Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35975 XIII - Wijziging begroting begroting Economische Zaken en Klimaat 2021 (Najaarsnota) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 01-12-2021 |
Publicatiedatum | 01-12-2021 |
Nummer | KST35975XIII2 |
Kenmerk | 35975 XIII, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
35 975 XIII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties 5
2.2 Overzicht Coronamaatregelen 10
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en
ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei 14
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds 20
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en
beperking van de klimaatverandering 22
3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief 28
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement 31
4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld 33
5.1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) 34
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
-
1.de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
-
2.de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregel betreffende de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), die in deze tweede suppletoire begroting is opgenomen in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de spoedeisende karakter van de bovengenoemde maatregel en het verwerken daarvan in deze tweede suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal van 16 november 2021.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Opbouw tweede suppletoire begroting 2021
Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2021. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
-
1.Leeswijzer.
-
2.Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
-
3.Overzicht Coronamaatregelen. Een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
-
4.De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
-
5.De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
-
6.De agentschappen. In deze tweede suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze tweede suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV |
||
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Art. |
Uitgaven 2021 |
|
Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) |
14.326.422 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) |
17.988.058 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
Urgendamaatregelen industrie |
2 |
|
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) |
2 |
|
Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters) |
2 |
|
Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC) |
2 |
|
Garantie Ondernemersfinanciering Corona |
2 |
|
Dutch Future Fund en Deep Tech Fund |
3 |
|
Fonds alternatieve financiering |
3 |
|
Risicokapitaal Seed |
3 |
|
SDE |
4 |
|
SDE+ |
4 |
|
ISDE-regeling |
4 |
|
Waardevermeerderingsregeling |
5 |
60.000 |
Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen |
5 |
|
Overige mutaties |
|
|
Stand 2e suppletoire begroting 2021 |
14.485.120 |
Voor de realisatie van een project voor lachgasreductie Chemelot vindt er een kasschuif plaats van 2021 naar 2023 (€ 24,75 mln) en 2024 (€ 24,75 mln).
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
Het kasbudget voor de TVL wordt voor 2021 met € 2,718 mld verlaagd in verband met een lager beroep op de regeling dan geraamd. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen. Hiertegenover staat verhoging van het budget met € 1,38 mld (incl. € 180 mln van de VLN), zoals opgenomen in de Kamerbrief Aanpassingen aan het steunpakket in het vierde kwartaal van 16 november jl. Een deel van deze middelen (€ 880 mln, incl. € 60 mln van VLN) betreft het jaar 2022 en wordt met een Nota van Wijziging verwerkt in de EZK-begroting 2022.
Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters)
Het budget van deze regeling is met € 70 mln verlaagd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling, ondanks uitgebreide communicatie om de regeling bij de doelgroep onder de aandacht te brengen.
Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC)
Van het budget voor de TRSEC wordt € 50 mln verschoven van 2021 naar 2022, om het budget beter te laten aansluiten bij de verwachte uitbetalingen.
Garantie Ondernemersfinanciering Corona
Het budget voor de Garantie Ondernemersfinanciering Corona wordt in 2021 met € 200 mln verlaagd. Dit betreft een afboeking van de kasbuffer naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer voor de Garantie Ondernemersfinanciering Corona op basis van de benutting in 2020 en de geraamde benutting in 2021.
Dutch Future Fund en Deep Tech Fund
Op basis van de huidige inzichten in de te verwachten capital calls van de betrokken fondsen wordt € 165 mln voor het Dutch Future Fund doorgeschoven naar latere jaren (€ 25 mln per jaar naar de jaren 2022 t/m 2025 en € 65 mln naar 2026). Ook bij het Deep Tech Fund vindt er een kasschuif plaats van € 21 mln zodat de budgetten meerjarig verspreid worden op basis van de op dit moment geraamde uitgaven (2022 € 6 mln, 2023 € 7 mln, 2024 € 8 mln, 2025 € 12 mln en 2026 € 12 mln).
Fonds alternatieve financiering
Dit betreft een kasschuif van € 40 mln voor het Fonds Alternatieve Financiering in het gewenste kasritme van € 10 mln per jaar voor de jaren 2022 t/ m 2025.
Vanwege een vertraging in de uitfinanciering van de Seed worden deze kasmiddelen meerjarig in de tijd gespreid.
Op de uitfinanciering van de SDE-regeling vinden lagere kasuitgaven plaats dan waar bij Voorjaarsnota rekening mee gehouden was. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.
Bij Miljoenennota is € 413 mln van het SDE+-budget afgesplitst en toegevoegd aan een apart budget voor de SDE++, dit om de Kamer beter inzicht te geven in (de realisatie van) de voor de SDE, SDE+ en SDE++ beschikbare budgetten. Omdat door deze afsplitsing te weinig budget is overgebleven voor de uitbetaling van SDE+-subsidies in 2021, wordt het voor de SDE+ beschikbare budget bij Najaarsnota verhoogd met in totaal ruim € 130 mln. Per saldo leidt dit tot een verlaging met € 283 mln.
Omdat er op zowel de reguliere openstelling van de ISDE als de openstelling gericht op het MKB naar verwachting minder subsidies worden verstrekt dan oorspronkelijk geraamd, zullen de kasuitgaven in 2021 bijna € 42 mln lager uitvallen dan waar bij de 1e suppletoire begroting vanuit was gegaan. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.
Het demissionaire kabinet heeft besloten om het budget van de waardever-meerderingsregeling met € 60 mln te verhogen. Hiermee wordt de verlenging van de regeling naar verwachting gefinancierd tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling.
Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen
Vanwege een dalend aantal meldingen, verwacht het IMG in 2021 ongeveer € 290 mln minder vergoedingen uit te keren voor waardedaling en immateriële schade dan bij Voorjaarsnota werd verwacht. Bij Miljoenennota zijn de schadevergoedingen juist verhoogd met € 40 mln vanwege de introductie van de forfaitaire regeling van het IMG (€ 37,5 mln) en een bijdrage van BZK voor de aanpak van schrijnende situaties in Groningen (€ 2,5 mln).
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||
Art. |
Ontvangsten 2021 |
|
Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) |
4.824.359 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen) |
6.148.784 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties |
||
Onttrekking reserve BMKB Corona |
2 |
125.000 |
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC) |
2 |
40.000 |
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) |
2 |
115.000 |
Lagere onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie |
4 |
|
Bijstelling ETS-raming |
4 |
530.000 |
Ontvangsten van de NAM samenhangend met de schadeafhandeling in Groningen. |
5 |
|
Overige mutaties |
1.549 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2021 |
5.301.067 |
Onttrekking reserve BMKB Corona
Dit betreft het onttrekken van € 125 mln aan de begrotingsreserve BMKB Corona naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van de BMKB Corona op basis van de benutting in 2020 en de verwachte benutting in 2021, op basis waarvan werd vastgesteld dat deze middelen kunnen komen te vervallen.
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC)
Dit betreft het onttrekken van € 40 mln aan de begrotingsreserve KKC naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van de KKC op basis van de benutting in 2020 en de verwachte benutting in 2021, op basis waarvan werd vastgesteld dat deze middelen kunnen komen te vervallen.
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik. In de Miljoenennota 2022 waren de ontvangsten in 2022 geraamd op € 375 mln. Dit is in de 2e suppletoire begroting met € 260 mln verlaagd in verband met een doorschuif naar 2022, waarmee de geraamde ontvangsten accurater over de jaren worden verspreid.
Lagere onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
Door de naar verwachting lagere uitgaven voor de SDE, de SDE++, de HER + en de ISDE hoeft er € 356 mln minder budget onttrokken te worden aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie dan waar bij Miljoenennota nog op was gerekend.
De gestegen prijs van ETS-rechten leidt tot een aanzienlijke opwaartse bijstelling van de raming. De ETS-prijzen zijn na een aanvankelijke daling tijdens de eerste lockdown van 2020 snel hersteld. Sinds halverwege december 2021 zijn de prijzen aanzienlijk gestegen tot een niveau van 50 tot 55 EUR/ton.
Ontvangsten van de NAM samenhangend met de schadeafhandeling in Groningen
Het IMG doet naar verwachting minder uitgaven in 2021 dan eerder geraamd. Daarnaast wordt het heffingsbesluit aan NAM doorgeschoven naar 2022, omdat dit een zeer zorgvuldige voorbereiding vereist die helaas niet in 2021 is afgerond. Daarom wordt de ontvangstenraming ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met € 1,3 mld naar beneden bijgesteld.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
De periode vanaf voorjaar 2020 is voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft een aantal (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van EZK zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.
