Het einde van politieke levens: een boeiend onderwerp. Een recensie over het boek 'Slotakkoord'
Afscheid nemen na een mooie carrière is moeilijk, zeker als het om het politieke bedrijf gaat. In Slotakkoord komen bijzondere manieren van afscheid nemen door politieke kopstukken aan bod. Stuk voor stuk geschreven door de grootste autoriteiten op dat gebied. En allemaal letten ze op de menselijke kant van de politiek. Hoe werden politieke overtuigingen bijvoorbeeld gemengd met persoonlijke emoties? Een greep uit de besproken politici: Gijs van Hall1, Willem Treub2, Hilda Verwey-Jonker3, Hans Janmaat4 en Ruud Lubbers5.
'Slotakkoord: Het einde van politieke levens' - een recensie
Toen ik de inhoud van het boek 'Slotakkoord. Het einde van politieke levens' onder ogen kreeg, had ik eerlijk gezegd zo mijn twijfels. De negentiende eeuwse 'minister' Alexander Gogel6 en Hilda Verwey-Jonker of koningin Wilhelmina en Dirk Donker Curtius7: passen die wel in een boek over afscheidnemende 'politici'?
Met een goede inleiding door Henk te Velde en aardig geschreven 'portretten' wordt het allemaal veel aanvaardbaarder en begrijpelijker. Afscheid nemen van de politiek vindt nu eenmaal op diverse wijzen plaats en verschillen en overeenkomsten zichtbaar maken, kan eigenlijk alleen aan de hand van schetsen van heel diverse personen.
Dan nog kun je vraagtekens zetten bij de keuze van sommigen daarvan. Zo is het de vraag of je bij Hilda Verwey-Jonker en a fortiori bij koningin Wilhelmina wel van een politiek leven kunt spreken. Over Maarten van de Goes stelt de auteur zelf de vraag of dat wel een politicus was.
De vragen daarover zijn nog sterker dan het niet beschreven afscheid van sommige anderen. Overigens begrijp ik uiteraard dat een beroep werd gedaan op auteurs van recente biografieën en dat dit de keuze mede heeft bepaald. Maar bijvoorbeeld het afscheid van Biesheuvel8 (over wie ook een mooie biografie is verschenen) had niet misstaan.
Met die kanttekeningen is het niettemin een lezenswaardig en zelfs verrassend boek, met terechte aandacht voor persoonlijke aspecten van afscheid nemen van de politiek. Van berusting en loyaliteit van Gogel tot verbittering bij Janmaat en van tragiek bij Gijs van Hall tot aanpassingsvermogen bij Treub.
Voor wie meent dat politici vooral bezig zijn met hun eigen loopbaan, is het goed een beeld te krijgen van 'afscheid'. Het kan inderdaad soms zo maar afgelopen zijn en dat is dan soms bepaald dramatisch. Vooral het vertrek van Lubbers als Hoge Vertegenwoordiger van de UNHCR (gekoppeld aan dat van dirigent Gatti) laat dat zien. En dat was eigenlijk diens tweede dramatische vertrek, na dat in 1994 uit de Haagse politiek.
Het boek 'Slotakkoord: Het einde van politieke levens' staat onder redactie van Diederick Slijkermans en Henk te Velde.
Meer over ...
- 1.PvdA-magistraat en senator uit een voorname Amsterdamse bankiersfamilie. Speelde in de oorlog met zijn broer Walraven een belangrijke rol bij de financiering van het verzet. Volgde in 1957 de populaire d'Ailly op als burgemeester van Amsterdam. Maakte zich onder meer sterk voor toevoeging van het Bijlmermeergebied aan Amsterdam. Wist in de roerige jaren zestig niet goed om te gaan met de gezagsproblemen die ontstonden door het optreden van Provo. Na het rumoer rond het huwelijk van prinses Beatrix en de bouwvakkersrellen in 1966 werd hij begin 1967 eervol ontslagen. Gold als een regent-oude-stijl met hart voor de stad, die tamelijk afstandelijk optrad. In de Eerste Kamer woordvoerder financiën van zijn fractie.
- 2.Vooraanstaand liberaal politicus uit het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Hoogleraar economie in Amsterdam. Behoorde aanvankelijk tot de Radicalen en werd in 1904 Tweede Kamerlid voor de VDB, waarmee hij later echter brak. In 1913 minister in het kabinet-Cort van der Linden. Bezat uitstekende organisatorische kwaliteiten en zorgde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een voortvarend financieel-economisch beleid. Trad in 1916 af vanwege een conflict over het staatspensioen, maar keerde in 1917 weer terug. Werd in 1918 Tweede Kamerlid voor de Economische Bond, een liberale partij die een 'zakelijke' politiek voor stond. Voerde toen een sterk persoonlijke getinte verkiezingscampagne. Was nogal onberekenbaar; productief in denkbeelden, maar weinig resultaatgericht.
- 3.Onafhankelijke, intelligente en arbeidzame socialiste van vrijzinnigen huize. Sloot zich in haar studententijd aan bij de SDAP. Eerste vrouwelijke sociologe die promoveerde. Enige jaren lid van de Eerste Kamer, daarna vijftien jaar Kroonlid van de SER waar zij zich beter thuis voelde. Haar hele leven betrokken bij problemen van vluchtelingen. Feministe. Veelzijdige maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke activiteiten. Veelgevraagd spreekster en publiciste.
- 4.Extreem-rechts politicus, die met leuzen als 'Eigen Volk Eerst' en 'Vol=Vol' enkele keren Kamerzetels veroverde. Leider van de Centrumpartij en de Centrum-Democraten. Was voor hij in de politiek kwam onder meer leraar maatschappijleer aan een katholieke school. Door zijn weinig charismatische uitstraling bleef hij een onbetekenende factor in de Nederlandse politiek en in de Tweede Kamer stond hij volstrekt geïsoleerd. Kwam diverse malen in aanraking met justitie vanwege discriminerende uitspraken.
- 5.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 6.De belangrijkste en bekwaamste minister uit de Bataafs-Franse tijd. Was voor zijn ministerschap eigenaar van een handelshuis in Amsterdam. Kreeg in 1798 bestuursfuncties tijdens het radicale bewind en behield die onder latere, gematigder regeringen. Ontwierp als minister van Financiën het eerste landelijke (uniforme) belastingstelsel, dat in 1806 werd ingevoerd. Wist daardoor de inkomsten van het rijk sterk te laten toenemen. Stond in hoog aanzien bij Napoleon en diende onder hem als minister tijdens de inlijving door Frankrijk. Na het herstel van de onafhankelijkheid was zijn rol nagenoeg uitgespeeld en keerde hij terug naar de nijverheid.
- 7.Vooraanstaand liberaal politicus uit de jaren rond 1848. Haagse advocaat die als opposant optrad tegen het bewind van Willem I en Willem II. Pleitte onder meer in brochures en krantenartikelen voor invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid en voor een rechtstreeks gekozen parlement. In 1848 lid van de Grondwetscommissie-Thorbecke, waarvan hij de voorstellen - met steun van de koning - als minister van Justitie behendig door het overwegend conservatieve parlement loodste. Kwam later in gematigder vaarwater en vormde na de Aprilbeweging van 1853 met Van Hall, een vroegere politieke tegenstander, een kabinet. Energieke, spreekvaardigde, maar ook pragmatische wetgever.
- 8.Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.