Meer loon! - Hoofdinhoud
Hèhè. In 2018 en in 2019 werd ik nog weggelachen toen ik met voorstellen kwam om fors meer geld uit te trekken voor betere salarissen voor de mensen in de zorg. ‘Ze hebben echt niks te klagen’, waren de letterlijke woorden van minister De Jonge. En mijn voorstellen werden weggestemd.
Dit jaar staat meer salaris stevig op de agenda. Inmiddels heeft elke politieke partij er z’n mond vol van. Maar die meerderheid: die is er nog steeds niet.
‘Ze hebben echt niks te klagen’, waren de letterlijke woorden van minister De Jonge.
En dat is krankzinnig. Terwijl diezelfde minister een paar jaar geleden een plan presenteerde om het personeelstekort in de zorg ‘terug te brengen richting nul’, is dat tekort alleen maar gegroeid. Blijkt uit de laatste cijfers en onderzoeken. Die niks anders laten zien dan wat iedereen al weet, aan den lijve ondervindt: het aantal vacatures is hoger dan ooit, ze zijn moeilijker te vervullen dan ooit, de werkdruk is hoger dan ooit, het ziekteverzuim is hoger dan ooit èn het aantal vertrekkers is hoger dan ooit. Het enige dat láger dan ooit is? Het werkplezier.
“En wat doet het kabinet? Dat trekt geen extra geld uit.”
En wat doet het kabinet? Dat trekt geen extra geld uit (terwijl gisteren bekend werd dat de pensioenpremie in de zorg omhoog gaat waardoor je netto nauwelijks nog iets vooruit gaat). En verlengt dat plan dat niet werkt.
Gelukkig levert de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (een belangrijk adviesorgaan van het kabinet) vandaag opnieuw munitie voor betere salarissen. Een extra argument om de mensen in de zorg de waardering te geven die ze verdienen. Ook in hun portemonnee. Dat ‘kan geen dag langer wachten’, zegt de Raad.
Of denken we dat we straks wel zonder mensen in de zorg kunnen?
Dat ‘kan geen dag langer wachten’