Parlementaire enquête Fraudebeleid en Dienstverlening
Op 11 februari 2021 besloot de Tweede Kamer tot het houden van een parlementaire enquête naar de affaire rondom de kinderopvangtoeslag. De aanleiding was het eerder gepubliceerde rapport 'ongekend onrecht' van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag1 (POK) dat stelde dat de rechtsstaat is geschonden en tienduizenden ouders ten onrechte van fraude werden beschuldigd. Het doel was verder onderzoek naar onder andere het onrechtmatig selecteren op nationaliteit, de fraudeopsporing buiten Toeslagen en het delen van persoonsgegevens met andere overheden, alsmede de rol van de Tweede Kamer.
Het besluit kwam voort uit motie 35510, nr.19, ingediend op voorstel van Lilian Marijnissen (SP) en ondertekend door 50PLUS2, GroenLinks3, de Groep-4Van Kooten-Arissen4 en de Groep-Krol5, waarbij een ruime Kamermeerderheid voor stemde. De Kamer was van mening dat de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) 'lang niet alles heeft onderzocht' en zette hierom de parlementaire enquête in om de onderste steen boven te halen.
De enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening stond onder voorzitterschap van Salima Belhaj6 (D66). De openbare verhoren waren in de periode 6 september tot 6 oktober 2023. Het eindverslag verscheen op 26 februari 2024. Daarin werden harde oordelen geveld over alle staatsmachten, maar ook over Kamerleden en journalisten. De Tweede Kamer debatteerde in april 2024 met de enquêtecommissie.
Inhoudsopgave
Aanleiding
In 2005 werd de kinderopvangtoeslag ingevoerd, waarbij het idee was om ouders die recht hadden op kinderopvangtoeslag snel uit te betalen. Op 19 augustus 2017 bracht de Nationale ombudsman een rapport uit met de titel 'Geen powerplay maar fair play'. Dit rapport geeft een indicatie van de manier waarop de Belastingdienst honderden ouders te hard heeft aangepakt en in grote financiële problemen gebracht heeft.
Na een reeks affaires rondom fraude met toeslagen, zoals de Bulgarenfraude en mediaschandalen over fraude door gastouderbureaus die tot het aftreden van staatssecretaris van Financiën Frans Weekers7 (VVD) leidde, hadden opeenvolgende kabinetten vanaf 2010 besloten tot steeds strengere voorwaarden voor de aanvraag van kinderopvangtoeslag. Hierin werd fraudebestrijding centraal gesteld, waarbij harde wetgeving werd ingevoerd die belastingambtenaren dwong tot een 'alles of niets' uitvoering van de wet, waarbij ouders die beschuldigd worden van zelfs kleine vergrijpen, zoals achterstallige betalingen, de volledige hoeveelheid aan kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen.
Hoewel belastingambtenaren problemen in de hardheid van de wet opmerkten en dit probeerden te communiceren naar hogere hand, resulteerde dit niet in ingrijpende verandering. Ook rechters en de Raad van State besloten in verscheidene zaken dat de harde uitvoering in overeenkomst was met de intentie van de wet.
Eerste onderzoeken gestart
In 2018 kreeg het schandaal voor het eerste grote aandacht in de politiek en de media na berichtgeving door RTL Nieuws en Trouw. Na Kamervragen van voornamelijk SP-Kamerlid Renske Leijten8 en CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt9 werd het onderwerp steeds belangrijker. In oktober 2019 maakte de Raad van State rechtsomkeert, en kwam zij terug op haar oorspronkelijke jurisprudentie, door te concluderen dat de huidige uitvoering van de Belastingdienst en de 'alles of niets' lijn niet de goede interpretatie van de wet was geweest.
Op 18 december 2019 stapte staatssecretaris van Financiën Menno Snel10 (D66) op, nadat het overleven van een motie van wantrouwen onvoldoende bleek te zijn om de aanhoudende kritiek te doen verstommen.
