Memorie van toelichting - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35682 - Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2021 (Incidentele suppletoire begroting, extra middelen voor coronabanen in het ho) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 17-12-2020 |
Publicatiedatum | 17-12-2020 |
Nummer | KST356822 |
Kenmerk | 35682, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
35 682
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19)
A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikelen 1 tot en met 3 Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De behandeling van de OCW-begroting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft plaatsgevonden en is bij stemming op 8 december 2020 aangenomen. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoor-stellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom «Vastgestelde begroting» zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de aangenomen amendementen en de ingediende Nota's van Wijziging op de OCW-begroting 2021.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen, te weten extra hulp en ondersteuning voor het Hoger Onderwijs vanaf 1 januari t/m 30 juni 2021 in verband met COVID-19, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 14 december 2020 over «Uitwerking ondersteuning cruciale sectoren met tijdelijke coronabanen» (Kamerstukken II 2020/21, 35..., nr...).
kst-35682-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
-
A.Slob
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting in € miljoen) |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1.000 |
5 |
10 |
=> 1.000 |
10 |
20 |
De uitbraak van COVID-19 stelt het onderwijs voor grote uitdagingen. Voor hogescholen en universiteiten is de werkdruk aanzienlijk. Instellingen moeten onderwijs verzorgen dat deels op de instelling en deels op afstand plaats vindt. Dit vergt veel van de organisatie. In het hoger onderwijs kunnen minder studenten tegelijk fysiek les krijgen, omdat door alle aanwezigen anderhalve meter afstand moet worden gehouden. Dit leidt in de praktijk tot het vaker aanbieden van dezelfde les en veel lessen op afstand. Deze aanpassingen in het onderwijs kunnen niet altijd door het zittende personeel worden ondervangen. Om die reden is er soms behoefte aan extra ondersteuning. Het kabinet trekt daarom € 20,0 miljoen uit om het hoger onderwijs met 1.200 fte tijdelijke coronabanen te ondersteunen. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 14 december 2020 over «Uitwerking ondersteuning cruciale sectoren met tijdelijke coronabanen» (Kamerstukken II 2020/21, 35..., nr...).
Via een subsidieregeling van 1 januari t/m 30 juni 2021 wordt aan bekostigde instellingen in het hoger onderwijs de benodigde extra hulp en ondersteuning gegeven. Het is derhalve noodzakelijk dat het bedrag van € 20,0 miljoen zo spoedig mogelijk op de OCW-begroting wordt geboekt.
Daarnaast worden middels deze Incidentele Suppletoire Begroting drie overlopende verplichtingen verwerkt die voortkomen uit eerdere coronamiddelen van 2020. Het betreft twee keer € 0,25 miljoen voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid op Artikel 1 (Primair onderwijs) en Artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor leerlingen in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Dit bedrag wordt samen met het bedrag bedoeld voor 2021 aan de scholen verstrekt. Ook betreft het € 3,97 miljoen op Artikel 11 (Studiefinanciering) voor de kosten die gemaakt worden om studenten te compenseren van wie het recht op basisbeurs en/of aanvullende beurs afliep in de maanden juli, augustus en september. Deze in totaal € 4,47 miljoen wordt in de Slotwet 2020 van oCw afgeboekt.
Beleidsartikel 1. Primair Onderwijs
Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
Vastge- |
Mutaties |
Stand 1e |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
stelde |
1e ISB |
ISB 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
begroting incl. NvW, |
2021 |
|||||
amende- |
||||||
menten |
Verplichtingen |
12.274.752 |
250 |
12.275.002 |
waarvan garantieverplichtingen |
|||
waarvan overig |
12.274.752 |
250 |
12.275.002 |
Totale uitgaven |
12.244.752 |
250 |
12.245.002 |
waarvan juridisch verplicht (%) |
99,89% |
||
Bekostiging |
11.466.146 |
250 |
11.466.396 |
Bekostiging po-instellingen |
11.157.420 |
250 |
11.157.670 |
Bekostiging Caribisch Nederland |
19.991 |
19.991 |
|
Prestatiebox |
178.716 |
178.716 |
|
Aanvullende bekostiging |
80.019 |
80.019 |
|
Aanpak lerarentekort G5 |
30.000 |
30.000 |
|
Subsidies (regelingen) |
200.369 |
0 |
200.369 |
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.200 |
23.200 |
|
Nederlands onderwijs buitenland |
12.600 |
12.600 |
|
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta |
|||
Techniek) |
0 |
||
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
13.130 |
13.130 |
|
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's |
0 |
0 |
|
Extra hulp voor de klas |
102.000 |
102.000 |
|
Overige subsidies |
49.439 |
49.439 |
|
Opdrachten |
11.010 |
0 |
11.010 |
Bijdragen aan agentschappen |
30.895 |
0 |
30.895 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
30.895 |
30.895 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
7.731 |
0 |
7.731 |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds |
5.228 |
5.228 |
|
UWV |
2.503 |
2.503 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
528.601 |
0 |
528.601 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
508.909 |
508.909 |
|
Caribisch Nederland |
19.692 |
19.692 |
|
Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken |
0 |
0 |
0 |
Brede scholen |
0 |
0 |
|
BES(t)4kids |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
10.461 |
0 |
10.461 |
Het financieel instrument «Bekostiging» wordt in 2021 incidenteel verhoogd met € 0,25 miljoen.
