Vragen PvdA over een interne notitie waaruit blijkt dat personeelsleden op het Gomarus in Gorinchem leerlingen én collega’s die relaties aangingen of wilden aangaan met mensen van hetzelfde geslacht bij de leiding moesten verlinken - Hoofdinhoud
Kamer | Tweede Kamer |
---|---|
Kamerleden | H.E. (Habtamu) de Hoop i |
partijen | Partij van de Arbeid i |
gevraagd aan | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap i |
beantwoord door | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap i |
status beantwoording | beantwoord |
---|---|
vraag datum | 22 december 2021 |
antwoord datum | 15 februari 2022 |
antwoordduur in dagen | 55 |
aantal dagen overtijd | 34 |
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over een interne notitie waaruit blijkt dat personeelsleden op het Gomarus in Gorinchem leerlingen én collega's die relaties aangingen of wilden aangaan met mensen van hetzelfde geslacht bij de leiding moesten verlinken (ingezonden 22 december 2021).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs)
(ontvangen 15 februari 2022).
Vraag 1
Hoe verhoudt de verplichting van personeelsleden om leerlingen en collega's met homoseksuele neigingen te verklikken, zich tot de rechtspositie van onderwijspersoneel?1
Antwoord 1
Laat ik voorop stellen dat ik het ten zeerste afkeur als onderwijspersoneel gedwongen wordt om privéinformatie over leerlingen of hun collegae te delen én als onderwijspersoneel uit de LHBTIQ+ gemeenschap op deze manier in een benarde situatie wordt gebracht. De verplichting om leerlingen en collegae te «verklikken» zorgt voor een situatie waarin medewerkers geen vrijheid hebben om een veilig team te vormen en zichzelf te zijn. Tevens is een dergelijke verplichting in strijd met de wetgeving.
De rechtspositie van onderwijspersoneel en de sociale veiligheid op scholen is juridisch gewaarborgd.2 Zo moeten werkgevers te allen tijde zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Bovendien dient het bevoegd gezag zorg te dragen voor een schoolcultuur waarin personeel en leerlingen zich veilig en geaccepteerd weten. Het verplicht melden van een homoseksuele gerichtheid van collega's is volstrekt onacceptabel en past niet bij een dergelijke cultuur.
1 «Leraren op Gomarus moesten homoseksuele leerlingen én collega's bij leiding verklikken»: het Algemeen Dagblad 20 december 2021 (https://www.ad.nl/binnenland/leraren-op-gomarus-moesten-homoseksuele-leerlingen-en-collegas-bij-leiding-verklikken~adabf6aa/)
2 Artikel 3b, Wet op het Voortgezet Onderwijs en artikel 4c, Wet op het Primaire Onderwijs Artikel 3, lid 2, de Arbowet
Artikel 1, de Grondwet, de Algemene Wet Gelijke Behandeling
Artikel 17, Wet op het Voortgezet Onderwijs, Artikel 8, Wet op het Primair onderwijs, Artikel 11, Wet op de expertisecentra
ah-tk-20212022-1697 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2022
Vraag 2
Deelt u de mening dat een dergelijke verplichting volkomen haaks staat op de vertrouwensrol die het onderwijspersoneel heeft ten opzichte van leerlingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd?
Antwoord 2
Ja, leerlingen moeten kunnen rekenen op een schoolklimaat waarin zij zich veilig en geaccepteerd weten. Om dat te kunnen waarborgen is het van belang dat zij in vertrouwen dingen kunnen delen met onderwijspersoneel. Een verplichting voor onderwijspersoneel om bij het bevoegd gezag melding te maken van iets persoonlijks als de seksuele gerichtheid van leerlingen, staat hier volledig haaks op.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een verplichting om collega's te verklikken getuigt van slecht werkgeverschap?
Antwoord 3
Ja, zie de antwoorden op de vragen 1 en 2.
Vraag 4
Ziet u in deze casus redenen reden om de rechtspositie van onderwijspersoneel te versterken opdat de schoolleiding deze niet langer kan verplichten tot gedrag dat strijdig is met hun vertrouwensrol? Zo ja, hoe kan deze versterking gestalte krijgen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Er wordt momenteel gekeken of het in algemene zin nodig is de rechtspositie van onderwijspersoneel verder te versterken, zoals ook is aangegeven in het Coalitieakkoord. Daarbij worden de resultaten van de evaluatie van de Wet Veiligheid op School ook meegenomen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, Aanhangsel 2