In maart 2020 verschenen verscheidene rapporten van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen, die duidelijk maakten dat de Belastingdienst een harde aanpak had uitgevoerd om fraude te bestrijden. Hierna deed minister van Financiën Wopke Hoekstra11 aangifte tegen de Belastingdienst. De Belastingdienst gaf toe ook gebruik gemaakt te hebben van etnisch profileren, waarbij burgers met een dubbele nationaliteit strenger gecontroleerd werden.
Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK)
Op 2 juli 2020 gaf het parlement opdracht tot de instelling van een Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Het doel van de ondervraging was om meer zicht te krijgen op de politieke besluitvorming en de verantwoordelijkheid binnen de ambtenarij op het fraudebeleid bij de kinderopvangtoeslag en de reactiviteit op signalen dat het fraudebeleid en de 'alles of niets' aanpak die de belastingdienst hanteerde in disproportioneel harde uitkomsten resulteerde.
Naast de POK had de Tweede Kamer op 11 februari 2020 een Parlementair onderzoek uitvoeringsorganisaties12 ingesteld, naar aanleiding van een motie van Pieter Heerma13 (CDA), die een algemener onderzoek moest doen naar de problemen bij uitvoeringsorganisaties van de overheid. Het doel van het onderzoek was om de oorzaken van de problemen binnen de overheid inzichtelijker te maken, evenals de uitvoerbaarheid van beleid beter te waarborgen. Uit het eindrapport, gepresenteerd op 25 februari 2021, blijkt dat burgers in de knel komen door slechte samenwerking tussen kabinet, Tweede Kamer en uitvoeringsorganisaties.
Conclusie Rapport 'Ongekend Onrecht'
Op donderdag 17 december 2020 publiceerde de POK het vernietigend rapport 'ongekend onrecht' over de rol van politieke partijen en politici die betrokken waren bij de affaire. Op basis van openbare verhoren van betrokken politici, concludeerde de commissie dat de affaire ver teruggaat, en het gevolg is van een reeks verhardingen binnen het fraudebeleid.
Verder constateerde zij dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag de principes van de rechtsstaat in het geding waren gekomen, waarbij ruim 25.000 ouders 'ongekend onrecht' is aangedaan. Specifiek het ministerie van Financiën14 werd verweten, geleid te zijn geweest door een te harde 'alles of niets' aanpak, terwijl het ministerie van Sociale Zaken15 onvoldoende oplettend was geweest en te weinig actief op verontrustende signalen heeft gereageerd. Ook de rechtspraak, evenals de Raad van State16, hadden hun functie om de rechten van burgers te beschermen ontoereikend uitgevoerd.
Het kabinet en het parlement "mag het zich aanrekenen dat zij wetgeving heeft vastgesteld die spijkerhard was en die onvoldoende de mogelijkheid bood recht te doen aan individuele situaties." Als één van de belangrijkste oorzaken dat de affaire zo lang heeft kunnen voortduren, wordt de gebrekkige informatievoorziening binnen de Rijksoverheid aangewezen. "De slechte informatievoorziening heeft bij herhaling geleid tot een ernstige belemmering van het (politiek) functioneren van bewindspersonen", aldus het rapport.
Ook de rechtspraak speelde volgens de commissie een zeer kwalijke rol. Door het in stand houden van de spijkerharde uitvoering van de regelgeving van de kinderopvangtoeslag heeft de rechtspraak "zijn belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele burgers veronachtzaamd."
Politieke consequenties
Het rapport leidde tot de val van het Kabinet Rutte-III17, waarbij de coalitiepartijen unaniem besloten dat aftreden onvermijdelijk was. Ook trok minister Eric Wiebes18 (VVD) van Economische Zaken en Klimaat zich direct terug als minister en trok Lodewijk Asscher19 zich terug als lijsttrekker van de Partij van de Arbeid20 (PvdA).
Erkenning institutioneel racisme
Op 30 mei 2022 erkende het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer dat bij een deel van de Belastingdienst sprake is geweest van institutioneel racisme. Staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij schreef in de brief dat de voorbeelden "die binnen de selectie van het intensief toezicht" zijn aangetroffen "onacceptabel zijn".