Tabel 4 Coronamaatregelen op de EZK-begroting (bedragen x € 1 mln)1
Art. |
Omschrijving maatregel |
2021 2022 |
2023 2024 2025 2026 Relevante Kamerstukken |
1 |
Telecom Caribisch Nederland |
3 |
Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 |
2 |
Noodloket (TOGS) |
2 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217 |
2 |
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) |
6.466 680 |
Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. |
42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal
2 |
Tegemoetkoming vaste lasten starters |
20 |
Kamerstuk 35 420, nr. 217 |
|||||
2 |
Omscholing naar tekortsectoren |
36 |
40 |
Kamerstuk 35 420, nr. 105 |
||||
2 |
Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren |
10 |
38 |
38 |
38 |
13 |
15 |
Kamerstuk 35 420, nr. 248 |
2 |
Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) |
330 |
Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354 |
|||||
2 |
Vaste lasten nachtsluiting (VLN) |
0 |
60 |
Kamerstuk 35 420, nr. 414, Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal |
||||
2 |
Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector |
560 |
Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 |
|||||
2 |
Qredits |
90 |
80 |
100 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277 |
|||
2 |
GO-Corona |
25 |
100 |
100 |
50 |
50 |
25 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 |
2 |
Herstructurering winkelgebieden en binnensteden |
8 |
11 |
16 |
20 |
19 |
26 |
Kamerstuk 31 757, nr. 105 |
2 |
Groeifaciliteit |
50 |
Kamerstuk 35 420, nr. 314 |
|||||
2 |
FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's |
3 |
Kamerstuk 25 295, nr. 1178 |
|||||
2 |
Mentale steun ondernemers |
2 |
1 |
Kamerstuk 25 295, nr. 998 |
||||
2 |
Bijdrage RVO.nl |
59 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248 |
2 |
Programma Ondernemers in zwaar weer (KvK) |
2 |
Kamerstuk 25 295, nr. 998 |
|||||
3 |
Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen |
150 |
Kamerstuk 35 420, nr. 105 |
|||||
3 |
Corona Overbruggingslening (COL) |
33 |
Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 |
|||||
3 |
Dutch Future Fund |
4 |
6 |
7 |
6 |
2 |
Kamerstuk 33 009, nr. 96 |
|
3 |
Deep Tech Fund |
10 |
25 |
25 |
25 |
25 |
65 |
Kamerstuk 33 009, nr. 96 |
3 |
Fonds Alternatieve Financiering |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
Kamerstuk 33 009, nr. 96 |
|
4 |
Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland |
8 |
Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 |
|||||
Totaal |
7.881 |
1.051 |
295 |
148 |
118 |
131 |
1 De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zijn niet in deze tabel opgenomen want deze zijn maar ten dele corona-gerelateerd. Zij bewerkstelligen een economische impuls die bovendien -door de aanspraak op Europese middelen hierdoor- een grote hefboomwerking kennen.
Art. |
Omschrijving maatregel |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Relevante Kamerstukken |
2 |
Ontvangsten coronamaatregelen RVO-opdracht 2020 |
3 |
||||||
2 |
Bedrijfssteun |
2 |
90 |
105 |
104 |
102 |
101 |
Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 |
2 |
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) |
115 |
465 |
Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273 |
||||
2 |
Onttrekking reserve BKMB-Corona |
125 |
Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16 |
|||||
2 |
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC) |
140 |
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 |
|||||
3 |
Corona Overbruggingslening (COL) |
30 |
30 |
30 |
210 |
Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 |
||
3 |
Ontvangsten ROM's voor COL |
12 |
Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 |
|||||
Totaal |
396 |
585 |
135 |
134 |
312 |
101 |
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en marktenBudgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van |
beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Tweede suppletoire |
||||
begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||||
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en |
Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, |
Overige mutaties |
Stand 2e suppletoire |
|
amendementen) |
amendementen) |
NvW en amende- |
2e suppletoire |
begroting (4) = (2) |
|
(1) |
(2) |
menten) |
begroting |
|
|
Verplichtingen |
282.237 |
293.987 |
|
1.469 |
252.353 |
Uitgaven |
240.528 |
252.303 |
1.897 |
1.469 |
255.669 |
Subsidies (regelingen) |
8.000 |
8.800 |
|
347 |
4.490 |
Cyber security |
0 |
800 |
315 |
1.115 |
|
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland (Corona) |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
||
EU-cofinanciering Digital Europe |
5.000 |
5.000 |
|
|
310 |
Beter aanbesteden |
0 |
0 |
65 |
65 |
Opdrachten |
26.464 |
22.321 |
1.074 |
|
23.006 |
Onderzoek&opdrachten |
3.149 |
2.177 |
354 |
|
2.154 |
Vervolgprogramma beter aanbesteden |
0 |
500 |
|
0 |
|
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties |
5.295 |
5.412 |
364 |
496 |
6.272 |
Digital trust centre |
2.532 |
632 |
2.000 |
|
389 |
Cyber security |
6.526 |
5.111 |
|
|
2.386 |
ICT beleid |
7.962 |
6.890 |
19 |
|
6.695 |
Terugbetaalde boetes |
0 |
0 |
4.135 |
4.135 |
|
CSIRT - DSP |
1.000 |
350 |
17 |
|
10 |
Nationaal Groeifonds |
0 |
1.249 |
|
965 |
Bijdrage aan agentschappen |
37.115 |
44.606 |
1.739 |
1.350 |
47.695 |
Bijdrage RVO.nl |
11.232 |
13.389 |
894 |
530 |
14.813 |
Bijdrage Agentschap Telecom |
25.883 |
31.217 |
845 |
820 |
32.882 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
164.983 |
172.610 |
3.662 |
190 |
176.462 |
Bijdrage Metrologie |
9.741 |
15.946 |
200 |
16.146 |
|
Raad voor de Accreditatie |
271 |
271 |
6 |
277 |
|
Bijdrage ACM |
761 |
761 |
18 |
779 |
|
Bijdrage aan het CBS |
154.210 |
155.632 |
3.438 |
190 |
159.260 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
3.966 |
3.966 |
79 |
|
4.016 |
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut |
1.171 |
1.171 |
23 |
1.194 |
|
Bijdrage aan internationale organisaties |
2.795 |
2.795 |
56 |
|
2.822 |
Ontvangsten |
439.858 |
439.858 |
23 |
|
412.605 |
Ontvangsten ACM |
162 |
162 |
162 |
||
Ontvangsten High Trust |
30.200 |
30.200 |
|
2.924 |
|
Diverse ontvangsten |
409.496 |
409.496 |
23 |
409.519 |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1) |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) |
Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
|
Verplichtingen |
282.237 |
293.987 |
|
1.469 |
252.353 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan overige verplichtingen |
282.237 |
293.987 |
|
1.469 |
252.353 |
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2021 was 10%, oftewel 90% van het kasbudget was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2021 steeg dit naar 92%, vanwege reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten en de subsidie regeling telecom Caribisch Nederland.
Het percentage juridisch verplicht bij de 2e suppletoire begroting is 98%, 6% hoger dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij Beleidsvoorbereidingen Evaluaties Veiligheid, Frequenties, Cybersecurity en ICT-beleid.
Digital Trust Centre
Het betreft hier onder andere een aantal overboekingen naar onder andere het Apparaatsbudget van het DTC, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de subsidie regeling Cyberweerbaarheid en Dienst ICT uitvoering (Dictu).
Cyber Security
Het betreft hier onder andere een aantal overboekingen naar onder andere het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en TNO.
Terugbetalingen boetes ACM
Het bedrag dat ACM in 2021 vanwege gerechtelijke uitspraken terugbetaalt op boetes die in het verleden zijn opgelegd wordt bijgesteld. In 2021 betreft dit voornamelijk de gedeeltelijke terugbetaling van de boetes die in 2020 zijn opgelegd aan de mobiele netwerkoperators.
Ontvangsten High Trust
De High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 27 mln verlaagd.
