Aan de vaste Kamercommissies - Brief commissie voor de Rijksuitgaven over verbetering onderbouwingsinformatie wets- en beleidsvoorstellen en mogelijkheid hierop wetenschappelijke toets uit te voeren - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Officiële titel | Aan de vaste Kamercommissies - Brief commissie voor de Rijksuitgaven over verbetering onderbouwingsinformatie wets- en beleidsvoorstellen en mogelijkheid hierop wetenschappelijke toets uit te voeren |
---|---|
Documentdatum | 22-11-2021 |
Publicatiedatum | 22-11-2021 |
Commissie(s) | de Rijksuitgaven (RU) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
fW G G Cl 6 KS DTI G T Commissie Rijksuitgaven
DER STATEN-GENERAAL
Aan de vaste Kamercommissies
Plaats en datum: Den Haag, 22 november 2021
Betreft: Verbetering onderbouwingsinformatie wets- en beleidsvoorstellen en mogelijkheid
hierop wetenschappelijke toets uit te voeren Ons kenmerk: 2021Z20870/2021D44509
Geachte voorzitters van de vaste Kamercommissies,
Sinds de herziening van het Reglement van Orde in het voorjaar van 2021 waakt de heropgerichte commissie voor de Rijksuitgaven namens de Kamer over de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de inning en besteding van collectieve middelen. Zij kan daarbij voortbouwen op het werk dat hiervoor inde commissie Financiën is verricht, onder meer rond de naleving van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet. Dat artikel schrijft voor dat voorstellen, voornemens en toezeggingen een toelichting dienen te bevatten waarin wordt ingegaan op:
-
a.de doelstellingen, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die worden nagestreefd;
-
b.de beleidsinstrumenten die worden ingezet;
-
c.de financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, de financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren.
In 2020 is het kabinet in reactie op een rapport1 van de rapporteurs Inzicht in Kwaliteit een pilot gestart waarin deze informatie op uniforme wijze werd toegevoegd in een bijlage bij Kamerbrieven, dan wel herkenbaar werd opgenomen in de Memorie van Toelichting bij wetsvoorstellen. Na een evaluatie van deze pilot is de bijlage op 1 november 2021 opgevolgd door een uniform kader in beleidsbrieven2. Bij wetsvoorstellen wordt gekozen voor herkenbare kopjes in de Memorie van Toelichting.
Beleidskeuzes uitgelegd
Het kader in beleidsbrieven krijgt de titel 'Beleidskeuzes uitgelegd' en omvat de volgende onderdelen:
Doel(en) |
Iwelke doelen worden nagestreefd met het voorstel in termen van Ibeoogde prestaties en effecten? |
Beleidsinstrument(en) |
Welke beleidsinstrumenten worden ingezet om deze doelen te |realiseren? |
Financiële gevolgen voor het Rijk |
Welke financiële gevolgen heeft het voorstel voor de | Rijksbegroting? |
Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren |
Welke financiële gevolgen heeft het voorstel voor maatschappelijke |sectoren (als van toepassing)? |
Nagestreefde doeltreffendheid |
|Op welke wijze en in welke mate wordt verwacht dat het |
1 Kamerstuk 31865, nr. 152
2 Kamerstuk 31865, nr. 198
Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
-
T.070-3182211
beleidsinstrumentarium gaat bijdragen aan de beoogde prestaties |en effecten? (beknopte beleidstheorie) |
|
Nagestreefde doelmatigheid |
Waarom is het voorgestelde instrumentarium een efficiënte manier |om de beoogde prestaties en effecten te bereiken? |
Evaluatieparagraaf |
|Hoe wordt het voorstel gemonitord en geëvalueerd? |
Elke brief waarin beleid wordt aangekondigd met financiële gevolgen > 20 miljoen euro in enig jaar dient voorzien te zijn van dit kader. Waar beleid over meerdere brieven aan de Kamer verder wordt uitgewerkt, kan de informatie de eerste keer incompleet zijn en wordt deze later aangevuld. Met de laatste regel wordt uitvoering gegeven aan de motie-Van Weyenberg/Dijkgraaf over het standaard opnemen van een evaluatieparagraaf in de toelichting bij wetsvoorstellen.3
Wetenschapstoets
Als Kamerleden kunnen wij ons voordeel doen met de geboden informatie bij de behandeling van een beleids- of wetsvoorstel. Een goede onderbouwing vooraf is essentieel voor een zinvolle monitoring van beleid nadat het is ingezet en is voor een gedegen evaluatie achteraf. Wanneer wij hier voorafgaand aan het inzetten van beleid aandacht aan besteden, kan zich dat later terugbetalen met nuttige inzichten die ons helpen bij de keuze om dat beleid al dan niet voort te zetten.
Om ons daarbij te helpen, is binnen het samenwerkingsverband Parlement & Wetenschap de 3.1CW-wetenschapstoets toegevoegd aan het kennisinstrumentarium van de Kamer. Met de onderbouwingsvereisten uit artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet kan binnen een tijdsbestek van vier weken een wetenschappelijke toets worden uitgevoerd op de onderbouwing van een voorstel, zodat de Kamer dit kan betrekken in de behandeling. Enkele Kamercommissies hebben reeds ervaring opgedaan met deze toetsmethode en na een evaluatie is besloten hiermee door te gaan.
Leden kunnen bij de commissiestaf aangeven dat zij een wetenschapstoets willen laten uitvoeren bij een concreet voorstel, waarna dit voorstel aan de commissie wordt voorgelegd, die ter begeleiding rapporteurs kan benoemen. Wetenschappers worden vervolgens aangezocht door Parlement & Wetenschap, in samenspraak met de rapporteurs. Na afronding kunnen de wetenschappers hun bevindingen in een openbare technische briefing toelichten aan de commissie. Wetenschapstoetsen bij aangekondigde, maar nog niet ingediend voorstellen kunnen eveneens worden opgenomen in de kennisagenda van de commissie.
Als fungerend voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven hoop ik dat uw commissies hun voordeel doen met zowel de aangekondigde verbeteringen in de weergave van onderbouwingsinformatie als de mogelijkheid om wetenschappers hierop mee te laten kijken. Graag ben ik bereid een korte toelichting te verzorgen in uw procedurevergaderingen. Mocht uw commissie voorts ervaringen opdoen waaruit suggesties volgen ter verbetering van deze instrumenten, schroom dan niet om deze met mij te delen.
Hoogachtend,
de fungerend voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
J.C. Sneller
de griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,
-
M.Schukkink
3 34725, nr. 8
Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
-
T.070-3182211