Het besluit tot het houden van een parlementaire enquête komt voort uit motie 35510, nr.19, ingediend op voorstel van Lilian Marijnissen (SP) en ondertekend door 50PLUS, GroenLinks, de Groep-Van Kooten-Arissen en de Groep-Krol, verder gesteund door de VVD, CDA, PvdA, D66, ChristenUnie, de SGP en DENK.
De motie stelde dat de POK heeft aangetoond dat de rechtsstaat was geschonden en tienduizenden ouders onterecht zijn beschuldigd van fraude, en constateerde dat 'de ondervragingscommissie lang niet alles heeft onderzocht, zoals het onrechtmatig selecteren op nationaliteit, de fraudeopsporing buiten Toeslagen, hoe persoonsgegevens gedeeld zijn met andere overheden en doorwerkten in fraudeopsporing elders, maar dat ook de rol van de medewetgever hierbij niet onderzocht was.'
De tijdelijke commissie voor Fraudebeleid en Dienstverlening21, waarvan Salima Belhaj (D66) voorzitter was, deed een voorstel voor de opzet van een parlementaire enquête over de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten. Dit voorstel is in februari 2022 aangenomen.
Op 3 februari 2022 is de enquêtecommissie officieel van start gegaan.
Het onderzoek
Met haar onderzoek vormde de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening een oordeel over hoe de overheid fraude aanpakte. De focus lag hierbij op wat er in het verleden is misgegaan en of burgers in deze gevallen de mogelijkheid hadden op te komen tegen deze besluiten van de overheid.
Hierbij was de commissie zowel geïnteresseerd in de totstandkoming van het beleid als in de uitvoering ervan. In het bijzonder had de commissie oog voor het gebruik van discriminerende risicoprofielen en de rol van de Tweede Kamer. Het uiteindelijke doel was het trekken van lessen voor de toekomst om vertrouwen in de overheid als een rechtvaardig orgaan terug te winnen.
De commissie probeerde aan deze taak te voldoen door antwoord te geven op de volgende twee hoofdvragen:
-
-Hoe kan worden verklaard dat de wijze waarop de overheid fraude bestrijdt heeft geleid tot tekortschietende dienstverlening aan en rechtsbescherming van burgers?
-
-Welke rol hadden betrokken actoren bij de totstandkoming en uitvoering van dit fraudebeleid en welke lessen kunnen worden getrokken, opdat iedereen kan vertrouwen op een rechtvaardige behandeling door de overheid?
De eerste fase van het onderzoek bestond uit een contextanalyse. Er werd een onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop het fraudebeleid zich de afgelopen dertig jaar ontwikkelde. Hierbij werd ook gekeken naar hoe het denken over fraude zich ontwikkelde sinds de jaren negentig.
Het vervolg van het onderzoek van de enquêtecommissie focuste op de uitvoering van het fraudebeleid door het UWV, het Inlichtingenbureau en de Belastingdienst.
Conclusies
De belangrijkste conclusie is dat in een verhard politiek en maatschappelijk klimaat fraudebestrijding is doorgeschoten. Mensen die een fout(je) maakten, werden direct bestempeld tot fraudeur. Daarnaast schoten alle staatsmachten ernstig te kort. Het harde beleid werd aangejaagd door Kamerleden en journalisten, waarbij fraudegevallen werden uitvergroot. Daardoor werden goedwillende burgers feitelijk als potentiële fraudeurs bestempeld.
De wetgever faalde door met wetgeving te komen die moeilijk uitvoerbaar was, de rijksoverheid door persoonlijke levenssfeer te schenden en toegang tot het recht te beperken, en de rechterlijke macht door steeds de zijde van de overheid te kiezen. De fouten hadden een versterkend effect, waardoor de gevolgen voor betrokken burgers verergerden. De keuze om de verlening van toeslagen aan de Belastingdienst op te dragen, was een cruciale fout.
Bij het ontstaan van het politieke klimaat speelden Kamerleden een belangrijke rol. Daarnaast betekende de (financiële) keuze voor bezuiniging op de rechtsbijstand, dat burgers die door de wetgeving in problemen kwamen moeilijk hun recht konden zoeken. Bij de uitvoering werd een harde lijn gekozen, die tot onterechte terugvorderingen en boetes leidden.
