Achtergrond: afsplitsingen bij eenmansfracties

vrijdag 7 mei 2021, 13:30

De breuk van een eenling in de Eerste of Tweede Kamer met de eigen partij is niet uniek. Dat kwam tot nu toe vijf keer voor, waarvan tot gisteren echter slechts één keer in de Tweede Kamer.

Bij het enige geval in de Tweede Kamer ging het om Hans Janmaat1. Deze partijleider van de Centrumpartij2 werd in oktober 1984 geroyeerd door zijn partij, nadat hij door een nieuw partijbestuur was beschuldigd van financieel wanbeheer. Hij meldde dit aan de Kamervoorzitter en bleef tot juni 1986 lid als zelfstandige eenmansfractie.

In de Eerste Kamer was er in 1978 een eerste geval van afsplitsing door een eenmansfractie. In februari dat jaar stapte eenling Bertus Maris3 uit de Boerenpartij, waarna hij in de Eerste Kamer anderhalf jaar verder ging als de eenmansfractie-Maris.

AOV-oprichter en Eerste Kamerlid Martin Batenburg4 werd in september 1997 niet gekozen tot adviseur van het partijbestuur en dat was voor hem reden om de partij te verlaten. Vanaf april 1998 vormde hij daarna nog ruim een jaar een onafhankelijke eenmansfractie. De in 1995 eveneens namens het AOV gekozen Jan Hendriks5 vormde direct een eigen fractie. In 1998 stapte hij over naar de CDA-fractie.

Kort voor de Eerste Kamerverkiezingen van 2015 kwam het tot een conflict tussen Kees de Lange6 en de OSF7. De Lange was in 2011 lid van 50PLUS, maar in 2012 kwam het tot een breuk met die partij. Hij was in 2011 echter namens de OSF tot Eerste Kamerlid gekozen. Ook daar eindigde ruzie in een breuk en ging de Lange verder als Fractie-De Lange8.

Afsplitsing direct na verkiezingen kwam ook eerder voor, maar ook dat gebeurde in de Eerste Kamer. Het betrof SP'er Düzgün Yildirim9. Hij was dankzij voorkeurstemmen (waaronder die van hemzelf) tot Eerste Kamerlid gekozen en de SP vroeg hem zijn zetel niet in te nemen. Toen hij dat weigerde, werd hij geroyeerd. Hij behield echter wel zijn zetel.

Afsplitsingen ontstaan vrijwel altijd na een conflict, al verschilt de aard daarvan. Het kan gaan om onvrede met de koers van de partij, maar ook om persoonlijke tegenstellingen. Verder waren er conflicten met het partijbestuur en in de (eigen) fractie.

Het verschijnsel afsplitsing bestaat al zolang er (sinds eind 19e eeuw) georganiseerde verbanden (Kamerclubs en fracties) in het parlement zijn. Zelfs de katholieke voorman Herman Schaepman10 verbleef enige tijd buiten de katholieke Kamerclub (=fractie). Een toen bekende dissident was voorts, A.P. Staalman11, die zich afscheidde van de antirevolutionaire Kamerclub, uit onvrede over het beleid van het kabinet-Kuyper12.

De Tweede Kamer hanteert tegenwoordig een strikte regel voor wat als afsplitsing wordt gezien. Uitgangspunt is de fractie zoals die na de verkiezingen wordt gevormd door de personen die via dezelfde kandidatenlijst zijn gekozen. Daarom geldt het vertrek van Liane den Haan13 ook als afsplitsing.

Meer over ...

  • Afsplitsingen fracties Tweede Kamer
  • Afsplitsingen in de Eerste Kamer

  • 1. 
    Extreem-rechts politicus, die met leuzen als 'Eigen Volk Eerst' en 'Vol=Vol' enkele keren Kamerzetels veroverde. Leider van de Centrumpartij en de Centrum-Democraten. Was voor hij in de politiek kwam onder meer leraar maatschappijleer aan een katholieke school. Door zijn weinig charismatische uitstraling bleef hij een onbetekenende factor in de Nederlandse politiek en in de Tweede Kamer stond hij volstrekt geïsoleerd. Kwam diverse malen in aanraking met justitie vanwege discriminerende uitspraken.
     
  • 2. 
    De CP, later CP'86 genoemd, was een extreemrechtse partij. De partij werd opgericht in 1980 als afsplitsing van de Nederlandse Volksunie (NVU).
     
  • 3. 
    Jurist en ondernemer die eerst de Boerenpartij in de Eerste Kamer vertegenwoordigde en later als onafhankelijke optrad. Politieke 'nomade' ter rechterzijde. Na zijn vertrek bij de Boerenpartij sloot hij zich aan bij de Conservatieve Volkspartij en weer later bij het Algemeen Ouderen Verbond. Zat voor die laatste partij in de Utrechtse Staten, maar was vanaf 1997 met onder meer Batenburg actief in het Nieuw Solidair Ouderen Verbond.
     
  • 4. 
    Oprichter, voorzitter en senator van het Algemeen Ouderen Verbond (AOV). Was geruime tijd personeelschef, onder meer bij Philips in Eindhoven. Werd na zijn pensionering politiek actief. Was korte tijd succesvol met zijn ouderenpartij, maar door ruzies viel die partij spoedig uiteen. Kwam op 76-jarige leeftijd in de Eerste Kamer. Speelde een doorslaggevende rol bij de afwijzing van het correctief referendum. Zijn laatste jaar in de Eerste Kamer vormde hij de eenmansfractie 'Martin Batenburg' en na zijn vertrek als senator werd hij lid van het CDA.
     