Beleidsartikel 3. Voortgezet Onderwijs
Verplichtingen |
8.962.351 |
250 |
8.962.601 |
waarvan garantieverplichtingen |
|||
waarvan overig |
8.962.351 |
250 |
8.962.601 |
Totale uitgaven |
9.026.169 |
250 |
9.026.419 |
waarvan juridisch verplicht (%) |
99,2% |
||
Bekostiging |
8.763.676 |
250 |
8.763.926 |
Bekostiging vo-instellingen |
8.616.767 |
250 |
8.617.017 |
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
Vastge- |
Mutaties |
Stand 1e |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
stelde |
1e ISB |
ISB 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
begroting incl. NvW, |
2021 |
|||||
amende- |
||||||
menten |
Vastge- Mutaties Stand 1e Mutatie Mutatie Mutatie Mutatie stelde 1e ISB ISB 2021 2022 2023 2024 2025
begroting 2021
incl. NvW, amendementen
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen |
17.648 |
17.648 |
|
Bekostiging Caribisch Nederland |
17.487 |
17.487 |
|
Prestatiebox |
0 |
0 |
|
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters |
107.234 |
107.234 |
|
Aanvullende regelingen leerlingendaling |
4.540 |
4.540 |
|
Subsidies (regelingen) |
156.664 |
0 |
156.664 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo |
19.240 |
19.240 |
|
Regeling zomerscholen vo |
9.000 |
9.000 |
|
Nieuwe leerweg |
12.000 |
12.000 |
|
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's |
0 |
0 |
|
Extra hulp voor de klas |
56.000 |
56.000 |
|
Overige subsidies |
60.424 |
60.424 |
|
Opdrachten |
7.095 |
0 |
7.095 |
Bijdragen aan agentschappen |
54.096 |
0 |
54.096 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
54.096 |
54.096 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
44.358 |
0 |
44.358 |
College voor Toetsen en Examens |
4.380 |
4.380 |
|
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen |
39.978 |
39.978 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
280 |
0 |
280 |
GRAZ (ECML) en PISA |
280 |
280 |
|
Ontvangsten |
7.391 |
0 |
7.391 |
Het financieel instrument «Bekostiging» wordt in 2021 incidenteel verhoogd met € 0,25 miljoen.
Beleidsartikelen 6 en 7. Hoger Onderwijs
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)
Vastge- |
Mutaties |
Stand 1e |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
stelde begroting incl. NvW, amendementen |
1e ISB 2021 |
ISB 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Verplichtingen |
3.636.053 |
11.317 |
3.647.370 |
waarvan garantieverplichtingen |
|||
waarvan overig |
3.636.053 |
11.317 |
3.647.370 |
Totale uitgaven |
3.688.678 |
11.317 |
3.699.995 |
waarvan juridisch verplicht (%) |
100,00% |
||
Bekostiging |
3.603.369 |
0 |
3.603.369 |
Bekostiging onderwijsdeel1 |
3.261.390 |
3.261.390 |
|
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling |
87.882 |
87.882 |
|
Studievoorschot kwaliteitsafspraken2 |
246.091 |
246.091 |
|
Studievoorschotvouchers |
245 |
245 |
|
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor |
|||
volwassenen |
7.761 |
7.761 |
|
Subsidies (regelingen) |
3.302 |
11.317 |
14.619 |
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding |
2.500 |
2.500 |
|
Overige subsidies |
802 |
11.317 |
12.119 |
Bijdrage aan agentschappen |
13.174 |
0 |
13.174 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
13.174 |
13.174 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
68.833 |
0 |
68.833 |
NWO: Praktijkgericht onderzoek |
54.213 |
54.213 |
|
NWO: Promotiebeurs voor leraren |
10.144 |
10.144 |
|
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) |
4.476 |
4.476 |
Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen |
Mutaties 1e ISB 2021 |
Stand 1e ISB 2021 |
Mutatie 2022 |
Mutatie 2023 |
Mutatie 2024 |
Mutatie 2025 |
|
Ontvangsten |
1.213 |
0 |
1.213 |
1 Inclusief de studievoorschotmiddelen voor specifieke stimulering van landelijke prioriteiten (10% van de studievoorschotmiddelen).
2 90% van de studievoorschotmiddelen die gekoppeld zijn aan de kwaliteitsafspraken.