Die fouten werden niet alleen bij de toeslagen gemaakt, maar ook bij de zogenoemde Fraudewet (wet boetes Participatiewet). De waarschuwing van het UWV dat de wet onrechtvaardig uitpakte, werd genegeerd. De boete voor extreme overtredingen werd tot standaard gemaakt voor alle fouten. Signalen dat het fout ging bij de uitvoering werd genegeerd.
Aanbevelingen
-
-De commissie is voor opheffing van het verbod wetten aan de Grondwet te toetsen
-
-De waakhondfunctie van de Autoriteit Persoonsgegevens moet worden versterkt
-
-De overheid dient aansprakelijk te worden gesteld voor discriminerende handelingen
-
-De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet onderdeel van de rechterlijke macht worden
-
-Voorkomen moet worden dat overheidshandelen onevenredige gevolgen voor burgers heeft
-
-Wetten moeten beter aansluiten bij mensen in de samenleving
-
-Persoonlijk contact met de overheid dient een recht te zijn
-
-Het toeslagenstelsel dient te worden afgeschaft
-
-Het handhavings- en sanctiestelsel moet grondig worden herzien
-
-Er dient een landelijk dekkend netwerk voor sociale hulp te komen
-
-Er moet meer geld naar (gesubsidieerde) rechtsbijstand
-
-De ondersteuning en positie van Kamerleden dient te worden versterkt.
Leden |
---|
Salima Belhaj6 (D66), voorzitter, tot december 2023 |
Michiel van Nispen22 (SP), ondervoorzitter, voorzitter sinds jan. 2024 |
Senna Maatoug23 (GroenLinks) |
Lammert van Raan24 (PvdD) |
Farid Azarkan25 (DENK) |
Sylvana Simons26 (BIJ1) |
Evert Jan Slootweg27 (CDA) * |
Thierry Aartsen28 (VVD) ** |
Griffier |
E. Sjerp |
*Namens het CDA nam oorspronkelijk René Peters29 deel aan de commissie. Hij werd later tijdelijk opgevolgd door Evert Jan Slootweg27. In juni 2023 werd bekend dat zij beiden definitief de commissie hadden verlaten. In juli 2023 keerde Slootweg echter terug in de commissie.
**Namens de VVD was Ingrid Michon-Derkzen30 tot 22 december 2022 lid van de commissie. Zij werd hierna tijdelijk vervangen door Hatte van der Woude31. In juni 2023 had de VVD zich teruggetrokken uit de commissie. In juli 2023 werd bekend dat Thierry Aartsen28 alsnog plaatsneemt in de commissie.
indiener(s) |
Lilian Marijnissen (SP) |
---|---|
datum aanvaarding voorstel door TK |
11-02-2021 |
periode openbare verhoren |
6 september - 6 oktober 2023 |
duur (van voorstel Tweede Kamer tot eindverslag enquête commissie) |
- |
datum eindverslag |
26 februari 2024 |
aantal gehoorde getuigen/deskundigen |
41 |
kamerdossier |
35510 - Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag |
- 1.Deze tijdelijke Tweede Kamercommissie deed onderzoek naar de wijze waarop vermeende fraude met kinderopvangtoeslagen is aangepakt. Doel was inzicht te krijgen in de mate waarin bewindspersonen betrokken waren bij opstellen van deze aanpak en afwisten van de misstanden die de aanpak als gevolg had. Op 17 december 2020 presenteerde de onderzoekscommissie haar eindrapport.
- 2.50PLUS is een politieke partij die zich met name richt op de belangen van 50-plussers. De partij vindt dat deze groep onvoldoende is vertegenwoordigd in de Nederlandse politiek. De partij is opgericht in 2011 en kwam in 2012 voor het eerst in de Tweede Kamer. Op dit moment is senator Martin van Rooijen politiek leider van de partij.
