BWBR0045731 NL - wet
Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek Boek 2 (evenwichtiger maken verhouding aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen) - Hoofdinhoud
Deze wet werd op 29 september 2021 ondertekend en op 26 oktober 2021 gepubliceerd (Stb. 2021, 495).
Inhoudsopgave
-
35628 - Evenwichtiger maken van verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in bestuur en de RvC van grote naamloze en besloten vennootschappen
inwerkingtreding: 01-01-2022, 01-01-2030
Ingelogde gebruikers zien hier de in werking getreden en de nog niet in werking getreden wijzigingen van deze wet, alsmede de nog bij de Tweede of de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstellen die deze wet beogen te wijzigen.
Wet van 29 september 2021 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen evenwichtiger te maken en dat daartoe Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 2.]
Artikel II
Vijf jaar na inwerkingtreding wordt deze wet geëvalueerd.
Artikel IIb
In onderdelen B en D van artikel I zijn de voorgestelde artikelen 166 lid 4 en 276 lid 4 van toepassing op boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari van het jaar waarin deze wet in werking treedt.
Artikel III
-
-1 Deze wet, met uitzondering van artikel IIA, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en vervalt acht jaar na de datum van inwerkingtreding van de wet.
-
-2 Artikel IIA treedt in werking acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te
’s-Gravenhage, 29 september 2021
Willem-Alexander
De Minister voor Rechtsbescherming,
-
S.Dekker
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Uitgegeven de zesentwintigste oktober 2021
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
-
tekst van de regeling
Met in- en uitklapbare inhoudsopgave.
-
wetstechnische informatie, incl. relatie met andere regelgeving (wetten.overheid.nl)
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd, beleidsregels en circulaires die deze regeling als wettelijke bevoegdheid hebben, artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar deze regeling.