Brief regering; Reactie op verzoek commissie over de rol van de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport in 2020 bij het sluiten van de mondkapjesdeal - Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 132 toegevoegd aan dossier 25295 - Infectieziektenbestrijding en dossier 32805 - Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over de rol van de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport in 2020 bij het sluiten van de mondkapjesdeal |
---|---|
Documentdatum | 28-03-2022 |
Publicatiedatum | 28-03-2022 |
Nummer | KST32805132 |
Kenmerk | 32805; 25295, nr. 132 |
Commissie(s) | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2022
Vergaderjaar 2021
32 805 25 295
Nr. 132
Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg Infectieziektenbestrijding
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 28 maart 2022
Naar aanleiding van het verschenen artikel in de Volkskrant op 23 maart jl. over de «mondkapjesdeal met Sywert van Lienden» heeft de commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd om uiterlijk maandag 28 maart 2022 een feitenrelaas aan te leveren over de rol van de toenmalig Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2020 bij het sluiten van de mondkapjesdeal.
Zoals ik uw Kamer in mijn brief van 21 maart jl. heb geïnformeerd, heeft het onderzoeksbureau, Deloitte Forensic & Dispute Services B.V., mij laten weten meer tijd en informatie nodig te hebben om de resultaten van het eerste deelonderzoek te kunnen opleveren. Dit deelonderzoek ziet toe op de overeenkomst met Relief Goods Alliance B.V. (RGA).
Ook voor mij geldt dat ik de uitkomsten van het onderzoek graag zo snel mogelijk wil ontvangen, maar de complexiteit en het groot aantal partijen, alsmede het groot aantal documenten maken dat de oorspronkelijke planning van het onderzoek te ambitieus is gebleken. In de genoemde brief heb ik aangegeven dat mijn streven er op gericht is dit voor het zomerreces met uw Kamer te delen1. In het gesprek dat ik recentelijk met het onderzoeksbureau heb gevoerd, heeft het onderzoeksbureau mij laten weten alles op alles te zetten om dit te realiseren maar dat dit ook afhankelijk is van onder andere de voortgang bij het te houden hoor- en wederhoor proces.
De toenmalige Minister van Medische Zorg en Sport heeft uw Kamer in juni 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1279) laten weten dit onderzoek te laten uitvoeren door een externe, onafhankelijke partij met forensische-, inkoop-, fiscale- en data-expertise. Juist deze integrale aanpak die het onderzoeksbureau hanteert moet zorgen voor een zo volledig mogelijk beeld. Het onderzoeksbureau verzamelt daartoe verschillende relevante databronnen. Dit betekent dat het onderzoeksbureau naast appverkeer -1 Kamerstuk 32 805, nr. 131
kst-32805-132 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
waar in het artikel van de Volkskrant aan wordt gerefereerd - rekening houdt met emailverkeer, social media-uitingen en (financiële) documenten afkomstig van alle betrokken partijen.
Uw wens tot snelheid en volledig inzicht in de feiten is de mijne. Een deel van het feitenrelaas uitlichten zou echter geen recht doen aan de zorgvuldigheid en de volledigheid van het onderzoek. Om die reden kan ik zolang het onderzoek loopt helaas nog geen feitenrelaas met uw Kamer delen. Ik hecht er waarde aan uw Kamer mee te nemen in de aanpak en het verloop van het onderzoek. Ik wil uw Kamer hiervoor een technische briefing door het onderzoeksbureau aanbieden die nader ingaat op de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd.
Volledigheidshalve vindt u als bijlage van deze brief een overzicht van de schriftelijke communicatie van mijn voorgangers en mij aan uw Kamer rondom de overeenkomst tussen het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en RGA2. In het overzicht is per document een omschrijving opgenomen van de informatie die betrekking heeft op uw verzoek.
Ik wil benadrukken dat ik, evenals uw Kamer, veel waarde hecht aan een zo snel mogelijke afronding van het onderzoek met behoud van zorgvuldigheid. Zoals ik reeds heb toegezegd in mijn brief van 21 maart jl., zal ik uw Kamer blijven informeren over het verloop van de onderzoekswerkzaamheden.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
-
C.Helder
2 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 32 805, nr. 132 2