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||||
Stand 1e Mutaties 2e suppletoire begroting (3) Vastgestelde suppletoire begroting (incl. begroting (incl. Mutaties Miljoe- Stand 2e ISB, NvW en ISB, NvW en nennota (incl. ISB, Overige mutaties suppletoire amendementen) amendementen) NvW en amende- 2e suppletoire begroting (4) = (2)
|
|||||
Verplichtingen |
13.443.665 |
16.014.873 |
|
578.366 |
16.572.831 |
Uitgaven |
9.184.762 |
11.338.941 |
|
92.208 |
8.784.848 |
Subsidies (regelingen) |
7.459.235 |
9.428.675 |
|
283.219 |
7.039.007 |
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) |
41.217 |
31.986 |
|
|
11.664 |
Eurostars |
18.000 |
18.734 |
|
17.194 |
|
Bevorderen ondernemerschap |
16.590 |
15.493 |
5.970 |
|
20.323 |
Cofinanciering EFRO i |
25.590 |
25.563 |
|
14.863 |
|
Bijdrage aan ROM's |
7.330 |
7.415 |
647 |
|
7.812 |
Verduurzaming industrie |
36.264 |
12.288 |
2.816 |
|
7.566 |
Startup beleid |
18.300 |
16.063 |
|
|
10.162 |
Urgendamaatregelen Industrie |
59.500 |
86.500 |
|
|
27.913 |
Invest-Nl |
10.582 |
10.582 |
220 |
10.802 |
|
Noodloket (TOGS) |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
||
Qredits |
70.000 |
0 |
0 |
||
Tegemoetkoming vaste lasten |
6.562.000 |
8.655.000 |
|
500.000 |
6.437.000 |
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland |
19.300 |
29.300 |
29.300 |
||
Omscholing naar tekortsectoren |
37.500 |
37.500 |
|
36.114 |
|
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling |
180.000 |
90.000 |
|
20.000 |
|
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) |
0 |
11.645 |
|
|
5.063 |
Herstructurering winkelgebieden |
0 |
9.000 |
|
8.044 |
|
Steunmaatregel mobiliteitscluster |
30.000 |
30.000 |
|
10.000 |
|
TRSEC |
325.000 |
325.000 |
55.000 |
|
330.000 |
NGF - project AiNed |
0 |
4.400 |
4.400 |
||
NGF - project Groenvermogen |
0 |
0 |
800 |
800 |
|
NGF - project Health RI |
0 |
0 |
2.200 |
2.200 |
|
NGF - project RegMed XB |
0 |
2.300 |
7.900 |
10.200 |
|
NGF - project QuantumDeltaNL |
0 |
5.400 |
8.800 |
14.200 |
|
Vaste lasten nachtsluiting |
0 |
0 |
120.000 |
|
0 |
Overig |
462 |
2.906 |
|
1.787 |
Leningen |
560.000 |
655.000 |
0 |
0 |
655.000 |
Bedrijfssteun |
560.000 |
565.000 |
565.000 |
||
Qredits |
0 |
90.000 |
90.000 |
||
Garanties |
307.740 |
332.740 |
0 |
|
132.740 |
BMKB |
37.523 |
37.523 |
37.523 |
||
Groeifaciliteit |
8.472 |
58.472 |
58.472 |
||
Garantie Ondernemersfinanciering |
11.745 |
11.745 |
11.745 |
||
Garantie Ondernemersfinanciering Corona |
250.000 |
225.000 |
|
25.000 |
|
Opdrachten |
10.998 |
10.440 |
234 |
|
9.668 |
Onderzoek en opdrachten |
3.766 |
3.931 |
113 |
|
3.985 |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde |
suppletoire |
||||
begroting (incl. |
begroting (incl. |
Mutaties Miljoe- |
Stand 2e |
||
ISB, NvW en |
ISB, NvW en |
nennota (incl. ISB, |
Overige mutaties |
suppletoire |
|
amendementen) |
amendementen) |
NvW en amende- |
2e suppletoire |
begroting (4) = (2) |
|
(1) |
(2) |
menten) |
begroting |
|
|
Caribisch Nederland |
1.296 |
1.196 |
|
|
595 |
Regeldruk |
2.271 |
2.271 |
|
|
1.807 |
Regiekosten regionale functie |
665 |
498 |
|
289 |
|
Small Business Innovation Research |
3.000 |
2.544 |
448 |
2.992 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
112.849 |
178.985 |
|
2.786 |
169.737 |
Bijdrage RVO.nl |
112.318 |
178.454 |
|
2.667 |
169.075 |
Bijdrage Agentschap Telecom |
531 |
531 |
12 |
119 |
662 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
327.190 |
338.614 |
20.147 |
12.739 |
371.500 |
Bijdrage aan TNO |
178.216 |
188.434 |
10.264 |
8.503 |
207.201 |
Kamer van Koophandel |
123.498 |
124.704 |
9.354 |
2.460 |
136.518 |
Bijdrage aan NWO-TTW |
25.476 |
25.476 |
529 |
1.776 |
27.781 |
Bijdrage aan medeoverheden |
0 |
9.231 |
13.098 |
0 |
22.329 |
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) |
0 |
9.231 |
13.098 |
22.329 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
405.600 |
385.256 |
5.141 |
|
384.867 |
Internationaal Innoveren |
51.986 |
42.904 |
42.904 |
||
Economische ontwikkeling en technologie |
10.000 |
8.750 |
|
|
6.360 |
EU-cofinanciering JTF |
12.000 |
0 |
0 |
||
PPS toeslag |
169.147 |
170.257 |
2.942 |
|
171.997 |
TO2 (excl. TNO) |
59.682 |
60.178 |
1.739 |
676 |
62.593 |
Topsectoren overig |
15.793 |
15.862 |
26 |
|
13.782 |
Ruimtevaart (ESA) |
72.104 |
72.104 |
1.645 |
|
73.630 |
Bijdrage NBTC |
9.239 |
9.239 |
186 |
9.425 |
|
Overige bijdragen aan organisaties |
5.649 |
5.962 |
|
|
4.176 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
1.150 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Storting reserve BMKB |
1.150 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
157.738 |
268.963 |
378.176 |
|
550.039 |
Luchtvaartkredietfaciliteit |
5.912 |
5.912 |
|
512 |
|
BMKB |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
||
Onttrekking reserve BMKB |
0 |
1.882 |
125.000 |
126.882 |
|
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona |
0 |
100.000 |
40.000 |
140.000 |
|
Rijksoctrooiwet |
37.887 |
38.583 |
8.400 |
46.983 |
|
Groeifaciliteit |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
||
Eurostars |
5.094 |
5.095 |
|
4.000 |
|
Garantie Ondernemingsfinanciering |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
||
Joint Strike Fighter |
8.000 |
8.000 |
|
4.791 |
|
Diverse ontvangsten |
2.845 |
6.491 |
176 |
4.104 |
10.771 |
Bedrijfssteun |
44.000 |
49.000 |
|
47.100 |
|
Tegemoetkoming vaste lasten |
0 |
0 |
375.000 |
|
115.000 |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1) |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) |
Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
|
Verplichtingen |
13.443.665 |
16.014.873 |
|
578.366 |
16.572.831 |
waarvan garantieverplichtingen |
4.335.000 |
4.352.400 |
4.352.400 |
||
waarvan overige verplichtingen |
9.108.665 |
11.662.473 |
|
578.366 |
12.220.431 |
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2021 was 36%, oftewel 64% van het kasbudget 2021 was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2021 daalde dit naar circa 55%, met name als gevolg van toegevoegd budget voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Bij de 8e incidentele begroting was circa 60% juridisch verplicht. Ten tijde van de 2e suppletoire begroting is dit percentage verder gestegen naar circa 80%, met name als gevolg van aangegane verplichtingen voor de TVL. De budgetflexibiliteit is derhalve circa 20%. Hiermee zullen nog verplichtingen worden aangegaan voor onder meer TNO, MIT en PPS-toeslag.
Ten opzichte van de stand in de Miljoenennota word het verplichtingenbudget in 2021 met € 578 mln verhoogd. Dit heeft in het bijzonder de volgende oorzaken:
-
-Het verplichtingenbudget voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) wordt in 2021 met € 900 mln verhoogd, in verband met de verlenging van de TVL in het vierde kwartaal van 2021, zoals aangekondigd in de Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal, van 16 november 2021.
-
-Het verplichtingenbudget voor EFRO i-cofinanciering wordt in 2021 met € 150 mln verlaagd. Oorzaak hiervan is dat de Europese Commissie de verordeningen voor EFRO i/INTERREG in juni heeft gepubliceerd en de programma's pas daarna (verder) opgesteld konden worden. De commitering voor de programma's en daarmee samenhangende projecten heeft hierdoor vertraging opgelopen, waardoor de commitering voor de periode 2021-2027 niet meer in 2021 kan worden verricht. De verwachting is dat begin 2022 de benodigde stappen zijn doorlopen en de commitering alsnog kan plaatsvinden.