- 3.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 4.Tweede Kamerlid dat in de periode 2017-2021, na voor de Partij voor de Dieren gekozen te zijn, voor een eigen weg koos. Was medewerker van de PvdD-raadsfracties in de gemeenten Utrecht en 's-Gravenhage en van de fracties in Eerste en Tweede Kamer. Was zelf Statenlid in Utrecht. In juli 2019 kwam het tot een breuk met haar partij, onder meer omdat zij vond dat menselijke nood te weinig aandacht kreeg. In de periode mei-augustus 2020 vormde zij een groep met de van 50PLUS afgescheiden Henk Krol. Daarna was zij opnieuw een eenvrouwsfractie. Viel toen op door haar onbevangen optreden, bijvoorbeeld in debatten over de zorg in coronatijd. Was lid van de commissie die de affaire met de kinderopvangtoeslag onderzocht. Nam in 2021 zonder succes met haar nieuwe partij Splinter deel aan de Kamerverkiezingen, maar werd in 2022 wel raadslid in Woerden.
- 5.Voorman van 50PLUS, die een niet onopgemerkte loopbaan als Tweede Kamerlid had. Was enige jaren voorlichter van de VVD-Tweede Kamerfractie en later oprichter en hoofdredacteur van 'De Gay Krant' en een bekend voorvechter van homorechten. Zo zette hij zich in voor opstelling van het huwelijk. Vanaf 2011 boegbeeld van 50PLUS en een jaar lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant. Werd in september 2012 Tweede Kamerlid en fractievoorzitter van 50PLUS en bleef dat, met een onderbreking in 2013-2014, tot mei 2020. Was in 2014 ook raadslid in Eindhoven. Populair bij zijn eigen achterban, maar ook betrokken bij conflicten in zijn fractie en partij. In mei 2020 kwam het zelfs tot een breuk, waarna hij korte tijd als Kamerlid optrok met Femke Merel van Kooten. Eindigde echter als eenling en behaalde in 2021 met zijn Lijst Henk Krol geen zetel. Was bij de Tweede Kamerverkiezingen 2023 kandidaat voor BVNL (Belang van Nederland).
- 6.Rotterdams D66-Tweede Kamerlid die naam maakte als voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Was verder actief als woordvoerder defensie en wapenexport en op het gebied van integratie en discriminatie. Maakte zich in 2021 sterk voor de veilige terugkeer van ambassadepersoneel uit Afghanistan. Enige tijd vicefractievoorzitter en lid van het Presidium. Was eerder zakelijk leider van theater 'de Appel' en hoofd personeelszaken bij het Scapino Ballet in Rotterdam en zat acht jaar in de gemeenteraad van Rotterdam (tevens fractievoorzitter).
- 7.Limburgse VVD-politicus, die na financieel woordvoerder van de Tweede Kamerfractie te zijn geweest in 2010 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte I werd. Hij bleef dat in het kabinet-Rutte II, maar moest voortijdig aftreden, omdat zijn positie was ondermijnd door ernstige problemen bij de belastingdienst met de verwerking van toeslagen. Een nauwe band met de omstreden Roermondse VVD'er Jos van Rey had hem eerder al in problemen gebracht. Voor hij in 1998 Kamerlid werd, was hij advocaat en geruime tijd gemeenteraadslid (fractievoorzitter) in Weert. Na zijn aftreden als staatssecretaris waarnemend burgemeester van Heerlen en van Beek. In 2016-2020 was hij bewindvoerder bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. Tegenwoordig is de heer Weekers secretaris-generaal van de Benelux Unie.
- 8.Renske Leijten (1979) was van 30 november 2006 tot 5 juli 2023 Tweede Kamerlid voor de SP. Mevrouw Leijten was voorzitter van ROOD, de jongerenorganisatie van de SP. Zij was geruime tijd woordvoerder jeugdbeleid, gezondheidszorg, welzijn en sport van de SP-fractie en later woordvoerder Europa/EU, financiën, binnenlandse zaken en de toekomst van de euro. Verdedigde enkele keren initiatiefwetsvoorstellen, onder meer over het invoeren van een correctief referendum.
