maar oprecht het gesprek zoeken, dan komen we verder. Ook nu in deze bewogen tijden mag het niet aan ons liggen. In de huidige controverse over stikstofbeleid zijn we het als ChristenUnie aan onszelf en onze naaste verplicht alles te doen wat we kunnen om het goede gesprek weer te herstarten. En we zullen met niets minder genoegen nemen dan met een voor iedereen - boeren, consumenten, luchtvaart, industrie, bouw - even rechtvaardige oplossing en met een hoopvol perspectief voor het hele land, inclusief het platteland! De druk die onze levensstijl legt op de schepping is geen boerenprobleem, maar een probleem van ons allemaal!
Het tweede is dat er soms een revolutionaire geest door ons land lijkt te waaien. Uit boosheid over beleid en soms uit pure wanhoop gaan mensen de straat op en lijken sommigen van hen tot alles in staat. En er zijn politici en opiniemakers die er nu een vreugde in scheppen om hele dagen olie op het vuur te gooien. Niets deugt en alles moet anders! Alleen een revolutie kan Nederland nog redden!
Op zo’n moment is het goed om nog eens terug te gaan in onze eigen geschiedenis. Ruim honderd jaar geleden was er ook schrijnend onrecht en waaide ook de geest van de revolutie over ons continent en in ons land. Pieter Jelle Troelstra stond met een gebalde vuist zijn aanhang op te zwepen richting een door hem gewenste opstand. In diezelfde periode noemden onze politieke voorouders zich juist ‘antirevolutionair’. Ze trokken zich wel degelijk het lot van de arbeiders aan - ‘ze kunnen niet wachten, geen dag en geen uur!’ riep Abraham Kuyper uit op het Eerste Christelijk-Sociale Congres. En terecht! Maar nooit geloofden ze in een revolutionaire omwenteling, al was het maar omdat ze zagen in wat voor bloedbad die in Frankrijk was ontaard. Onze antirevolutionaire voorouders gingen de politiek in om stap voor stap, wet voor wet, begroting voor begroting ons land rechtvaardiger te maken. En om tegenover liberale dwingelandij knokten ze debat voor debat en stemming voor stemming voor meer vrijheid van godsdienst en meer vrijheid van onderwijs. Op die schouders staan wij. En diezelfde strijd leveren wij nu. Midden in het politieke krachtenveld en zelfs ook aan de tafels van de macht waar grote beslissingen vallen. Stap voor stap, steeds weer iets dichterbij christelijk-sociale idealen. Met de moed van de hoop!
Als derde gedachte viel me deze week de machtige tekst uit het slot van Romeinen 8 me te binnen. Want als christenen onderling zijn er altijd discussies en verschillen geweest, maar er was ook altijd ten diepste een eenheid in Christus. Ik hoop en bid dat we ons daarin ook oefenen en elkaar nooit loslaten, juist ook niet als we elkaar even niet zo goed begrijpen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst of wat er ook maar in de schepping is - verwarring, discussie, menselijk onbegrip - ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer.’
De zomerperiode breekt aan, maar misschien zal ons niet veel rust worden gegund. Maar ik wens jullie een goede, verfrissende tijd toe en veel momenten waarop we elkaar weer kunnen ontmoeten en bemoedigen. Zodat we straks weer de schouders kunnen zetten onder onze christelijk-sociale missie en weer brengers zijn van recht, hoop en vrede!