Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35975 XIII - Wijziging begroting begroting Economische Zaken en Klimaat 2021 (Najaarsnota) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 01-12-2021
Publicatie­datum 01-12-2021
Nummer KST35975XIII2
Kenmerk 35975 XIII, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021

2022

35 975 XIII

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

1    Leeswijzer    4

2    Beleid    5

2.1    Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties 5

2.2    Overzicht Coronamaatregelen    10

3    Beleidsartikelen    12

3.1    Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en

markten    12

3.2    Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en

ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei    14

3.3    Beleidsartikel 3 Toekomstfonds    20

3.4    Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en

beperking van de klimaatverandering    22

3.5    Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief 28

4    De niet-beleidsartikelen    31

4.1    Artikel 40 Apparaat Kerndepartement    31

4.2    Artikel 41 Nog onverdeeld    33

5    Agentschappen    34

5.1    Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)    34

  • A. 
    ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. 
    de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
  • 2. 
    de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregel betreffende de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), die in deze tweede suppletoire begroting is opgenomen in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de spoedeisende karakter van de bovengenoemde maatregel en het verwerken daarvan in deze tweede suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal van 16 november 2021.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

S.A. Blok

  • B. 
    BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw tweede suppletoire begroting 2021

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2021. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1. 
    Leeswijzer.
  • 2. 
    Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
  • 3. 
    Overzicht Coronamaatregelen. Een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
  • 4. 
    De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
  • 5. 
    De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
  • 6. 
    De agentschappen. In deze tweede suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze tweede suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

 

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021

 

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Art.

Uitgaven 2021

Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

14.326.422

Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

17.988.058

Belangrijkste suppletoire mutaties

 

Urgendamaatregelen industrie

2

  • 49.500

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

2

  • 2.218.000

Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters)

2

  • 70.000

Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC)

2

  • 50.000

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

2

  • 200.000

Dutch Future Fund en Deep Tech Fund

3

  • 186.000

Fonds alternatieve financiering

3

  • 40.000

Risicokapitaal Seed

3

  • 40.000

SDE

4

  • 45.831

SDE+

4

  • 282.659

ISDE-regeling

4

  • 41.850

Waardevermeerderingsregeling

5

60.000

Vergoeding voor schades en waardedalingen in

Groningen

5

  • 249.516
 

Overige mutaties

 
  • 89.582

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

14.485.120

Toelichting

Urgendamaatregelen industrie

Voor de realisatie van een project voor lachgasreductie Chemelot vindt er een kasschuif plaats van 2021 naar 2023 (€ 24,75 mln) en 2024 (€ 24,75 mln).

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

Het kasbudget voor de TVL wordt voor 2021 met € 2,718 mld verlaagd in verband met een lager beroep op de regeling dan geraamd. Dit is het gevolg van de verbeterde economische situatie ten gevolge van de versoepeling van de beperkende maatregelen. Hiertegenover staat verhoging van het budget met € 1,38 mld (incl. € 180 mln van de VLN), zoals opgenomen in de Kamerbrief Aanpassingen aan het steunpakket in het vierde kwartaal van 16 november jl. Een deel van deze middelen (€ 880 mln, incl. € 60 mln van VLN) betreft het jaar 2022 en wordt met een Nota van Wijziging verwerkt in de EZK-begroting 2022.

Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters)

Het budget van deze regeling is met € 70 mln verlaagd in verband met een lager dan verwacht beroep op de regeling, ondanks uitgebreide communicatie om de regeling bij de doelgroep onder de aandacht te brengen.

Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC)

Van het budget voor de TRSEC wordt € 50 mln verschoven van 2021 naar 2022, om het budget beter te laten aansluiten bij de verwachte uitbetalingen.

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

Het budget voor de Garantie Ondernemersfinanciering Corona wordt in 2021 met € 200 mln verlaagd. Dit betreft een afboeking van de kasbuffer naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer voor de Garantie Ondernemersfinanciering Corona op basis van de benutting in 2020 en de geraamde benutting in 2021.

Dutch Future Fund en Deep Tech Fund

Op basis van de huidige inzichten in de te verwachten capital calls van de betrokken fondsen wordt € 165 mln voor het Dutch Future Fund doorgeschoven naar latere jaren (€ 25 mln per jaar naar de jaren 2022 t/m 2025 en € 65 mln naar 2026). Ook bij het Deep Tech Fund vindt er een kasschuif plaats van € 21 mln zodat de budgetten meerjarig verspreid worden op basis van de op dit moment geraamde uitgaven (2022 € 6 mln, 2023 € 7 mln, 2024 € 8 mln, 2025 € 12 mln en 2026 € 12 mln).

Fonds alternatieve financiering

Dit betreft een kasschuif van € 40 mln voor het Fonds Alternatieve Financiering in het gewenste kasritme van € 10 mln per jaar voor de jaren 2022 t/ m 2025.

Risicokapitaal Seed

Vanwege een vertraging in de uitfinanciering van de Seed worden deze kasmiddelen meerjarig in de tijd gespreid.

SDE

Op de uitfinanciering van de SDE-regeling vinden lagere kasuitgaven plaats dan waar bij Voorjaarsnota rekening mee gehouden was. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.

SDE+

Bij Miljoenennota is € 413 mln van het SDE+-budget afgesplitst en toegevoegd aan een apart budget voor de SDE++, dit om de Kamer beter inzicht te geven in (de realisatie van) de voor de SDE, SDE+ en SDE++ beschikbare budgetten. Omdat door deze afsplitsing te weinig budget is overgebleven voor de uitbetaling van SDE+-subsidies in 2021, wordt het voor de SDE+ beschikbare budget bij Najaarsnota verhoogd met in totaal ruim € 130 mln. Per saldo leidt dit tot een verlaging met € 283 mln.

ISDE-regeling

Omdat er op zowel de reguliere openstelling van de ISDE als de openstelling gericht op het MKB naar verwachting minder subsidies worden verstrekt dan oorspronkelijk geraamd, zullen de kasuitgaven in 2021 bijna € 42 mln lager uitvallen dan waar bij de 1e suppletoire begroting vanuit was gegaan. De middelen blijven via de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie beschikbaar.

Waardevermeerderingsregeling

Het demissionaire kabinet heeft besloten om het budget van de waardever-meerderingsregeling met € 60 mln te verhogen. Hiermee wordt de verlenging van de regeling naar verwachting gefinancierd tot 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling.

Vergoeding voor schades en waardedalingen in Groningen

Vanwege een dalend aantal meldingen, verwacht het IMG in 2021 ongeveer € 290 mln minder vergoedingen uit te keren voor waardedaling en immateriële schade dan bij Voorjaarsnota werd verwacht. Bij Miljoenennota zijn de schadevergoedingen juist verhoogd met € 40 mln vanwege de introductie van de forfaitaire regeling van het IMG (€ 37,5 mln) en een bijdrage van BZK voor de aanpak van schrijnende situaties in Groningen (€ 2,5 mln).

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021

 

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Art.

Ontvangsten 2021

Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

4.824.359

Stand 1e suppletoire begroting 2021 (incl. ISB, NvW en amendementen)

 

6.148.784

Belangrijkste suppletoire mutaties

 

Onttrekking reserve BMKB Corona

2

125.000

Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC)

2

40.000

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

2

115.000

Lagere onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

4

  • 356.307

Bijstelling ETS-raming

4

530.000

Ontvangsten van de NAM samenhangend met de schadeafhandeling in Groningen.

5

  • 1.302.959
 

Overige mutaties

 

1.549

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

5.301.067

Toelichting

Onttrekking reserve BMKB Corona

Dit betreft het onttrekken van € 125 mln aan de begrotingsreserve BMKB Corona naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van de BMKB Corona op basis van de benutting in 2020 en de verwachte benutting in 2021, op basis waarvan werd vastgesteld dat deze middelen kunnen komen te vervallen.

Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC)

Dit betreft het onttrekken van € 40 mln aan de begrotingsreserve KKC naar aanleiding van de herijking van de kasbuffer van de KKC op basis van de benutting in 2020 en de verwachte benutting in 2021, op basis waarvan werd vastgesteld dat deze middelen kunnen komen te vervallen.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik. In de Miljoenennota 2022 waren de ontvangsten in 2022 geraamd op € 375 mln. Dit is in de 2e suppletoire begroting met € 260 mln verlaagd in verband met een doorschuif naar 2022, waarmee de geraamde ontvangsten accurater over de jaren worden verspreid.