- 9.Pieter Omtzigt (1974) was met korte onderbreking vanaf 3 juni 2003 tot en met 13 mei 2025 lid van de Tweede Kamer. Vanaf 2023 was hij partijleider van het door hem opgerichte Nieuw Sociaal Contract, waarmee hij twintig zetels haalde. Voordien was hij lid van de CDA-fractie, die hij verliet na langdurig aanhoudende frictie. Stond bekend als 'dossiervreter', vooral in de toeslagenaffaire. Zette zich als econometrist verder veel in voor onderwerpen als pensioenen en belastingen. Was daarnaast actief in de Raad van Europa, namens welke hij een schandaal in Malta blootlegde. Trad in 2025 terug, nadat het na meerdere pauzes niet gelukt was te herstellen van een burn-out.
- 10.Menno Snel (1970) was van 26 oktober 2017 tot 18 december 2019 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte III. Daarvoor was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Waterschapsbank. Eerder was hij plaatsvervangend directeur-generaal fiscale zaken op het ministerie van Financiën, directeur bij pensioenuitvoerder APG en bewindvoerder bij het IMF in Washington. Sinds 1 februari 2023 is hij partner bij Hague Corporate Affairs.
- 11.Wopke Hoekstra (1975) is sinds 9 oktober 2023 lid van de Europese Commissie, belast met klimaatactie. In de Commissie-Von der Leyen zijn klimaat en duurzame groei zijn portefeuilles. Hij was van 10 januari 2022 tot 1 september 2023 minister van Buitenlandse Zaken en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was hij vanaf 26 oktober 2017 minister van Financiën. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 was de heer Hoekstra lijsttrekker van het CDA. Hij was van 7 juni 2011 tot 26 oktober 2017 Eerste Kamerlid. De heer Hoekstra was consultant bij adviesbureau McKinsey en bestuurslid van het CDA-Amsterdam. Hij was voorts voorzitter van de commissie CDA-verkiezingsprogramma 2017.
- 12.Op 11 februari 2020 stelde de Tweede Kamer een tijdelijke onderzoekcommissie in om onderzoek te doen naar de problemen bij uitvoeringsorganisaties van de overheid. Het doel van het onderzoek was om de oorzaken van de problemen bij uitvoering inzichtelijk te maken. Dat moet bijdragen aan een toekomst waarin de uitvoerbaarheid van beleid beter gewaarborgd wordt en de 'menselijke maat' niet uit het oog verloren wordt.
- 13.Niet zo spectaculaire, maar wel degelijke en vooraanstaande christendemocraat, die ruim elf jaar Tweede Kamerlid was. Volgde in 2019 Sybrand Buma op als fractievoorzitter. Bleef dat toen tot de verkiezingen van maart 2021 en vervulde de functie opnieuw tussen januari 2022 en september 2023. Was eerder persvoorlichter van de CDA-fractie en manager bij een zorgverzekeraar. Hield zich als Kamerlid verder bezig met sociale zaken, wonen en integratiebeleid. In 2017-2019 was hij secretaris van de CDA-fractie. Zoon van oud-CDA-politicus Enneüs Heerma. Judoka, die met zijn twee meter werd omschreven als 'de grote vriendelijke reus'.
- 14.Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
- 15.Het ministerie is onder meer belast met het algemeen sociaaleconomisch beleid, met name voor het werkgelegenheidsbeleid, arbeidsaangelegenheden en voor het inkomens- en vermogensbeleid. Het ministerie draagt ook zorg voor de sociale zekerheid in Nederland.
- 16.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
- 17.Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de tot dan langste formatie sinds 1945 tot stand. Zeven maanden na de verkiezingen van 15 maart 2017 stond er een opvolger van het kabinet-Rutte II op het bordes. Voor premier Mark Rutte was het de derde keer dat hij een kabinet leidt. Het kabinet bood op 15 januari 2021 ontslag aan, vanwege de harde conclusies van het parlementair onderzoek kinderopvangtoeslag. Hiermee werd het kabinet, en de leden hiervan, demissionair. Deze demissionaire periode zou 360 dagen duren, een record.
- 18.Eric Wiebes (1963) was van 26 oktober 2017 tot 15 januari 2021 minister van Economische Zaken en Klimaat in het kabinet-Rutte III. Daarvoor was hij van 4 februari 2014 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte II. In 2010-2014 was de heer Wiebes namens de VVD wethouder van onder meer verkeer en vervoer van Amsterdam. Eerder werkte hij in het bedrijfsleven en bij het ministerie van Economische Zaken. Daar was hij onder meer plaatsvervangend secretaris-generaal.
