CDA: ‘Gelukkig dat EU-landbouwakkoord er ligt’ - Hoofdinhoud
Nadat eind mei de onderhandelingen over het gemeenschappelijk EU-landbouwbeleid (GLB) vastliepen, werd vandaag een trialoogakkoord tussen Europees Parlement en de EU-lidstaten bereikt. “Gelukkig dat er nu eindelijk een GLB-akkoord ligt”, reageert Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA). Ze werkte in haar EVP-Fractie in het Parlement de afgelopen jaren op het dossier nauw samen met de Duitse hoofdonderhandelaar Peter Jahr. “Dit resultaat blijft natuurlijk een compromis. De uitvoering van de duurzaamheidseisen voor de inkomenssteun zal een hele uitdaging worden voor Nederlandse boeren en tuinders”, benadrukt de CDA-politica. “Desondanks biedt dit akkoord noodzakelijke financiële zekerheid en het toekomstperspectief dat de landbouwsubsidies, met aandacht voor verduurzaming en innovatie, behouden blijven. Bijna de helft van onze melkveehouders en een groot deel van de akkerbouwers zouden zonder GLB-subsidies een negatief inkomen hebben.” Voor het CDA is het essentieel dat het nieuwe GLB vanaf 2023 het behoud van agrarische familie- en gezinsbedrijven, jonge boeren en regionale voedselzekerheid blijft garanderen.
Volgens Schreijer-Pierik komt het er nu op aan dat de Nederlandse overheden bij de tenuitvoerlegging van de voorschriften en van het nationaal strategisch plan rekening houden met de eigen specifieke nationale omstandigheden, zoals de vele sloten in het landbouwareaal en de hoge grondprijzen in ons land. “Op dit punt heb ik de afgelopen maanden stevig politiek gedrukt richting de onderhandelaars, onder meer op het punt van braaklegging en vanggewassen.”
Boeren kunnen in het nieuwe GLB voortaan deelnemen aan ecoregelingen op gebied van biodiversiteit, klimaat, water en dierenwelzijn. Hiervoor reserveren lidstaten en Parlement in het akkoord 25 procent van de begroting voor directe betalingen aan boeren. “Met mijn Zuid-Tiroler collega Dorfmann heb ik in een parlementsresolutie in 2017 al gepleit voor dergelijke ecoregelingen in de eerste pijler. Vanaf 2023 is het eindelijk zo ver! De grootste opgave is het om deze ecoregelingen en groenblauwe ecosysteemdiensten, zoals agrarisch natuur-, koolstof- en waterbeheer, samen uit te bouwen tot een écht verdienmodel voor boerengezinsbedrijven”, benadrukt Schreijer-Pierik. Europese regeringsleiders besloten vorig jaar om de hoogte van landbouwsubsidies gelijk te trekken, hetgeen nadelig uitpakt voor Nederlandse boeren. “Je kunt immers niet aan de ene kant veel meer eisen aan boeren stellen, terwijl je aan de andere kant de inkomenssteun laat dalen. Boerengezinsbedrijven vragen om meer en groener te doen, terwijl ze minder krijgen of rood staan, is de omgekeerde wereld”, benadrukt de CDA-politica. Er ligt volgens Schreijer een zware verplichting op het landbouwministerie in Den Haag en op de provincies om voldoende toegankelijke ecoregelingen op te stellen én vervolgens voor boeren financieel aantrekkelijker te maken door er aanvullende prestatiebeloningen aan te koppelen.
Inkomenssteun moet naar agrarische familiebedrijven gaan. “Hoewel ontoereikend op dit punt door de uitzonderingsclausule in het begrotingsakkoord van de EU-regeringsleiders in juli 2020, vermindert dit landbouwakkoord wel de mate waarín enorme sommen landbouwsubsidies blijven vloeien naar de zakken van oligarchen, miljardairs, grondspeculanten of multinationals”, aldus Schreijer-Pierik. “Er zal méér naar kleine en middelgrote gezinsbedrijven gaan. Als Parlement blijven we de Tsjechische liberale premier Andrej Babiš en andere oligarchen bovendien op de hielen zitten.”