Brief regering; Voorlopige toepassing van het verdrag met Oekraïne inzake betaalde werkzaamheden door gezinsleden van diplomatiek en ander personeel van een diplomatieke vertegenwoordiging en/of consulaire post - Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake betaalde werkzaamheden door gezinsleden van diplomatiek en ander personeel van een diplomatieke vertegenwoordiging en/of consulaire post; Kiev, 3 november 2021 - Hoofdinhoud
Deze mededeling over de voorlopige toepassing van een verdrag is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 36066 - Verdrag met Oekraïne inzake betaald werk door gezinsleden van personeel van een diplomatieke vertegenwoordiging en/of consulaire post.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake betaalde werkzaamheden door gezinsleden van diplomatiek en ander personeel van een diplomatieke vertegenwoordiging en/of consulaire post; Kiev, 3 november 2021; Brief regering; Voorlopige toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake betaalde werkzaamheden door gezinsleden van diplomatiek en ander personeel van een diplomatieke vertegenwoordiging en/of consulaire post; Kiev, 3 november 2021 |
---|---|
Documentdatum | 22-03-2022 |
Publicatiedatum | 28-03-2022 |
Nummer | KST360661 |
Kenmerk | 36066, nr. 1 |
Commissie(s) | Buitenlandse Zaken (BUZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
36 066 (R2167)
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake betaalde werkzaamheden door gezinsleden van diplomatiek en ander personeel van een diplomatieke vertegenwoordiging en/of consulaire post; Kiev, 3 november 2021
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 22 maart 2022
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen moge ik u mededelen dat het bovengenoemde verdrag vanaf 16 maart 2022 voorlopig wordt toegepast. De tekst van het verdrag is te vinden in Trb. 2021, nr. 150 en Trb. 2022, nr. 31.
Het verdrag zal binnenkort ter goedkeuring aan de Staten-Generaal worden overgelegd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
kst-36066-1 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 36 066 (R2167), nr. 1