- 19.Lodewijk Asscher (1974) was van 23 maart 2017 tot 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Tot 14 januari 2021 was hij tevens fractievoorzitter, totdat hij die functie neerlegde vanwege zijn vertrek als beoogd lijsttrekker. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was de heer Asscher vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte II. Hij was in 2006-2012 wethouder van Amsterdam (sinds 2010 was hij belast met financiën, onderwijs en jeugdbeleid). Eerder deed hij onderzoek naar communicatiegrondrechten. In 2010 was hij enige maanden waarnemend burgemeester van Amsterdam. Sinds maart 2022 is hij consultant bij organisatiebureau Van der Bunt.
- 20.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 21.De tijdelijke commissie voor Fraudebeleid en Dienstverlening werd op 8 juli 2021 geïnstalleerd en had als opdracht een voorstel uit te werken voor de opzet van een parlementaire enquête over de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten.
- 22.Michiel van Nispen (1982) is sinds 2 april 2014 lid van de Tweede Kamerfractie van de SP. Hij was daarvoor medewerker justitie van die fractie. Hij woont in Breda. Als Tweede Kamerlid houdt hij zich eveneens bezig met het justitiebeleid en daarnaast is hij woordvoerder sportbeleid. De heer Van Nispen is lid (en sinds 2024 voorzitter) van het Presidium en van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening en voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en Constitutionele Toetsing.
- 23.Senna Maatoug (1989) was van 31 maart 2021 tot 18 december 2024 Tweede Kamerlid. Tot 27 oktober 2023 was dat voor GroenLinks en sindsdien was zij lid voor GroenLinks-PvdA. Sinds december 2024 is zij wethouder van mobiliteit, klimaat en energie van Utrecht. Mevrouw Maatoug was beleidseconoom op het ministerie van Financiën. Daarvoor was zij universitair docent en economisch beleidsadviseur op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als Tweede Kamerlid hield mevrouw Maatoug zich bezig met fiscale zaken, uitvoering en kinderopvang. Verder was zij lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 24.Lammert van Raan (1962) was van 23 maart 2017 tot 6 december 2023 lid van de Tweede Kamerfractie van de PvdD (Partij voor de Dieren). Hij was werkzaam op het gebied van ICT en docent economie en management en organisatiekunde. De heer Van Raan was verder duo-raadslid in Amsterdam, bestuurslid van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en lid van Provinciale Staten van Noord-Holland. De heer Van Raan hield zich in de Tweede Kamer onder andere bezig met financiën, klimaat, energie, luchtvaart en ICT en privacy. Verder was hij lid van de enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 25.Drie jaar de voorman van DENK en zes jaar Tweede Kamerlid. Was, zelf van Marokkaanse afkomst, acht jaar actief voor het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland. Bekleedde verder managementfuncties bij de directie Vastgoed, bij de Rijksgebouwendienst en bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en werkte daarvoor bij de gemeente Amersfoort en in het bedrijfsleven. Hield zich als Kamerlid behalve met algemeen beleid bezig met economische zaken en klimaat, wonen, justitie en financiën en was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Eén van de aanjagers van genoegdoening voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire en spreekvaardig strijder tegen discriminatie.
- 26.Sylvana Simons (1971) was van 31 maart 2021 tot 6 december 2023 Tweede Kamerlid. Zij was als eenling voorzitter van de Tweede Kamerfractie van BIJ1. Zij richtte in december 2016 de partij Artikel 1 op. De partij heet sinds oktober 2017 BIJ1. Eerder was zij aangesloten bij DENK. Sylvana Simons was eerder danseres, vj bij TMF en presentatrice van televisie- en radioprogramma's bij SBS, RTL en de NPS. Behalve lifestijl-coach is zij nu antiracismestrijdster. In maart 2018 werd zij gekozen tot raadslid in Amsterdam, wat ze tot november 2020 bleef. Mevrouw Simons was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 27.Aan de VU opgeleide econoom, die onder meer financieel woordvoerder van de CDA-Tweede Kamerfractie was. Had daarin enkele perioden zitting (2017-2021, 2022 en 2023), onder andere als tijdelijk vervanger. Was daarvoor werkzaam bij organisaties op gebied van pensioenen en sociaal beleid, als fractiemedewerker en als medewerker van het CNV en het wetenschappelijk instituut voor het CDA. Hield zich als Kamerlid behalve met financiën bezig met pensioenwetgeving en digitale zaken en was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Bescheiden lid, voor wie de inhoud voorop stond. Is sinds 1 december 2023 van wethouder van de gemeente West Maas en Waal.