Lagere onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

Door de naar verwachting lagere uitgaven voor de SDE, de SDE++, de HER + en de ISDE hoeft er € 356 mln minder budget onttrokken te worden aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie dan waar bij Miljoenennota nog op was gerekend.

Bijstelling ETS-raming

De gestegen prijs van ETS-rechten leidt tot een aanzienlijke opwaartse bijstelling van de raming. De ETS-prijzen zijn na een aanvankelijke daling tijdens de eerste lockdown van 2020 snel hersteld. Sinds halverwege december 2021 zijn de prijzen aanzienlijk gestegen tot een niveau van 50 tot 55 EUR/ton.

Ontvangsten van de NAM samenhangend met de schadeafhandeling in Groningen

Het IMG doet naar verwachting minder uitgaven in 2021 dan eerder geraamd. Daarnaast wordt het heffingsbesluit aan NAM doorgeschoven naar 2022, omdat dit een zeer zorgvuldige voorbereiding vereist die helaas niet in 2021 is afgerond. Daarom wordt de ontvangstenraming ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met € 1,3 mld naar beneden bijgesteld.

2.2 Overzicht Coronamaatregelen

De periode vanaf voorjaar 2020 is voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft een aantal (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van EZK zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

Tabel 4 Coronamaatregelen op de EZK-begroting (bedragen x € 1 mln)1

 

Art.

Omschrijving maatregel

2021 2022

2023    2024    2025    2026 Relevante Kamerstukken

1

Telecom Caribisch Nederland

3

Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105

2

Noodloket (TOGS)

2

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217

2

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

6.466    680

Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr.

42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal

 

2

Tegemoetkoming vaste lasten starters

20

         

Kamerstuk 35 420, nr. 217

2

Omscholing naar tekortsectoren

36

40

       

Kamerstuk 35 420, nr. 105

2

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

10

38

38

38

13

15

Kamerstuk 35 420, nr. 248

2

Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC)

330

         

Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354

2

Vaste lasten nachtsluiting (VLN)

0

60

       

Kamerstuk 35 420, nr. 414, Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal

2

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector

560

         

Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252

2

Qredits

90

80

100

     

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277

2

GO-Corona

25

100

100

50

50

25

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16

2

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

8

11

16

20

19

26

Kamerstuk 31 757, nr. 105

2

Groeifaciliteit

50

         

Kamerstuk 35 420, nr. 314

2

FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's

3

         

Kamerstuk 25 295, nr. 1178

2

Mentale steun ondernemers

2

1

       

Kamerstuk 25 295, nr. 998

2

Bijdrage RVO.nl

59

0

0

0

0

0

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248

2

Programma Ondernemers in zwaar weer (KvK)

2

         

Kamerstuk 25 295, nr. 998

3

Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

150

         

Kamerstuk 35 420, nr. 105

3

Corona Overbruggingslening (COL)

33

         

Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42

3

Dutch Future Fund

4

6

7

6

2

 

Kamerstuk 33 009, nr. 96

3

Deep Tech Fund

10

25

25

25

25

65

Kamerstuk 33 009, nr. 96

3

Fonds Alternatieve Financiering

10

10

10

10

10

 

Kamerstuk 33 009, nr. 96

4

Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland

8

         

Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105

 

Totaal

7.881

1.051

295

148

118

131

 

1 De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zijn niet in deze tabel opgenomen want deze zijn maar ten dele corona-gerelateerd. Zij bewerkstelligen een economische impuls die bovendien -door de aanspraak op Europese middelen hierdoor- een grote hefboomwerking kennen.

 

Art.

Omschrijving maatregel

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Relevante Kamerstukken

2

Ontvangsten coronamaatregelen RVO-opdracht 2020

3

           

2

Bedrijfssteun

2

90

105

104

102

101

Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252

2

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

115

465

       

Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273

2

Onttrekking reserve BKMB-Corona

125

         

Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16

2

Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC)

140

         

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16

3

Corona Overbruggingslening (COL)

 

30

30

30

210

 

Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42

3

Ontvangsten ROM's voor COL

12

         

Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42

 

Totaal

396

585

135

134

312

101

 

3 Beleidsartikelen

3.1  Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en marktenBudgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van

beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x € 1.000)

         
   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en

Mutaties Miljoenennota (incl. ISB,

Overige mutaties

Stand 2e suppletoire

 

amendementen)

amendementen)

NvW en amende-

2e suppletoire

begroting (4) = (2)

 

(1)

(2)

menten)

begroting

  • (3)

Verplichtingen

282.237

293.987

  • - 
    43.103

1.469

252.353

 

Uitgaven

240.528

252.303

1.897

1.469

255.669

Subsidies (regelingen)

8.000

8.800

  • - 
    4.657

347

4.490

Cyber security

0

800

 

315

1.115

Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland (Corona)

3.000

3.000

   

3.000

EU-cofinanciering Digital Europe

5.000

5.000

  • 4.657
  • 33

310

Beter aanbesteden

0

0

 

65

65

Opdrachten

26.464

22.321

1.074

  • - 
    389

23.006

Onderzoek&opdrachten

3.149

2.177

354

  • 377

2.154

Vervolgprogramma beter aanbesteden

0

500

  • 500
 

0

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties

5.295

5.412

364

496

6.272

Digital trust centre

2.532

632

2.000

  • 2.243

389

Cyber security

6.526

5.111

  • 1.180
  • 1.545

2.386

ICT beleid

7.962

6.890

19

  • 214

6.695

Terugbetaalde boetes

0

0

 

4.135

4.135

CSIRT - DSP

1.000

350

17

  • 357

10

Nationaal Groeifonds

0

1.249

 
  • 284

965

Bijdrage aan agentschappen

37.115

44.606

1.739

1.350

47.695

Bijdrage RVO.nl

11.232

13.389

894

530

14.813

Bijdrage Agentschap Telecom

25.883

31.217

845

820

32.882

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

164.983

172.610

3.662

190

176.462

Bijdrage Metrologie

9.741

15.946

200

 

16.146

Raad voor de Accreditatie

271

271

6

 

277

Bijdrage ACM

761

761

18

 

779

Bijdrage aan het CBS

154.210

155.632

3.438

190

159.260

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.966

3.966

79

  • - 
    29

4.016

Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut

1.171

1.171

23

 

1.194

Bijdrage aan internationale organisaties

2.795

2.795

56

  • 29

2.822

 

Ontvangsten

439.858

439.858

23

  • - 
    27.276

412.605

Ontvangsten ACM

162

162

   

162

Ontvangsten High Trust

30.200

30.200

 
  • 27.276

2.924

Diverse ontvangsten

409.496

409.496

23

 

409.519

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

282.237

293.987

  • - 
    43.103

1.469

252.353

waarvan garantieverplichtingen

0

0

   

0

waarvan overige verplichtingen

282.237

293.987

  • 43.103

1.469

252.353

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2021 was 10%, oftewel 90% van het kasbudget was al juridisch verplicht. Bij de 1suppletoire begroting 2021 steeg dit naar 92%, vanwege reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten en de subsidie regeling telecom Caribisch Nederland.

Het percentage juridisch verplicht bij de 2e suppletoire begroting is 98%, 6% hoger dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij Beleidsvoorbereidingen Evaluaties Veiligheid, Frequenties, Cybersecurity en ICT-beleid.

Toelichting

Uitgaven

Opdrachten

Digital Trust Centre

Het betreft hier onder andere een aantal overboekingen naar onder andere het Apparaatsbudget van het DTC, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de subsidie regeling Cyberweerbaarheid en Dienst ICT uitvoering (Dictu).

Cyber Security

Het betreft hier onder andere een aantal overboekingen naar onder andere het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en TNO.

Terugbetalingen boetes ACM

Het bedrag dat ACM in 2021 vanwege gerechtelijke uitspraken terugbetaalt op boetes die in het verleden zijn opgelegd wordt bijgesteld. In 2021 betreft dit voornamelijk de gedeeltelijke terugbetaling van de boetes die in 2020 zijn opgelegd aan de mobiele netwerkoperators.

Ontvangsten

Ontvangsten High Trust

De High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 27 mln verlaagd.