-
-Verlaging van het verplichtingenbudget voor de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) met € 30 mln in verband met het actuele beroep op de regeling.
-
-Verhoging van het verplichtingenbudget voor de KvK met € 12 mln, in verband met onder meer toekenning van loon- en prijsbijstelling en een bijdrage van VNG.
-
-Verhoging van het verplichtingenbudget voor PPS-toeslag met € 9,5 mln op basis van een actuele prognose van de uitvoeringsorganisatie RVO.
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
Het budget voor de TVL wordt in 2021 met € 500 mln verhoogd, in verband met de verlenging van de TVL in het vierde kwartaal van 2021, zoals aange-kondigd in de Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal, van 16 november 2021.
Op grond van de nieuwe werkwijze met betrekking tot artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (Kamerstuk 31 865, nr. 198) is het met ingang van 1 november 2021 verplicht om beleidsvoorstellen met budgettair beslag van meer dan € 20 mln per jaar in een kader toe te lichten. Voor de openstelling van de TVL in het vierde kwartaal 2021 ziet dit kader er als volgt uit:
Beleidskeuzes uitgelegd - Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1) |
|
|
In de brief «Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal» van 16 november jl. heeft het kabinet de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) verlengd voor het vierde kwartaal van 2021. Dit betreft de vijfde openstelling van de TVL, na openstellingen van 1 juni t/m 30 september 2020, 1 oktober t/m 31 december 2020, 1 januari t/m 31 maart 2021, 1 april t/m 30 juni 2021 en 1 juli t/m 31 oktober 2021. De doelstelling van de regeling is bedrijven die door het kabinet getroffen maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken geraakt worden, te ondersteunen in de betaling van hun vaste lasten. Hiermee beoogt het kabinet om het voortbestaan van in de kern gezonde bedrijven en daarmee de werkgelegenheid bij deze bedrijven zoveel mogelijk te waarborgen. |
|
Deze openstelling van de TVL is er voor ondernemers die in het vierde kwartaal van 2021 ten minste 30% omzetverlies hebben gehad ten opzichte van de referentieperioden en ook aan de overige voorwaarden van de regelingen voldoen. Het subsidiepercentage bedraagt 85%. |
3a. Financiele gevolgen voor het Rijk |
De kosten van deze openstelling van de TVL in het vierde kwartaal van 2021 worden geraamd op € 1,38 mld. |
3b.Financiele gevolgen voor maatschappelijke actoren |
Niet van toepassing. |
|
Het is op voorhand duidelijk dat een groot deel van de bedrijven waarop deze regeling betrekking heeft te kampen heeft met de economische gevolgen van de crisis. Bovendien komen alleen bedrijven in aanmerking die minimaal 30% omzetverlies lijden. Aangezien die bedrijven de omzet nodig hebben om de vaste lasten te financieren, komen bedrijven daardoor in de knel. De subsidie stelt de bedrijven in staat het overgrote deel van de vaste lasten te financieren. Het is op voorhand heel moeilijk om aan te geven in welke mate de regeling bijdraagt aan de overlevingskans van de getroffen bedrijven. Dit hangt met veel factoren samen, waaronder de financiele positie van de bedrijven zelf en de mate waarin met ketenpartners de lasten kunnen worden verdeeld. |
|
De hoogte van de subsidie is gebaseerd op het omzetverlies en de hoogte van de vaste lasten van de getroffen onderneming. Daartoe wordt de omzet in de referentieperiode vermenigvuldigd met het gemiddelde aandeel vaste lasten in de omzet voor de branche waar de onderneming toe behoort. Daarbij kiest het kabinet ervoor om voor 85% van het gehele bedrag aan vaste lasten dat de uitkomst van de berekening is, te subsidieren. Het kabinet acht dit reëel om liquiditeitsproblemen te voorkomen en tevens om overcompensatie te voorkomen. De uitvoering ligt in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In het grotendeels geautomatiseerde uitvoeringsproces worden aanvragen gecontroleerd op validiteit, plausibiliteit en signalen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierbij worden onder andere referentiegegevens van de Belastingdienst en het CBS gebruikt, evenals signalen van de FIOD en van medewerkers van RVO. |
|
De monitoring van de TVL wordt verzorgd door de uitvoerder RVO, door middel van een on-line dashboard van de aanvragen en afhandeling hiervan, opgedeeld naar bedrijfssector. De gegevens op dit dashboard, die dagelijks worden bijgewerkt, zijn niet herleidbaar naar individuele bedrijven. EZK stuurt iedere paar maanden een voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer. Daarnaast is de regeling opgenomen in de monitoring door het CBS van de gevolgen van het coronavirus en op www.bedrijvenbeleid.nl/corona. De evaluatie van de TVL staat gepland in 2023 zoals vermeld in bijlage 5 'Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda' in de EZK-ontwerpbegroting 2022. Hierbij wordt in samenwerking met SZW en FIN verkend of evaluaties van verschillende steunmaatregelen gecombineerd uitgevoerd kunnen worden en proberen we de planning en opzet van evaluaties zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen zodat een synthese mogelijk wordt. |
EFRO i-cofinanciering
Het budget voor EFRO i-cofinanciering wordt in 2021 met € 10,7 mln verlaagd, met name doordat op de verplichtingen voor de periode 2021-2027 dit jaar geen betalingen nodig zijn.
Verduurzaming industrie
Het budget voor verduurzaming industrie wordt verlaagd met € 7,5 mln. Dit houdt voor € 6,0 mln verband met een project van chemiebedrijf SABIC. Eind 2020 is de pre-notificatie van deze subsidie bij de Europese Commissie ingediend en deze zomer de formele notificatie. Vanwege drukte bij de EC in verband met COVID-subsidies is de verwachting dat de EC dit jaar geen goedkeuring meer zal verlenen. De uitgaven schuiven dus door naar 2022 of 2023.
Urgendamaatregelen industrie
Het budget voor Urgendamaatregelen voor de industrie wordt verlaagd met € 7,1 mln. In 2021 was € 14,5 mln gereserveerd voor het CCU-project Twence. Na een langdurige EU-staatssteuntoets is in 2021 een beschikking afgegeven voor € 14,3 mln. In 2021 kan maar 80% bevoorschot worden, waardoor de uitgaven in 2021 € 2,9 mln lager uitvallen. Hiernaast wordt voor onderuitputting op Urgenda 2 € 1,8 mln overgeboekt naar de SDE op beleidsartikel 4, omdat de dekking voor dit pakket uit de SDE is gehaald. Tot slot is er sprake van € 2,4 mln overige onderuitputting.
Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC)
Van het budget voor de TRSEC wordt € 50 mln verschoven van 2021 naar 2022, om het budget beter te laten aansluiten bij de verwachte uitbetalingen.
Bijdrage aan TNO
Het budget voor TNO wordt verhoogd met € 8,5 mln in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten.
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
De ontvangstenraming voor de TVL wordt in 2021 met € 260 mln verlaagd in verband met actuele ramingen van de uitvoeringsorganisatie RVO, op basis van het verloop van de TVL.
