Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19) - Hoofdinhoud
Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 35682 - Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2021 (Incidentele suppletoire begroting, extra middelen voor coronabanen in het ho) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden; Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden |
---|---|
Documentdatum | 08-02-2021 |
Publicatiedatum | 08-02-2021 |
Nummer | KST356823 |
Kenmerk | 35682, nr. 3 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-2021
35 682 |
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19) |
Nr. 3 |
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 11 februari 2021 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 25 januari 2021 voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij brief van 8 februari 2021 zijn ze door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beantwoord. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De voorzitter van de commissie, Tellegen De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic |
kst-35682-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 682, nr. 3 1 |
Kunt u een geactualiseerd overzicht geven van alle intensiveringen, inclusief de investeringen via incidentele supplementaire begrotingen, die het kabinet Rutte-III heeft gedaan op het gebied van OCW (tabel 11 van de OCW-begroting 2021) en een geactualiseerd overzicht van het saldo intensiveringen en ombuigingen (tabel 13)?
In bijlage 1 bij deze antwoorden zijn de tabellen voorzien van een update1. De bedragen voorzien van een blauwe arcering zijn nieuw of veranderd ten opzichte van de door u genoemde tabellen.
2
Kunt u de rekensom uiteenzetten waardoor 20,0 miljoen euro tot 1.200 fte leidt?
Op 14 december 2020 heeft Uw Kamer een brief ontvangen van de Minister van SZW over de coronabanen.2 Hierin is aangekondigd dat er circa 160 miljoen is voor 10.000 fte coronabanen. Het gaat om banen met een tijdelijk karakter (periode 1 januari 2021 t/m 30 juni 2021). Het gaat om ondersteunende banen waarbij de subsidie maximaal 120% van het wettelijk minimumloon mogen bedragen.3 De kosten voor 1 fte voor een half jaar tegen 120% wettelijk minimum loon (WML) inclusief werkgeverslasten is € 16.167 per fte. Van de 10.000 fte zijn er 1.200 fte beschikbaar voor hoger onderwijs. Dat is berekend € 20 miljoen aan budget inclusief € 0,5 miljoen voor uitvoeringslasten.
3
Op welke wijze wordt geborgd dat het budget voor de tijdelijke coronabanen leidt tot de inzet van extra personeel in plaats van naar vaste lasten of overheadkosten?
Het Kabinet heeft ervoor gekozen om het budget voor de coronabanen te verstrekken via subsidieregeling. Per sector is voor zorg, veiligheid en hoger onderwijs een subsidieregeling gemaakt. Het kabinet heeft hiervoor gekozen om te borgen dat de subsidie wordt ingezet voor coronabanen en dus niet om andere kosten zoals vaste lasten of overhead mee te dekken. Daarbij kan op basis van de subsidieregeling niet bestede middelen worden teruggevorderd. Dat is bij toekenning in de reguliere bekostiging niet mogelijk.
4
Op welke wijze wordt het budget van 20,0 miljoen euro voor tijdelijke coronabanen in het hoger onderwijs verdeeld over de onderwijsinstellingen?
De instellingen moeten de subsidie zelf aanvragen. Er geldt een plafond per instelling. Dit plafond is opgenomen in de regeling. Het maximaal beschikbare bedrag per instelling is bepaald aan de hand van het bedrag aan rijksbijdrage (onderwijsdeel en onderzoeksdeel) dat elke instelling in 2021 ontvangt op grond van de Regeling financiën hoger onderwijs. Deze beschikbare bedragen zijn te vinden in bijlage 1 van onderhavige regeling. Daarbij is rekening gehouden met minimaal 1 fte per instelling voor instellingen die op basis van hun aandeel anders minder dan 1 fte hadden kunnen aanvragen.
Waarom wordt het budget voor de coronabanen via de subsidieregeling aan onderwijsinstellingen toegekend in plaats van de (reguliere) bekostiging?
Zie het antwoord op vraag 3.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 682, nr. 3 3
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
Kamerstuk 35 420, nr. 219.
Dit geldt voor alle coronabanen. Specifiek voor onderwijs geldt dat het personeel 125% WML mag kosten, maar de subsidie maximaal 120 WML vergoedt. Dit om aan te sluiten op de lopende cao's.