3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Stand 1e Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Vastgestelde    suppletoire begroting (incl.    begroting (incl. Mutaties Miljoe-    Stand 2e

ISB, NvW en    ISB, NvW en nennota (incl. ISB, Overige mutaties    suppletoire amendementen) amendementen) NvW en amende-    2e suppletoire begroting (4) = (2)

  • (1) 
    (2)    menten)    begroting    + (3)

Verplichtingen

13.443.665

16.014.873

  • - 
    20.408

578.366

16.572.831

 

Uitgaven

9.184.762

11.338.941

  • - 
    2.646.301

92.208

8.784.848

 

Subsidies (regelingen)

7.459.235

9.428.675

  • - 
    2.672.887

283.219

7.039.007

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

41.217

31.986

  • 13.098
  • 7.224

11.664

Eurostars

18.000

18.734

 
  • 1.540

17.194

Bevorderen ondernemerschap

16.590

15.493

5.970

  • 1.140

20.323

Cofinanciering EFRO i

25.590

25.563

 
  • 10.700

14.863

Bijdrage aan ROM's

7.330

7.415

647

  • 250

7.812

Verduurzaming industrie

36.264

12.288

2.816

  • 7.538

7.566

Startup beleid

18.300

16.063

  • 3.440
  • 2.461

10.162

Urgendamaatregelen Industrie

59.500

86.500

  • 51.517
  • 7.070

27.913

Invest-Nl

10.582

10.582

220

 

10.802

Noodloket (TOGS)

1.600

1.600

   

1.600

Qredits

70.000

0

   

0

Tegemoetkoming vaste lasten

6.562.000

8.655.000

  • 2.718.000

500.000

6.437.000

Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland

19.300

29.300

   

29.300

Omscholing naar tekortsectoren

37.500

37.500

 
  • 1.386

36.114

Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling

180.000

90.000

  • 70.000
 

20.000

Infrastructuur duurzame industrie (PIDI)

0

11.645

  • 1.185
  • 5.397

5.063

Herstructurering winkelgebieden

0

9.000

 
  • 956

8.044

Steunmaatregel mobiliteitscluster

30.000

30.000

  • 20.000
 

10.000

TRSEC

325.000

325.000

55.000

  • 50.000

330.000

NGF - project AiNed

0

4.400

   

4.400

NGF - project Groenvermogen

0

0

800

 

800

NGF - project Health RI

0

0

2.200

 

2.200

NGF - project RegMed XB

0

2.300

7.900

 

10.200

NGF - project QuantumDeltaNL

0

5.400

8.800

 

14.200

Vaste lasten nachtsluiting

0

0

120.000

  • 120.000

0

Overig

462

2.906

 
  • 1.119

1.787

Leningen

560.000

655.000

0

0

655.000

Bedrijfssteun

560.000

565.000

   

565.000

Qredits

0

90.000

   

90.000

 

Garanties

307.740

332.740

0

  • - 
    200.000

132.740

BMKB

37.523

37.523

   

37.523

Groeifaciliteit

8.472

58.472

   

58.472

Garantie Ondernemersfinanciering

11.745

11.745

   

11.745

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

250.000

225.000

 
  • 200.000

25.000

 

Opdrachten

10.998

10.440

234

  • - 
    1.006

9.668

Onderzoek en opdrachten

3.766

3.931

113

  • 59

3.985

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde

suppletoire

     
 

begroting (incl.

begroting (incl.

Mutaties Miljoe-

 

Stand 2e

 

ISB, NvW en

ISB, NvW en

nennota (incl. ISB,

Overige mutaties

suppletoire

 

amendementen)

amendementen)

NvW en amende-

2e suppletoire

begroting (4) = (2)

 

(1)

(2)

menten)

begroting

  • (3)

Caribisch Nederland

1.296

1.196

  • 262
  • 339

595

Regeldruk

2.271

2.271

  • 65
  • 399

1.807

Regiekosten regionale functie

665

498

 
  • 209

289

Small Business Innovation Research

3.000

2.544

448

 

2.992

 

Bijdrage aan agentschappen

112.849

178.985

  • - 
    12.034

2.786

169.737

Bijdrage RVO.nl

112.318

178.454

  • 12.046

2.667

169.075

Bijdrage Agentschap Telecom

531

531

12

119

662

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

327.190

338.614

20.147

12.739

371.500

Bijdrage aan TNO

178.216

188.434

10.264

8.503

207.201

Kamer van Koophandel

123.498

124.704

9.354

2.460

136.518

Bijdrage aan NWO-TTW

25.476

25.476

529

1.776

27.781

Bijdrage aan medeoverheden

0

9.231

13.098

0

22.329

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

0

9.231

13.098

 

22.329

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

405.600

385.256

5.141

  • - 
    5.530

384.867

Internationaal Innoveren

51.986

42.904

   

42.904

Economische ontwikkeling en technologie

10.000

8.750

  • 700
  • 1.690

6.360

EU-cofinanciering JTF

12.000

0

   

0

PPS toeslag

169.147

170.257

2.942

  • 1.202

171.997

TO2 (excl. TNO)

59.682

60.178

1.739

676

62.593

Topsectoren overig

15.793

15.862

26

  • 2.106

13.782

Ruimtevaart (ESA)

72.104

72.104

1.645

  • 119

73.630

Bijdrage NBTC

9.239

9.239

186

 

9.425

Overige bijdragen aan organisaties

5.649

5.962

  • 697
  • 1.089

4.176

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.150

0

0

0

0

Storting reserve BMKB

1.150

0

   

0

 

Ontvangsten

157.738

268.963

378.176

  • - 
    97.100

550.039

Luchtvaartkredietfaciliteit

5.912

5.912

  • 5.400
 

512

BMKB

33.000

33.000

   

33.000

Onttrekking reserve BMKB

0

1.882

 

125.000

126.882

Onttrekking reserve Klein Krediet Corona

0

100.000

 

40.000

140.000

Rijksoctrooiwet

37.887

38.583

8.400

 

46.983

Groeifaciliteit

8.000

8.000

   

8.000

Eurostars

5.094

5.095

 
  • 1.095

4.000

Garantie Ondernemingsfinanciering

13.000

13.000

   

13.000

Joint Strike Fighter

8.000

8.000

 
  • 3.209

4.791

Diverse ontvangsten

2.845

6.491

176

4.104

10.771

Bedrijfssteun

44.000

49.000

 
  • 1.900

47.100

Tegemoetkoming vaste lasten

0

0

375.000

  • 260.000

115.000

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

13.443.665

16.014.873

  • - 
    20.408

578.366

16.572.831

waarvan garantieverplichtingen

4.335.000

4.352.400

   

4.352.400

waarvan overige verplichtingen

9.108.665

11.662.473

  • 20.408

578.366

12.220.431

Budgetflexibilitet

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2021 was 36%, oftewel 64% van het kasbudget 2021 was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2021 daalde dit naar circa 55%, met name als gevolg van toegevoegd budget voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Bij de 8e incidentele begroting was circa 60% juridisch verplicht. Ten tijde van de 2e suppletoire begroting is dit percentage verder gestegen naar circa 80%, met name als gevolg van aangegane verplichtingen voor de TVL. De budgetflexibiliteit is derhalve circa 20%. Hiermee zullen nog verplichtingen worden aangegaan voor onder meer TNO, MIT en PPS-toeslag.

Toelichting

Verplichtingen

Ten opzichte van de stand in de Miljoenennota word het verplichtingenbudget in 2021 met € 578 mln verhoogd. Dit heeft in het bijzonder de volgende oorzaken:

  • Het verplichtingenbudget voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) wordt in 2021 met € 900 mln verhoogd, in verband met de verlenging van de TVL in het vierde kwartaal van 2021, zoals aangekondigd in de Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal, van 16 november 2021.
  • Het verplichtingenbudget voor EFRO i-cofinanciering wordt in 2021 met € 150 mln verlaagd. Oorzaak hiervan is dat de Europese Commissie de verordeningen voor EFRO i/INTERREG in juni heeft gepubliceerd en de programma's pas daarna (verder) opgesteld konden worden. De commitering voor de programma's en daarmee samenhangende projecten heeft hierdoor vertraging opgelopen, waardoor de commitering voor de periode 2021-2027 niet meer in 2021 kan worden verricht. De verwachting is dat begin 2022 de benodigde stappen zijn doorlopen en de commitering alsnog kan plaatsvinden.
  • Verlaging van het verplichtingenbudget voor de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) met € 30 mln in verband met het actuele beroep op de regeling.
  • Verhoging van het verplichtingenbudget voor de KvK met € 12 mln, in verband met onder meer toekenning van loon- en prijsbijstelling en een bijdrage van VNG.
  • Verhoging van het verplichtingenbudget voor PPS-toeslag met € 9,5 mln op basis van een actuele prognose van de uitvoeringsorganisatie RVO.