Toelichting op de begrotingsreserves
Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief het Coronaluik), de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) inclusief de Corona-module van de GO, de Groeifaciliteit (GF), de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering en de regeling Klein Krediet Corona. De reguliere GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Er worden ultimo 2021 onttrekkingen voorgenomen voor de kasbuffers voor de BMKB-C (€ 126,9 mln) en de KKC (€ 140 mln). Ultimo begrotingsjaar wordt mede op basis van het gebruik van deze faciliteiten en de daarbij behorende gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor deze regelingen definitief vastgesteld of er een aanvullende onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Tabel 10 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2021 |
337.975 |
|
|
|
126.882 |
Stand (raming) per 31/12/2021 |
211.093 |
Tabel 11 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2021 249.130
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2021 249.130
Tabel 12 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2021 15.436
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2021 15.436
Tabel 13 Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2021 20.213
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2021 20.213
Tabel 14 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1.000) |
|
Stand 1/1/2021 |
164.763 |
|
|
|
140.000 |
Stand (raming) per 31/12/2021 |
24.763 |
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van |
beleid art. 3 Toekomstfonds (Tweede suppletoire |
begroting) (bedragen x |
|||
€ 1.000) |
|||||
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. |
suppletoire begroting (incl. |
Mutaties Miljoe- |
Stand 2e |
||
ISB, NvW en |
ISB, NvW en |
nennota (incl. ISB, |
Overige mutaties |
suppletoire |
|
amendementen) |
amendementen) |
NvW en amende- |
2e suppletoire |
begroting (4) = (2) |
|
(1) |
(2) |
menten) |
begroting |
|
|
Verplichtingen |
500.348 |
643.350 |
|
12.857 |
651.209 |
Uitgaven |
515.316 |
735.018 |
|
0 |
439.513 |
Subsidies (regelingen) |
4.264 |
4.825 |
69 |
0 |
4.894 |
Smart Industry (subsidie) |
183 |
729 |
729 |
||
Haalbaarheidsstudies STW |
800 |
815 |
815 |
||
Thematisch Technology Transfer |
3.281 |
3.281 |
69 |
3.350 |
|
Leningen |
497.144 |
715.264 |
|
0 |
419.066 |
Fund to Fund |
31.592 |
52.768 |
52.768 |
||
ROM's |
85.000 |
208.259 |
208.259 |
||
Investeringen infundamenteel en toegepast onderzoek |
10.952 |
16.979 |
|
2.360 |
|
Onco research |
3.031 |
4.904 |
|
3.215 |
|
Smart Industry (leningen) |
239 |
288 |
288 |
||
Thematische Technology Transfer |
7.773 |
10.152 |
|
8.921 |
|
REGMED |
0 |
10.000 |
|
1.500 |
|
Dutch Future Fund |
25.000 |
25.000 |
|
4.000 |
|
Deep Tech Fund |
175.000 |
175.000 |
|
10.000 |
|
Fonds Alternatieve Financiering |
50.000 |
50.000 |
|
10.000 |
|
Innovatiekrediet |
48.682 |
44.761 |
17.539 |
62.300 |
|
Risicokapitaal SEED |
33.620 |
78.062 |
|
38.062 |
|
Vroege fase / informal investors |
21.260 |
23.724 |
|
17.393 |
|
Start ups / MKB |
4.995 |
15.367 |
|
0 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
13.908 |
14.929 |
624 |
0 |
15.553 |
Bijdrage RVO.nl |
13.908 |
14.929 |
624 |
15.553 |
Ontvangsten |
44.000 |
56.000 |
0 |
11.754 |
67.754 |
ROM's |
0 |
0 |
11.754 |
11.754 |
|
Fund to Fund |
17.900 |
29.750 |
29.750 |
||
DVI II |
800 |
950 |
950 |
||
Innovatiekredieten |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
||
SEED |
10.300 |
10.300 |
10.300 |
||
Tabel 16 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
|||||
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde suppletoire begroting (incl. begroting (incl. ISB, NvW en ISB, NvW en amendementen) amendementen)
|
Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
||
Verplichtingen |
500.348 |
643.350 |
|
12.857 |
651.209 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan overige verplichtingen |
500.348 |
643.350 |
|
12.857 |
651.209 |
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2021 was 53%, oftewel 47% van het kasbudget 2021 was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2021 daalde dit naar circa 38%. De budgetflexibele ruimte had met name betrekking op het Dutch Future Fund, het Deep Tech Fund, het Fonds Alternatieve Financiering en de fondsversterking van de ROM's. De commiteringen voor deze beleidsinstrumenten zijn inmiddels verrricht, waardoor ten tijde van de 2e suppletoire begroting circa 90% van het kasbudget 2021 is verplicht. De budgetflexibiliteit is derhalve circa 10%.
Het verplichtingenbudget is ten opzichte van de mutaties in de Miljoenennota met € 12,9 mln verhoogd. Dit heeft met name betrekking op een verhoging van het verplichtingenbudget voor de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) van € 10 mln in verband met een kapitaalstorting voor het Compensatiepakket wind in de zeilen voor provincie Zeeland.
Innovatiekrediet
Tussen 1 april en 1 oktober 2020 heeft RVO vanwege Corona uitstel gegeven aan ondernemers bij het aflossen van het Innovatiekrediet. De hogere terugontvangsten in 2021 zijn toe te schrijven aan de terugontvangen bedragen die in eerste instantie in 2020 terugbetaald zouden worden.
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)
De ontvangstenraming van de ROM's wordt verhoogd met € 11,8 mln in verband met de ontvangsten voor de regeling Corona-overbruggingsle-ningen (COL), die wordt uitgevoerd door de ROM's. Diverse bedrijven hebben na het ontvangen van een COL een nieuwe financieringsronde gedaan, waardoor de COL kon worden afgelost.
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. |
suppletoire begroting (incl. |
Mutaties Miljoe- |
Stand 2e |
||
ISB, NvW en |
ISB, NvW en |
nennota (incl. ISB, |
Overige mutaties |
suppletoire |
|
amendementen) |
amendementen) |
NvW en amende- |
2e suppletoire |
begroting (4) = (2) |
|
(i) |
(2) |
menten) |
begroting |
|
|
Verplichtingen |
6.140.587 |
6.632.230 |
|
28.372 |
6.617.717 |
Uitgaven 3.377.490 3.917.954 - 50.350 - 403.125 3.464.479
Subsidies (regelingen) |
3.036.302 |
3.552.174 |
|
|
3.118.601 |
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) |
49.470 |
55.487 |
|
|
50.963 |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) |
47.440 |
33.980 |
|
|
27.319 |
Energie-efficiëntie |
2.368 |
2.076 |
|
26 |
2.076 |
Green Deals |
500 |
2.370 |
|
65 |
|
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) |
67.232 |
79.315 |
|
2.343 |
55.058 |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) |
4.941 |
6.466 |
|
|
2.945 |
Projecten Klimaat en Energieakkoord |
4.491 |
3.812 |
|
|
1.077 |
SDE |
663.831 |
663.831 |
|
|
618.000 |
SDE+ |
1.830.414 |
2.272.087 |
|
130.332 |
1.989.428 |
SDE++ |
0 |
0 |
471.000 |
|
0 |
Aardwarmte |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
||
ISDE-regeling |
130.000 |
154.000 |
|
|
112.150 |
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) |
179.000 |
179.542 |
179.542 |
||
Carbon Capture and Storage (CCS) |
4.380 |
4.860 |
346 |
|
4.450 |
Hoge Flux Reactor |
6.401 |
6.401 |
6.401 |
||
Elektrisch rijden |
0 |
5 |
5 |
||
Caribisch Nederland |
12.844 |
24.661 |
9.398 |
34.059 |
|
Overige subsidies |
5.625 |
40.916 |
|
|
16.471 |
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) |
7.365 |
7.365 |
|
|
200 |
Nationale co-financiering EU Innovation Fund |
5.000 |
0 |
0 |
||
Subsidie ondersteuning verduurzaming mkb |
0 |
0 |
3.392 |
3.392 |
|
0 |
|||||
Leningen |
5.000 |
5.000 |
0 |
0 |
5.000 |
Lening EBN |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
Garanties |
600 |
600 |
|
0 |
0 |
Verliesdeclaratie aardwarmte |
600 |
600 |
|
0 |
|
Opdrachten |
11.234 |
10.551 |
4.216 |
|
11.514 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging |
1.720 |
3.117 |
|
2.635 |
|
SodM onderzoek |
2.025 |
2.025 |
|
|
882 |
Uitvoeringsagenda Klimaat |
623 |
542 |
|
250 |
|
Klimaat mondiaal |
327 |
731 |
6 |
737 |
|
Onderzoek en opdrachten |
6.539 |
4.136 |
4.810 |
|
7.010 |
Bijdrage aan agentschappen |
76.498 |
81.944 |
13.570 |
|
89.712 |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde |
suppletoire |
