Voorstel van wet - Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35905 - Ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering voor het jaar 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering voor het jaar 2022; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 06-09-2021 |
Publicatiedatum | 06-09-2021 |
Nummer | KST359052 |
Kenmerk | 35905, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
35 905
Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering voor het jaar 2022
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het bedrag van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering ongewijzigd te laten voor het jaar 2022;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In artikel 19, zevende lid, van de Zorgverzekeringswet wordt «de jaren 2019, 2020 en 2021» vervangen door «de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022».
Artikel III van de wet van 26 september 2018 tot wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en met het jaar 2021 (Stb. 2018, 337) vervalt.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
kst-35905-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 905, nr. 2 2