Europa zet een veel te lage standaard voor AI - Hoofdinhoud
Door Paul Tang op 21 april 2021 Delen
Deze middag presenteert de Europese Commissie de eerste grootschalige wetgeving ter wereld voor Artificiële Intelligentie (AI). Na het zetten van een wereldwijde standaard voor databescherming, wil de Europese Unie dat nu doen voor AI. Die standaard is echter veel te laag.
Een wettelijke basis en een Europese standaard is cruciaal, want AI is een belangrijke motor voor innovatie. De motor kan echter alleen draaien als de passagiers beschermd zijn tegen ongelukken. De Commissie laat te veel ruimte voor zaken als discriminatie, biometrische identificatie en ‘deepfakes’.
De Europese wet die nu op tafel ligt, verbiedt schadelijke toepassingen van AI binnen de EU en legt transparantie- en gedragseisen op aan potentieel schadelijke AI-toepassingen. Hierbij kan je denken aan systemen die tot mentale en fysieke schade kunnen leiden, inspelen op kwetsbare groepen, zogenaamde ‘social scoring’ toestaan en automatische gezichtsherkenning toepassen.
Wetgeving die het gebruik van AI in goede banen moet leiden is een goede zaak, maar de Commissie had verder moeten gaan. De wet laat te veel ruimte aan de overheid en het bedrijfsleven om effectief schadelijke AI te voorkomen.
De Europese Commissie legt een lat, maar nog te laag. De technologie ontwikkelt zich in sneltreinvaart, en we moeten als maatschappij dus waakzaam zijn. Vooringenomenheid in datasets kan leiden tot discriminatie, gezichtsherkenning schaadt onze privacy en toepassingen als ‘deepfakes’ zijn zelfs een gevaar voor onze democratie. We moeten daar veel strenger op toezien.
Wetsvoorstellen worden na presentatie door de Europese Commissie toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Zij zijn nu aan zet om de voorstellen te beoordelen en te behandelen. Ik ben nauw betrokken bij het wetsvoorstel en zal amendementen indienen.