Uitgaven

Subsidies

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Het budget voor de TVL wordt in 2021 met € 500 mln verhoogd, in verband met de verlenging van de TVL in het vierde kwartaal van 2021, zoals aange-kondigd in de Kamerbrief Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal, van 16 november 2021.

Op grond van de nieuwe werkwijze met betrekking tot artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (Kamerstuk 31 865, nr. 198) is het met ingang van 1 november 2021 verplicht om beleidsvoorstellen met budgettair beslag van meer dan € 20 mln per jaar in een kader toe te lichten. Voor de openstelling van de TVL in het vierde kwartaal 2021 ziet dit kader er als volgt uit:

 

Beleidskeuzes uitgelegd - Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1)

  • 1. 
    Doelen

In de brief «Aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal» van 16 november jl. heeft het kabinet de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) verlengd voor het vierde kwartaal van 2021. Dit betreft de vijfde openstelling van de TVL, na openstellingen van 1 juni t/m 30 september 2020, 1 oktober t/m 31 december 2020, 1 januari t/m 31 maart 2021, 1 april t/m 30 juni 2021 en 1 juli t/m 31 oktober 2021. De doelstelling van de regeling is bedrijven die door het kabinet getroffen maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken geraakt worden, te ondersteunen in de betaling van hun vaste lasten. Hiermee beoogt het kabinet om het voortbestaan van in de kern gezonde bedrijven en daarmee de werkgelegenheid bij deze bedrijven zoveel mogelijk te waarborgen.

  • 2. 
    Beleidsinstrument

Deze openstelling van de TVL is er voor ondernemers die in het vierde kwartaal van 2021 ten minste 30% omzetverlies hebben gehad ten opzichte van de referentieperioden en ook aan de overige voorwaarden van de regelingen voldoen. Het subsidiepercentage bedraagt 85%.

3a. Financiele gevolgen voor het Rijk

De kosten van deze openstelling van de TVL in het vierde kwartaal van 2021 worden geraamd op € 1,38 mld.

3b.Financiele gevolgen voor maatschappelijke actoren

Niet van toepassing.

  • 4. 
    Nagestreefde doeltreffendheid

Het is op voorhand duidelijk dat een groot deel van de bedrijven waarop deze regeling betrekking heeft te kampen heeft met de economische gevolgen van de crisis. Bovendien komen alleen bedrijven in aanmerking die minimaal 30% omzetverlies lijden. Aangezien die bedrijven de omzet nodig hebben om de vaste lasten te financieren, komen bedrijven daardoor in de knel. De subsidie stelt de bedrijven in staat het overgrote deel van de vaste lasten te financieren. Het is op voorhand heel moeilijk om aan te geven in welke mate de regeling bijdraagt aan de overlevingskans van de getroffen bedrijven. Dit hangt met veel factoren samen, waaronder de financiele positie van de bedrijven zelf en de mate waarin met ketenpartners de lasten kunnen worden verdeeld.

  • 5. 
    Nagestreefde doelmatigheid

De hoogte van de subsidie is gebaseerd op het omzetverlies en de hoogte van de vaste lasten van de getroffen onderneming. Daartoe wordt de omzet in de referentieperiode vermenigvuldigd met het gemiddelde aandeel vaste lasten in de omzet voor de branche waar de onderneming toe behoort. Daarbij kiest het kabinet ervoor om voor 85% van het gehele bedrag aan vaste lasten dat de uitkomst van de berekening is, te subsidieren. Het kabinet acht dit reëel om liquiditeitsproblemen te voorkomen en tevens om overcompensatie te voorkomen.

De uitvoering ligt in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In het grotendeels geautomatiseerde uitvoeringsproces worden aanvragen gecontroleerd op validiteit, plausibiliteit en signalen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierbij worden onder andere referentiegegevens van de Belastingdienst en het CBS gebruikt, evenals signalen van de FIOD en van medewerkers van RVO.

  • 6. 
    Evaluatieparagraaf

De monitoring van de TVL wordt verzorgd door de uitvoerder RVO, door middel van een on-line dashboard van de aanvragen en afhandeling hiervan, opgedeeld naar bedrijfssector. De gegevens op dit dashboard, die dagelijks worden bijgewerkt, zijn niet herleidbaar naar individuele bedrijven. EZK stuurt iedere paar maanden een voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer. Daarnaast is de regeling opgenomen in de monitoring door het CBS van de gevolgen van het coronavirus en op www.bedrijvenbeleid.nl/corona.

De evaluatie van de TVL staat gepland in 2023 zoals vermeld in bijlage 5 'Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda' in de EZK-ontwerpbegroting 2022. Hierbij wordt in samenwerking met SZW en FIN verkend of evaluaties van verschillende steunmaatregelen gecombineerd uitgevoerd kunnen worden en proberen we de planning en opzet van evaluaties zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen zodat een synthese mogelijk wordt.

EFRO i-cofinanciering

Het budget voor EFRO i-cofinanciering wordt in 2021 met € 10,7 mln verlaagd, met name doordat op de verplichtingen voor de periode 2021-2027 dit jaar geen betalingen nodig zijn.

Verduurzaming industrie

Het budget voor verduurzaming industrie wordt verlaagd met € 7,5 mln. Dit houdt voor € 6,0 mln verband met een project van chemiebedrijf SABIC. Eind 2020 is de pre-notificatie van deze subsidie bij de Europese Commissie ingediend en deze zomer de formele notificatie. Vanwege drukte bij de EC in verband met COVID-subsidies is de verwachting dat de EC dit jaar geen goedkeuring meer zal verlenen. De uitgaven schuiven dus door naar 2022 of 2023.

Urgendamaatregelen industrie

Het budget voor Urgendamaatregelen voor de industrie wordt verlaagd met € 7,1 mln. In 2021 was € 14,5 mln gereserveerd voor het CCU-project Twence. Na een langdurige EU-staatssteuntoets is in 2021 een beschikking afgegeven voor € 14,3 mln. In 2021 kan maar 80% bevoorschot worden, waardoor de uitgaven in 2021 € 2,9 mln lager uitvallen. Hiernaast wordt voor onderuitputting op Urgenda 2 € 1,8 mln overgeboekt naar de SDE op beleidsartikel 4, omdat de dekking voor dit pakket uit de SDE is gehaald. Tot slot is er sprake van € 2,4 mln overige onderuitputting.

Tijdelijke regeling subsidie evenementen Covid-10 (TRSEC)

Van het budget voor de TRSEC wordt € 50 mln verschoven van 2021 naar 2022, om het budget beter te laten aansluiten bij de verwachte uitbetalingen.

Bijdrage aan ZBO en RWT

Bijdrage aan TNO

Het budget voor TNO wordt verhoogd met € 8,5 mln in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten.

Ontvangsten

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

De ontvangstenraming voor de TVL wordt in 2021 met € 260 mln verlaagd in verband met actuele ramingen van de uitvoeringsorganisatie RVO, op basis van het verloop van de TVL.

Toelichting op de begrotingsreserves

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief het Coronaluik), de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) inclusief de Corona-module van de GO, de Groeifaciliteit (GF), de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering en de regeling Klein Krediet Corona. De reguliere GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Er worden ultimo 2021 onttrekkingen voorgenomen voor de kasbuffers voor de BMKB-C (€ 126,9 mln) en de KKC (€ 140 mln). Ultimo begrotingsjaar wordt mede op basis van het gebruik van deze faciliteiten en de daarbij behorende gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor deze regelingen definitief vastgesteld of er een aanvullende onttrekking of storting dient plaats te vinden.

Tabel 10 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1.000)

 

Stand 1/1/2021

337.975

  • Geraamde storting
  • Geraamde onttrekking

126.882

Stand (raming) per 31/12/2021

211.093

Tabel 11 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021    249.130

  • Geraamde storting - Geraamde onttrekking

Stand (raming) per 31/12/2021    249.130

Tabel 12 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021    15.436

  • Geraamde storting - Geraamde onttrekking

Stand (raming) per 31/12/2021    15.436

Tabel 13 Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021    20.213

  • Geraamde storting - Geraamde onttrekking

Stand (raming) per 31/12/2021    20.213

 

Tabel 14 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021

164.763

  • Geraamde storting
  • Geraamde onttrekking

140.000

Stand (raming) per 31/12/2021

24.763

3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van

beleid art. 3 Toekomstfonds (Tweede suppletoire

begroting) (bedragen x

€ 1.000)

         
   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl.

suppletoire begroting (incl.