||||
begroting (incl. |
begroting (incl. |
Mutaties Miljoe- |
Stand 2e |
||
ISB, NvW en |
ISB, NvW en |
nennota (incl. ISB, |
Overige mutaties |
suppletoire |
|
amendementen) |
amendementen) |
NvW en amende- |
2e suppletoire |
begroting (4) = (2) |
|
(1) |
(2) |
menten) |
begroting |
|
|
Bijdrage aan RVO.nl |
56.861 |
64.343 |
12.805 |
48 |
77.196 |
Bijdrage aan Agentschap Telecom |
4.820 |
4.820 |
|
|
883 |
Bijdrage aan NEa |
7.194 |
8.114 |
|
|
7.118 |
Bijdrage aan KNMI |
1.239 |
2.020 |
25 |
3 |
2.048 |
Bijdrage aan NVWA |
867 |
867 |
19 |
|
867 |
Bijdrage aan RIVM |
1.565 |
0 |
35 |
|
0 |
Bijdrage aan RWS |
3.952 |
1.780 |
4.827 |
|
1.600 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
142.567 |
145.149 |
|
|
124.829 |
Doorsluis COVA-heffing |
111.000 |
111.000 |
|
|
88.300 |
TNO kerndepartement |
29.875 |
32.457 |
473 |
2.108 |
35.038 |
TNO-SodM |
1.692 |
1.692 |
35 |
|
1.491 |
Bijdrage aan medeoverheden |
27.579 |
20.000 |
|
0 |
12.600 |
Uitkoopregeling |
27.579 |
20.000 |
|
12.600 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
10.377 |
35.429 |
1.511 |
|
35.333 |
Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG) |
8.793 |
33.488 |
513 |
|
33.488 |
Internationale contributies |
1.584 |
1.941 |
31 |
|
1.845 |
PBL Rekenmeesterfunctie |
0 |
0 |
967 |
|
0 |
Stortingen begrotingsreserve |
67.333 |
67.107 |
0 |
|
66.890 |
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie |
66.333 |
66.333 |
66.333 |
||
Storting in begrotingsreserve aardwarmte |
1.000 |
774 |
|
557 |
Ontvangsten |
3.383.771 |
3.838.095 515.230 |
|
3.990.210 |
Ontvangsten COVA |
111.000 |
111.000 - 15.400 |
|
88.300 |
Opbrengst heffing ODE (SDE++) |
2.648.000 |
2.648.000 |
2.648.000 |
|
Ontvangsten zoutwinning |
2.511 |
2.511 |
2.511 |
|
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie |
240.080 |
687.971 |
|
331.664 |
ETS-ontvangsten |
370.000 |
370.000 530.000 |
900.000 |
|
Diverse ontvangsten |
12.180 |
18.613 630 |
492 |
19.735 |
Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen)
|
Stand 1e Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
|||
suppletoire begroting (incl. Mutaties Miljoe-ISB, NvW en nennota (incl. ISB, mendementen) NvW en amende-(2) menten) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
||
Verplichtingen |
6.140.587 |
6.632.230 - 42.885 |
28.372 |
6.617.717 |
waarvan garantieverplichtingen |
66.600 |
66.600 |
66.600 |
|
waarvan overige verplichtingen |
6.073.987 |
6.565.630 - 42.885 |
28.372 |
6.551.117 |
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2021 was ongeveer 13%, ofwel 87% van het beschikbare kasbudget 2021 was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting daalde dit percentage naar zo'n 82%, omdat er ruim € 540 mln aan de begroting van artikel 4 werd toegevoegd. Bij 2e suppletoire begroting wordt het budget weer met ruim € 453 mln verlaagd: het grootste deel hiervan vloeit weer naar de reserve duurzame energie en klimaattransitie door een verlaging van de onttrekking aan deze reserve.
In 2021 is tot 1 november voor een totaalbedrag van € 6 mld aan verplichtingen op artikel 4 aangegaan. Een groot deel (€ 5 mld) van deze verplichtingen betreft de openstelling van de SDE++, waarvan de betalingen pas in latere jaren volgen. Van de overige € 1 mld is de inschatting dat hiervan € 400 mln in 2021 tot betaling komt. Hiermee is bijna 97% van het budget dat bij 2e suppletoire begroting overblijft juridisch verplicht: de budgetflexibiliteit is dan 3%.
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 28,4 mln die in het kader van de Najaarsnota wordt doorgevoerd is een saldo van verhogingen en verlagingen van het verplichtingenbudget. De belangrijkste verhoging betreft een ophoging van het verplichtingenbudget van de SDE++ met bijna € 160 mln om de overeenkomst met Denemarken voor statistische overdracht te kunnen financieren. Tegenover deze verhoging staan verlagingen van het verplichtingenbudget door:
-
-Een aantal overhevelingen van in totaal € 22,7 mln naar andere departementen. De belangrijkste hiervan betreffen de overhevelingen naar lenW voor het Maritiem InformatieVoorzierning ServicePunt (MIVSP,
€ 13,5 mln) en de regeling Versterkte Uitvoering Energiebesparings- en informatieplicht (VUE, € 4,9 mln), de bijdrage aan PBL voor het uitvoeren van de Rekenmeesterfunctie voor de KEV (€ 1,8 mln), de storting in het Provinciefonds voor de bijdrage in de kosten van sanering van historische mijnbouwschachten in Limburg (€ 0,95 mln) en de overheveling naar de begroting van Defensie als bijdrage in de meerkosten van de vervanging van de radarinstallatie in Wemeldinge (€ 0,75 mln).
-
-Een verlaging van het voor het WarmtelinQ-project beschikbare verplichtingenbudget met € 107,5 mln, omdat deze middelen naar verwachting pas vanaf 2022 toegezegd zullen worden.
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)
Op de middelen die bestemd zijn voor de regeling MOOI is er sprake van een onderuitputting van € 4,5 mln, omdat door vertraging in projecten een aantal betalingen doorschuift naar 2022.
HER+
Op de openstelling van de HER+ zijn in 2021 minder subsidies verstrekt dan oorspronkelijk geraamd. Dit leidt tot een onderuitputting op de kasuitgaven van ongeveer € 5,1 mln. De ongebruikte middelen blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie, zodat deze ingezet kunnen worden voor toekomstige openstellingen van de HER+, de ISDE, de SDE, de SDE+ en de SDE++.
SDE
Op de uitfinanciering van de SDE-regeling vinden iets lagere kasuitgaven plaats dan waar bij Miljoenennota rekening mee gehouden was. De ongebruikte middelen (€ 5 mln) blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie.
SDE+
Bij Miljoenennota is € 413 mln van het SDE+-budget afgesplitst en toegevoegd aan een apart budget voor de SDE++, dit om de Kamer beter inzicht te geven in (de realisatie van) de voor de SDE, SDE+ en SDE++ beschikbare budgetten. Omdat door deze afsplitsing te weinig budget is overgebleven voor de uitbetaling van SDE+-subsidies in 2021, wordt het voor de SDE+ beschikbare budget nu verhoogd met in totaal ruim € 130 mln. Onder de SDE+ vallen, naast de uitgaven voor de regeling zelf, ook de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee en het flankerende beleid rond de SDE+ en wind op zee.
SDE++
Onder het budget voor de SDE++ vallen niet alleen de uitgaven voor de SDE ++-regeling zelf, maar ook de uitgaven voor de overeenkomst met Denemarken voor de statistische overdracht en voor de te treffen maatregelen rond de sluiting en productiebeperking van de kolencentrales in Nederland. De verwachting is dat de gehele € 471 mln die bij Miljoenennota vanuit de SDE, de SDE+ en de ISDE naar het aparte SDE++-budget is overgeheveld niet nodig is, omdat de uitgaven voor de sluiting en productiebeperking van kolencentrales, de statistische overdracht en de openstelling van de SDE++-regeling zelf doorschuiven naar 2022. De ongebruikte middelen blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie, zodat deze middelen in 2022 aan de reserve kunnen worden onttrokken om de doorgeschoven uitgaven te kunnen financieren.
ISDE
Omdat er op zowel de reguliere openstelling van de ISDE als de openstelling gericht op het MKB naar verwachting minder subsidies worden verstrekt dan oorspronkelijk geraamd, zullen de kasuitgaven in 2021 ruim € 18 mln lager uitvallen. Ook deze middelen blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie.
Caribisch Nederland
EZK zal in 2021 een extra financiële bijdrage leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening op Bonaire. Hiervoor wordt € 10 mln op de begroting gereserveerd. De exacte bijdrage moet nog bepaald worden. Hier tegenover staat een kleine meevaller op de subsidies voor netbeheerta-rieven van Saba, Sint-Eustatius en Bonaire van € 0,6 mln.
Bijdrage aan RWS
EZK hevelt € 4,9 mln over naar RWS als bijdrage aan de uitvoering van de regeling Versterkte Uitvoering Energiebesparings- en informatieplicht (VUE) in 2021. Ook valt de reguliere opdracht aan RWS € 0,1 mln lager uit dan oorspronkelijk gepland.
Doorsluis COVA-heffing
Zie de toelichting bij Ontvangsten.
