Voorstel van wet - Wijziging van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES in verband met het reguleren van de milieuaspecten van inrichtingen en enkele reparaties - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35629 - Wijziging Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES in verband met het reguleren van de milieuaspecten van inrichtingen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES in verband met het reguleren van de milieuaspecten van inrichtingen en enkele reparaties; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 09-11-2020 |
Publicatiedatum | 09-11-2020 |
Nummer | KST356292 |
Kenmerk | 35629, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
35 629
Wijziging van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES in verband met het reguleren van de milieuaspecten van inrichtingen en enkele reparaties
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat in de grondslag voor het stellen van milieuregels voor inrichtingen tegemoet wordt gekomen aan het beginsel van lokale zeggenschap;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.2, eerste lid, wordt in de begripsomschrijving beginnend met Onze Minister «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».
B
Aan artikel 5.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
4.Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kan voor de daarbij aangegeven onderwerpen of categorieën van gevallen worden bepaald dat bij eilandverordening nadere regels worden gesteld die nodig zijn ter bescherming van het milieu tegen de nadelige gevolgen die inrichtingen daarvoor kunnen veroorzaken.
C
Artikel 5.4, derde lid, komt te luiden:
kst-35629-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
-
3.Het bestuursorgaan, bedoeld in het eerste lid, kan voorschriften stellen die afwijken van de regels, gesteld bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in dat lid, of de nadere regels, bedoeld in artikel 5.1, vierde lid, voor zover dat bij of krachtens die maatregel of bij die nadere regels is bepaald.
D
Artikel 5.39 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Onder vervanging van de punt aan het einde van het derde lid door een komma wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: waarbij kan worden bepaald dat bij eilandverordening nadere regels worden gesteld.
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
4.Artikel 5.4 is van overeenkomstige toepassing.
Na artikel 10.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
-
1.Onze Minister en het Bestuurscollege kunnen van de overtreder bij dwangbevel de verschuldigde kosten van bestuursdwang of de verschuldigde dwangsom, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, invorderen.
-
2.Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij deurwaarders-exploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES.
-
3.Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba respectievelijk de Staat der Nederlanden.
-
4.Het verzet schorst de tenuitvoerlegging. Op verzoek van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba respectievelijk de Staat der Nederlanden, kan de rechter de schorsing van de tenuitvoerlegging opheffen.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 629, nr. 2 3