Mutaties Miljoe-

 

Stand 2e

 

ISB, NvW en

ISB, NvW en

nennota (incl. ISB,

Overige mutaties

suppletoire

 

amendementen)

amendementen)

NvW en amende-

2e suppletoire

begroting (4) = (2)

 

(1)

(2)

menten)

begroting

  • (3)

Verplichtingen

500.348

643.350

  • - 
    4.998

12.857

651.209

 

Uitgaven

515.316

735.018

  • - 
    295.505

0

439.513

Subsidies (regelingen)

4.264

4.825

69

0

4.894

Smart Industry (subsidie)

183

729

   

729

Haalbaarheidsstudies STW

800

815

   

815

Thematisch Technology Transfer

3.281

3.281

69

 

3.350

 

Leningen

497.144

715.264

  • - 
    296.198

0

419.066

Fund to Fund

31.592

52.768

   

52.768

ROM's

85.000

208.259

   

208.259

Investeringen infundamenteel en toegepast onderzoek

10.952

16.979

 
  • 14.619

2.360

Onco research

3.031

4.904

 
  • 1.689

3.215

Smart Industry (leningen)

239

288

   

288

Thematische Technology Transfer

7.773

10.152

 
  • 1.231

8.921

REGMED

0

10.000

  • 8.500
 

1.500

Dutch Future Fund

25.000

25.000

  • 21.000
 

4.000

Deep Tech Fund

175.000

175.000

  • 165.000
 

10.000

Fonds Alternatieve Financiering

50.000

50.000

  • 40.000
 

10.000

Innovatiekrediet

48.682

44.761

 

17.539

62.300

Risicokapitaal SEED

33.620

78.062

  • 40.000
 

38.062

Vroege fase / informal investors

21.260

23.724

  • 6.331
 

17.393

Start ups / MKB

4.995

15.367

  • 15.367
 

0

 

Bijdrage aan agentschappen

13.908

14.929

624

0

15.553

Bijdrage RVO.nl

13.908

14.929

624

 

15.553

Ontvangsten

44.000

56.000

0

11.754

67.754

ROM's

0

0

 

11.754

11.754

Fund to Fund

17.900

29.750

   

29.750

DVI II

800

950

   

950

Innovatiekredieten

15.000

15.000

   

15.000

SEED

10.300

10.300

   

10.300

 

Tabel 16 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde    suppletoire begroting (incl.    begroting (incl.

ISB, NvW en    ISB, NvW en amendementen)    amendementen)

  • (1) 
    (2)

Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

500.348

643.350

  • - 
    4.998

12.857

651.209

waarvan garantieverplichtingen

0

0

   

0

waarvan overige verplichtingen

500.348

643.350

  • 4.998

12.857

651.209

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2021 was 53%, oftewel 47% van het kasbudget 2021 was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2021 daalde dit naar circa 38%. De budgetflexibele ruimte had met name betrekking op het Dutch Future Fund, het Deep Tech Fund, het Fonds Alternatieve Financiering en de fondsversterking van de ROM's. De commiteringen voor deze beleidsinstrumenten zijn inmiddels verrricht, waardoor ten tijde van de 2e suppletoire begroting circa 90% van het kasbudget 2021 is verplicht. De budgetflexibiliteit is derhalve circa 10%.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is ten opzichte van de mutaties in de Miljoenennota met € 12,9 mln verhoogd. Dit heeft met name betrekking op een verhoging van het verplichtingenbudget voor de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) van € 10 mln in verband met een kapitaalstorting voor het Compensatiepakket wind in de zeilen voor provincie Zeeland.

Uitgaven

Leningen

Innovatiekrediet

Tussen 1 april en 1 oktober 2020 heeft RVO vanwege Corona uitstel gegeven aan ondernemers bij het aflossen van het Innovatiekrediet. De hogere terugontvangsten in 2021 zijn toe te schrijven aan de terugontvangen bedragen die in eerste instantie in 2020 terugbetaald zouden worden.

Ontvangsten

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)

De ontvangstenraming van de ROM's wordt verhoogd met € 11,8 mln in verband met de ontvangsten voor de regeling Corona-overbruggingsle-ningen (COL), die wordt uitgevoerd door de ROM's. Diverse bedrijven hebben na het ontvangen van een COL een nieuwe financieringsronde gedaan, waardoor de COL kon worden afgelost.

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl.

suppletoire begroting (incl.

Mutaties Miljoe-

 

Stand 2e

 

ISB, NvW en

ISB, NvW en

nennota (incl. ISB,

Overige mutaties

suppletoire

 

amendementen)

amendementen)

NvW en amende-

2e suppletoire

begroting (4) = (2)

 

(i)

(2)

menten)

begroting

  • (3)

Verplichtingen

6.140.587

6.632.230

  • - 
    42.885

28.372

6.617.717

Uitgaven    3.377.490    3.917.954    - 50.350    - 403.125    3.464.479

 

Subsidies (regelingen)

3.036.302

3.552.174

  • - 
    46.755
  • - 
    386.818

3.118.601

Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en

Innovatie (MOOI)

49.470

55.487

  • 50
  • 4.474

50.963

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

47.440

33.980

  • 1.554
  • 5.107

27.319

Energie-efficiëntie

2.368

2.076

  • 26

26

2.076

Green Deals

500

2.370

 
  • 2.305

65

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

67.232

79.315

  • 26.600

2.343

55.058

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

4.941

6.466

  • 3.094
  • 427

2.945

Projecten Klimaat en Energieakkoord

4.491

3.812

  • 1.835
  • 900

1.077

SDE

663.831

663.831

  • 40.831
  • 5.000

618.000

SDE+

1.830.414

2.272.087

  • 412.991

130.332

1.989.428

SDE++

0

0

471.000

  • 471.000

0

Aardwarmte

15.000

15.000

   

15.000

ISDE-regeling

130.000

154.000

  • 23.750
  • 18.100

112.150

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

179.000

179.542

   

179.542

Carbon Capture and Storage (CCS)

4.380

4.860

346

  • 756

4.450

Hoge Flux Reactor

6.401

6.401

   

6.401

Elektrisch rijden

0

5

   

5

Caribisch Nederland

12.844

24.661

 

9.398

34.059

Overige subsidies

5.625

40.916

  • 3.815
  • 20.630

16.471

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

7.365

7.365

  • 6.947
  • 218

200

Nationale co-financiering EU Innovation Fund

5.000

0

   

0

Subsidie ondersteuning verduurzaming mkb

0

0

3.392

 

3.392

0

Leningen

5.000

5.000

0

0

5.000

Lening EBN

5.000

5.000

   

5.000

Garanties

600

600

  • - 
    600

0

0

Verliesdeclaratie aardwarmte

600

600

  • 600
 

0

 

Opdrachten

11.234

10.551

4.216

  • - 
    3.253

11.514

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

1.720

3.117

 
  • 482

2.635

SodM onderzoek

2.025

2.025

  • 600
  • 543

882

Uitvoeringsagenda Klimaat

623

542

 
  • 292

250

Klimaat mondiaal

327

731

6

 

737

Onderzoek en opdrachten

6.539

4.136

4.810

  • 1.936

7.010

 

Bijdrage aan agentschappen

76.498

81.944

13.570

  • - 
    5.802

89.712

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde

suppletoire

     
 

begroting (incl.

begroting (incl.