Verplichtingen waarvan garantieverplichtingen |
5.602.699 |
8.683 |
5.611.382 |
waarvan overig |
5.602.699 |
8.683 |
5.611.382 |
Totale uitgaven |
5.552.247 |
8.683 |
5.560.930 |
waarvan juridisch verplicht (%) |
99,96% |
||
Bekostiging |
5.521.306 |
0 |
5.521.306 |
Bekostiging onderwijsdeel1 |
2.469.513 |
2.469.513 |
|
Bekostiging onderzoeksdeel Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs |
2.193.737 |
2.193.737 |
|
en onderzoek |
707.959 |
707.959 |
|
Studievoorschot kwaliteitsafspraken2 |
150.097 |
150.097 |
|
Studievoorschotvouchers |
0 |
0 |
|
Profilering en zwaartepuntvorming3 |
0 |
0 |
|
Subsidies (regelingen) |
25.183 |
8.683 |
33.866 |
Nuffic |
14.419 |
14.419 |
|
Studiekeuze123 |
2.504 |
2.504 |
|
Vluchteling Studenten UAF |
2.457 |
2.457 |
|
Handicap & Studie |
698 |
698 |
|
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) |
249 |
249 |
|
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) |
249 |
249 |
|
Open en online onderwijs |
1.965 |
1.965 |
|
Overige subsidies |
2.642 |
8.683 |
11.325 |
Opdrachten |
2.949 |
0 |
2.949 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
2.809 |
0 |
2.809 |
Europees Universitair Instituut Florence (EUI) |
1.799 |
1.799 |
|
United Nations University (UNU) |
1.010 |
1.010 |
|
Nuffic, SK123, UAF, H&S, ISO en LSVb |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
16 |
0 |
16 |
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1.000)
Vastge- |
Mutaties |
Stand 1e |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
stelde |
1e ISB |
ISB 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
begroting incl. NvW, |
2021 |
|||||
amende- |
||||||
menten |
1 1 Inclusief de studievoorschotmiddelen voor specifieke stimulering van landelijke prioriteiten (10% van de studievoorschotmiddelen).
2 1 90% van de studievoorschotmiddelen die gekoppeld zijn aan de kwaliteitsafspraken.
3 De 2%-middelen profilering en zwaartepuntvorming die conform de kwaliteitsafspraken tot en met 2022 zijn overgeheveld naar het onderwijsdeel van de hoofdbekostiging.
In Artikel 6 en 7 wordt het financieel instrument «Subsidies» incidenteel verhoogd met respectievelijk € 11,3 miljoen en € 8,7 miljoen. Dit betreft de incidentele middelen voor de subsidieregeling voor de coronabanen in het hoger onderwijs.
Beleidsartikel 11. Studiefinanciering
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (bedragen 1 € 1.000)
Vastge- |
Mutaties |
Stand 1e |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
Mutatie |
stelde |
1e ISB |
ISB 2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
begroting incl. NvW, |
2021 |
|||||
amende- |
||||||
menten |
Verplichtingen |
4.773.438 |
3.970 |
4.777.408 |
Totale uitgaven |
4.773.438 |
3.970 |
4.777.408 |
waarvan juridisch verplicht (%) |
100% |
||
Inkomensoverdracht |
1.583.740 |
3.970 |
1.587.710 |
Basisbeurs gift (R) |
594.397 |
594.397 |
|
Aanvullende beurs gift (R) |
713.061 |
713.061 |
|
Reisvoorziening gift (R) |
27.293 |
27.293 |
|
Caribisch Nederland gift (R) |
3.363 |
3.363 |
|
Overige uitgaven (R) |
245.626 |
3.970 |
249.596 |
Leningen |
3.051.863 |
0 |
3.051.863 |
Basisbeurs prestatiebeurs (NR) |
|
|
|
Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR) |
89.366 |
89.366 |
|
Reisvoorziening (NR) |
107.360 |
107.360 |
|
Rentedragende lening (NR) |
2.807.246 |
2.807.246 |
|
Collegegeldkrediet (NR) |
333.365 |
333.365 |
|
Leven lang leren krediet (NR) |
42.771 |
42.771 |
|
Overige uitgaven (NR) |
40.673 |
40.673 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
137.835 |
0 |
137.835 |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
137.835 |
137.835 |
|
Ontvangsten |
1.005.737 |
0 |
1.005.737 |
Ontvangsten (R) |
98.882 |
0 |
98.882 |
Ontvangen rente (R) |
68.453 |
68.453 |
|
Overige ontvangsten (R) |
30.429 |
30.429 |
|
Ontvangsten (NR) |
906.855 |
0 |
906.855 |
Terugontvangen lening (NR) |
906.855 |
906.855 |
Het financieel instrument «Inkomensoverdrachten» wordt in 2021 incidenteel verhoogd met € 3,97 miljoen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 682, nr. 2 7