Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel (CW3.1) Warmtefonds (bijlage bij 32847;32813,nr.703) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Officiële titel | Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel (CW3.1) Warmtefonds (bijlage bij 32847;32813,nr.703) |
---|---|
Documentdatum | 10-12-2020 |
Publicatiedatum | 11-12-2020 |
Nummer | 2020D51405 |
Kenmerk | 32847; 32813, nr. 703 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Bijlage Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel (CW3.1)
Bijlage bij de brief aan de Tweede Kamer over het Warmtefonds, de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) en de Specifieke Uitkering Ventilatie In Scholen (SUVIS), kenmerk 2020- 0000670588.
Op basis van Artikel 3.1 in de comptabiliteitswet wordt bij voorstellen een toelichting verwacht op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, ingezette beleidsinstrumenten en financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, maatschappelijke sectoren. Voorstellen die tot een substantiële beleidswijziging leiden dienen ook een evaluatieparagraaf te bevatten conform de motie Van Weyenberg en Dijkgraaf. Met deze bijlage wordt invulling gegeven aan de vereiste toelichtingen, die mogelijk verder worden aangevuld bij opvolgende Kamerbrieven. Deze bijlage is onderdeel van een pilot die in het kader van de Operatie Inzicht in Kwaliteit wordt uitgevoerd om de vindbaarheid van de vereiste toelichtingen te vergroten.
Onderdeel Toelichting
Het mogelijk maken van financiering van verduurzaming voor extra doelgroepen. Het Nationaal Warmtefonds wordt uitgebreid met vier producten, namelijk: o het verstrekken van Energiebespaarhypotheken aan eigenaar-bewoners met beperkte leenruimte; o het verstrekken van Energiebespaarleningen aan eigenaar-bewoners boven de 75 jaar met leenruimte; o het verstrekken van Energiebespaarleningen dan wel energiebespaarhypotheken aan eigenaarbewoners met (verantwoorde) BKR-coderingen; o VvE’s die niet in aanmerking komen voor de huidige financiering van het Warmtefonds, indien hiervoor een werkbaar financieringsproduct kan
Nagestreefde doelen worden ontworpen. Dit zijn aanvullingen op het huidige aanbod van het Warmtefonds,
waar mensen met leenruimte en VvE’s vanaf 8 appartementen met financiering tegen gunstige voorwaarden een lening voor verduurzaming kunnen afsluiten. De zogenoemde Energiebespaarhypotheek is bedoeld om eigenaar-bewoners met beperkte financiële draagkracht de mogelijkheid te bieden toch te participeren in een collectieve wijkaanpak of een aanpak van een woningcorporatie van gespikkeld bezit. De Tweede kamer heeft een motie aangenomen die oproept tot een bredere inzet van deze instrumenten. Naar de mogelijkheden om deze motie te verwerken wordt nu gekeken. De Energiebespaarleningen zijn bedoeld om eigenaar-bewoners met bepaalde (meer veilige) BKR-coderingen of boven de 75 jaar met leenruimte hun woning te laten verduurzamen.
Een subsidie aan de Stichting Nationaal Warmtefonds, die deze middelen inzet om Energiebespaarhypotheken en
Ingezette Energiebespaarleningen te verstrekken.
beleidsinstrument(en)
De subsidie van in totaal €50 miljoen wordt als volgt verdeeld in drie tranches:
Financiële gevolgen 2020: € 10.000.000,- voor het Rijk 2021: € 24.000.000,-
2022: € 16.000.000,-
Gedetailleerdere informatie over de financiële gevolgen voor het Rijk zijn te vinden in de subsidiebeschikking (te vinden via: Subsidiebesluit energiebespaarleningen energiebespaarhypotheken warmtefonds | Besluit | Rijksoverheid.nl )
Met de Energiebespaarleningen en Energiebespaarhypotheken worden investeringen in woningen (en daarmee de bouwsector)
Financiële gevolgen gestimuleerd. Bovendien zullen deze investeringen op termijn de voor maatschappelijke energierekening van bewoners verlagen.
sectoren – als van toepassing
Momenteel ontbreekt een financieel product voor eigenaarbewoners met beperkte leenruimte die hun woning willen verduurzamen. Dit aanvullend instrumentarium is belangrijk gezien de inzet op de energietransitie in de gebouwde omgeving waarbij alle bestaande woningen op termijn aardgasvrij worden gemaakt. Er moet meer ervaring worden opgebouwd met het verstrekken van financiering aan woningeigenaren met beperkte leenruimte. Marktpartijen kunnen en willen hen geen financiering verstrekken, omdat een deel van de leningen niet terug zal komen. Er is bij deze doelgroep vanuit het oogpunt van de geldverstrekker sprake van verliesgevende leningen.