Mutaties Miljoe-

 

Stand 2e

 

ISB, NvW en

ISB, NvW en

nennota (incl. ISB,

Overige mutaties

suppletoire

 

amendementen)

amendementen)

NvW en amende-

2e suppletoire

begroting (4) = (2)

 

(1)

(2)

menten)

begroting

  • (3)

Bijdrage aan RVO.nl

56.861

64.343

12.805

48

77.196

Bijdrage aan Agentschap Telecom

4.820

4.820

  • 3.833
  • 104

883

Bijdrage aan NEa

7.194

8.114

  • 308
  • 688

7.118

Bijdrage aan KNMI

1.239

2.020

25

3

2.048

Bijdrage aan NVWA

867

867

19

  • 19

867

Bijdrage aan RIVM

1.565

0

35

  • 35

0

Bijdrage aan RWS

3.952

1.780

4.827

  • 5.007

1.600

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

142.567

145.149

  • - 
    14.892
  • - 
    5.428

124.829

Doorsluis COVA-heffing

111.000

111.000

  • 15.400
  • 7.300

88.300

TNO kerndepartement

29.875

32.457

473

2.108

35.038

TNO-SodM

1.692

1.692

35

  • 236

1.491

 

Bijdrage aan medeoverheden

27.579

20.000

  • - 
    7.400

0

12.600

Uitkoopregeling

27.579

20.000

  • 7.400
 

12.600

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

10.377

35.429

1.511

  • - 
    1.607

35.333

Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG)

8.793

33.488

513

  • 513

33.488

Internationale contributies

1.584

1.941

31

  • 127

1.845

PBL Rekenmeesterfunctie

0

0

967

  • 967

0

 

Stortingen begrotingsreserve

67.333

67.107

0

  • - 
    217

66.890

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

66.333

66.333

   

66.333

Storting in begrotingsreserve aardwarmte

1.000

774

 
  • 217

557

Ontvangsten

3.383.771

3.838.095    515.230

  • - 
    363.115

3.990.210

Ontvangsten COVA

111.000

111.000    - 15.400

  • 7.300

88.300

Opbrengst heffing ODE (SDE++)

2.648.000

2.648.000

 

2.648.000

Ontvangsten zoutwinning

2.511

2.511

 

2.511

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

240.080

687.971

  • 356.307

331.664

ETS-ontvangsten

370.000

370.000    530.000

 

900.000

Diverse ontvangsten

12.180

18.613    630

492

19.735

 

Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (incl.

ISB, NvW en amendementen)

  • (1) 
    a

Stand 1e Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

suppletoire begroting (incl. Mutaties Miljoe-ISB, NvW en nennota (incl. ISB,

mendementen) NvW en amende-(2)    menten)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

6.140.587

6.632.230    - 42.885

28.372

6.617.717

waarvan garantieverplichtingen

66.600

66.600

 

66.600

waarvan overige verplichtingen

6.073.987

6.565.630    - 42.885

28.372

6.551.117

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2021 was ongeveer 13%, ofwel 87% van het beschikbare kasbudget 2021 was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting daalde dit percentage naar zo'n 82%, omdat er ruim € 540 mln aan de begroting van artikel 4 werd toegevoegd. Bij 2e suppletoire begroting wordt het budget weer met ruim € 453 mln verlaagd: het grootste deel hiervan vloeit weer naar de reserve duurzame energie en klimaattransitie door een verlaging van de onttrekking aan deze reserve.

In 2021 is tot 1 november voor een totaalbedrag van € 6 mld aan verplichtingen op artikel 4 aangegaan. Een groot deel (€ 5 mld) van deze verplichtingen betreft de openstelling van de SDE++, waarvan de betalingen pas in latere jaren volgen. Van de overige € 1 mld is de inschatting dat hiervan € 400 mln in 2021 tot betaling komt. Hiermee is bijna 97% van het budget dat bij 2e suppletoire begroting overblijft juridisch verplicht: de budgetflexibiliteit is dan 3%.

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 28,4 mln die in het kader van de Najaarsnota wordt doorgevoerd is een saldo van verhogingen en verlagingen van het verplichtingenbudget. De belangrijkste verhoging betreft een ophoging van het verplichtingenbudget van de SDE++ met bijna € 160 mln om de overeenkomst met Denemarken voor statistische overdracht te kunnen financieren. Tegenover deze verhoging staan verlagingen van het verplichtingenbudget door:

  • Een aantal overhevelingen van in totaal € 22,7 mln naar andere departementen. De belangrijkste hiervan betreffen de overhevelingen naar lenW voor het Maritiem InformatieVoorzierning ServicePunt (MIVSP,

€ 13,5 mln) en de regeling Versterkte Uitvoering Energiebesparings- en informatieplicht (VUE, € 4,9 mln), de bijdrage aan PBL voor het uitvoeren van de Rekenmeesterfunctie voor de KEV (€ 1,8 mln), de storting in het Provinciefonds voor de bijdrage in de kosten van sanering van historische mijnbouwschachten in Limburg (€ 0,95 mln) en de overheveling naar de begroting van Defensie als bijdrage in de meerkosten van de vervanging van de radarinstallatie in Wemeldinge (€ 0,75 mln).

  • Een verlaging van het voor het WarmtelinQ-project beschikbare verplichtingenbudget met € 107,5 mln, omdat deze middelen naar verwachting pas vanaf 2022 toegezegd zullen worden.

Uitgaven

Subsidies

Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

Op de middelen die bestemd zijn voor de regeling MOOI is er sprake van een onderuitputting van € 4,5 mln, omdat door vertraging in projecten een aantal betalingen doorschuift naar 2022.

HER+

Op de openstelling van de HER+ zijn in 2021 minder subsidies verstrekt dan oorspronkelijk geraamd. Dit leidt tot een onderuitputting op de kasuitgaven van ongeveer € 5,1 mln. De ongebruikte middelen blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie, zodat deze ingezet kunnen worden voor toekomstige openstellingen van de HER+, de ISDE, de SDE, de SDE+ en de SDE++.

SDE

Op de uitfinanciering van de SDE-regeling vinden iets lagere kasuitgaven plaats dan waar bij Miljoenennota rekening mee gehouden was. De ongebruikte middelen (€ 5 mln) blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie.

SDE+

Bij Miljoenennota is € 413 mln van het SDE+-budget afgesplitst en toegevoegd aan een apart budget voor de SDE++, dit om de Kamer beter inzicht te geven in (de realisatie van) de voor de SDE, SDE+ en SDE++ beschikbare budgetten. Omdat door deze afsplitsing te weinig budget is overgebleven voor de uitbetaling van SDE+-subsidies in 2021, wordt het voor de SDE+ beschikbare budget nu verhoogd met in totaal ruim € 130 mln. Onder de SDE+ vallen, naast de uitgaven voor de regeling zelf, ook de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee en het flankerende beleid rond de SDE+ en wind op zee.

SDE++

Onder het budget voor de SDE++ vallen niet alleen de uitgaven voor de SDE ++-regeling zelf, maar ook de uitgaven voor de overeenkomst met Denemarken voor de statistische overdracht en voor de te treffen maatregelen rond de sluiting en productiebeperking van de kolencentrales in Nederland. De verwachting is dat de gehele € 471 mln die bij Miljoenennota vanuit de SDE, de SDE+ en de ISDE naar het aparte SDE++-budget is overgeheveld niet nodig is, omdat de uitgaven voor de sluiting en productiebeperking van kolencentrales, de statistische overdracht en de openstelling van de SDE++-regeling zelf doorschuiven naar 2022. De ongebruikte middelen blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie, zodat deze middelen in 2022 aan de reserve kunnen worden onttrokken om de doorgeschoven uitgaven te kunnen financieren.

ISDE

Omdat er op zowel de reguliere openstelling van de ISDE als de openstelling gericht op het MKB naar verwachting minder subsidies worden verstrekt dan oorspronkelijk geraamd, zullen de kasuitgaven in 2021 ruim € 18 mln lager uitvallen. Ook deze middelen blijven beschikbaar via de reserve duurzame energie en klimaattransitie.

Caribisch Nederland

EZK zal in 2021 een extra financiële bijdrage leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening op Bonaire. Hiervoor wordt € 10 mln op de begroting gereserveerd. De exacte bijdrage moet nog bepaald worden. Hier tegenover staat een kleine meevaller op de subsidies voor netbeheerta-rieven van Saba, Sint-Eustatius en Bonaire van € 0,6 mln.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RWS

EZK hevelt € 4,9 mln over naar RWS als bijdrage aan de uitvoering van de regeling Versterkte Uitvoering Energiebesparings- en informatieplicht (VUE) in 2021. Ook valt de reguliere opdracht aan RWS € 0,1 mln lager uit dan oorspronkelijk gepland.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Doorsluis COVA-heffing

Zie de toelichting bij Ontvangsten.

Ontvangsten

Ontvangsten COVA

De COVA-heffing is een opslag die wordt geheven op aardolieproducten in Nederland en is bedoeld voor het financieren van het aanhouden van strategische olievoorraden door de Stichting Centraal Orgaan Voorraad-vorming Aardolieproducten (COVA). Als gevolg van de coronacrisis is er minder brandstof verbruikt. Ook hanteert de Douane sinds dit jaar een andere systematiek voor het afdragen van de heffingen. Hierdoor wordt er € 7,3 mln minder voorraadheffing opgehaald en wordt er ook minder doorgesluisd aan de COVA.