Ontvangsten COVA
De COVA-heffing is een opslag die wordt geheven op aardolieproducten in Nederland en is bedoeld voor het financieren van het aanhouden van strategische olievoorraden door de Stichting Centraal Orgaan Voorraad-vorming Aardolieproducten (COVA). Als gevolg van de coronacrisis is er minder brandstof verbruikt. Ook hanteert de Douane sinds dit jaar een andere systematiek voor het afdragen van de heffingen. Hierdoor wordt er € 7,3 mln minder voorraadheffing opgehaald en wordt er ook minder doorgesluisd aan de COVA.
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie Door de naar verwachting lagere uitgaven voor de SDE, de SDE++, de HER + en de ISDE (zie bij Uitgaven) hoeft er € 356 mln minder budget onttrokken te worden aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie dan waar bij Miljoenennota nog op was gerekend.
Toelichting op de begrotingsreserves
Tabel 19 Begrotingsreserve Duurzame energie en klimaattransitie (bedragen x € 1.000) |
|
Stand 1/1/2021 |
4.172.783 |
|
66.333 |
|
|
Stand (raming) per 31/12/2021 |
3.907.452 |
De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. In 2021 zal € 66,3 mln in de begrotingsreserve gestort worden als eerste terugstorting van de in totaal € 398 mln die in de periode 2015-2020 tijdelijk aan de reserve was onttrokken (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4 , blz. 5 - 7).
De verwachte onttrekking van in totaal € 331,7 mln betreft:
-
-de onttrekking van € 235,7 mln als bijdrage aan de financiering van het aanvullende pakket aan CO2-reducrende maatregelen (Urgenda 2.0).
-
-De onttrekking van € 96 mln om tekorten op de uitfinanciering van de SDE+-regeling te dekken.
Tabel 20 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1.000) |
|
Stand 1/1/2021 |
17.499 |
|
557 |
|
|
Stand (raming) per 31/12/2021 |
17.987 |
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Voor 2021 gaat het om een bedrag van € 0,56 mln. De onttrekking betreft de kosten die RVO.nl maakt voor de uitvoering van de regeling.
Tabel 21 Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2021 6.600
-
+Geraamde storting - Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2021 6.600
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als de Nuclear Reseach Group (NRG) - al dan niet tijdelijk of gedeeltelijk - niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.
3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van begroting) (bedragen x € 1.000) |
beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Tweede suppletoire |
||||
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1) |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) |
Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
|
Verplichtingen |
722.013 |
1.398.303 |
|
|
1.230.343 |
Uitgaven |
722.013 |
1.408.293 |
|
|
1.226.143 |
Subsidies (regelingen) |
21.756 |
73.289 |
65.098 |
|
138.364 |
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten |
21.653 |
73.186 |
65.100 |
138.286 |
|
Geestelijke bijstand |
103 |
103 |
|
|
78 |
Inkomensoverdrachten |
545.000 |
1.040.000 |
|
|
791.574 |
Schadevergoedingen |
200.000 |
425.000 |
40.000 |
465.000 |
|
Vergoeding waardedaling Groningen |
245.000 |
515.000 |
|
|
325.000 |
Vergoeding immateriële schade Groningen |
100.000 |
100.000 |
|
|
484 |
Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties |
0 |
0 |
1.415 |
|
1.090 |
Opdrachten |
2.380 |
3.622 |
|
510 |
2.632 |
Werkbudget |
2.380 |
2.122 |
510 |
2.632 |
|
Versterken |
0 |
1.500 |
|
0 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
152.877 |
284.332 |
7.250 |
|
287.591 |
Bijdrage aan RVO.nl |
152.877 |
282.332 |
7.250 |
|
285.641 |
Bijdrage aan Instituut Mijnbouwschade Groningen |
0 |
2.000 |
|
1.950 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
0 |
1.050 |
0 |
|
952 |
TNO publieke SDRA |
0 |
1.050 |
|
952 |
Bijdrage aan mede overheden |
0 |
0 |
2.200 |
0 |
2.200 |
Versterken |
0 |
0 |
2.200 |
2.200 |
|
Bijdrage aan (internationale) organisaties |
0 |
6.000 |
|
|
2.830 |
Organisatie- en programmabudget ACVG |
0 |
3.000 |
|
2.235 |
|
Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties |
0 |
3.000 |
|
|
595 |
Ontvangsten |
774.000 |
1.520.876 |
|
|
221.980 |
Schadevergoedingen |
200.000 |
550.376 |
28.125 |
|
110.034 |
Uitvoeringskosten Schade |
150.000 |
268.200 |
4.898 |
|
46.333 |
Dividenduitkering GasTerra |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
||
Mijnbouwwet |
75.000 |
55.000 |
5.000 |
60.000 |
|
Vergoeding waardedaling Groningen |
245.000 |
565.750 |
|
|
0 |
Vergoeding immateriële schade Groningen |
100.000 |
75.000 |
|
|
0 |
Ontvangsten publieke SDRA |
0 |
1050 |
|
952 |
|
Versterken |
0 |
1500 |
|
661 |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
||||
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1) |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) |
Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
|
Verplichtingen |
722.013 |
1.398.303 |
|
|
1.230.343 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan overige verplichtingen |
722.013 |
1.398.303 |
|
|
1.230.343 |
Het percentage juridisch verplicht is met 99% even hoog als bij de ontwerpbegroting 2021. Dit is het geval omdat de grootste uitgaven op artikel 5 op basis van de Tijdelijke wet Groningen worden gedaan door het IMG. Ook de subsidies aan Samenwerkingsverband Noord Nederland zijn op basis van een ministeriële regeling verplicht. In het werkbudget en het budget voor geestelijke bijstand is nog een klein gedeelte (totaal ca. € 0,6 mln) niet verplicht.
Verplichtingen en uitgaven Inkomensoverdrachten
Vergoeding waardedaling Groningen
Vanwege een lager aantal aanmeldingen dan dit jaar werd verwacht, heeft het IMG de raming voor de totale omvang van de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld naar € 325 mln voor 2021. De verwachting is dat de aanmeldingen volgend jaar alsnog gedaan worden waardoor de naar beneden bijgestelde uitgave van € 90 mln doorschuift naar 2022.
Vergoeding immateriële schade Groningen
Het is de verwachting dat alleen de uitkeringen in het kader van de pilot voor de vergoeding van immateriële schade dit jaar tot uitkering komen. Overige uitkeringen voor immateriële schadevergoedingen worden vanaf 2022 verwacht.
Commissie Bijzondere Situaties
Dit betreft een correctie van het budget voor de Commissie Bijzondere Situaties (CBS). Er wordt € 0,3 mln uit dit budget overgeheveld naar de bijdrage aan RVO voor de uitvoeringskosten van de CBS.
Werkbudget
Vanwege hogere verwachte uitgaven voor de ontwikkeling van de typolo-gieaanpak door TNO wordt het werkbudget van de projectdirectie Groningen verhoogd.
Bijdrage aan RVO.nl
Omdat het IMG later dan eerder verwacht kan beginnen met de afhandeling van immateriële schade, zijn ook de uitvoeringskosten € 5,6 mln lager. Tegelijkertijd worden de uitvoeringkosten met € 0,3 mln verhoogd voor de uitvoeringskosten van de Commissie Bijzondere Situaties en met € 1,3 mln voor de aanloopkosten voor de regeling Duurzaam Herstel.
Bijdrage aan (internationale) organisaties
Organisatie- en programmabudget ACVG
Het organisatie- en programmabudget van de ACVG wordt bijgesteld naar de meest recente prognose voor de uitgaven van 2021.
Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties
Van het beschikbare budget voor de Commissie Bijzondere Situaties in 2021 voordat de organisatie was ondergebracht bij het IMG is € 1,0 mln niet benut. Dit gedeelte van de verstrekte bijdrage wordt daarom teruggestort naar EZK en wordt in 2021 aangewend voor tegenvallers in de Groningen-middelen op de EZK-begroting.
Ontvangsten van NAM voor schadevergoedingen, vergoedingen voor waardedaling en uitvoeringskosten van het IMG
Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Zorgvuldige onderbouwing van heffingsbesluiten vergt meer tijd dan eerder verwacht, waardoor er in 2021 geen verrekening met NAM kan plaatsvinden. De geraamde ontvangsten worden dan ook verschoven naar 2022.
Vergoeding immateriele schade Groningen
Omdat het IMG na uitvoering van de pilot voor immateriële schade in 2021 geen uitgaven meer verwacht, worden in 2021 ook geen kosten meer in rekening gebracht bij de NAM.
