Aanvullende vragen over geld voor bruine vloot ondernemers - Hoofdinhoud
Medio februari 2021 heeft de VVD al schriftelijke vragen gesteld over de regeling en het geld voor de bruine vloot ondernemers. De VVD vindt het de hoogste tijd dat er duidelijkheid komt. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris aangegeven pas eind tweede kwartaal 2021 een regeling te kunnen presenteren. De VVD is daar zeer, zeer teleurgesteld over. Het geld (15 miljoen euro) ligt al sinds september 2020 op de plank en het water staat de ondernemers aan de lippen. Daarom heeft de VVD nog weer aanvullende vragen gesteld, want volgens de VVD is de ergste nood er niet af bij deze ondernemers. De VVD vraagt onder andere of er mogelijkheden zijn voor het openen van een noodloket of een voorschot op de regeling, voor die ondernemers die het niet meer redden de komende tijd.
Vragen van de leden Aukje de Vries en Aartsen (beiden VVD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de steunmaatregelen voor de bruine vloot
-
1.Deelt u de teleurstelling dat de regeling voor de ondernemers van de bruine vloot pas eind tweede kwartaal 2021 gereed kan zijn? Wanneer was bekend dat een regeling pas eind tweede kwartaal 2021 gereed kon zijn?
-
2.Hoe is dit te rijmen met het bericht in de Flevopost van 11 februari 2021 waarin wordt gesteld dat er in maart een beslissing over de regeling voor de bruine vloot komt, en dus het college van Burgemeester en Wethouders van Lelystad in april een beslissing kan nemen over de liggelden? Is de staatssecretaris bereid in overleg te gaan met de meest betrokken gemeenten waar de bruine vloot schepen liggen over de liggelden, waarvoor gemeenten ook compensatie krijgen vanuit het compensatiepakket gemeenten? 1)
-
3.Hoe is de opmerking in de brief van 17 februari 2021 dat door de recente uitbreidingen ook al veel steun voor deze sector beschikbaar is zodat de ergste nood eraf is, te rijmen met het artikel in het Algemeen Dagblad van 17 februari 2021 “Historische zeilvloot met de ondergang bedreigd”, en de signalen van de ondernemers van de bruine vloot? Hoe staat de sector er financieel voor? Kunt u een uitgebreide onderbouwing geven van het feit dat “de ergste nood eraf is”? Zo nee, waarom niet? 2)
-
4.Het water staat veel ondernemers tot aan de lippen, bent u bereid om een noodloket te openen voor die ondernemers die het niet meer redden tot eind tweede kwartaal 2021? Zo nee, waarom niet? Is hier in een eerder stadium al naar gekeken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de afwegingen om dit niet te doen?
-
5.In hoeverre bent u bereid te kijken naar de mogelijkheid van een voorschot op de regeling? Is hier in een eerder stadium ook al naar gekeken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de afwegingen om dit niet te doen?
-
6.Heeft u in de afgelopen periode ook gekeken naar de mogelijkheid van een opslag op de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) voor deze sector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de afwegingen om dit niet te doen?
-
7.Welke contacten heeft u al met de Europese Commissie over de steunmaatregel voor de bruine vloot (gehad) en wat is de stand van zaken van het overleg?
-
8.Wat is het risico dat er nu nog weer maanden wordt gestudeerd op een regeling en dat er straks toch onvrede is over de uitgangspunten van de regeling? In hoeverre is er al overeenstemming met de betrokken organisaties over de uitgangspunten, criteria, et cetera? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar is overeenstemming over?
-
9.In hoeverre is er overwogen om de regeling niet door de Rijksdient voor Ondernemend Nederland (RVO) uit te laten voeren, maar bijvoorbeeld door een externe partij? Zo nee, waarom niet? Welke partijen zouden hiervoor voldoende kennis en ervaring om dat sneller te doen voor de bruine vloot dan het eind tweede kwartaal 2021?
-
10.Op 18 februari 2021 heeft FVEN (Federatie Varend Erfgoed Nederland) een brief gestuurd aan u en demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, kan de Tweede Kamer een afschrift ontvangen van de reactie van de betrokken demissionaire bewindspersonen op deze brief? Zo nee, waarom niet?
-
11.Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden, samen met de vragen waarop deze vragen een aanvulling zijn en dus ruim voor het eerstvolgende coronadebat van 23 februari 2021 aanstaande beantwoorden? Zo nee, waarom niet? Kunnen deze schriftelijke vragen en de vragen van 15 februari 2021 in ieder geval binnen de daarvoor gestelde termijn van 3 weken worden beantwoord? Zo nee, waarom niet?