  • 5. 
    Correcte en sportieve voormalige Luchtmachtofficier, die in 1995 voor het AOV in de Eerste Kamer kwam. Bij de breuk in het Ouderenverbond in 1995 koos hij de zijde van Jet Nijpels en hij sloot zich dan ook aan bij de partij Senioren 2000. In het voorjaar van 1998 stapte hij echter over naar het CDA, waarna hij defensiewoordvoerder van de CDA-Eerste Kamerfractie werd.
     
  • 6. 
    Gepensioneerde hoogleraar scheikunde aan de Vrije Universiteit, die in 2011 voor OSF in de Eerste Kamer kwam. Hield zich in de Eerste Kamer met vele onderwerpen bezig. Was als OSF'er tevens nauw verbonden met 50PLUS, waarvan hij bestuurder was, tot het in 2012 na een conflict met Jan Nagel tot een breuk kwam. Kort voor de verkiezingen van 2015 brak hij ook met de OSF, waarna hij als zelfstandige eenmansfractie doorging. Een rol als eenling leek voor hem, als wetenschapper en onafhankelijk denker, ook het best passend. Bij interrupties moest de Voorzitter hem geregeld vragen enige bondigheid in acht te nemen. Was in 2009-2011 tevens voorzitter van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen.
     
  • 7. 
    De Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) was een landelijk samenwerkingsverband van regionale partijen. De partij werd opgericht in 1999 en zetelde tot 2023 in de Eerste Kamer. In 2020 is de naam van de partij opgegaan in OPNL (Onafhankelijke Politiek Nederland).
     
  • 8. 
    De fractie-De Lange ontstond op 19 mei 2015, drie weken voor het einde van de zittingsperiode van de Eerste Kamer, nadat OSF-senator Kees de Lange de OSF had verlaten uit onvrede over een mogelijke band tussen de OSF en de provinciale partij van de in opspraak geraakte politicus Van Rey.
     
  • 9. 
    Als SP'er gekozen Eerste Kamerlid, dat na royement een onafhankelijke fractie vormde. Hij werd in 2007 met voorkeurstemmen gekozen via de lijst van de SP en claimde zijn recht om de zetel te behouden. Daarvoor was hij fractievoorzitter van de SP in Provinciale Staten van Overijssel, een fractie die in belangrijke mate had bijgedragen aan zijn verkiezing tot senator. Werkte als beleidsadviseur bij diverse grote gemeenten en als adviseur van de Politie-academie. Richtte na zijn breuk met de SP de partij Solidara op. Van Turkse afkomst. Had met wat moeizaam uitgesproken speeches een beperkte rol in de Senaat.
     
  • 10. 
    Priester, dichter en dé grote voorman van de katholieken aan het einde van de negentiende eeuw. Werd in 1880 als eerste priester Tweede Kamerlid. Ontwierp een politiek programma en sloot een verbond met de antirevolutionairen (de 'Coalitie') van Kuyper. Stond in eigen kring lange tijd nogal geïsoleerd, omdat hij veel progressiever en socialer was dan zijn geloofsgenoten (veelal industriëlen) in de Kamer. Steunde de kiesrechtuitbreiding, invoering van de leerplicht en afschaffing van de plaatsvervanging bij het leger. Pas in 1901 werd hij fractievoorzitter. Was hoogleraar aan het Seminarium te Rijsenburg. Boeiende en geestige spreker met een levendige voordracht. Ook een goed schrijver. In de omgang gezellig, goedlachs, praatgraag, en met iedereen op goede voet.
     
  • 11. 
    Dissident antirevolutionair Tweede Kamerlid, dat uiteindelijk brak met de ARP en een nieuwe partij, de CDP, oprichtte. Werkzaam in Den Helder onder meer als boekhandelaar en uitgever van een kritisch blad. In de Tweede Kamer dé belangenbehartiger van dienstplichtigen en van het lagere marinepersoneel. Zette zich ook in voor de vissersweduwen. Keerde zich in 1902 tegen het kabinet-Kuyper. Voerde in 1917 in het district Den Helder een felle verkiezingsstrijd met de jeugdige P.J. Oud, die hem toen versloeg. In de periode 1918-1922 Tweede Kamerlid voor de CDP. Sociaal voelend man, die prikkelend kon optreden en zichzelf 'een echte jongen van het volk' noemde.
     
  • 12. 
    Het coalitiekabinet-Kuyper werd gevormd na de overwinning van de rechtse partijen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1901. Rooms-katholieken, Antirevolutionairen, Vrije antirevolutionairen en Christelijk-Historischen haalden daarbij samen 57 zetels. De twee laatstgenoemde groeperingen bleven echter buiten het kabinet. Tot 1904 had het kabinet geen meerderheid in de Eerste Kamer. Na de verwerping van de Hoger-onderwijswet in 1904 ontbond het kabinet de Eerste Kamer. De verkiezingen bezorgden het kabinet-Kuyper alsnog een meerderheid in de Senaat.
     
  • 13. 
    In 2021 de verrassende lijsttrekker van 50PLUS, die echter twee maanden na haar verkiezing met die partij brak en als eenpersoonsfractie verder ging. Zij werkte eerder als manager en adviseur op het gebied van personeelswerving, was directeur van COC Nederland en directeur-bestuurder van ouderenorganisatie ANBO. Voorts zat zij in de Sociaal-Economische Raad en was zij gemeenteraadslid voor Progressief Woerden. Als Kamerlid pleitbezorger van de belangen van ouderen en van mensen met een beperking. Vond het politieke bedrijf te populistisch. Vanaf 1 november 2023 bekleedde zij een bestuursfunctie in een instelling voor kwetsbare ouderen.