- 28.Thierry Aartsen (1989) is sinds 13 september 2018 lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. Hij was fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Breda, een raad waarvan hij sinds 2010 deel uitmaakte. Verder was hij programmamanager & accountmanager Taskforce Health Care bij werkgeversorganisatie FME/CWM en adviseur van locoburgemeester Wijbenga van Rotterdam. Eerder was hij actief in de JOVD. Als Kamerlid houdt hij zich onder meer bezig met sociaaleconomisch beleid (inkomensbeleid, arbeidsmarkt), pensioenen, arbeidsmigratie en koninklijk huis. Hij was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 29.Brabantse onderwijsman in de CDA-Tweede Kamerfractie in de periode maart 2017-december 2023. Na les- en leidinggevende functies in het onderwijs was hij zes jaar wethouder in Oss. In de Tweede Kamer woordvoerder primair en voortgezet onderwijs, jeugdzorg en asiel en armoedebeleid. Verder was hij lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Zette zich samen met SP'er Van Dijk in voor herleving van de sociale werkvoorziening en samen met SGP'er Bisschop voor grotere ouderbetrokkenheid in het onderwijs.
- 30.Ingrid Michon-Derkzen (1976) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. Michon werkte voor het Rijksvastgoedbedrijf van het ministerie van Binnenlandse Zaken, na eerder verschillende functies op de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Infrastructuur en Milieu te hebben bekleed. Tevens was zij tussen 2014 en 2018 lid van de Haagse gemeenteraad. Als Kamerlid houdt mevrouw Michon zich bezig met ondermijning, politie, OM, brandweer, terrorismebestrijding, cybercriminaliteit, nationale veiligheid, drugs, zeden en veiligheidsregio's. Verder is zij voorzitter van de vaste commissie van Economische Zaken en was zij lid van de enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 31.Hatte van der Woude (1969) was van 31 maart 2021 tot 6 december 2023 lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. Zij was van juni 2018 tot maart 2021 wethouder van onderwijs, jeugd, integratie en emancipatie van Delft. Daarvoor was zij onder meer docent en senior beleidsadviseur aan de Haagse Hogeschool. Mevrouw Van der Woude was woordvoerster hoger onderwijs, wetenschapsbeleid, lerarenbeleid en emancipatiebeleid van haar fractie.
- 32.De Tweede Kamer, de Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering hebben een grondwettelijk recht van enquête. Het recht houdt in dat Kamers een onderzoek kunnen instellen naar een specifiek onderwerp, om op die manier de regering te controleren. In de praktijk wordt het recht vooral door de Tweede Kamer gebruikt. De Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering hebben het middel nog nooit gebruikt, hoewel er in de Eerste Kamer wel eens pogingen toe zijn gedaan.
- 33.Op 2 juli 2020 stelde de Tweede Kamer de tijdelijke parlementaire ondervragingscommissie (POK) in die onderzoek zou gaan doen naar de problemen bij de aanpak van vermeende fraude bij het uitkeren van toeslagen voor kinderopvang. Met deze mini-enquête wilde de Kamer nagaan in hoeverre bewindspersonen betrokken waren bij de gekozen aanpak van de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst. Ook wilde de Kamer weten waarom het zo lang duurde voor de politieke leiding ingreep. Voorzitter van de ondervragingscommissie was Chris van Dam.
- 34.Deze parlementaire commissie is op 3 februari 2022 ingesteld. De commissie voert de parlementaire enquête naar de Dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten uit.