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie Door de naar verwachting lagere uitgaven voor de SDE, de SDE++, de HER + en de ISDE (zie bij Uitgaven) hoeft er € 356 mln minder budget onttrokken te worden aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie dan waar bij Miljoenennota nog op was gerekend.

Toelichting op de begrotingsreserves

 

Tabel 19 Begrotingsreserve Duurzame energie en klimaattransitie (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021

4.172.783

  • Geraamde storting

66.333

  • Geraamde onttrekking
  • 331.664

Stand (raming) per 31/12/2021

3.907.452

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. In 2021 zal € 66,3 mln in de begrotingsreserve gestort worden als eerste terugstorting van de in totaal € 398 mln die in de periode 2015-2020 tijdelijk aan de reserve was onttrokken (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4 , blz. 5 - 7).

De verwachte onttrekking van in totaal € 331,7 mln betreft:

  • de onttrekking van € 235,7 mln als bijdrage aan de financiering van het aanvullende pakket aan CO2-reducrende maatregelen (Urgenda 2.0).
  • De onttrekking van € 96 mln om tekorten op de uitfinanciering van de SDE+-regeling te dekken.
 

Tabel 20 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021

17.499

  • Geraamde storting

557

  • Geraamde onttrekking
  • 69

Stand (raming) per 31/12/2021

17.987

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Voor 2021 gaat het om een bedrag van € 0,56 mln. De onttrekking betreft de kosten die RVO.nl maakt voor de uitvoering van de regeling.

Tabel 21 Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2021    6.600

  • Geraamde storting - Geraamde onttrekking

Stand (raming) per 31/12/2021    6.600

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als de Nuclear Reseach Group (NRG) - al dan niet tijdelijk of gedeeltelijk - niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van begroting) (bedragen x € 1.000)

beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Tweede suppletoire

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

722.013

1.398.303

  • - 
    37.762
  • - 
    130.198

1.230.343

 

Uitgaven

722.013

1.408.293

  • - 
    51.952
  • - 
    130.198

1.226.143

 

Subsidies (regelingen)

21.756

73.289

65.098

  • - 
    23

138.364

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

21.653

73.186

65.100

 

138.286

Geestelijke bijstand

103

103

  • 2
  • 23

78

Inkomensoverdrachten

545.000

1.040.000

  • - 
    123.585
  • - 
    124.841

791.574

Schadevergoedingen

200.000

425.000

40.000

 

465.000

Vergoeding waardedaling Groningen

245.000

515.000

  • 100.000
  • 90.000

325.000

Vergoeding immateriële schade Groningen

100.000

100.000

  • 65.000
  • 34.516

484

Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties

0

0

1.415

  • 325

1.090

 

Opdrachten

2.380

3.622

  • - 
    1.500

510

2.632

Werkbudget

2.380

2.122

 

510

2.632

Versterken

0

1.500

  • 1.500
 

0

 

Bijdrage aan agentschappen

152.877

284.332

7.250

  • - 
    3.991

287.591

Bijdrage aan RVO.nl

152.877

282.332

7.250

  • 3.941

285.641

Bijdrage aan Instituut Mijnbouwschade Groningen

0

2.000

 
  • 50

1.950

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

1.050

0

  • - 
    98

952

TNO publieke SDRA

0

1.050

 
  • 98

952

Bijdrage aan mede overheden

0

0

2.200

0

2.200

Versterken

0

0

2.200

 

2.200

 

Bijdrage aan (internationale) organisaties

0

6.000

  • - 
    1.415
  • - 
    1.755

2.830

Organisatie- en programmabudget ACVG

0

3.000

 
  • 765

2.235

Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties

0

3.000

  • 1.415
  • 990

595

 

Ontvangsten

774.000

1.520.876

  • - 
    85.727
  • - 
    1.213.169

221.980

Schadevergoedingen

200.000

550.376

28.125

  • 468.467

110.034

Uitvoeringskosten Schade

150.000

268.200

4.898

  • 226.765

46.333

Dividenduitkering GasTerra

4.000

4.000

   

4.000

Mijnbouwwet

75.000

55.000

5.000

 

60.000

Vergoeding waardedaling Groningen

245.000

565.750

  • 75.000
  • 490.750

0

Vergoeding immateriële schade Groningen

100.000

75.000

  • 48.750
  • 26.250

0

Ontvangsten publieke SDRA

0

1050

 
  • 98

952

Versterken

0

1500

 
  • 839

661

   

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

 
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutaties Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

722.013

1.398.303

  • - 
    37.762
  • - 
    130.198

1.230.343

waarvan garantieverplichtingen

0

0

   

0

waarvan overige verplichtingen

722.013

1.398.303

  • 37.762
  • 130.198

1.230.343

Budgetflexibiliteit

Het percentage juridisch verplicht is met 99% even hoog als bij de ontwerpbegroting 2021. Dit is het geval omdat de grootste uitgaven op artikel 5 op basis van de Tijdelijke wet Groningen worden gedaan door het IMG. Ook de subsidies aan Samenwerkingsverband Noord Nederland zijn op basis van een ministeriële regeling verplicht. In het werkbudget en het budget voor geestelijke bijstand is nog een klein gedeelte (totaal ca. € 0,6 mln) niet verplicht.

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven Inkomensoverdrachten

Vergoeding waardedaling Groningen

Vanwege een lager aantal aanmeldingen dan dit jaar werd verwacht, heeft het IMG de raming voor de totale omvang van de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld naar € 325 mln voor 2021. De verwachting is dat de aanmeldingen volgend jaar alsnog gedaan worden waardoor de naar beneden bijgestelde uitgave van € 90 mln doorschuift naar 2022.

Vergoeding immateriële schade Groningen

Het is de verwachting dat alleen de uitkeringen in het kader van de pilot voor de vergoeding van immateriële schade dit jaar tot uitkering komen. Overige uitkeringen voor immateriële schadevergoedingen worden vanaf 2022 verwacht.

Commissie Bijzondere Situaties

Dit betreft een correctie van het budget voor de Commissie Bijzondere Situaties (CBS). Er wordt € 0,3 mln uit dit budget overgeheveld naar de bijdrage aan RVO voor de uitvoeringskosten van de CBS.

Opdrachten

Werkbudget

Vanwege hogere verwachte uitgaven voor de ontwikkeling van de typolo-gieaanpak door TNO wordt het werkbudget van de projectdirectie Groningen verhoogd.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl

Omdat het IMG later dan eerder verwacht kan beginnen met de afhandeling van immateriële schade, zijn ook de uitvoeringskosten € 5,6 mln lager. Tegelijkertijd worden de uitvoeringkosten met € 0,3 mln verhoogd voor de uitvoeringskosten van de Commissie Bijzondere Situaties en met € 1,3 mln voor de aanloopkosten voor de regeling Duurzaam Herstel.

Bijdrage aan (internationale) organisaties

Organisatie- en programmabudget ACVG

Het organisatie- en programmabudget van de ACVG wordt bijgesteld naar de meest recente prognose voor de uitgaven van 2021.

Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties

Van het beschikbare budget voor de Commissie Bijzondere Situaties in 2021 voordat de organisatie was ondergebracht bij het IMG is € 1,0 mln niet benut. Dit gedeelte van de verstrekte bijdrage wordt daarom teruggestort naar EZK en wordt in 2021 aangewend voor tegenvallers in de Groningen-middelen op de EZK-begroting.

Ontvangsten

Ontvangsten van NAM voor schadevergoedingen, vergoedingen voor waardedaling en uitvoeringskosten van het IMG

Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Zorgvuldige onderbouwing van heffingsbesluiten vergt meer tijd dan eerder verwacht, waardoor er in 2021 geen verrekening met NAM kan plaatsvinden. De geraamde ontvangsten worden dan ook verschoven naar 2022.

Vergoeding immateriele schade Groningen

Omdat het IMG na uitvoering van de pilot voor immateriële schade in 2021 geen uitgaven meer verwacht, worden in 2021 ook geen kosten meer in rekening gebracht bij de NAM.