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement
Tabel 24 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e |
||
begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1) |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) |
Mutatie Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
|
Verplichtingen |
286.313 |
297.871 |
11.476 |
5.121 |
314.468 |
Uitgaven |
286.313 |
297.871 |
11.476 |
5.121 |
314.468 |
Personele uitgaven |
197.549 |
203.967 |
12.224 |
9.438 |
225.629 |
waarvan eigen personeel |
171.294 |
180.536 |
12.637 |
1.984 |
195.157 |
waarvan inhuur externen |
10.293 |
11.036 |
|
3.654 |
14.641 |
waarvan overige personele uitgaven |
15.962 |
12.395 |
|
3.800 |
15.831 |
Materiële uitgaven |
88.764 |
93.904 |
|
|
88.839 |
waarvan ICT |
14.998 |
13.228 |
|
|
4.337 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
14.066 |
14.066 |
14.066 |
||
waarvan DICTU |
21.147 |
21.147 |
1.447 |
22.594 |
|
waarvan overige materiële uitgaven |
38.553 |
45.463 |
1.112 |
1.267 |
47842 |
Ontvangsten |
24.992 |
24.992 |
33.487 |
0 |
58.479 |
waarvan ACM |
17.589 |
17589 |
17.589 |
||
waarvan SodM |
3.150 |
3.150 |
3.150 |
||
waarvan CPB |
1.643 |
1.643 |
1.643 |
||
waarvan kerndepartement |
2.610 |
2.610 |
33.487 |
36.097 |
De raming van de personele uitgaven wordt verhoogd met € 9,4 mln onder andere op grond van:
-
-Voor de totale personele uitgaven wordt er vanuit de beleidsdirecties budget (€ 3,7 mln) overgeheveld ter compensatie van externe inhuur bij directies Bureau Managementondersteuning (BMO) en Informatievoorziening, Facilitair en Huisvesting (IFH).
-
-Extra personeelsuitgaven die gedekt worden door het Ministerie van lenW voor de kosten van het toezicht dat de ACM uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen (€ 2,4 mln).
-
-De apparaatsuitgavean voor het NGF worden gerealiseerd op de begroting van EZK. Hiertoe is € 1,3 mln vanuit het NGF beschikbaar gesteld.
-
-Toevoeging van loonbijstelling voor eenmalige ophoging van de loonruimte (€ 1 mln).
-
-Van het NEa-budget is er budget (€ 1 mln) teruggeboekt naar het ICT-ontwikkelbudget (artikel 40).
De raming voor de materiële uitgaven wordt verlaagd met € 4,3 mln op grond van:
-
-Een afroming van het ICT-ontwikkelbudget ten gunste van EZK brede problematiek. Deze ruimte was er omdat er in 2021 minder ICT claims zijn ingediend en/of gehonoreerd (€ 7 mln).
-
-Er is budget overgeheveld naar artikel 40 vanuit de beleidsdirecties ter compensatie van verscheidende opdrachten uitgevoerd door DICTU
(€ 1,4 mln).
-
-Vanuit het Ministerie van BZK is er budget (€ 1,2 mln) beschikbaar gesteld voor het programma Transparantie in Informatie (Til), dat als doel heeft de informatiehuishouding en informatievoorziening zo in te richten dat inzicht in en openheid over de informatie kan worden geboden aan de samenleving en de politiek.
Er zijn geen mutaties op de ontvangsten bij de 2e suppletoire begroting.
Tabel 25 Nog onverdeeld (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
|||||
Vastgestelde |
Stand 1e |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e |
||
begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1) |
suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) |
Mutatie Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen) |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
suppletoire begroting (4) = (2) + (3) |
|
Verplichtingen |
0 |
37.678 |
|
0 |
0 |
Uitgaven |
0 |
37.678 |
|
0 |
0 |
Prijsbijstelling |
0 |
23.923 |
|
||
Loonbijstelling |
0 |
22.127 |
|
||
Onvoorzien |
0 |
|
8.372 |
||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Er zijn geen mutaties bij het artikel «Nog onverdeeld».
5.1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Tabel 26 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
|
|
|
|
|
Baten |
||||
-Omzet |
772.836 |
204.846 |
51.902 |
1.029.584 |
waarvan omzet moederdepartement |
351.480 |
177.914 |
51.902 |
581.296 |
waarvan omzet overige departementen |
386.137 |
28.459 |
0 |
414.596 |
waarvan omzet derden |
35.219 |
|
0 |
33.692 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
772.836 |
204.846 |
51.902 |
1.029.584 |
Lasten
Apparaatskosten |
757.779 |
204.846 |
51.902 |
1.014.527 |
-Personele kosten |
415.682 |
66.872 |
9.362 |
491.916 |
waarvan eigen personeel |
326.360 |
26.504 |
5.987 |
358.851 |
waarvan inhuur externen |
65.526 |
40.368 |
14.106 |
120.000 |
waarvan overige personele kosten |
23.796 |
0 |
|
13.065 |
-Materiële kosten |
342.097 |
137.974 |
42.540 |
522.611 |
waarvan apparaat ICT |
3.496 |
0 |
0 |
3.496 |
waarvan bijdrage aan SSOS |
176.941 |
6.900 |
0 |
183.841 |
waarvan overige materiële kosten |
161.660 |
131.074 |
42.540 |
335.275 |
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
14.557 |
0 |
0 |
14.557 |
-Materieel |
557 |
0 |
0 |
557 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten |
557 |
0 |
0 |
557 |
-Immaterieel |
14.000 |
0 |
0 |
14.000 |
Overige lasten |
500 |
0 |
0 |
500 |
waarvan dotaties voorzieningen |
500 |
0 |
0 |
500 |
waarvan bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
772.836 |
204.846 |
51.902 |
1.029.584 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
0 |
0 |
0 |
0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting op de baten Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 51,9 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
-
-De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 28,0 mln. Dit betreft aanvullende opdrachten voor de "corona regelingen": Tegemoetkoming Vaste Lasten (19,7 mln), Tijdelijke subsidieregeling Evenementen (€ 1,2 mln) en Omscholing naar kansrijke beroepen in techniek en ICT (€ 1,4 mln). Daarnaast ook voor Netherlands Foreign Investment Agency (€ 2,2 mln), SBIR cybersecurity (€ 1,5 mln), Impul-saanpak Winkelgebieden (€ 1,0 mln) en overige regelingen (€ 1,0 mln).
-
-De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) stijgt met € 12,9 mln. De begroting is verhoogd om deze in lijn te brengen met de jaaropdracht 2021. Daarnaast is er een stijging van € 1,1 mln voor de subsidie van verduurzaming MKB.
-
-De opdracht aan de Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is met € 3,0 mln toegenomen.
-
-De opdracht voor de Directie Chief Economist neemt toe met € 1,4 mln. Dit komt onder andere door aanvullende opdracht Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.
-
-De opdracht voor Overig neemt toe met € 6,6 mln. De begroting is verhoogd om in lijn te brengen met de opdracht Inkoop Uitvoering Centrum (IUC).
Omzet overige departementen & omzet derden
De omzet overige departementen en omzet derden kennen geen mutatie ten opzichte van de 1e suppletoire begroting.
Bijzondere baten
Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2021 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.
De lasten stijgen met € 51,9 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 9,4 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 6,0 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 14,1 mln) zijn geraamd. De overige personele kosten dalen met € 10,7 mln, grotendeels veroorzaakt door een lagere uitputting van reiskosten. De materiële kosten nemen toe met (€ 42,5 mln). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt daardoor tot een stijging van € 42,5 mln aan overige materiële kosten. De bijdrage aan Shared Service Organisaties kent geen mutaties.
Tabel 27 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000) |
||||
|
|
|
|
|
|
112.718 |
|
20.892 |
109.085 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
772.836 |
347.999 |
|
1.029.584 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
|
|
86.050 |
|
|
14.557 |
5.201 |
|
14.557 |
Totaal investeringen (-/-) |
|
|
18.200 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
18.200 |
|
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
|
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
Aflossingen op leningen (-/-) |
|
|
4.364 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
29.200 |
14.900 |
|
25.900 |
|
14.594 |
13.396 |
|
|
|
112.669 |
|
|
81.673 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is in lijn gebracht met de mutaties tot en met de 2e suppletoire begroting. De investeringen blijven iets achter ten opzichte van de begroting. Er heeft een uitkering van € 30,2 mln plaatsgevonden aan het moederdepartement in het kader van afroming van het eigen vermogen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 975 XIII, nr. 2 36