Record aan diggelen: kabinetsformatie 2021 is nu officieel de langste ooit
DEN HAAG (PDC) - De kabinetsformatie van 2021 is nu officieel de langste kabinetsformatie uit de Nederlandse politieke geschiedenis. Het oude record, dat dateert uit 2017 toen kabinet-Rutte III1 na 225 dagen aantrad, is vandaag op dag 226 van de kabinetsformatie verbroken.
Informateurs Remkes2 en Koolmees3 brachten de afgelopen dagen door op Landgoed De Zwaluwenberg te Hilversum met de onderhandelingsteams. VVD, D66, CDA en ChristenUnie begonnen op 5 oktober jl. aan deze inhoudelijke formatieronde. Het is nog onduidelijk wanneer er wel zicht is op een doorbraak in de formatie, die op 18 maart al startte.
Sinds 1946 duurden kabinetsformaties na verkiezingen gemiddeld 94 dagen (tussenkabinetten buiten beschouwing gelaten). De snelste formatie was die van kabinet-Drees I4: dat kabinet kwam in 1948 al na 31 dagen na verkiezingen tot stand.
Top 3 langzaamste formaties na de verkiezingen:
Jaar |
Uiteindelijk kabinet |
Dagen vanaf verkiezingen |
Dagen vanaf eerste (in)formateur/verkenner |
---|---|---|---|
2021 |
? |
226 |
225 |
2017 |
225 |
211 |
|
1977 |
208 |
201 |
Dat het sneller kan bewijzen de 3 snelste formaties na de verkiezingen:
Jaar |
Uiteindelijk kabinet |
Dagen vanaf verkiezingen |
Dagen vanaf eerste (in)formateur/verkenner |
---|---|---|---|
1948 |
31 |
25 |
|
1946 |
48 |
37 |
|
1967 |
49 |
35 |
Bron: PDC
- 1.Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de tot dan langste formatie sinds 1945 tot stand. Zeven maanden na de verkiezingen van 15 maart 2017 stond er een opvolger van het kabinet-Rutte II op het bordes. Voor premier Mark Rutte was het de derde keer dat hij een kabinet leidde. Het kabinet bood op 15 januari 2021 ontslag aan, vanwege de harde conclusies van het parlementair onderzoek kinderopvangtoeslag. Hiermee werd het kabinet, en de leden hiervan, demissionair. Deze demissionaire periode zou 360 dagen duren, een record.
- 2.Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.
- 3.Wouter Koolmees (1977) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 mei 2020 was hij tevens (tweede) viceminister-president. Van 17 juni 2010 tot 26 oktober 2017 was de heer Koolmees Tweede Kamerlid voor D66. Hij was toen financieel woordvoerder en vicefractievoorzitter. Na zijn studie werd de heer Koolmees economisch onderzoeker en daarna ambtenaar op het ministerie van Financiƫn en laatstelijk hoofd begrotingsbeleid bij het directoraat-generaal van de Rijksbegroting. Sinds 1 november 2022 is het president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
- 4.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 1948 kwam een coalitie van KVP, PvdA, CHU en VVD tot stand onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees. In het kabinet zaten naast de ministers uit de coalitiepartijen ook twee partijloze ministers. Er was geen formele binding van de fracties aan een regeringsprogramma, maar die hadden wel daarmee ingestemd. Het kabinet volgde vanaf 7 augustus 1948 het kabinet-Beel I op.
- 5.Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
- 6.Het eerste kabinet-Beel I werd gevormd na de verkiezingen van 1946, de eerste verkiezingen na de oorlog. Het bestond uit ministers van KVP en PvdA, alsmede drie partijloze bewindslieden en was de opvolger van het kabinet-Schermerhorn/Drees. Minister-president Beel was afkomstig uit de KVP. Het kabinet-Beel was het eerste van de rooms-rode kabinetten. Tot 1958 zouden KVP en PvdA blijven samenwerken als regeringspartijen.
- 7.Het kabinet-De Jong regeerde aan het einde van de roerige jaren zestig. Er was tijdens deze kabinetsperiode veel onrust in de maatschappij onder meer als gevolg van de democratiseringsgolf bij universiteiten en hogescholen. Ook vrouwen, dienstplichtigen en werknemers vroegen om hervormingen en in 1970 was er een groot loonconflict met de vakbeweging.