4 De niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement

Tabel 24 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastgestelde

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e

 

begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutatie Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

286.313

297.871

11.476

5.121

314.468

Uitgaven

286.313

297.871

11.476

5.121

314.468

 

Personele uitgaven

197.549

203.967

12.224

9.438

225.629

waarvan eigen personeel

171.294

180.536

12.637

1.984

195.157

waarvan inhuur externen

10.293

11.036

  • - 
    49

3.654

14.641

waarvan overige personele uitgaven

15.962

12.395

  • - 
    364

3.800

15.831

Materiële uitgaven

88.764

93.904

  • - 
    748
  • - 
    4.317

88.839

waarvan ICT

14.998

13.228

  • 1.860
  • 7031

4.337

waarvan bijdrage aan SSO's

14.066

14.066

   

14.066

waarvan DICTU

21.147

21.147

 

1.447

22.594

waarvan overige materiële uitgaven

38.553

45.463

1.112

1.267

47842

 

Ontvangsten

24.992

24.992

33.487

0

58.479

waarvan ACM

17.589

17589

   

17.589

waarvan SodM

3.150

3.150

   

3.150

waarvan CPB

1.643

1.643

   

1.643

waarvan kerndepartement

2.610

2.610

33.487

 

36.097

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De raming van de personele uitgaven wordt verhoogd met € 9,4 mln onder andere op grond van:

  • Voor de totale personele uitgaven wordt er vanuit de beleidsdirecties budget (€ 3,7 mln) overgeheveld ter compensatie van externe inhuur bij directies Bureau Managementondersteuning (BMO) en Informatievoorziening, Facilitair en Huisvesting (IFH).
  • Extra personeelsuitgaven die gedekt worden door het Ministerie van lenW voor de kosten van het toezicht dat de ACM uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen (€ 2,4 mln).
  • De apparaatsuitgavean voor het NGF worden gerealiseerd op de begroting van EZK. Hiertoe is € 1,3 mln vanuit het NGF beschikbaar gesteld.
  • Toevoeging van loonbijstelling voor eenmalige ophoging van de loonruimte (€ 1 mln).
  • Van het NEa-budget is er budget (€ 1 mln) teruggeboekt naar het ICT-ontwikkelbudget (artikel 40).

Materiële uitgaven

De raming voor de materiële uitgaven wordt verlaagd met € 4,3 mln op grond van:

  • Een afroming van het ICT-ontwikkelbudget ten gunste van EZK brede problematiek. Deze ruimte was er omdat er in 2021 minder ICT claims zijn ingediend en/of gehonoreerd (€ 7 mln).
  • Er is budget overgeheveld naar artikel 40 vanuit de beleidsdirecties ter compensatie van verscheidende opdrachten uitgevoerd door DICTU

(€ 1,4 mln).

  • Vanuit het Ministerie van BZK is er budget (€ 1,2 mln) beschikbaar gesteld voor het programma Transparantie in Informatie (Til), dat als doel heeft de informatiehuishouding en informatievoorziening zo in te richten dat inzicht in en openheid over de informatie kan worden geboden aan de samenleving en de politiek.

Ontvangsten

Er zijn geen mutaties op de ontvangsten bij de 2e suppletoire begroting.

4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld

 

Tabel 25 Nog onverdeeld (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde

Stand 1e

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e

 

begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)

Mutatie Miljoenennota (incl. ISB, NvW en amendementen)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Verplichtingen

0

37.678

  • - 
    37.678

0

0

Uitgaven

0

37.678

  • - 
    37.678

0

0

 

Prijsbijstelling

0

23.923

  • 23.923
   

Loonbijstelling

0

22.127

  • 22.127
   

Onvoorzien

0

  • 8.372

8.372

   
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Er zijn geen mutaties bij het artikel «Nog onverdeeld».

5 Agentschappen

5.1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 26 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

 
 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting
  • (2) 
    Mutaties 1e suppletoire begroting
  • (3) 
    Mutaties 2e suppletoire begroting
  • (4) 
    = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

Baten

-Omzet

772.836

204.846

51.902

1.029.584

waarvan omzet moederdepartement

351.480

177.914

51.902

581.296

waarvan omzet overige departementen

386.137

28.459

0

414.596

waarvan omzet derden

35.219

  • - 
    1.527

0

33.692

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

772.836

204.846

51.902

1.029.584

Lasten

 

Apparaatskosten

757.779

204.846

51.902

1.014.527

-Personele kosten

415.682

66.872

9.362

491.916

waarvan eigen personeel

326.360

26.504

5.987

358.851

waarvan inhuur externen

65.526

40.368

14.106

120.000

waarvan overige personele kosten

23.796

0

  • - 
    10.731

13.065

-Materiële kosten

342.097

137.974

42.540

522.611

waarvan apparaat ICT

3.496

0

0

3.496

waarvan bijdrage aan SSOS

176.941

6.900

0

183.841

waarvan overige materiële kosten

161.660

131.074

42.540

335.275

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

14.557

0

0

14.557

-Materieel

557

0

0

557

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

557

0

0

557

-Immaterieel

14.000

0

0

14.000

Overige lasten

500

0

0

500

waarvan dotaties voorzieningen

500

0

0

500

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

772.836

204.846

51.902

1.029.584

 

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

 

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Toelichting op de baten Omzet moederdepartement

De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 51,9 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 28,0 mln. Dit betreft aanvullende opdrachten voor de "corona regelingen": Tegemoetkoming Vaste Lasten (19,7 mln), Tijdelijke subsidieregeling Evenementen (€ 1,2 mln) en Omscholing naar kansrijke beroepen in techniek en ICT (€ 1,4 mln). Daarnaast ook voor Netherlands Foreign Investment Agency (€ 2,2 mln), SBIR cybersecurity (€ 1,5 mln), Impul-saanpak Winkelgebieden (€ 1,0 mln) en overige regelingen (€ 1,0 mln).
  • De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) stijgt met € 12,9 mln. De begroting is verhoogd om deze in lijn te brengen met de jaaropdracht 2021. Daarnaast is er een stijging van € 1,1 mln voor de subsidie van verduurzaming MKB.
  • De opdracht aan de Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is met € 3,0 mln toegenomen.
  • De opdracht voor de Directie Chief Economist neemt toe met € 1,4 mln. Dit komt onder andere door aanvullende opdracht Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.
  • De opdracht voor Overig neemt toe met € 6,6 mln. De begroting is verhoogd om in lijn te brengen met de opdracht Inkoop Uitvoering Centrum (IUC).

Omzet overige departementen & omzet derden

De omzet overige departementen en omzet derden kennen geen mutatie ten opzichte van de 1e suppletoire begroting.

Bijzondere baten

Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2021 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.

Toelichting op de lasten

De lasten stijgen met € 51,9 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 9,4 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 6,0 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 14,1 mln) zijn geraamd. De overige personele kosten dalen met € 10,7 mln, grotendeels veroorzaakt door een lagere uitputting van reiskosten. De materiële kosten nemen toe met (€ 42,5 mln). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt daardoor tot een stijging van € 42,5 mln aan overige materiële kosten. De bijdrage aan Shared Service Organisaties kent geen mutaties.

 

Tabel 27 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 
  • (1) 
    Vastgestelde begroting
  • (2) 
    Mutaties 1e suppletoire begroting
  • (3) 
    Mutaties 2e suppletoire begroting
  • (4) 
    = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd
  • 1. 
    Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

112.718

  • - 
    24.525

20.892

109.085

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

772.836

347.999

  • 91.251

1.029.584

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

  • 758.279
  • 342.798

86.050

  • 1.015.027
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

14.557

5.201

  • - 
    5.201

14.557

Totaal investeringen (-/-)

  • 29.200
  • 14.900

18.200

  • 25.900

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • - 
    29.200
  • - 
    14.900

18.200

  • - 
    25.900

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

  • 30.223
  • 30.223

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

  • 14.606
  • 1.504

4.364

  • 11.746

Beroep op leenfaciliteit (+)

29.200

14.900

  • 18.200

25.900

  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

14.594

13.396

  • - 
    44.059
  • - 
    16.069
  • 5. 
    Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

112.669

  • - 
    20.828
  • - 
    10.168

81.673

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is in lijn gebracht met de mutaties tot en met de 2e suppletoire begroting. De investeringen blijven iets achter ten opzichte van de begroting. Er heeft een uitkering van € 30,2 mln plaatsgevonden aan het moederdepartement in het kader van afroming van het eigen vermogen.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 975 XIII, nr. 2 36


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.