Nagestreefde De verwachting is dat deze nieuwe producten het voor een groep doeltreffendheid financieel kwetsbare eigenaar-bewoners (in eerste instantie binnen
wijkaanpakken) mogelijk maakt om mee te kunnen doen in de energietransitie. Financiering is alleen een randvoorwaarde: eigenaar-bewoners zullen eerst de wens moeten hebben om te verduurzamen. Het bestaan van een verantwoorde financieringsmogelijkheid kan hen positiever stemmen. De verwachting is dat de aanvragen in het begin nog beperkt zullen zijn, omdat sprake is van een nieuwe financiering voor een nieuwe doelgroep, die mogelijk verduurzaming niet als eerste prioriteit heeft. Het streven is met het aanvullend instrumentarium te starten tussen 1 april en 1 juli 2021.
De financiering voor woningeigenaren zonder leenruimte is verantwoord vorm gegeven door: a. hen alleen rente en aflossing in rekening te brengen voor zover zij daarvoor nog ruimte hebben op basis van de leennormen; b. op kosten van het fonds te zorgen dat de woningeigenaar niet achterblijft met een restschuld. Wel wordt erin voorzien dat de restschuld kan worden voldaan uit de overwaarde indien de woning met overwaarde wordt verkocht. Indien die financiële ruimte er bij verkoop niet is of de eigenaar-bewoner blijft gedurende de looptijd van de lening in de woning wonen, dan wordt de restschuld kwijt gescholden.
Nagestreefde Daarnaast worden de afsluitkosten voor de eigenaar-bewoners zo doelmatigheid laag mogelijk gemaakt.
Deze vormgeving betekent dat het overheidsbudget voor deze doelgroep slechts beperkt zal revolveren: een groot deel van het budget komt niet terug en zal niet meer dan één keer worden ingezet. Welke verhouding dit precies wordt, is op voorhand niet te voorspellen. Het Nationaal Warmtefonds is een bestaande organisatie en het is gespecialiseerd in het verstrekken van leningen t.b.v. energiebesparing. De Stichting NEF (nu: Warmtefonds) is hiertoe door de rijksoverheid opgericht in 2013. Eén nationale regeling met één uitvoerder werkt efficiënter dan een regeling per gemeente. Het volledig overlaten aan de markt werkt voor deze doelgroepen niet. VvE’s en woningeigenaren die niet in aanmerking komen voor reguliere financiering, zijn echt aangewezen op het Warmtefonds.
Warmtefonds-output Het Warmtefonds houdt nauwgezet bij hoe het fonds loopt. Het Warmtefonds stuurt maandelijks een monitor-overzicht en per kwartaal een rapportage aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarnaast maakt het Warmtefonds een jaarverslag. Deze gegevens worden gebruikt bij de evaluatie in 2022. In de rapportages wordt in ieder geval de volgende informatie verstrekt: het aantal Energiebespaarhypotheken en Energiebespaarleningen dat is toegekend, de doelgroepen waaraan de hypotheken en leningen zijn verstrekt, het totale bedrag aan hypotheken en leningen, het totale bedrag dat aan hypotheken en leningen is afgelost, de uitvoeringskosten, de mate van onderbesteding (indien van toepassing), een overzicht van maatregelen waaraan de leningen zijn besteed, het aantal woningen en appartementen waarvoor een hypotheek of lening is verstrekt en informatie over defaults, afschrijvingen en kwijtscheldingen.
Evaluatieparagraaf (of
en hoe) Warmtefonds-outcome De bijdrage van het Warmtefonds aan de wijkaanpak en de
energietransitie in de gebouwde omgeving wordt gemeten in de monitoringssystematiek van het Programma aardgasvrije wijken, voor de proeftuinen aardgasvrije wijken. Deze informatie zal betrokken worden uit de zogeheten reflectieve monitor en de kwantitatieve monitor van het Programma Aardgasvrije Wijken. Aanvullende informatie over de outcome van het Warmtefonds buiten de proeftuinen zal worden gehaald uit het evaluatieonderzoek van het Warmtefonds zelf.
Evaluatie 2022 Op basis van de eerste evaluatie van het Warmtefonds in 2022 zal het doelbereik van het Warmtefonds worden beoordeeld en zullen de beoogde doelen en resultaten in de jaren 2023 tot en met 2030 met betrekking tot de te bieden producten en het bereiken van de verschillende doelgroepen van het Warmtefonds worden aangescherpt.